Plan: | De Capelse Put |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0867.BPWWdecapelseput-VA01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan "De Capelse Put" van de gemeente Waalwijk.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0867.BPWWdecapelseput-VA01 met de bijbehorende regels en bijlagen
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een met het hoofd(woon)gebouw verbonden gebouw dat door zijn ligging, constructie en/of afmetingen ondergeschikt is aan het hoofd(woon)gebouw en ten dienste staat van het hoofd(woon)gebouw dan wel in functioneel opzicht deel uitmaakt van het hoofd(woon)gebouw.
- één of meer gebouwen en/of;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
- het bedrijfsmatig verlenen van diensten;
- uitoefening van ambachtelijke bedrijvigheid;
in of bij een woning waarbij de omvang in de activiteiten zodanig is, dat de activiteiten in een woning en de daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend. Degene die de bedrijfsmatige activiteiten uitvoert, is tevens de gebruiker van de woning.
Het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend. Degene die de beroepsmatige activiteiten uitvoert, is tevens de gebruiker van de (bedrijfs)woning.
bouwwerk dat op het moment van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan is gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen of mag worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag vóór dat tijdstip is ingediend.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
gebouw dat door zijn ligging, constructie en/of afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, onderscheid wordt gemaakt in aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend, horizontaal gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelder en zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, of een op de verbeelding aangegeven vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de grond is verbonden.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren, voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
de bouwlaag op de begane grond.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal.
die vormen van recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
voorziening dat ten doel heeft het geluid van een geluidbron te weren zodat een geluidsluwte ontstaat achter de voorziening. Een voorziening kan een scherm betreffen (hard materiaal zoals beton of glas) of een wal (aarde).
een functie waarvoor het hoofdgebouw, en de bijhorende gronden, als zodanig gebruikt mag worden.
een gebouw, dat door zijn bestemming, ligging, constructie en/of afmetingen als belangrijkste bouwwerk op het bouwperceel valt aan te merken.
één, of meerdere personen, die gemeenschappelijk samenleven in een onderlinge persoonlijke verbondenheid gericht op een duurzaam samenzijn.
huisvesten van personen die geen huishouden vormen, zoals arbeidsmigranten en vergunninghoudende vluchtelingen (statushouders).
een constructie van één of meer dakvlakken met een helling van meer dan 30° en minder dan 65° niet zijnde een lessenaarsdak tenzij in de regels en/of de verbeelding een andere regeling is opgenomen in welk geval die regeling geldt.
een bedrijf waarin geheel of overwegend door middel van handwerk goederen worden vervaardigd, bewerkt of herstelt alsmede het installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren van goederen die verband houden met het ambacht, en niet zwaarder is dan een categorie 2 bedrijf als opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten.
het inpassen van een gebouw of een complex van gebouwen dan wel een gebruik in het landschap, waarbij afstemming plaatsvindt op de structuur van het landschap door middel van de architectuur van het gebouw/de gebouwen en/of de aanplant van gebiedseigen beplanting, de ruimtelijke kwaliteitsverbetering bestaat daarnaast bijvoorbeeld uit:
een asymmetrische dakvorm met één hellend dakvlak over (nagenoeg) de volledige breedte of diepte van een gebouw.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
vergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder b van de Wabo.
een functie waarvoor maximaal 30% van de gebruiksvloeroppervlakte, en de bijhorende gronden, van het hoofdgebouw als zodanig gebruikt mag worden en waarbij voor het overige geldt dat de ondergeschikte functie qua uitstraling en ruimtelijk effect duidelijk kleiner is dan de uitstraling en het ruimtelijk effect van de hoofdfunctie.
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander (semi-)openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.
het gedeelte van het bouwperceel voor het bereiken van de bij het bouwperceel behorende garage en/of carport en/of andere bij de desbetreffende bestemming behorende gebouwen waar verkeer over rijdt. Een oprit is altijd direct bereikbaar vanaf de gronden met de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' die voorzien zijn van de nadere aanduiding 'ontsluiting'.
een bouwwerk op het erf van een gebouw , dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw. Daarbij geldt dat, indien vóór dan wel achter het (verlengde van) de voorgevel van een gebouw wordt gebouwd, het volgende:
bewoning van een bouwwerk als hoofdverblijf.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een gebouw dat wordt gebruikt voor verblijfsrecreatieve doeleinden door personen of groepen van personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
een als bijlage bij deze planregels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen.
een wagen (niet uitklapbaar) welke volgens de bepalingen van het wegenverkeersregelement niet over de openbare weg achter een auto mag worden voortbewogen of een gebouw van lichte constructie, die in het geheel of in delen kan worden verplaatst en die geplaatst of gebouwd, ingericht en bestemd zijn voor verblijfsrecreatie op een vaste standplaats; ook als zij niet vergunningsplichtig zijn, zijn deze toch als een gebouw aan te merken.
detailhandelsonderneming voor levensmiddelen en huishoudelijke producten.
