direct naar inhoud van Artikel 21 Verkeer - Wegverkeer
Plan: Buitengebied Beesel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0889.BPBuitengebied-VA03

Artikel 21 Verkeer - Wegverkeer

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
  • b. voet- en rijwielpaden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  • e. geluidwerende voorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. kunstwerken;
  • h. waterlopen en waterpartijen;
  • i. vervoersvoorzieningen, zoals bushokjes/abri's;
  • j. straatmeubilair;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'ecoduct', tevens voor het behoud van de mogelijkheid om dieren te kunnen laten oversteken over de weg;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', tevens voor het behoud en/of herstel van een veldkruis;
  • m. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.
  • n. landschappelijke voorzieningen ter afscherming en inpassing van wegen, aansluitingen en bijkomende werken in het landschap;
  • o. onderdoorgangen, zoals wild- en faunapassages, ecovoorzieningen en dassentunnels;
  • p. water(gangen) ten behoeve van detail- en hoofdontwatering en watergangen met een ecologische functie;
  • q. met deze wegen verband houdende voorzieningen (daaronder begrepen bouwwerken, geen gebouwen zijnde), zoals op- en afritten, kruisingen/aansluitingen, bruggen, ecoducten, viaducten, voertuigkeringen, duikers, groenvoorzieningen, bermsloten, taluds, verlichting, overkluizingen ten behoeve van bestaande watergangen, verkeersregelinstallaties, verkeersgeleiders, signaleringsportalen, grondkerende voorzieningen en bewegwijzering.
21.2 Bouwregels
21.2.1 Gebouwen

Op de voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen voor nutsvoorzieningen en openbaar vervoer voorzieningen, met dien verstande dat:

  • a. de bouwhoogte maximaal 4 meter bedraagt;
  • b. de maximale oppervlakte 15 m² bedraagt.
21.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal 10 meter, met uitzondering van lichtmasten, waarvan de hoogte maximaal 12 meter bedraagt;
  • b. het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde in de vorm van kunstwerken en voorwerpen betreffende de beeldende kunst is toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. deze qua aard en omvang in de omgeving passen;
    • 2. de bouwhoogte maximaal 15 meter bedraagt.
21.3 Specifieke gebruiksregels
21.3.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. kamperen;
  • b. het plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen, van wagens en materialen;
  • c. evenementen;
  • d. het beproeven van en/of racen met voertuigen, al dan niet in wedstrijdverband;
  • e. buitenopslag;
  • f. verkeer ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ecoduct', behoudens het gebruik als wandel- en/of ruiterpad.