Buitengebied

Artikel 33 Overige regels

33.1 Ondergronds bouwen

De regels inzake situering van bouwwerken als bedoeld in artikel '' en artikel 'Natuur' gelden, voor zover van toepassing, ook in geval van ondergronds bouwen en met dien verstande, dat:

• a. de bebouwde oppervlakte van ondergrondse en bovengrondse bebouwing tezamen niet meer mag bedragen dan 400 m²;
• b. de verticale diepte maximaal 3 m mag bedragen.

33.2 Rangorde dubbelbestemmingen

• a. Waar een enkelbestemming samenvalt met een dubbelbestemming geldt primair

het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming;

• b. Waar dubbelbestemmingen samenvallen gelden:
  • 1. in de eerste plaats artikel 16 Leiding - Gas ;
  • 2. in de tweede plaats artikel 17 Leiding - Riool ;
  • 3. in de derde plaats artikel 15 Leiding - Brandstof ;
  • 4. in de vierde plaats artikel 25 Waterstaat - Beschermingszone watergang;
  • 5. in de vijfde plaats artikel 26 Waterstaat - Waterberging ;
  • 6. in de zesde plaats artikel 18 Waarde - Beschermd dorpsgezicht;
  • 7. in de zevende plaats artikel 19 Waarde - Cultuurhistorie ;
  • 8. in de achtste plaats artikel 21 Waarde - Ecologische hoofdstructuur;
  • 9. in de negende plaats artikel 20 Waarde - Ecologie;
  • 10. in de tiende plaats artikel 23 Waarde - Natura 2000 ;
  • 11. in de elfde plaats artikel 22 Waarde - Erosieremmend element ;
  • 12. in de twaalfde plaats artikel 24 Waarde - Kwetsbaar reliëf ;

33.3 Andere wettelijke regelingen

Indien en voor zover in deze planregels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan.