direct naar inhoud van Artikel 19 Wonen
Plan: Kern Schimmert
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0951.BPkernschimmert-VA25

Artikel 19 Wonen

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. een kunstgalerij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - kunstgalerij'
  • c. uitsluitend garageboxen, autoboxen en carports ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - garageboxen';
  • d. duurzaam, bodem- en waterbeheer, tevens wateropvang/buffering en infiltratie;
  • e. bed & breakfastvoorziening;
  • f. met de daarbij behorende voorzieningen.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen dubbelbestemmingen of aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 29.2

19.2 Bouwregels
19.2.1 Algemeen - bestaande woningen

Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. vrijstaande, geschakelde en aaneengesloten woningen;
  • b. meergezinswoningen/gestapelde woningen, ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld';
  • c. uitsluitend garageboxen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - garageboxen';
  • d. bijgebouwen;
  • e. en de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.
19.2.2 Algemeen - nieuwe woningen

Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - nieuwbouw 1', 'specifieke bouwaanduiding - nieuwbouw 2' mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand': vrijstaande woningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd': aaneengebouwde woningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen': twee-onder-een-kapwoningen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - patiowoning': patiowoningen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - geschakeld: vrijstaande woningen met garage geschakeld;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld': een woon-zorgcomplex of gestapelde woningen;
  • g. bijgebouwen;
  • h. en de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.
19.2.3 Regels voor het bouwvlak
  • a. Het hoofdgebouw dient in het bouwvlak te worden gebouwd en bijgebouwen mogen in het bouwvlak worden gebouwd. Garageboxen dienen in het bouwvlak te worden gebouwd.
  • b. In afwijking van het bepaalde onder a. geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - nieuwbouw 1' zowel hoofdgebouwen als bijgebouwen in het bouwvlak gebouwd dienen te worden met dien verstande dat:
    • 1. bij een bouwperceel met een oppervlakte kleiner dan of gelijk aan 1000 m2 mag:
      • maximaal 20% van het bouwperceel bebouwd worden met een hoofdgebouw;
      • maximaal 20% van het bouwperceel bebouwd worden met een bijbouw;
    • 2. bij een bouwperceel met een oppervlakte groter dan 1000 m2 mag:
      • maximaal 25% van het bouwperceel bebouwd worden met een hoofdgebouw;
      • maximaal 25% van het bouwperceel bebouwd worden met een bijbouw;
  • c. Per bouwvlak mogen niet meer woningen worden opgericht dan het aantal woningen dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – nieuwbouw 1' en 'specifieke bouwaanduiding – nieuwbouw 2' mag, in afwijking van het bepaalde onder c, het aantal woningen per bouwvlak niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven uitgezonderd:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' waar in plaats van gestapelde woningen ook een woon-zorgcomplex is toegestaan;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' in combinatie met de aanduiding 'twee-aaneen' mogen voor één vrijstaande woning ook twee aangebouwde woningen worden gebouwd. Dit betekent dat ter plaatse maximaal 6 vrijstaande woningen of maximaal 12 twee-aaneengebouwde woningen dan wel een combinatie daarvan is toegestaan.
  • e. Woningsplitsing is niet toegestaan uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' in combinatie met de aanduiding 'twee-aaneen'. Dit overeenkomstig het bepaald onder d sub 2.
  • f. In het bouwvlak mag in niet meer dan twee bouwlagen worden gebouwd, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen' en 'garage' waar een afwijkend aantal bouwlagen is toegestaan.
  • g. Ter plaatse van de aanduiding 'garage' mag in niet meer dan één bouwlaag worden gebouwd.
  • h. De hoogte van een bouwlaag bedraagt maximaal 3,50 m.
  • i. De voorgevel wordt voor ten minste voor 70% in de naar de weg gekeerde bouwgrens gebouwd.
  • j. De voorgevelbreedte van de woning bedraagt ten minste 5,50 m.
  • k. De woningen mogen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - nieuwbouw 1' plat of met een kap van minimaal 30° en ten hoogste 60° worden afgedekt.
  • l. De goothoogte van een woning mag maximaal 6,50 m bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' de aangeduide maximale goothoogte geldt.
  • m. De bouwhoogte bedraagt maximaal 12,50 m.,met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de aangeduide maximale bouwhoogte geldt en behoudens ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - garageboxen' waar de bouwhoogte maximaal 3,50 m. bedraagt.
  • n. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - nieuwbouw 1' en 'specifieke bouwaanduiding - nieuwbouw 2' dient indien niet in de zijdelingse perceelsgrens wordt gebouwd, ten minste 3,00 m. uit de erfscheiding wordt gebouwd.
19.2.4 Bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. Bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan het bepaalde in artikel 24.3.
19.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, binnen een marge van 5,00 m., nadere eisen stellen ten aanzien van de op grond van in dit artikel toegelaten situering en afmetingen van bouwwerken, ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, parkeerhinder, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden.

