direct naar inhoud van 4.8 Externe veiligheid
Plan: Haarbosch, Maarsbergen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1581.MAAHaarbosch-va01

4.8 Externe veiligheid

4.8.1 Beleidskader

De externe veiligheid wordt beïnvloed door de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen (productie, gebruik, opslag en vervoer) in en rond het plangebied. Veiligheidsafstanden tussen activiteiten met gevaarlijke stoffen en (beperkt) kwetsbare objecten, zoals woningen, moeten ervoor zorgen dat bij een eventuele calamiteit het aantal dodelijke slachtoffers beperkt blijft. Het vuurwerkbesluit (2002, herziening 2004) en het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi, 2004) stellen afstandseisen aan risicovolle bedrijfsactiviteiten. De circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RNVGS, 2004) adviseert bij transportroutes en buisleidingen met gevaarlijke stoffen veiligheidsafstanden aan te houden.

4.8.2 Het plan

De overheid heeft een risicokaart opgesteld, welke een zo actueel en volledig mogelijk beeld geeft van de (externe veiligheids)risico's in de omgeving van een gebied. Volgens de risicokaart zijn er geen risicovolle bedrijven aanwezig in de omgeving (zie de onderstaande afbeelding).

afbeelding "i_NL.IMRO.1581.MAAHaarbosch-va01_0009.jpg"

Uitsnede van de risicokaart

In mei 2011 is een risicoanalyse voor de herontwikkeling van het plangebied uitgevoerd door Adviesgroep AVIV. In dit onderzoek zijn de risico's, veroorzaakt door het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor en de A12, onderzocht en is de externe veiligheidssituatie in relatie met het stedenbouwkundig plan beoordeeld. De belangrijkste conclusies uit dit onderzoek zijn hieronder opgenomen. Het onderzoek zelf is opgenomen in de bijlage van dit bestemmingsplan.

Spoor

De berekeningen voor het gerealiseerd vervoer in 2009 hebben niet geleid tot een plaatsgebonden risicocontour 10-6 per jaar. Het spoortraject is in het ontwerp Basisnet Spoor aangemerkt als 'grijze' spoorlijn. Langs deze grijze spoorlijnen is geen veiligheidszone. Het plaatsgebonden risico vormt daarom geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkelingen langs het spoor.

Met het gerealiseerde vervoer in 2009 en de huidige bebouwingssituatie is het groepsrisico 0.015 keer de oriëntatiewaarde. Met het gerealiseerde vervoer in 2009 en de nieuwe bebouwingssituatie (met de ontwikkeling in het plangebied) is het groepsrisico 0.016 keer de oriëntatiewaarde. Over het spoortraject wordt in de toekomst geen noemenswaardige aantallen transporten van gevaarlijke stoffen verwacht. De (minimale) toename van het groepsrisico zorgt niet voor belemmeringen voor de ontwikkeling van het plangebied.

Het spoortraject is een grijze spoorlijn. Langs deze spoorlijnen liggen geen plasbrandaandachtsgebieden. Derhalve is dit onderdeel niet meegenomen in het onderzoek.

Weg

Het plaatsgebonden risico vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen mag op het midden van het wegvlak nabij het plangebied niet meer bedragen dan 10-6 per jaar. Het plaatsgebonden risico vormt daarom geen belemmering voor de herontwikkeling van het plangebied.

Het groepsrisico is zowel in de huidige als de nieuwe situatie kleiner dan de oriëntatiewaarde. In de huidige situatie is het groepsrisico 0.019 keer de oriëntatiewaarde en in de nieuwe situatie is dat 0.022 keer de oriëntatiewaarde.

In het Voorstel Basisnet Weg is een plasbrandaandachtsgebied (PAG) op de weg van toepassing. Het PAG voor de weg is het gebied tot 30 meter gemeten vanaf de rechterrand van de rechterrijstrook. Het plangebied is ruim buiten deze afstand gelegen. Het PAG vormt derhalve geen belemmeringen voor de herontwikkeling van het plangebied.

4.8.3 Conclusie

Het aspect Externe Veiligheid zorgt niet voor belemmeringen voor de herontwikkeling van het plangebied.