direct naar inhoud van 4.5 Geluid
Plan: Haarbosch, Maarsbergen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1581.MAAHaarbosch-va01

4.5 Geluid

4.5.1 Beleidskader

Wet Geluidhinder

De mate waarin het geluid, veroorzaakt door het wegverkeer, door spoorwegverkeer, en/of door inrichtingen (industrielawaai) het woonmilieu mag belasten, is geregeld in de Wet geluidhinder. De wet stelt dat in principe de geluidbelasting op de gevel van gevoelige bestemmingen zoals woningen, scholen en ziekenhuizen niet hoger mag zijn dan de voorkeursgrenswaarde, dan wel een nader te bepalen hogere grenswaarde. Indien een bestemmingsplan nieuwe geluidsgevoelige functies (woningen) toestaat, stelt de Wet geluidhinder de verplichting akoestisch onderzoek te verrichten naar de geluidsbelasting ten gevolge van wegen en gezoneerde industrieterreinen op een bepaalde afstand van de nieuwe geluidsgevoelige functie. Dit onderzoek heeft tot doel inzicht te geven in het akoestisch klimaat van de nieuwe geluidsgevoelige bestemming.

Gemeentelijk milieubeleidsplan

Geluidhinder speelt ook in de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Door het verkeer op de A12 bijvoorbeeld wordt de voorkeursgrenswaarde tot op een afstand van 1 km overschreden.

De gemeente neem de volgende acties om haar geluiddoelstellingen te bereiken:

  • 1. Er komt een geluidsnota met daarin aandacht voor:
    - het gebruik van stille wegdekken;
    - gevelisolatie;
    - stiltegebieden;
    - hogere waarde beleid;
    - evenementen;
    - een verbod op antihagelkanonnen;
    - het toepassen van de geluidnormeringskaart en gebiedsgericht milieubeleid.
  • 2. In een beleidsregel Hogere Waarden zal de gemeente aangeven dat de hogere waarden in alle gevallen tot een geluidniveau van maximaal 58 dB worden toegekend (wettelijke norm is 63 dB).

Beleidsregel hogere grenswaarden

De gemeente draagt zorg voor een zo goed mogelijke akoestische kwaliteit van de leefomgeving in situaties waar geluidsniveaus boven de wettelijke voorkeurswaarden niet kunnen worden voorkomen. Hiervoor stelt de gemeente duidelijke kaders voor ruimtelijke plannen en maakt ze de uitvoering tot het vaststellen van hogere waarden transparant. Het College van B&W heeft daarom de beleidsregel hogere waarden Wgh vastgesteld. In deze beleidsregel worden randvoorwaarden genoemd voor het toestaan van hogere geluidsbelastingen dan de voorkeurswaarde. De voorwaarden zijn geformuleerd als eis of als inspanningsverplichting1. De belangrijkste aspecten hieruit zijn:

  • geluidsluwe gevel (eis): de woning heeft ten minste één gevel met een lager (luw) geluidsniveau;
  • Het geluidsniveau op deze gevel is niet hoger dan de voorkeurswaarde voor elk van te onderscheiden geluidsbronnen;
  • indeling woning (inspanningsverplichting): de woning heeft per etage minimaal één verblijfsruimte aan de zijde van de geluidsluwe gevel;
  • buitenruimte (inspanningsverplichting): indien de woning beschikt over één of meer buitenruimten, dan is er minimaal één gelegen aan de geluidsluwe zijde. Indien dit niet mogelijk is dan dient het geluidsniveau op de gevel niet meer dan 5 dB hoger zijn dan bij de geluidsluwe gevel;
  • maximale ontheffingswaarde voor weg- en railverkeerslawaai (inspanningsverplichting): de gemeente verleent voor binnenstedelijke situaties geen hogere waarden hoger dan de voorkeurswaarde plus 10 dB;
  • 'dove' gevels: dit zijn bouwkundige constructies zonder te openen deuren/ramen (artikel 1b lid 5a).
4.5.2 Het plan

Ten behoeve van de realisatie van het plan is een aantal geluidsonderzoeken uitgevoerd naar zowel het geluid van weg- en spoorverkeer als industrielawaai3.

De belangrijkste conclusies uit deze onderzoeken zijn in deze paragraaf opgenomen. De onderzoeken zelf bevinden zich in de bijlage van dit bestemmingsplan.

