direct naar inhoud van Artikel 30 Algemene afwijkingsregels
Plan: Kernen Klimmen, Ransdaal, Ubachsberg e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0986.BPkernenKRU-OH01

Artikel 30 Algemene afwijkingsregels

30.1 10%-regeling

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de in deze regels voorgeschreven minimale en/of maximale maten (hoogte, oppervlakte, inhoud etc.) en percentages tot maximaal 10% van die maten en percentages, met dien verstande dat dit niet geldt wanneer reeds op grond van deze regels al anderszins kan worden afgeweken.

30.2 Meetverschillen

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de aangeduide bouwgrenzen indien een meetverschil of onnauwkeurigheid op de kaart ten opzichte van de feitelijke situatie daartoe aanleiding geeft, mits de afwijking maximaal 3,00 meter bedraagt.

30.3 Kleine bouwwerken van openbaar nut

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in de dubbelbestemmingen en (gebieds)aanduidingen, een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de bouw- en/of gebruiksregels voor het bouwen van kleine, niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut en voor religieuze doeleinden, zoals wachthuisjes, transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, pinautomaten, afval- en glascontainers, kapellen, wegkruisen en dergelijke, met dien verstande dat:

a. de oppervlakte maximaal 15 m² mag bedragen;

b. de bouwhoogte maximaal 3,30 m mag bedragen.

30.4 Regenwaterbuffers

Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in de dubbelbestemmingen en (gebieds)aanduidingen, een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de gebruiksregels voor de aanleg van waterhuishoudkundige voorzieningen in de vorm van regenwaterbuffers, met dien verstande dat:

  • a. de noodzaak daarvan in het kader van een adequaat waterhuishoudkundig beheer is aangetoond;
  • b. natuurlijke en landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast;
  • c. de regenwaterbuffers landschappelijk goed wordt ingepast;
  • d. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.

30.5 Evenementen

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in de dubbelbestemmingen, een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de regels van het plan ten aanzien van het toestaan van evenementen die met een zekere regelmaat (bijvoorbeeld jaarlijks) plaatsvinden en een planologische relevantie hebben vanwege de duur van de activiteit (inclusief het opbouwen en afbreken) en/of vanwege de omvang van de activiteit (aantal deelnemers/toeschouwers), mits:

  • a. de afwegingsaspecten, zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels, in acht worden genomen;
  • b. de evenementen zijn toegestaan overeenkomstig de bepalingen in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV);
  • c. het evenement maximaal 15 dagen duurt, inclusief het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement;
  • d. een locatie niet meer dan 3 maal per jaar voor een evenement wordt gebruikt;
  • e. er geen horeca ter plaatse plaatsvindt, anders dan inherent aan het toegestane evenement;
  • f. er geen detailhandel ter plaatse plaatsvindt, anders dan ondergeschikt en inherent aan het toegestane evenement, met uitzondering van vlooien- en/of rommelmarkten;
  • g. in de parkeerbehoefte in voldoende mate wordt voorzien;
  • h. aan de van toepassing zijnde milieu wet- en regelgeving wordt voldaan;
  • i. geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan;
  • j. de verkeershinder beperkt blijft dan wel voorzien wordt in alternatieve routes;
  • k. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.

30.6 Gebruiksregels
30.6.1 Afwijken van de gebruiksregels voor panden met cultuurhistorische waarden

Burgemeester en Wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in de artikelen 10.4.1, 12.4.1 en 18.5.2 ten behoeve van het toestaan van aanvullende activiteiten ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' in de vorm van:

  • a. een zelfstandig kantoor;
  • b. lichte horeca;
  • c. zorgvoorzieningen, niet behorende tot de eerstelijns zorg;
  • d. recreatiewoningen/-appartementen;
  • e. bedrijfsactiviteiten,

mits:

  • 1. de afwegingsaspecten, zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels, in acht worden genomen;
  • 2. de aanvullende activiteiten noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de cultuurhistorische waarden van de betreffende bebouwing/het betreffende perceel;
  • 3. de nieuwe activiteiten binnen de bestaande bebouwing worden ingepast;
  • 4. de activiteiten geen hinder of belemmeringen veroorzaken voor omliggende bedrijven of woningen;
  • 5. de activiteiten infrastructureel goed inpasbaar zijn en niet tot onevenredige verkeers/-parkeeroverlast leiden;
  • 6. het vloeroppervlak van een recreatiewoning/-appartement maximaal 100 m² bedraagt;
  • 7. het ten aanzien van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten uit categorie 1 van de VNG-handreiking Bedrijven en Milieuzonering (versie 2009) betreft.