31.1 Verschuiven bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het in geringe mate, tot maximaal 2,00 meter, verschuiven van de bestemmingsgrenzen, mits dit noodzakelijk is, in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden op de kaart ten opzichte van de feitelijke situatie, voor zover daarmee wordt beoogd een zo goed mogelijke overeenstemming tussen het plan en de werkelijke toestand te bereiken.
31.2 Vrijkomende agrarische bebouwing
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van de invulling van vrijkomende agrarische bebouwing met andere functies. Hiertoe kunnen de bestemmingen 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' en 'Woongebied', voor zover sprake is van vrijkomende agrarische bebouwing, worden gewijzigd in de bestemmingen 'Recreatie', 'Maatschappelijk' of 'Bedrijf', onder de navolgende voorwaarden:
-
a. het hergebruik en de bijbehorende activiteiten moeten zich in principe beperken tot de bedrijfsgebouwen zelf (inpandig). Hieronder wordt ook de opslag van materialen en de stalling;
-
b. van bedrijfswagens verstaan. Hiermee wordt voorkomen dat her en der ontsierende buitenopslag op het erf komt. In het vaak open Voerendaalse landschap zou dat afbreuk doen aan de kwaliteit en uitstraling van het gebied. Daarom is buitenopslag niet toegestaan en moet opslag inpandig plaatsvinden. Bijvoorbeeld in een voormalige stal of schuur. Een kleinschalig terras of kleinschalige buitenactiviteiten gekoppeld aan de recreatieve functie zijn wel toegestaan;
-
c. overtollige en kwalitatief slechte bebouwing moet worden gesloopt. Het bepalen wat hier precies onder valt is maatwerk en gebeurt in overleg. Hierbij staat het behalen van kwaliteitswinst centraal. In een overeenkomst wordt vastgelegd dat de overtollige gebouwen gesloopt worden;
-
d. als gevolg van hergebruik, kan het noodzakelijk zijn dat er kleine bouwkundige aanpassingen (uitbreiding) plaatsvinden. Er wordt een restrictief beleid gevoerd voor uitbreidingen. Als sprake is van uitbreiding van de bebouwing in het buitengebied ( buiten de rode contour) is het Limburgs Kwaliteitsmenu van toepassing. Op basis van het in te dienen bedrijfsplan en de inpasbaarheid (stedenbouwkundig en landschappelijk) kan het college van B&W besluiten hier medewerking aan te verlenen;
-
e. indien het vermoeden bestaat dat in de toekomst sprake kan zijn van de bedrijfsmatige wens/noodzaak tot significante uitbreiding van de bebouwing, kan worden besloten geen medewerking te verlenen aan de functiewijziging;
-
f. gebouwen moeten een landelijke uitstraling behouden; aandachttrekkende showrooms of bedrijven met een industriƫle uitstraling zijn niet toegestaan. Reclame-uitingen moeten ingetogen zijn zodat de landelijke uitstraling behouden blijft;
-
g. er mag geen sprake zijn van detailhandel, anders dan de verkoop van ter plaatse vervaardigde producten, waarbij geen sprake is van enige tussenhandel. Detailhandel als ondergeschikte functie kan - onder voorwaarden - wel worden toegestaan. Dat sprake is van een ondergeschikte functie moet blijken uit het beperkte aandeel vloeroppervlak voor de detailhandel;
-
h. de verkeersintensiteit mag niet substantieel toenemen ten opzichte van het omgevingsniveau en de verkeersveiligheid mag niet in het geding zijn;
-
i. de initiatiefnemer dient aan te tonen dat geen hinder (overlast door geluid, geur en externe veiligheid) optreedt voor de omgeving. Alleen activiteitein in milieucategorieƫn 1 en 2 zijn toegestaan. Als toetsingskader wordt hierbij de VNG-brochure bedrijven en milieuzonering gebruikt;
-
j. de nieuwe functie mag geen onevenredige belemmeringen opwerpen voor aangrenzende agrarische bedrijven en natuurgebieden of hinder voor omwonenden.
Burgemeester en wethouders kunnen voorwaarden opnemen in het wijzigingsplan, zodat aan de randvoorwaarden wordt voldaan.