Weg- en spoorverkeerlawaai.

De mate waarin het geluid, veroorzaakt door het (spoor-)wegverkeer, het woonmilieu mag belasten, is geregeld in de Wet geluidhinder (Wgh). De Wgh stelt dat in principe de geluidsbelasting op woningen niet de 48 dB mag overschrijden. Wanneer in een plan nieuwe woningen of andere geluidsgevoelige bebouwing wordt toegestaan, stelt de Wgh de verplichting akoestisch onderzoek te verrichten naar de geluidsbelasting ten gevolge van alle wegen op een bepaalde afstand van die woningen.

Voorliggend plan betreft de realisatie van een nieuwe woonbuurt met geluidgevoelige woningen. Een akoestisch onderzoek is daarom noodzakelijk om de geluidsbelasting op de nieuwe woningen te bepalen.

Het plangebied ligt binnen de wettelijke zone van de volgende geluidbronnen:

  • Rijksweg A12
  • Spoorweg (traject 351)

In juli 2012 is akoestisch onderzoek4 uitgevoerd naar de geluidbelastingen op de gevels van de nieuwe woningen in het plangebied. De conclusie van het onderzoek luidt als volgt:

  • Voor 29 woningen dient een hogere waarde vanwege de rijksweg A12 vastgesteld te worden.
  • Voor 49 woningen dient een hogere waarde vanwege de spoorlijn Utrecht-Arnhem vastgesteld te worden.
  • Een aantal gevels van woningen dienen als 'dove gevel' uitgevoerd te worden.

Uit het onderzoek blijkt dat de 1e lijn woningen, die het dichtst bij de spoorweg staan, een duidelijke afschermende functie hebben voor de woningen die daarachter liggen. Door het plaatsen van bergingen ten zuiden van deze woningen met een hoogte van 3,75 m wordt de geluidbelasting op de begane grond van deze woningen beperkt.

In het bestemmingsplan is hiermee rekening gehouden door het realiseren van bergingen ten zuiden van de 1e lijnsbebouwing verplicht te stellen. Op de verbeelding is de plaats hiervan aangeduid, in de regels zijn de bijbehorende voorschriften opgenomen in de vorm van een voorwaardelijke verplichting, waarbij is aangegeven dat de bijgebouwen moeten zijn gerealiseerd alvorens de achtergelegen woningen in gebruik mogen worden genomen.

In de regels van dit bestemmingsplan is tevens bepaald dat ter plaatse van de zuidelijke bouwvlakken op de tweede en derde bouwlaag dove gevels moeten worden gerealiseerd, aan zowel de oostelijke, westelijke als zuidelijke zijde van de woningen. Als uitzondering hierop geldt de oostelijke gevel van het zuidelijke bouwvlak, waar op alle drie verdiepingen een dove gevel moet worden gerealiseerd. Het bouwvlak aan de westzijde van het plan, krijgt voor een deel van de westelijke gevel de verplichting tot realisatie van een dove gevel op alleen de derde verdieping.

Vaststellen hogere grenswaarde (art. 110a van de Wgh)

Een hogere waarde dan de voorkeursgrenswaarde kan worden vastgesteld in gevallen waarin de toepassing van maatregelen (bron- en overdrachtsmaatregelen) onvoldoende doeltreffend is, of waarin deze maatregelen overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard ontmoeten. Bij bezwaren van financiële aard moet er sprake zijn van bovenmatige kosten, alsmede het ontbreken van alternatieven (art. 110a, lid 5 Wgh). In voorliggend geval zijn bronmaatregelen niet mogelijk uit financieel oogpunt. Ditzelfde geldt voor overdrachtsmaatregelen. Maatregelen aan de geluidgevoelige bestemmingen worden genomen in de vorm van dove gevels.

Aangezien de toepassing van dove gevels slechts beperkt mogelijk is en het nemen van bron- en overdrachtsmaatregelen niet mogelijk en gewenst is, moeten hogere grenswaarden worden aangevraagd. Voor het verkrijgen van een hogere grenswaarde dan de voorkeursgrenswaarde dient de procedure gevolgd te worden zoals is omschreven in art. 110c Wgh. Dit betreft de procedure zoals geregeld in afdeling 3.4 van de Awb. Een van de aspecten hierbij is een ter visie legging van het ontwerpbesluit en de akoestische rapportage.

