direct naar inhoud van Artikel 12 Sport
Plan: Buitengebied - Oost gemeente Venray
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0984.BP11005-va02

Artikel 12 Sport

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn, overeenkomstig de aanduidingen op de verbeelding, bestemd voor:

  • a. sportvelden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'sportveld';
  • b. een golfbaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'golfbaan';
  • c. tennisbanen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'tennisbaan';
  • d. horeca, uitsluitend ten dienste van de hoofdfunctie;

een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder groen, parkeervoorzieningen en in- en uitritten, met dien verstande dat:

  • a. ten behoeve van de ter plaatse aanwezige functie op eigen terrein moet worden voorzien in:
    • 1. voldoende parkeergelegenheid;
    • 2. infiltratie van hemelwater.
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'golfbaan' de terreininrichting voor minimaal 35% uit houtopstanden dient te bestaan.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemeen

Op de voor 'Sport' aangewezen gronden mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. gebouwen uitsluitend zijn toegestaan binnen het bouwvlak, met uitzondering van dug-outs, met dien verstande dat:
    • 1. het aantal dug-outs per speelveld niet meer bedraagt dan 2;
    • 2. de oppervlakte per dug-out niet meer bedraagt dan 20 m2;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegestaan binnen het gehele bestemmingsvlak;
  • c. voor zover op de verbeelding een maximale bebouwingsoppervlakte of maximum bebouwingspercentage respectievelijk goot- en bouwhoogte is opgenomen mogen deze niet worden overschreden;
  • d. gebouwen mogen niet voor de voorgevelrooilijn gebouwd worden, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • e. uitsluitend centrale voorzieningen op de gronden in de vorm van kleedlokalen, bergingen en kantines toegestaan zijn.

12.2.2 Sport

Voor de bouwwerken gelegen op gronden met de bestemming 'Sport' gelden de volgende eisen, tenzij anders op de verbeelding weergegeven:

  • a. bedrijfsgebouwen:
Bouwhoogte   Max. 10 m  
Goothoogte   Max. 5,5 m  
Afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens   Min. 5 m  
Afstand tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer'   Min. 10 m  

  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
  bouwhoogte  
Erf- en terreinafscheidingen, achter de voorgevelrooilijn   Max. 2 m  
Erf- en terreinafscheidingen, voor de voorgevelrooilijn   Max. 1 m  
Bouwwerken, geen gebouw zijnde,   Max. 3 m, met uitzondering van ballenvangers (max. 6 m) en lichtmasten (max. 18 m)  
Afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens   Min. 5 m  
Afstand tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer'   Min. 10 m  

  • c. ondergeschikte bouwdelen (tussenlid, kleine, lage aanbouwen etc) zijn wat betreft hoogte en verschijningsvorm uitgezonderd van het gestelde onder artikel 12.2.2 onder a en b;
12.3 Nadere eisen
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
    • 1. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing;
    • 2. de aard, bouwhoogte en de situering van erfafscheidingen;
    • 3. voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing;

een en ander op basis van een landschappelijke inpassingsplan (en/of stedenbouwkundig ontwerp) gericht op verbetering van de omgevingskwaliteit.

  • b. De onder a genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:
    • 1. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige, cultuurhistorische en landschappelijke inpassing en
    • 2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de omliggende waarden en
    • 3. ter verbetering van de gebiedskwaliteit.
12.4 Afwijken van de bouwregels
  • a. Bij het verlenen van een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 12.2.2 onder b ten behoeve van een bouwhoogte van maximaal 6 m onder de voorwaarde dat sprake is van een goede ruimtelijke inpassing;
  • b. Voor zover het beoogde gebruik afwijkt van artikel 12.5 wordt artikel 12.6 toegepast.
12.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden, gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde voor:

  • a. het gebruik van opstallen ten behoeve van horecadoeleinden, behoudens verband houdend met het binnen de bestemming op de grond gerichte gebruik van gronden en opstallen;
  • b. huisvesting van tijdelijke werknemers;
  • c. het gebruik of het laten gebruiken van gronden en/of gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van een seksinrichting, een escortbedrijf en (straat)prostitutie;
  • d. nevenactiviteiten;
  • e. bevi-inrichtingen;
  • f. een seksinrichting, een escortbedrijf en (straat)prostitutie.
12.6 Afwijken van de gebruiksregels

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning kan, onder voorwaarden dat de uitvoering van de sportactiviteiten de hoofdactiviteit blijft, worden afgeweken van het bepaalde in artikel 12.5 onder d ten behoeve van afwijkend gebruik van gronden en opstallen voor een kleinschalig bedrijf in de vorm van opslag, mits het gebruik is aan te merken als nevenactiviteit, met dien verstande dat:

  • a. de werkzaamheden van de nevenactiviteit, met uitzondering van bijbehorende buitenopslag, plaatsvinden in (tijdelijk) niet meer in gebruik zijnde bedrijfsgebouwen;
  • b. de bij de nevenactiviteit behorende buitenopslag beperkt blijft tot:
    • 1. binnen het bouwvlak;
    • 2. een hoogte van 2,5 meter;
    • 3. een oppervlakte die gelijk is aan de bebouwde ruimte voor de nevenactiviteit;
  • c. de nevenactiviteit ondergeschikt blijft aan het reguliere gebruik van het bouwperceel;
  • d. de nevenactiviteit qua aard en omvang past in de omgeving en de daarin voorkomende functies; ;
  • e. de activiteit infrastructureel goed inpasbaar is en niet tot onevenredige verkeersoverlast leidt;
  • f. er wordt voorzien in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein;
  • g. bij beëindiging van het reguliere gebruik, voor zover gelegen buiten de aanduiding 'Agrarisch gemengd' ook het gebruik van gronden en opstallen voor kleinschalig bedrijf dient te worden gestaakt;
  • h. de natuurlijke, cultuurhistorische, visueel-landschappelijke, abiotische en archeologische waarden niet onevenredig mogen worden aangetast;
  • i. er sprake is van een goede milieuhygiënische uitvoerbaarheid;
  • j. de nevenactiviteiten uitsluitend zijn toegestaan in:
    • 1. bestaande bebouwing;
    • 2. nieuwe bebouwing die is toegestaan volgens artikel 12.2;
    • 3. bebouwing die wordt gerealiseerd middels een omgevingsvergunning volgens artikel 12.4;
  • k. voor zover gebouwd wordt in afwijking van 12.2, ook artikel 12.4 moet worden toegepast.