Artikel 25 Algemene aanduidingsregels
25.1 wro-zone - beeldkwaliteitsplan van toepassing
Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone beeldkwaliteitsplan van toepassing' is bij de beoordeling van nieuwe initiatieven het Beeldkwaliteitplan Beekerpark d.d. 25 oktober 2007 van toepassing.
25.2 wro zone - wijzigingsgebied 1
Burgemeester en wethouders kunnen, in het kader van de actuele woningbouwprogrammering ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone wijzigingsgebied 1' de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen', mits:
-
a. de toegestane activiteiten ter plaatse zijn beëindigd;
-
b. maximaal 1 woning wordt opgericht;
-
c. de woningbouw past binnen het gemeentelijke woonbeleid;
-
d. de totstandkoming van een aanvaardbaar woonmilieu gegarandeerd kan worden;
-
e. de woning inpasbaar is vanuit het stedenbouwkundig beeld;
-
f. aangrenzende landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden en belangen, dan wel functies niet onevenredig worden aangetast of in hun mogelijkheden beperkt;
-
g. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik;
-
h. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets);
-
i. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 19.2, met dien verstande dat, het wijzigingsplan duidelijkheid geeft over het bouwvlak en de bouwaanduiding 'bijgebouwen', alsmede de aard van de woning;
-
j. de economische uitvoerbaarheid aangetoond is.
25.3 wro - zone - wijzigingsgebied 2
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen 'Groen' en 'Verkeer' ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' te wijzigingen in de bestemming 'Maatschappelijk', 'Groen' en 'Verkeer' ten behoeve van de realisatie van een gemeenschapshuis met dien verstande dat:
-
a. het gebruik als 'Maatschappelijk, 'Verkeer' en 'Groen' vanuit milieuhygienisch oogpunt aanvaardbaar is, hetgeen wil zeggen dat uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik;
-
b. voorzien dient te zijn in voldoende parkeergelegenheid;
-
c. het maximale bebouwde grondoppervlak niet meer dan 1.000 m2 bedragen;
-
d. de maximale bouwhoogte mag niet meer dan 12 meter bedragen;
-
e. het bouwvlak ten behoeve van het gemeenschapshuis in het zuidwestelijke deel van het wijzigingsgebied geplaast dient te worden;
-
f. sprake is van een goed woon- en leefklimaat;
-
g. de belangen en bestemmingen in de omgeving niet onevenredig worden aangetast;
-
h. de bouw- en gebruiksregels voor de bestemmingen 'Maatschappelijk', 'Groen' en 'Verkeer' in dit bestemmingsplan onverkort van toepassing blijven;
-
i. bij het wijzigen van het plan de in artikel 3.6 Wro opgenomen procedure gevolgd wordt.
25.4 Rode contour
Ter plaatse van de aanduiding ‘buiten de rode contour’ moeten, in het kader van het LKM, vergunningsplichtige bouwwerken landschappelijk ingepast worden waardoor de ontwikkeling buiten de rode contour gecompenseerd wordt door een kwaliteitsbijdrage in de vorm van beplanting (groencompensatie) met dien verstande dat:
-
a. de groencompensatie dient plaats te vinden op het perceel waar de bouwactiviteiten plaatsvinden;
-
b. de groencompensatie dient plaats te vinden op basis van een door burgemeester en wethouders geaccordeerd beplantingsplan.