direct naar inhoud van Artikel 26 Leiding - Gas
Plan: Buitengebied Beesel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0889.BPBuitengebied-VA03

Artikel 26 Leiding - Gas

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een hogedrukgastransportleiding, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding – gas' de hartlijn van de leiding voor gastransport is gelegen.

26.2 Bouwregels
26.2.1 Gebouwen

Op of in de voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

26.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
  • a. Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd, met uitzondering van:
    • 1. bouwwerken, geen gebouw zijnde ten dienste van de instandhouding, het beheer en onderhoud van de leidingen;
    • 2. erf- en terreinafscheidingen, met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal 2 meter bedraagt;
    • 3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde in de vorm van hekwerken om de schakelgebouwen, met een bouwhoogte van maximaal 2,5 meter;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding – gas' is het niet toegestaan om te bouwen binnen een op de verbeelding aangegeven strook van 4 of 5 meter van de hartlijn;
26.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 26.2.1 ten behoeve van het bouwen van gebouwen, mits:

  • a. aangetoond wordt dat geen aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  • b. de veiligheid van de leiding niet wordt geschaad;
  • c. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de desbetreffende leidingbeheerder.
26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
26.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven, diepploegen, indrijven of ophogen;
  • b. het aanleggen van watergangen, het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen;
  • c. het aanbrengen van gesloten oppervlakteverhardingen;
  • d. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en daarme verband houdende constructies;
  • e. het aanbrengen, vellen en/of rooien van bomen en/of diepwortelende beplantingen.
26.4.2 Uitzondering

Het bepaalde in artikel 26.4.1 is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. worden uitgevoerd ten behoeve van de instandhouding van de leiding(en);
  • c. werken of werkzaamheden in het kader van het normale bodemgebruik;
  • d. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende (omgevings)vergunning mogen worden uitgevoerd.
26.4.3 Afwegingskader

Een vergunning als bedoeld in 26.4.1 wordt slechts verleend, mits:

  • a. hierdoor dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de functie van de gronden en de leidingen, zoals omschreven in artikel 26.1 niet (kunnen) worden geschaad;
  • b. vooraf de beheerder van de leiding is gehoord.