direct naar inhoud van 3.4 Algemene regels
Plan: Dorp Voorhout
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1525.BP2008VHT08001-0501

3.4 Algemene regels

In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor alle bestemmingen in het bestemmingsplan. De algemene regels bestaan uit de volgende artikelen.

Antidubbeltelbepaling (Artikel 20)

Een antidubbeltelbepaling wordt opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld. De formulering van de antidubbeltelbepaling wordt bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.4 Bro).

Algemene bouwregels (Artikel 21)

Overschrijding bouwgrenzen

Dit artikel bevat een algemene regeling voor een geringe overschrijding van bouwgrenzen door ondergeschikte onderdelen van gebouwen. De overschrijding van de bouwgrenzen dient wel beperkt te zijn.

Ondergronds bouwen en aanleggen

Dit artikel bevat een algemene regeling voor het uitvoeren van ondergrondse werken tot een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 4 m. Hiervan kan worden afgeweken middels een omgevingsvergunning.

Algemene afwijkingsregels (Artikel 22)

In dit artikel wordt omschreven in welke gevallen op basis van een omgevingsvergunning kan worden afgeweken. Het gaat hierbij om de bevoegdheid om omgevingsvergunning voor afwijken te verlenen van regels die gelden voor alle bestemmingen in het plan. Afwijken van een omgevingsvergunning is overigens alleen mogelijk wanneer hiermee geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan aspecten als de woon- en milieusituatie van aangrenzende percelen.

Algemene wijzigingsregels (Artikel 23)

In dit artikel wordt een opsomming gegeven van de regels waarmee door middel van een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 3.6 Wro het mogelijk is enige flexibiliteit in het plan aan te brengen. Het gaat hierbij om een bevoegdheid en houdt geen verplichting in. Deze bevoegdheid mag nadrukkelijk niet worden gebruikt om zodanig aanzienlijke wijzigingen van bestemmingen te bewerkstelligen, dat daarmee de essentie van het plan wezenlijk wordt veranderd.

Ter plaatse van de 'wro-zone wijzigingsgebied - 1, 2 en 3' is het mogelijk de bestemmingen te wijzigen ten behoeve van de herinrichting van het gebied. Het betreft een zone in het kernwinkelgebied langs de Herenstraat en de Prins Bernhardstraat. Het gebied is in drieën gesplitst om de integrale ontwikkeling (en centrale parkeervoorziening) beter te kunnen reguleren. Voor een beschrijving van de gewenste ontwikkeling, zie paragraaf 2.2.3.

Ter plaatse van wro-zone wijzigingsgebied - 4 is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor de herontwikkeling van de PLUS locatie (zie ook paragraaf 2.2.3).

Tot slot is ter plaatse van de Boerhaavestraat wro-zone wijzigingsgebied - 5 opgenomen. Hier kan het bestemmingsplan worden gewijzigd om ten hoogste 7 woningen te bouwen, in plaats van de eerder vergunde 4 woningen. Op deze locatie zijn na wijziging uitsluitend grondgebonden woningen toegestaan, met een bouwmassa die vergelijkbaar is met de woningen in de directe omgeving. Om die reden is de maximale goot- en bouwhoogte in de wijzigingsregels afgestemd op de omgeving.  Vanuit stedenbouwkundig oogpunt zijn er daarnaast geen bezwaren om rijenwoningen op deze locatie te realiseren, aangezien in het verlengde van de Boerhaavestraat ook overwegend rijenwoningen zijn gerealiseerd.  In de wijzigingsregels zijn nog wel afstands- en dieptematen van hoofdgebouwen opgenomen om  tot een stedenbouwkundig aanvaardbare situatie te komen. De betreffende wijzigingsbevoegdheid is opgenomen in verband met de huidige onzekere marktsituatie en de wens om enige flexibiliteit aan te brengen in het plan. Een belangrijke voorwaarde om tot toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid over te gaan is dat er wordt voorzien in voldoende parkeerbehoefte en dat tevens vast staat dat er een aanvaardbare milieuhygiënische situatie zal zijn gewaarborgd. Hiertoe zal in de toelichting van het wijzigingsplan een onderbouwing opgenomen moeten worden waarbij wordt aangegeven dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.

Werking wettelijke regelingen (Artikel 24)

In de regels van een bestemmingsplan wordt in een (toenemend) aantal gevallen met verwijzing naar een (andere) wettelijke regeling een procedure, begrip en/of functie uit die andere regeling van toepassing verklaard. De van toepassing verklaarde wettelijke regeling geldt zoals deze luidt op het moment van de vaststelling van het plan. Wijziging van de wettelijke regeling na de vaststelling van het bestemmingsplan zou anders zonder Wro-procedure een wijziging van het bestemmingsplan met zich mee kunnen brengen.