Industrielawaai

In de nabijheid van het plangebied is bedrijvigheid gesitueerd. In een dergelijk geval moet worden onderzocht of op de planlocatie een acceptabel woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd en anderzijds of in de omgeving gelegen bedrijven niet in hun bedrijfssituatie worden belemmerd.

Voor de nabijgelegen bedrijven is door DHV een inventarisatie uitgevoerd. Hierbij is geconcludeerd dat een tweetal bedrijven nader moet worden onderzocht wat betreft het aspect geluid. Het betreft de bedrijven Gert Appeldoorn en Renova. Deze onderzoeken5 zijn verricht in respectievelijk juni en maart 2012. De conclusies van de onderzoeken luiden als volgt:

Akoestisch onderzoek bedrijf Gert Appeldoorn

Op de geplande woningen ten westen van Gert Appeldoorn aan de Ambachtsweg 18 zijn de geluidniveaus fors hoger dan de standaardnormen in het Activiteitenbesluit. Opgemerkt wordt dat ook op de bestaande woning Ambachtsweg 18 niet wordt voldaan aan de standaardnormen. Met name in de dagperiode is sprake van hoge geluidniveaus. Om de geluidniveaus te beperken zijn twee maatregelen onderzocht, waarbij de eerste maatregel de voorkeur krijgt.

Maatregel: het plaatsen van een geluidscherm

Uit de berekeningen blijkt dat met een 13 meter hoog scherm over een lengte van 40 meter op de geplande woningen wordt voldaan aan de standaardnorm van 50 dB(A). Dit is echter een dermate hoog geluidscherm dat dit niet praktisch toe te passen is in een woonomgeving. Het is ook mogelijk om voor het bedrijf een maatvoorschrift vast te stellen in combinatie met een ontheffing tot 55 dB(A) op de geplande woningen. Om aan deze waarde te voldoen dient een geluidscherm van 7 meter hoog te worden geprojecteerd. De maximale geluidniveaus op de geplande woningen voldoen met dit geluidscherm aan de standaardnorm van 70 dB(A)-etmaalwaarde.

De plaats van het geluidscherm is aangeduid op de bij dit bestemmingsplan behorende verbeelding. In de regel is hieraan in de woonbestemmingen de bepaling gekoppeld dat dit geluidscherm eerder moet zijn gerealiseerd dan dat de woningen in het plangebied in gebruik mogen worden genomen.

Akoestisch onderzoek bedrijf Renova

Op de geplande woningen ten oosten van Renova, gelegen aan de Heijgraeffalaan 26, zijn de geluidniveaus hoger dan de standaardnormen in het Activiteitenbesluit.

De overschrijdingen treden met name op door het laden en lossen met een heftruck in de dag- en avondperiode.

Maatregel: het plaatsen van een geluidscherm

Om de geluidniveaus te beperken, is een geluidscherm onderzocht van 4 meter hoog over een lengte 30 meter. Met dit geluidscherm wordt voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau en het maximale geluidniveau voldaan aan de standaardnormen in het Activiteitenbesluit. Het geluidsscherm wordt aan de oostzijde van het terrein van Renova, in het onderhavige plangebied, geprojecteerd. Het geluidsscherm krijgt een hoogte van 4 meter en een lengte van 30 meter.

De plaats van het geluidscherm is aangeduid op de bij dit bestemmingsplan behorende verbeelding. In de regel is hieraan in de woonbestemmingen de bepaling gekoppeld dat dit geluidscherm eerder moet zijn gerealiseerd dan dat de woningen in het plangebied in gebruik mogen worden genomen.

4.5.3 Conclusie

De haalbaarheid van het voorliggende bestemmingsplan wordt wat betreft het aspect geluid met het voorgaande, alsmede enkele te treffen maatregelen, aangetoond. Het bestemmingsplan voorziet in de realisatie van twee geluidsschermen, zowel aan de oostzijde als aan de westzijde van het plan, in een acceptabele geluidsituatie voor de toekomstige woningen. Voorts worden met het realiseren van bergingen ten zuiden van de meest zuidelijke rijenwoningen acceptabele geluidbelastingen bereikt op de gevels van deze rijenwoningen. Door de realisatie van de rijenwoningen worden vervolgens weer acceptabele geluidniveaus bereikt bij de andere woningen in het plan.