direct naar inhoud van Artikel 8 Natuur
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0981.BPBuitengebied-VG01

Artikel 8 Natuur

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “ Natuur " aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud en/of herstel van de aldaar voorkomende dan wel daaraan eigen natuurlijke-, cultuurhistorische- en landschappelijke waarden;
  • b. de opbouw van de potentiële landschappelijke en natuurlijke waarden;
  • c. behoud van cultuurhistorische en archeologische waarden;
  • d. de verbetering van het milieu voor de natuurlijke levensgemeenschappen;
  • e. een steunpunt van Staatsbosbeheer, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - steunpunt staatsbosbeheer';
  • f. water en waterhuishoudkundige doeleinden;
  • g. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van water - overkluisde watergang" tevens voor een overkluisde watergang inclusief de bij de watergang behorende onderhoudstroken van 4 meter aan weerszijden van de watergang;
  • h. recreatiewoningen als nevenactiviteit, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - recreatiewoning';
  • i. doeleinden van openbaar nut;
  • j. extensieve dagrecreatie;
  • k. onverharde paden;
  • l. veldkruizen, kapellen en kunstwerken.

een en ander met bijbehorende voorzieningen, zoals perceelsontsluitingen, parkeer- en groenvoorzieningen.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen

Op de voor ' Natuur' aangewezen gronden mogen enkel bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht ten behoeve van de doeleinden die qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen én met dien verstande dat de hoogte niet meer mag bedragen dan 2 meter;
  • b. bestaande gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - steunpunt staatsbosbeheer' en 'specifieke bouwaanduiding - recreatiewoning' zijn toegestaan.

8.2.2 Recreatiewoningen

Regels met betrekking tot recreatiewoningen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - recreatiewoning'is ten hoogste 1 recreatiewoning toegestaan in de bestaande omvang.

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de aard, plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. de natuurlijke, cultuurhistorische- en landschappelijke waarden van het gebied;
  • b. de cultuurhistorische waarden en het karakter en/ of de ensemble waarden van panden en elementen;
  • c. het stedenbouwkundig beeld;

8.4 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 8.2 ten behoeve van:

  • a. een hoogzit ten behoeve van de uitoefening van de jacht of natuurstudie, mits de bouwhoogte niet meer dan 6 meter bedraagt;
  • b. een voederberging of voederruif voor de instandhouding van het wild, mits:
    • 1. de inhoud niet meer dan 3 m³ bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte niet meer dan 2 meter bedraagt.
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde voor de brandpreventie of brandbestrijding, mits de hoogte niet meer dan 35 meter bedraagt.
  • d. ten behoeve van het bouwen van bouwwerken van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, straatvoorzieningen voor afvalstoffen, telefooncellen en wachthuisjes, met dien verstande dat de inhoud per op te richten bouwwerk niet meer dan 50 m³ zal bedragen en de (goot)hoogte niet meer dan 3,00 m. zal bedragen.

8.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen anders dan het toegestane gebruik op grond van het bepaalde in artikel 8.1 , meer in het bijzonder:

  • a. als staanplaats of ligplaats voor onderkomens, behoudens voorzover en voor zo lang de aanwezigheid van onderkomens nodig is in verband met op de gronden uit te voeren werken of werkzaamheden;
  • b. als staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
  • c. als sport- en wedstrijdterreinen, kampeer- of caravanterreinen, parkeerterreinen;
  • d. het beoefenen van lawaaisporten;
  • e. voor het winnen van bosstrooisel, mos of mergel;
  • f. voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, geen normale onderhoudswerkzaamheden zijnde, ten behoeve van de in de bestemmingsomschrijving beschreven doeleinden;
  • g. voor militaire oefeningen;
  • h. voor opslagdoeleinden, uitgezonderd opslagdoeleinden, die verband houden met het beheer en onderhoud.

8.6 Afwijken van de gebruiksregels
8.6.1 afwijken voor militair gebruik

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 8.5 onder g voor het toestaan van militaire oefeningen, mits het de aard en het karakter van hetgeen in de artikel 8.1 is opgenomen, niet aantast.

8.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.7.1 Algemeen

Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of (half)verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
  • c. het wijzigen van het bestaande bodemniveau door ophogingen, afgravingen of het verrichten van andere graafwerkzaamheden en het verwijderen van graften;
  • d. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • e. het aanbrengen of aanleggen van oeverbeschoeiingen, kaden, aanleg- en ligplaatsen of vlonders;
  • f. het vellen of rooien van bomen of beplantingen, of het verrichten van werkzaamheden, welke de dood of ernstige beschadiging van houtgewas ten gevolge kunnen hebben;
  • g. het bebossen van gronden, die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan niet als bos konden worden aangemerkt;
  • h. het bemalen of draineren van de grond en het winnen, toevoeren, afdammen of stuwen van water of het anderszins wijzigen van de grondwaterstand en de waterhuishouding;
  • i. het aanleggen en/of inrichten van dagcampings, picknickplaatsen, alsmede van speel- en/of ligweiden.

8.7.2 Uitzonderingen op verbod

Het onder 8.7.1 bepaalde is niet van toepassing voor:

  • a. werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde;
  • b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • c. werken of werkzaamheden binnen het kader van het normale bodemgebruik;
  • d. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, vrijstelling of anderszins mogen worden uitgevoerd.

8.7.3 Afwegingskader

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 8.7.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind.