direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf
Plan: Buitengebied Gennep
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0907.BP10001ALGBUI-VA01

Artikel 6 Bedrijf

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Bedrijf ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - type 1', voor een bedrijf als genoemd in bedrijfstype 1 van Bijlage 1 Lijst bedrijfsactiviteiten ;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - type 2', voor een bedrijf als genoemd in bedrijfstype 2 van Bijlage 1 Lijst bedrijfsactiviteiten ;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - type 3', voor een bedrijf als genoemd in bedrijfstype 3 van Bijlage 1 Lijst bedrijfsactiviteiten ;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - type 4', voor een bedrijf als genoemd in bedrijfstype 4 van Bijlage 1 Lijst bedrijfsactiviteiten ;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - type 5', voor een bedrijf als genoemd in bedrijfstype 5 van Bijlage 1 Lijst bedrijfsactiviteiten ;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - overige bedrijven' voor de in Bijlage 2 Lijst overige bedrijven aangegeven bedrijven op de daarbij aangegeven adressen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' tevens voor de verkoop van motorbrandstoffen inclusief lpg;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'opslag' tevens voor opslag;
  • i. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water, waaronder bergbezinkbassins en niet zijnde voorzieningen ten behoeve van ijsbanen of siervijvers;
  • j. bos- en/of natuurelementen;
  • k. landschappelijke inpassing en/of erfbeplanting;

met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, erven, terreinen, groen- en parkeervoorzieningen, met dien verstande dat:

  • l. detailhandel uitsluitend:
    • 1. in ter plaatse vervaardigde en/of bewerkte goederen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - type 3', 'specifieke vorm van bedrijf - type 4' en 'detailhandel', waarvoor maximaal 10% van het bedrijfsvloeroppervlak mag worden gebruikt, tot een absoluut maximum van 200 m2;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
  • m. inrichtingen als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder niet zijn toegestaan;
  • n. risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan, met uitzondering van een verkooppunt van motorbrandstoffen ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' .

6.2 Bouwregels

Op de voor ' Bedrijf ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

6.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. indien in het bestemmingsvlak een bedrijfswoning aanwezig is, mogen gebouwen niet dichter bij de weg worden gesitueerd dan de aanwezige bedrijfswoning;
  • b. bij herbouw van een bedrijfswoning dient de bedrijfswoning ten opzichte van de overige gebouwen het dichtst bij de weg te worden gesitueerd op een afstand van niet minder dan 5 m van de weg;
  • c. de totale oppervlakte aan gebouwen mag bij onderstaande adressen niet meer bedragen dan de daarbij vermelde oppervlakte:

Adres   maximale oppervlakte aan gebouwen, exclusief bedrijfswoning  
Aaldonksestraat 3, Ottersum   950 m²  
Brugfortstraat 3, Heijen   810 m²  
Driekronenstraat 10, Milsbeek   280 m²  
Hoevensestraat 6/6a, Ottersum   8730 m²  
Hommersumseweg 37, Heijen   250 m²  
Hommersumseweg 47, Heijen   1370 m²  
Horsestraat 25, Gennep   1010 m²  
Kleefseweg 78, Ven-Zelderheide   90 m²  
Langehorst, perceel OTS00 E 0234, Ottersum   0 m²  
Nijmeegseweg 68, Gennep   260 m²  
Rijksvluchthaven 10, Heijen   0 m²  
Siebengewaldseweg 25, Heijen   300 m²  
Stiemensweg 182, Gennep   20 m²  
Zwarteweg 32, Milsbeek   440 m²  
  • d. de goothoogte mag niet meer dan 6,5 m bedragen, tenzij de bestaande goothoogte hoger is, in welk geval de bestaande goothoogte als maximum geldt voor dat gebouw en voor uitbreidingen van dat gebouw;
  • e. de bouwhoogte mag niet meer dan 12 m bedragen, tenzij de bestaande bouwhoogte hoger is, in welk geval de bestaande bouwhoogte als maximum geldt voor dat gebouw en voor uitbreidingen van dat gebouw;
  • f. de dakhelling mag niet minder dan 12° bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. voor een oppervlakte van ten hoogste 100 m2 de dakhelling 0° mag bedragen;
    • 2. indien de bestaande dakhelling lager is, deze lagere dakhelling als minimum geldt voor dat gebouw en voor uitbreidingen van dat gebouw.
6.2.2 Bedrijfswoningen

Voor een bedrijfswoning gelden in afwijking van het bepaalde in 6.2.1 de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak mag niet meer dan 1 bedrijfswoning worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'aantal bedrijfswoningen' het aantal bedrijfswoningen niet meer mag bedragen dan het op de verbeelding aangegeven aantal, waarbij voor het getal 0 geldt dat geen bedrijfswoning is toegestaan;
  • b. de inhoud mag niet meer dan 800 m3 bedragen, tenzij de bestaande inhoud groter is, in welk geval de bestaande inhoud als maximum geldt;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m, tenzij de bestaande goothoogte hoger is, in welk geval de bestaande goothoogte als maximum geldt voor dat gebouw en voor uitbreidingen van dat gebouw;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 12 m, tenzij de bestaande bouwhoogte hoger is, in welk geval de bestaande bouwhoogte als maximum geldt voor dat gebouw en voor uitbreidingen van dat gebouw;
  • e. kelders mogen uitsluitend worden gerealiseerd loodrecht onder het hoofdgebouw tot een diepte van niet meer dan 4 m.
6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van kunstmest- en/of voedersilo's mag niet meer dan 12 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van voorzieningen voor mestopslag mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer dan 8 m bedragen;
  • e. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 8 m bedragen.

6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. 6.2.1 onder c ten behoeve van uitbreiding van de toegestane oppervlakte met maximaal 10%.
  • b. 6.2.1 onder f ten behoeve van een afwijkende dakvorm, indien en voor zover het bebouwingsbeeld daardoor niet onevenredig wordt aangetast.
  • c. 6.2.2 onder b ten behoeve van een vergroting van de inhoud van de bedrijfswoning met maximaal 10%;
  • d. 6.2.2 onder a ten behoeve van de herbouw van een bedrijfswoning na sloop van een bedrijfswoning binnen hetzelfde bestemmingsvlak, met dien verstande dat:
    • 1. de afstand tot de weg niet minder dan 5m mag bedragen;
    • 2. de bedrijfswoning ten opzichte van de overige gebouwen het dichtst bij de weg dient te worden gesitueerd.
6.3.2 Afwegingskader

Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in 41.2 Afwegingskader afwijkingsbevoegdheid .

