Plan: | Buitengebied Waterland 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0852.BPBGwaterland013-va03 |
Toelichting op de aanduiding
Ter bescherming van de waterkerende functie van de dijk, mag er in de vrijwaringszone van de dijk niet worden gebouwd, uitgezonderd bestaande bebouwing. Er mogen geen ingrepen plaatsvinden die de structuur van de dijk negatief beïnvloeden. Gebouwen, overkappingen en andere bouwwerken mogen daarom niet bij recht worden gebouwd.
Afwijkingsregels
Gebouwen, overkappingen en andere bouwwerken
Gebouwen, overkappingen en andere bouwwerken kunnen bij afwijking worden toegestaan. Hiervoor moet een omgevingsvergunning worden verleend. Voordat de omgevingsvergunning wordt verleend, wordt de beheerder van de dijk om advies gevraagd.
Wijzigingsregels
Aanduiding deels verwijderen
De vrijwaringszone betreft een theoretische zone en met een berekening wordt de werkelijke zone berekend. Dit gebeurt doorgaans in het kader van ontwikkelingen binnen de vrijwaringszone. Als van een tracé de werkelijke zone is berekend, kan met een wijzigingsprocedure het overige deel van de zone worden verwijderd.
Achtergrondinformatie
Verwijzing naar 6.6 Waterparagraaf
Verwijzing naar hoofdstuk 1 inleiding
Verwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspunten
Verwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatie
Verwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskader
Verwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspecten
Verwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid
Toelichting op de aanduiding
Ter bescherming van de windvang van de Kathammer of De Katwoudermolen is rondom de molen een molenbiotoop opgenomen. De molenbiotoop is er op gericht om een vrije ruimte rond de molen te handhaven. Binnen 100 meter rond de molen mag geen bebouwing of beplanting hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek worden opgericht. Binnen een afstand van 100 tot 400 meter rond de molen moet wat betreft bebouwing en beplantingen het volgende geregeld worden: de hoogte mag niet meer bedragen dan 1/30 van de afstand tussen de bouwwerk/beplanting en molen, gerekend van de onderste punt van de verticaal staande wiek.
Voor een aantal werken en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist. Het gaat daarbij om het ophogen van gronden, het beplanten met bomen, heesters en andere opgaande beplanting en het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties en apparatuur hoger dan de toelaatbare bouwhoogte voor bouwwerken. Voordat de omgevingsvergunning wordt verleend, wordt de molenbeheerder om advies gevraagd.
Achtergrondinformatie
Verwijzing naar 2.2.8 Cultuur en ontspanning - Molen
Verwijzing naar 6.4 Cultuurhistorie
Verwijzing naar hoofdstuk 1 inleiding
Verwijzing naar hoofdstuk 3 planuitgangspunten
Verwijzing naar hoofdstuk 4 huidige situatie
Verwijzing naar hoofdstuk 5 beleidskader
Verwijzing naar hoofdstuk 6 milieu- en omgevingsaspecten
Verwijzing naar hoofdstuk 7 uitvoerbaarheid