19.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor:

  • a. het overschrijden van de bouwgrenzen respectievelijk het vergroten van het bouwvlak zoals bepaald in artikel 26.4;
  • b. het overschrijden van het toegestane oppervlakte aan bijgebouwen zoals bepaald in artikel 26.5;
  • c. het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een grotere bouwhoogte zoals bepaald in artikel 26.6.

Bij het toepassen van de afwijkingsbevoegdheid wordt de procedure in artikel 28.1 gevolgd.

19.5 Specifieke gebruiksregels
19.5.1 Gebruik van de gronden

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.2 Wro wordt ten minste verstaan het gebruik van de grond anders dan voor:

  • a. parkeervoorzieningen;
  • b. groenvoorzieningen en/of tuin;
  • c. opslagdoeleinden, in verband met het toegelaten gebruik. Als verboden gebruik wordt in ieder geval aangemerkt de opslag van vuurwerk.
19.5.2 Gebruik van de opstallen

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.2 Wro wordt ten minste verstaan het gebruik van de opstallen voor:

  • a. bewoning, indien het een vrijstaande bijgebouw betreft;
  • b. beroeps-, bedrijfsmatige werk- en/of opslagruimte voor vuurwerk;
  • c. detailhandel;
  • d. groothandel;
  • e. horeca, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'horeca' in de vorm van een cafetaria is toegestaan en met uitzondering van een bed & breakfast;
  • f. opslagdoeleinden, anders dan in verband met het toegelaten gebruik, waarbij in ieder geval als verboden gebruik wordt aangemerkt: brand- en explosiegevaarlijke opslag, waaronder opslagruimte voor vuurwerk;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'garage' voor particuliere opslagdoeleinden, anders dan inherent aan de stalling van motorvoertuigen.
19.5.3 Beroep aan huis

Het verbod om de voor 'Wonen' aangewezen gronden en opstallen te gebruiken als beroepsmatige werk- en/of opslagruimte is niet van toepassing op het gebruik van ruimten binnen de woning of in de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden beroep, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. ten minste 50% van het verblijfsgebied met woonfunctie van de woning gehandhaafd blijft alsmede bij woningen met een verblijfsgebied van minder dan 240 m² een verblijfsgebied met woonfunctie van 120 m² behouden blijft;
  • b. degene die de activiteiten uitvoert uitsluitend de bewoner van de woning is;
  • c. dit gebruik mag geen ernstige of onevenredige hinder opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • d. op eigen terrein in de parkeerbehoefte in voldoende mate wordt voorzien overeenkomstig het gemeentelijke parkeerbeleid;
  • e. er mag geen detailhandel plaatsvinden.
19.5.4 Bed & breakfast

Naast de woonfunctie is een bed & breakfast toegelaten mits:

  • a. de bed & breakfast wordt gerealiseerd binnen de bestaande bebouwing;
  • b. de bed & breakfast niet beschikt over een eigen kookgelegenheid;
  • c. maximaal 4 bedden voor de bed & breakfast aanwezig zijn;
  • d. minimaal 2 parkeerplaatsen voor de bed & breakfast op eigen terrein aanwezig zijn.
19.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor:

  • a. het inpandig realiseren van extra woningen zoals bepaald in artikel 26.7;
  • b. een kleinschalig dienstverlenend of ambachtelijk bedrijf zoals bepaald in artikel 26.8
  • c. de uitbreiding van een bed & breakfast zoals bepaald in artikel 26.14;

Bij het toepassen van de afwijkingsbevoegdheid wordt de procedure in artikel 28.1 gevolgd.