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat qua vorm, ligging en/of omvang ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
de denkbeeldige lijn die langs de kanten van het bouwvlak wordt getrokken en parallel loopt aan de gronden met de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' die voorzien zijn van de nadere aanduiding 'ontsluiting'.
een van het hoofdgebouw en aangebouwde bijgebouwen vrijstaand gebouw dat ten dienste staat van het hoofdgebouw en door zijn ligging, constructie en/of afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede waterkering, wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, waterinfiltratie en waterkwaliteit.
Hieronder worden in ieder geval verstaan: infiltratievoorzieningen (zoals infiltratiekratten, wadi’s, infiltratiegreppels, doorlatende bestrating en infiltratie- en transportriolen), dijken, dammen, grondwallen, duikers, stuwen, gemalen, inlaten.
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening.
het verblijf dan wel het gebruik als woonruimte inclusief nachtverblijf voor de huisvesting van een huishouden zonder dat elders aantoonbaar over een hoofdwoonverblijf wordt beschikt.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor het huisvesten van één huishouden.
een stuk grond aangewezen voor het plaatsen van een stacaravan alsmede bijbehorende voorzieningen.
Bij toepassing van deze planregels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) bouwperceelsgrens.
de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen.
gemeten (op alle bouwlagen) op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies of indien de binnenruimte van het gebouw grenst aan de binnenruimte van een ander gebouw: tot het hart van de desbetreffende scheidingsconstructies.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
loodrecht vanaf de lijn waarin de voorgevel van het hoofd(woon)gebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
het door bouwwerken bebouwde oppervlak, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat gelegen is binnen de bestemming, of een in de regels nader aan te duiden gedeelte van het bouwperceel.
vanaf de horizontale snijlijn van twee hellende dakvlakken tot aan het peil.
Vanaf onderkant vloer van het ondergronds bouwwerk tot aan het peil.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Op gronden met de aanduiding 'geluidwal' mogen zonnepanelen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) en parkeergelegenheid (aanleg en omvang), ten behoeve van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
De voor 'Recreatie - Recreatiepark’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van recreatiewoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van vrijstaande bijgebouwen bij recreatiewoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van aangebouwde bijgebouwen bij recreatiewoningen gelden de volgende bepalingen:
Ondergronds bouwen ten behoeve van een recreatiewoning is uitgesloten.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) en parkeergelegenheid (aanleg en omvang), ten behoeve van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het aanleggen buiten het bouwvlak de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 4.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in lid 4.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen naar de bestemming 'Wonen' teneinde permanente bewoning toe te staan, mits voldaan wordt aan de eisen zoals gesteld in het Bouwbesluit.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met aan lid a tot en met g ondergeschikte:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 3 m.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van vrijstaande bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van aangebouwde bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) en parkeergelegenheid (aanleg en omvang), ten behoeve van:
Het wonen in een stacaravan is uitsluitend toegestaan in een bestaande stacaravan die aanwezig was ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
De in lid 8.1 onder c genoemde activiteiten zijn slechts toelaatbaar indien:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 8.1 onder c voor de uitoefening van beroepsmatige activiteiten in bijgebouw(en) bij het hoofdgebouw, mits:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door de aanduiding 'standplaats' te verwijderen, mits op het perceel de stacaravan vervangen is door een woning.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen ten aanzien van de bouwvlakken, met dien verstande dat:
mits de aanpassingen aan de bouwvlakken passen binnen de stedenbouwkundige structuur van het plangebied en de brandveiligheid niet in het geding is.
De voor ‘Waarde - Archeologie’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden van de gronden.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) en parkeergelegenheid (aanleg en omvang), ten behoeve van:
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 9.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangegeven gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor tijdelijke opvang van water
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend bouwwerken tot een maximale bouwhoogte van 2 m worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming
Het bevoegd gezag kan ontheffing verlenen van het bepaalde in 10.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) en parkeergelegenheid (aanleg en omvang), ten behoeve van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 10.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in lid 10.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van het waterbergend vermogen van de gronden. Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de beheerder van de waterkering.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Indien afstanden tot, en bouwhoogten, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wabo, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
In die gevallen dat afstanden tot, bouwhoogten, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wabo, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
In die gevallen dat op de verbeelding een maatvoeringsaanduiding ontbreekt gelden de maatvoeringen van de bestaande bouwwerken, voor zover deze in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, zoals aanwezig op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan waarbij voor het bebouwingspercentage geldt dat dit met 10% mag toenemen ten opzichte van de aanwezige bebouwing.
Onder strijdig gebruik, met de in het plan aan de grond gegeven bestemming, wordt in ieder geval verstaan:
Bij het in gebruik nemen van de gronden voor 'Wonen':
Het bevoegd gezag kan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied' de grenzen van de bestemmingen 'Groen', 'Verkeer - Verblijfsgebied', 'Water' en 'Wonen' wijzigen en herbegrenzen teneinde het realiseren van maximaal 4 woningen ingebed in een raamwerk van water-, groen- en infrastructurele structuren mogelijk te maken, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de bestemmingsbepalingen en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan De Capelse Put.