6.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruiken of laten gebruiken van gronden ten behoeve van bedrijfsactiviteiten anders als aangegeven in 6.1 onder a tot en met g;
  • b. het bewonen van (bijbehorende bouwwerken bij) een bedrijfsgebouw dan wel (bij) een bedrijfswoning ten behoeve van een tweede huishouden;
  • c. buitenopslag en buitenstalling van goederen, met dien verstande dat buitenopslag is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - type 1' en 'specifieke vorm van bedrijf - type 2' tot maximaal 4 meter hoog.
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
6.5.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. 6.1 onder a tot en met f juncto 6.4 onder a en een ander bedrijfstype toestaan, met dien verstande dat:
    • 1. uitsluitend de bedrijfstypes kunnen worden toegestaan als genoemd in Bijlage 1 Lijst bedrijfsactiviteiten ;
    • 2. er geen extra gebouwen mogen worden gerealiseerd;
    • 3. bedrijfsgebouwen welke niet opnieuw voor bedrijvigheid worden gebruikt, hetgeen middels een bedrijfsontwikkelplan dient te zijn aangetoond, dienen te worden gesloopt;
    • 4. er slechts een geringe verkeersaantrekkende werking mag zijn welke is afgestemd op de aanwezige infrastructuur en waardoor geen onevenredige verkeersoverlast mag optreden;
    • 5. parkeren dient plaats te vinden op eigen erf;
    • 6. de activiteiten niet mogen leiden tot een beperking van de ontwikkelingsmogelijkheden van nabijgelegen agrarische bedrijven;
    • 7. landschappelijke inpassing is verzekerd, ten behoeve van een goede ruimtelijke kwaliteit;
  • b. 6.1 juncto 6.4 onder b ten behoeve van het gebruik van een deel van de bedrijfswoning of de daarbij behorende bedrijfsgebouwen als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:
    • 1. dient te worden aangetoond dat een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg, waarbij geldt dat deze noodzaak niet behoeft te worden aangetoond wanneer de zorgbehoevende de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt;
    • 2. op het perceel al een woning aanwezig is;
    • 3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en bedrijven;
    • 4. per woning maximaal één omgevingsvergunning ten behoeve van inwoning voor mantelzorg mag worden verleend;
    • 5. inwoning in beginsel dient plaats te vinden bij, in of direct aansluitend aan de woning, waarbij de afhankelijke woonruimte een onderlinge verbinding met de woning dient te hebben, het gebruik van een vrijstaand bedrijfsgebouw als afhankelijke woonruimte uitsluitend is toegestaan indien realisering van de inwoning in of aan het hoofdgebouw voor de inwoner of andere bewoner(s) onredelijk bezwarend is;
    • 6. maximaal 75 m² van hoofdgebouw en/of de bedrijfsgebouwen mag worden gebruikt ten behoeve van de inwoning;
    • 7. het gebruik dient te worden beëindigd, zodra de noodzaak van mantelzorg niet meer aan de orde is.
6.5.2 Afwegingskader

Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in 41.2 Afwegingskader afwijkingsbevoegdheid .

6.6 Wijzigingsbevoegdheid
6.6.1 Wijziging

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen:

  • a. in de bestemming 'Wonen' met dien verstande dat:
    • 1. de activiteiten moeten passen binnen de kaders zoals opgenomen in 42.3 Afwegingskader Kwaliteitsmenu ;
    • 2. het bedrijf is of wordt beëindigd dan wel geen sprake meer is van een reële bedrijfsvoering;
    • 3. geen sprake mag zijn van een toename van het aantal woningen;
    • 4. na wijziging de gezamenlijke oppervlakte van de vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer dan 400 m2 mag bedragen;
    • 5. sprake dient te zijn van een ruimtelijke kwaliteitsverbetering;
    • 6. geen sprake mag zijn van een beperking van de ontwikkelingsmogelijkheden van nabijgelegen agrarische bedrijven;
    • 7. het bepaalde in 'Artikel 22' van overeenkomstige toepassing is;
  • b. in de bestemming ' Recreatie ' met dien verstande dat;
    • 1. de activiteiten moeten passen binnen de kaders zoals opgenomen in 42.3 Afwegingskader Kwaliteitsmenu ;
    • 2. geen toename mag plaatsvinden van de bestaande gebouwen;
    • 3. het bepaalde in 6.2.1 en 6.2.2 van overeenkomstige toepassing is;
    • 4. er slechts een geringe verkeersaantrekkende werking mag zijn welke is afgestemd op de aanwezige infrastructuur en waardoor geen onevenredige verkeersoverlast mag optreden;
    • 5. de activiteiten niet mogen leiden tot een beperking van de ontwikkelingsmogelijkheden van nabijgelegen agrarische bedrijven;
    • 6. landschappelijke inpassing is verzekerd, waarbij sprake dient te zijn van een ruimtelijke kwaliteitsverbetering welke zal worden beoordeeld op basis van een door initiatiefnemer in te dienen bedrijfsplan;
    • 7. bestaande voormalige bedrijfsgebouwen welke niet voor de nieuwe activiteiten zullen worden gebruikt dienen te worden gesloopt, te beoordelen aan de hand van een door initiatiefnemer in te dienen bedrijfsplan waaruit onomstotelijk dient te blijken welke gebouwen voor de uitoefening van de nieuwe activiteiten noodzakelijk zijn.
6.6.2 Afwegingskader

Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in 42.2 Afwegingskader wijziging .