Plan: | Buitengebied Doorn 2011 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1581.bpDOObuitengebied-va02 |
Huidige situatie
Afbeelding 10: Recreatie
De Utrechtse Heuvelrug, met het Nationaal Park, en het overgangsgebied naar het gebied van de Langbroekerwetering bieden een zeer afwisselend landschap met hoge natuurwaarden. Vooral het gebied ten noorden van de N225 heeft een belangrijke recreatieve (neven)functie. De bossen op de Utrechtse Heuvelrug oefenen een grote aantrekkingskracht uit op toeristen. Het recreatief medegebruik van het buitengebied uit zich in de aanwezigheid van recreatieve routes door het landschap.
In het plangebied liggen meerdere dagrecreatieve en sportvoorzieningen. De dagrecreatieve en sportieve concentratiepunten liggen oostelijk en westelijk van de kern Doorn. Het gaat om: het Doornse Gat (dagrecreatieterrein aan de Leersumsestraatweg), voetbal- en korfbalvelden (aan de Buurtweg) en een tennis- en squashhal, golfbaan en een zwembad (alle aan de Mariniersweg).
Daarnaast is in het plangebied het Von Gimborn Arboretum gelegen, aan de Vossensteinsesteeg. De recreatieve functie die het arboretum nu heeft, komt voort uit de aanwezige landschappelijke, wetenschappelijke en educatieve waarden. Van oorsprong is het Von Gimborn Arboretum een park, aangelegd in de Engelse landschapsstijl, met doorkijkjes en waterpartijen. Momenteel staat de instandhouding hiervan onder druk. Vooralsnog omvat de bestaande functie hoofdzakelijk het park; de bijbehorende bebouwing beslaat maar een zeer kleine fractie van het terrein.
Van regionaal en lokaal belang is het recreatief medegebruik van het buitengebied. Niet alleen de inwoners van Doorn wandelen en fietsen in het gebied rond de kern, maar ook inwoners elders uit Nederland recreëren in het buitengebied van Doorn. Het gebied is voor een groot deel ontsloten en toegankelijk voor wandelaars. Dat geldt niet alleen voor de terreinen van de natuurbeherende instanties, maar tevens voor de landgoederen, die particulier eigendom zijn. Ten behoeve van de recreatie zijn wandelroutes in het gebied gemarkeerd, waaronder de Lange Afstands Wandelroute. In de bossen bevinden zich hier en daar picknickplaatsen. Binnen het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug is een uitgebreid netwerk van (gemarkeerde) ruiterpaden aanwezig. Daarnaast zijn er openbare zandwegen waarvan de ruiters gebruik kunnen maken. Ook liggen er talloze ruiterroutes aanwezig, met name in de bossen.
De fietsroutestructuur binnen het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug valt voor een vrij groot deel samen met de aanwezige verharde wegen, die veelal ook door gemotoriseerd verkeer gebruikt worden. Fietspaden zijn met name aanwezig langs de N225. Buiten de bosgebieden beperkt de dagrecreatie zich tot recreatief medegebruik van wegen en paden.
In het plangebied komen geen recreatieterreinen en -concentraties voor. In totaal zijn er in Doorn vijf van zulke terreinen gelegen, zoals de Bonte Vlucht en Het Grote Bos, maar deze zijn buiten het plangebied gehouden. Zoals in het voorgaande al is vermeld, is hiervoor nog vrij recentelijk een bestemmingsplan van kracht geworden. Desondanks zijn in het plangebied veel mogelijkheden voor dag- en extensieve recreatie.
Verder bevinden zich in het plangebied enkele agrarische bedrijven, waar kamperen bij de boer plaatsvindt. Ook staan er nog enkele solitaire recreatiewoningen.
Samengevat kan de volgende opsomming worden gegeven van de aanwezige voorzieningen en kwaliteiten van het plangebied:
Ontwikkelingen
Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug
De Utrechtse Heuvelrug is een Nationaal Park, dat nu al een belangrijke recreatieve functie vervult, zowel voor mensen binnen als buiten de regio. Voor het plangebied wordt dan ook uitgegaan van een blijvende geschiktheid voor het dagrecreatief, extensief medegebruik door fietsers, ruiters en wandelaars. De bosgebieden zijn goed ontsloten voor wandelaars, maar de onderlinge aansluiting van fietspaden en ruiterroutes kan worden verbeterd. Ook de toegankelijkheid voor gehandicapte personen verdient aandacht. De natuurgerichte recreatie wordt verder bevorderd; daarbij moeten zonering en geleiding voor de nodige rust moeten zorgen.
Het Nationaal Park is doende de gehele routestructuur te herzien. Naast het nieuwe fietspad, het Let de Stigterpad, wordt daarbij onder andere ook gedacht aan een route voor terreinfietsers. Het tracé is vooralsnog niet bekend.
Routestructuren
De toegankelijkheid van het buitengebied wordt onder meer bepaald door de aanwezigheid van routes. Er bestaat een duidelijke behoefte aan wat kortere wandelmogelijkheden in aantrekkelijke agrarische cultuurlandschappen, naast lange afstandsroutes. De kwaliteit van een vakantiegebied valt of staat met een juiste samenhang tussen gebiedskwaliteit, openbare recreatieve infrastructuur en het geleverde aanbod aan voorzieningen.
In het kader van het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug wordt er momenteel hard gewerkt aan de totstandkoming van een doorgaande fietsverbinding tussen Driebergen-Rijsenburg en Rhenen, in de vorm van het Let de Stigterpad. Het betreft hier met name een halfverharde fietsverbinding.
Plattelandsvernieuwing
Plattelandsvernieuwing biedt kansen voor de ontwikkeling van meer recreatieve voorzieningen in het buitengebied. Recreatiemogelijkheden bij de boer staan steeds meer in de belangstelling. Er kan daarbij worden gedacht aan overnachtingsmogelijkheden, maar ook aan het beleven van het agrarisch product, zoals de directe verkoop van streekeigen producten. In het kader hiervan en in het kader van de verbreding van de landbouw is het gewenst om mogelijkheden voor kamperen bij de boer in de bestemmingsplan op te nemen. Naast kamperen bij de boer kunnen ook andere vormen van plattelandsvernieuwing leiden tot meer recreatieve voorzieningen. De verkoop van streekeigen producten, exploitatie van een theehuis of Bed&Breakfast appartementen zijn hiervan voorbeelden.
Von Gimborn Arboretum
Zoals in paragraaf 2.4 al is aangestipt, wordt in de Structuurvisie specifiek ingegaan op het Von Gimborn Arboretum, in die zin dat het als project is aangeduid. Aangegeven wordt dat een nieuw concept voor het arboretum, welke dit terrein als bomentuin duurzaam in stand kan houden, met een open houding zal worden beoordeeld. Er is daarmee sprake van een uitzondering: voor het overige deel van de ten westen van Doorn gelegen zone is het beleid gericht op behoud van de groene en cultuurhistorische kwaliteiten.
Ten aanzien van het Von Gimborn Arboretum worden ontwikkelingen dus in principe mogelijk geacht. Maar aangezien in voorkomend geval een toetsing aan het voor de EHS geldende 'Nee, tenzij'-regime en onderzoeken op het gebied van archeologie en wellicht de grondexploitatie nodig zijn, is een afzonderlijke bestemmingsplanherziening daarvoor de aangewezen weg. De functie als mogelijk nationaal kennis- en educatiecentrum voor bijzondere struiken kan hiervan een onderdeel uitmaken.
Gevolgen voor visie en planopzet vanuit recreatie