Plan: | Buitengebied Nederweert |
---|---|
Plannummer: | BPbgb2009DEF |
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0946.BPbgb2009DEF-va01 |
De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met dien verstande dat:
Op de voor Agrarisch aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, die ten dienste staan aan de bestemming, waarbij de volgende eisen gelden:
Voor de bouwwerken gelegen binnen het bouwvlak met een aanduiding agrarisch bedrijf als bedoeld in artikel 3.1. onder b gelden de volgende eisen:
goothoogte | max. 7 m. |
bouwhoogte | max. 10 m. |
dakhelling | min. 12° |
afstand tot zijdelingse perceelsgrens | min. 5 m. |
dakhelling | min. 12° |
inhoud, inclusief bijgebouwen t.b.v. privé-gebruik | max. 1.100 m³ |
afstand tot zijdelingse perceelsgrens | min. 5 m. |
goothoogte | max. 3,20 m. |
bouwhoogte | max. 5,50 m. |
afstand tot zijdelingse perceelsgrens | min. 5 m. |
afstand tot bedrijfswoning | max. 20 m. uit dichtstbijzijnde gevel |
bouwhoogte | inhoud | afstand tot zijdelingse perceelsgrens | |||
mestsilo's | max. 8,5 m. | max. 2500 m³ | min. 5 m. | ||
overige silo's | max. 12 m. | n.v.t. | min. 5 m. | ||
erfafscheidingen | max. 2 m. | n.v.t. | n.v.t. | ||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 4,5 m. | n.v.t. | n.v.t. |
bouwhoogte | oppervlakte | overig | |||
permanente teeltondersteunende voorzieningen (binnen bouwvlak) | max. 2,50 m., met uitzondering van ondersteunende kassen welke 8 m. hoog mogen zijn | max. 5.000 m² | |||
tijdelijke regenkappen | max. 2,50 m. | max. 10% van totale teeltoppervlakte | aansluitend aan bebouwde deel van het bouwvlak | ||
tijdelijke hoge boogkassen | max. 2,50 m. | max. 10% van totale teeltoppervlakte | aansluitend aan bebouwde deel van het bouwvlak |
Voor de bouwwerken in of op de gronden met de aanduiding wonen, Specifieke vorm van agrarisch - ruimte voor ruimte woning of Specifieke vorm van agrarisch - ruimte voor ruimte woning met afwijkende inhoudsmaat, gelden de volgende eisen:
dakhelling | min. 12°; deze eis geldt niet voor bijgebouwen |
inhoud (woning, inclusief bijgebouwen) | maximaal 1.100 m³, tenzij sprake is van: > een ruimte voor ruimte woning, welke een maximale inhoud van 1.200 m³ mag hebben > ruimte voor ruimte woning met afwijkende inhoudsmaat, welke een maximale inhoud van 1.500 m3 mag hebben |
afstand tot zijdelingse perceelsgrens voor woning én bijgebouwen | min. 5 m. |
afstand tot hart van de weg | min. 30 m. bij gebiedsontsluitingswegen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 29.1.1; min. 15 m. bij erftoegangs- en onverharde wegen |
situering Ruimte voor Ruimte-woning | in of maximaal 2 meter achter de gevellijn |
goothoogte vrijstaande bijgebouwen | max. 3,20 m. |
bouwhoogte vrijstaande bijgebouwen | max. 5,50 m. |
afstand tot woning voor vrijstaande bijgebouwen | max. 20 m. uit dichtstbijzijnde gevel |
bouwhoogte erfafscheidingen | max. 2 m.; erfafscheidingen zijn ook vóór de voorgevelrooilijn toegestaan tot een bouwhoogte van max. 1 m. |
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 6 m. |
oppervlakte | max. 30 m² |
Voor de bouwwerken gelegen binnen het bouwvlak met de aanduiding Specifieke vorm van agrarisch met een nadere functie-aanduiding bedrijf, detailhandel en horeca gelden de volgende eisen:
goothoogte | max. 4,5 m., of maximaal de hoogte zoals bestaand. |
bouwhoogte | max. 8 m., of maximaal de hoogte zoals bestaand. |
bebouwd oppervlakte | maximaal de oppervlakte zoals bestaand. |
goothoogte | max. 5,5 m. |
