direct naar inhoud van Artikel 19 Waarde - Cultuurhistorie
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0981.BPBuitengebied-VG01

Artikel 19 Waarde - Cultuurhistorie

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor " Waarde - Cultuurhistorie " aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor het behoud en/of herstel van de aldaar voorkomende cultuurhistorische elementen als provinciale monumenten en rijksmonumenten.

19.2 Bouwregels

Op de voor “ Waarde - Cultuurhistorie " aangewezen gronden mag, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen, uitsluitend bouwwerken worden gebouwd indien daardoor het stedenbouwkundig beeld en de cultuurhistorische waarde niet wezenlijk wordt aangetast.

19.3 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
19.3.1 Algemeen

Het is verboden zonder omgevingsvergunning op de gronden met de dubbelbestemming "Waarde - Cultuurhistorie", de rijks- en gemeentelijke monumenten, beeldbepalende en beeldondersteunende panden geheel of gedeeltelijk te slopen onder de voorwaarden dat:

  • a. het aantasten of vernietigen van cultuurhistorische elementen van cultuurhistorische waardevolle bouwwerken gelijk wordt gesteld met het geheel of gedeeltelijk slopen van bouwwerken.
  • b. bij de aanvraag om sloopvergunning voor het geheel of gedeeltelijk slopen dient een bouwhistorisch onderzoek te worden overgelegd. 
  • c. over het verzoek om sloopvergunning dient de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit om advies te worden gevraagd.

19.3.2 Uitzonderingen op verbod

Het in 19.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:

  • a. welke reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerking treden van dit bestemmingsplan;
  • b. waarvoor ten tijde van het inwerking treden van dit bestemmingsplan reeds sloopvergunning is verleend;
  • c. welke voortvloeien uit bouwactiviteiten waarvoor bouwvergunning is verleend.

19.3.3 Afwegingskader

De omgevingsvergunning als bedoeld in 19.3.1 kan worden verleend indien:

  • a. indien uit een cultuur-/bouwhistorisch projectonderzoek blijkt, dat de cultuurhistorische waarden niet op onaanvaardbare wijze worden verstoord, casu quo worden behouden, versterkt en/of ontwikkeld;
  • b. indien uit een onderzoek als genoemd onder a blijkt dat de aanwezige waarden worden verstoord dan wel vernietigd, maar:
    • 1. wordt gemotiveerd hoe men vanuit die waarden nieuwe ontwikkelingen realiseert die binnen de karakteristiek als gebleken uit het cultuurhistorische basisonderzoek passen;
    • 2. documentatie plaatsvindt van de te slopen waarden;
    • 3. voor bijzondere materiële relicten een duurzaam toekomstperspectief ex situ wordt gewaarborgd.