direct naar inhoud van Artikel 13 Verkeer - Wegverkeer
Plan: Buitengebied - Oost gemeente Venray
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0984.BP11005-va02

Artikel 13 Verkeer - Wegverkeer

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de aanleg en instandhouding van:
    • 1. interlokale wegen;
    • 2. lokale verharde wegen;
    • 3. lokale onverharde wegen;
  • b. ter plaatse van de aanduidingen 'brug' en 'agrarisch' zijn de gronden bestemd voor een brug voor wegverkeer en tevens voor agrarisch grondgebruik onder de brug;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – onverhard' zijn uitsluitend lokale onverharde wegen toegestaan;
  • d. water en waterhuishoudkundige doeleinden;
  • e. gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder begrepen abri's, verlichtingsarmaturen, apparatenkasten voor telecommunicatiemasten;
  • f. geluidswallen en geluidsschermen op gronden behorende tot de hoofdverkeerswegen;
  • g. kabels en leidingen;
  • h. groen, bermen, en wegbeplantingen;
  • i. parkeren;
  • j. veldkruizen, kapellen en kunstwerken;
  • k. kadaverplaatsen met een maximale oppervlakte van 5 m2 per voorziening.

een en ander met bijbehorende voorzieningen, zoals wildbegeleidende en wildbeschermingsvoorzieningen.

13.2 Bouwregels

Op de voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, zoals:

  • a. bruggen, viaducten, faunapassages, met een maximale hoogte van 8 m;
  • b. verlichtingsarmaturen, bewegwijzering met een maximale hoogte van 12 m;
  • c. duikers en leidingkokers.

In afwijking van het in artikel 1 onder 1.100 en artikel 2 onder 2.3 bepaalde wordt bij bouwwerken, geen gebouwen zijnde op bruggen, viaducten, dijken en taluds de hoogte gemeten vanaf het hoogste punt van het wegdek.

13.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en opstallen ten behoeve van een seksinrichting, een escortbedrijf en (straat)prostitutie;
  • b. het verharden van onverharde wegen met de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - onverhard'.