bouwhoogte | max. 8 m. |
dakhelling | minimaal 12° |
inhoud, inclusief bijgebouwen t.b.v. privé-gebruik | max. 1.100 m³ |
afstand tot zijdelingse perceelsgrens | min. 5 m. |
goothoogte | max. 3,20 m. |
bouwhoogte | max. 5,5 m. |
afstand tot zijdelingse perceelsgrens | min. 5 m. |
afstand tot bedrijfswoning | max. 20 m. uit dichtsbijzijnde gevel |
bouwhoogte erfafscheidingen | max. 2 m.; vóór de voorgevelrooilijn max. 1 m. |
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 6 m. |
Voor de bouwwerken gelegen binnen het bouwvlak met de aanduiding Specifieke vorm van agrarisch met een nadere functie-aanduiding recreatie gelden de volgende eisen:
goothoogte | max. 4,5 m., of maximaal de hoogte zoals bestaand. |
bouwhoogte | max. 8 m., of maximaal de hoogte zoals bestaand. |
dakhelling | min. 12° |
afstand tot zijdelingse perceelsgrens | min. 5 m. |
bebouwd oppervlakte | maximaal de oppervlakte zoals bestaand |
goothoogte | max. 5,5 m. |
bouwhoogte | max. 8 m. |
dakhelling | min. 12° |
inhoud, inclusief bijgebouwen t.b.v. privé-gebruik | max. 1.100 m³ |
afstand tot zijdelingse perceelsgrens | min. 5 m. |
goothoogte | max. 3,20 m. |
bouwhoogte | max. 5,5 m. |
afstand tot zijdelingse perceelsgrens | min. 5 m. |
afstand tot bedrijfswoning | max. 20 m. uit dichtstbijzijnde gevel |
goothoogte woning | max. 3,5 m. |
bouwhoogte woning | max. 5,5 m. |
oppervlakte | max. zoals deze aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning op het moment van inwerkingtreding van het plan; deze maat mag eenmalig worden uitgebreid met max. 10% |
aantal woningen per locatie | max. het bestaande aantal. |
bouwhoogte erfafscheidingen | max. 2 m.; vóór de voorgevelrooilijn max. 1 m. |
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 6 m. |
Voor de bouwwerken gelegen binnen het bouwvlak met de aanduiding specifieke vorm van agrarisch met een nadere functie-aanduiding voor maatschappelijk gelden de volgende regels:
goothoogte | max. 4,5 m. |
bouwhoogte | max. 8 m. |
dakhelling | min. 12°, deze eis geldt niet voor bijgebouwen |
afstand tot zijdelingse perceelsgrens | min. 5 m. |
bebouwingspercentage | maximaal het percentage zoals bestaand + 10% |
bouwhoogte erfafscheidingen | max. 2 m.; vóór de voorgevelrooilijn max. 1 m. |
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 6 m. |
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
Een in artikel 3.4.1 genoemde ontheffing kan bovendien slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Een besluit tot het verlenen van ontheffing wordt niet genomen dan nadat belanghebbenden gedurende twee weken in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk of mondeling hun zienswijze kenbaar te maken aan burgemeester en wethouders.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen anders dan het toegestane gebruik op grond van het bepaalde in artikel 3.1, meer in het bijzonder:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:
Een in 3.6.1 genoemde ontheffing kan bovendien slechts worden verleend indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Een besluit tot het verlenen van ontheffing wordt niet genomen dan nadat belanghebbenden gedurende twee weken in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk of mondeling hun zienswijze kenbaar te maken aan burgemeester en wethouders.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en:
Een in artikel 3.7.1 genoemde wijziging kan bovendien slechts worden vastgesteld mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: