direct naar inhoud van Artikel 10 Natuur
Plan: Buitengebied - Sint Pietersberg, Jekerdal, Cannerberg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0935.bpBgbdStPJdalCberg-oh01

Artikel 10 Natuur

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. natuur- en landschapswaarden;
  • b. cultuurhistorische waarden;
  • c. ecologische verbindingszone;
  • d. agrarisch gebruik ten behoeve van natuur- en/of landschapsbeheer;
  • e. behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarde van de grotten en het gangenstelsel;
  • f. extensieve recreatie;
  • g. het verstrekken en/of bereiden van drank en/of etenswaren voor consumptie (al dan niet ter plaatse) en het exploiteren van zaalaccommodatie in de grotten, wijnproeven, alsmede bijbehorende opslag, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 1';
  • h. handboogschutterij en cursussen handboogschieten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 3';
  • i. siertuin, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - 1';
  • j. een stadsweide, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - 2';
  • k. een ondergronds zwembad, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 4';
  • l. een portiersloge ten behoeve van de naastgelegen woning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 5';
  • m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • n. parkeervoorzieningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  • o. mergelwinning tot 1 juli 2018, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1';
  • p. bijbehorende voorzieningen.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. een ondergronds zwembad is toegestaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 4', en uitsluitend met de bestaande bebouwde oppervlakte en bouwhoogte als maximum;
  • b. een portiersloge ten behoeve van de naastgelegen woning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 5', waarbij geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m en de bebouwde oppervlakte niet meer mag bedragen dan 46 m2.
10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. Voor erf- en terreinafscheidingen geldt het volgende:
    • 1. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 1 m;
    • 2. de erf- of terreinafscheiding mag uitsluitend in de vorm van een open constructie worden vormgegeven;
    • 3. in afwijking van het bepaalde onder 2, mag een erf- of terreinafscheiding worden opgericht in de vorm van een houtstapel, houtwal of takkenwal.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van bebouwing ten behoeve van:

  • a. Het voorkomen van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
  • b. De stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving.
  • c. De verkeersveiligheid.
  • d. De sociale veiligheid.
  • e. De brandveiligheid en rampenbestrijding.
10.4 Specifieke gebruiksregels

Als strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt aangemerkt:

  • a. mergelwinning na 1 juli 2018.
10.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.5.1 Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. Het aanbrengen van oppervlakteverhardingen.
  • b. Afgraven, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem.
  • c. Aanbrengen van ondergrondse leidingen.
  • d. Het vellen en rooien van houtgewas.
  • e. Het bebossen van gronden.
  • f. Het aanleggen van parkeervoorzieningen en wegen en paden.
  • g. Het vergroten, opheffen en/of verleggen van gangen;
10.5.2 Uitzonderingen

Het in lid 10.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit bestemmingsplan.
10.5.3 Toelaatbaarheid

De in lid 10.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien:

  • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan natuur- en landschapswaarden en cultuurhistorische waarden;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de instandhouding en herstel van de in het buitengebied aanwezige onderaardse gangenstelsels en mergelgrotten en de daarmee samenhangende cultuurhistorische waarden.

Aanvullend geldt voor de activiteit als opgenomen in 10.5.1 sub f:

  • c. dat de bijbehorende verkeersbewegingen geen onevenredige afbreuk mogen doen aan de natuur- en landschapswaarden en cultuurhistorische waarden.
10.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Natuur' te wijzigen in die zin dat:

  • a. De aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 1' wordt verwijderd, mits de betreffende functie ter plaatse is beëindigd, blijkens het intrekken van de vergunning op basis van artikel 151 Mijnbouwbesluit.