Buitengebied Doorn 2011

Artikel 9 Maatschappelijk

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

• a. maatschappelijke voorzieningen die hierna als nadere bestemming zijn aangegeven bij de adressen die in of bij het betreffende bestemmingsvlak zijn aangegeven:

  adres	nadere bestemming	max. aantal bedrijfswoningen	bestaande oppervlakte gebouwen		max. oppervlakte gebouwen	max. goothoogte gebouwen	max. bouwhoogte gebouwen	EHS 1)
  Drift 100	scouting	0	191 m²		191 m²	3 m	4 m	+
  Bergweg 2	verpleeg- en zorgcentrum met de daarbij behorende functies, zoals polikliniek, huisartsenpraktijk, apotheek, kinderdagverblijf, theehuis t.b.v. bewoners en dierenstal	0	7789 m²		11149 m²	2) 4)	2) 4)	-
  Beukenrodelaan ong.	speelhuisje	0	18 m²		18 m²	2 m	4 m	+
  Beukenrodelaan 2c	school en sporthal	0	1733 m²		2207 m²	3 m	9 m	+
  Driebergsestraatweg 1	militaire zaken- en revalidatiecentrum	0	13355 m²		16630 m²	2)	2) m	+
  Driebergsestraatweg 11	school	0	3360m²		3360 m²	2)	2)	+
  Driebergsestraatweg 50	verzorgingstehuis	0	1138 m²		1138 m²	15 m	15 m	+
  Langbroekerweg ong.	kapel	0	34 m²		34 m²	3 m	5S m	+
  Langbroekerweg ong.	kapel	0	64 m²		64 m²	4 m	7 m	+
  Mariniersweg ong	militaire zaken	0	3157 m²		3631 m²	10 m	10 m	-
  Mariniersweg 7	kazerne	0	39997 m²		52130 m²	2)	2)	-
  Oude Arnhemsebovenweg ong.	begraafplaats	0	880 m²		880 m²	3 m	9 m	+
  Oude Arnhemsebovenweg nabij 3	stichting paardrijden voor gehandicapten	0	1605 m²		1605 m²	4 m	8 m	+
  Oude Arnhemsebovenweg 3/9	blindeninstituut	100 3)	24879 m²		28435 m²	12 m	12 m	+
  Oude Arnhemsebovenweg 5	vakantiecentrum	0	3308 m²		3308 m²	4 m	6 m	+
  Oude Arnhemsebovenweg 7	vakantiecentrum	0	207 m²		207 m²	3 m	3 m	+
  1)	EHS = ecologische hoofdstructuur; + = ligt in ecologische hoofdstructuur ; - = ligt niet in ecologische hoofdstructuur
  2)	is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)'
  3)	betreft maximaal 100 wooneenheden voor personeel / medewerkers
  4)	de goot- en bouwhoogte worden gemeten vanaf de bovenzijde van de vloer ter plaatse van de hoofdingang van het desbetreffende gebouw

• b. instandhouding van de aldaar voorkomende dan wel daaraan eigen natuurwaarden,
• c. bij een en andere behorende voorzieningen, waaronder begrepen afschermende en andere groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en tuinen, en overige voorzieningen, zoals fietsenstallingen en nutsvoorzieningen,
• d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' uitsluitend voor parkeervoorzieningen, en
• e. een klimtoren ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - klimtoren'.

9.2 Bouwregels

9.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 9.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:

• a. bedrijfsgebouwen, en
• b. andere bouwwerken.

9.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 9.2.1 gelden de volgende bepalingen:

• a. binnen elk bestemmingsvlak of, in voorkomend geval, bouwvlak mogen de gezamenlijke oppervlakte, de goothoogte en de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan voor dat vlak in de tabel in lid 6.1 is aangegeven;
• b. in afwijking van het bepaalde onder a, mogen gebouwen ten behoeve van parkeervoorzieningen, stalling en opslag, ondergronds worden gebouwd, anders dan als kelder onder bovengrondse gebouwen, in voorkomend geval ook buiten het bouwvlak;
• c. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

  bouwwerken	max. bouwhoogte
  klimtoren ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - klimtoren'	25 m
  palen, masten, technische installaties	12 m
  erf- of perceelafscheidingen	2 m
  overige, andere bouwwerken	10 m

• d. in voorkomend geval artikel 28, lid 28.3 (Afstanden tot wegen en water).

9.3 Afwijken van de bouwregels

9.3.1 Afwijking oppervlakte bedrijfsgebouwen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 9.2.2, onder a, ten behoeve van het binnen eenzelfde bestemmingsvlak bouwen van bedrijfsgebouwen tot een oppervlakte die ten hoogste 20% meer bedraagt dan de in de tabel in lid 9.1 voor het desbetreffende vlak aangegeven bestaande oppervlakte, met inachtneming van de volgende bepalingen:

• a. voor zover een omgevingsvergunning betreft:
  • 1. bestemmingsvlakken die blijkens de tabel in lid 9.1 in de ecologische hoofdstructuur zijn gelegen, en
  • 2. een oppervlaktevergroting van meer dan 150 m²,

    dan mag de omgevingsvergunning slechts worden verleend, indien in het betreffende geval de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied niet significant worden aangetast, tenzij er geen reële alternatieven bestaan én er redenen zijn van groot openbaar belang;

• b. bij een omgevingsvergunning kunnen ter bewerkstelliging van een redelijke visuele inpassing van een en ander in het landschap voorwaarden worden gesteld betreffende situering en afscherming door beplanting of anderszins.