direct naar inhoud van Artikel 7 Bedrijf
Plan: Buitengebied 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0847.BP02012005-VS01

Artikel 7 Bedrijf

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarisch verwante bedrijven in milieucategorie 1 en 2 zoals genoemd in de Brochure bedrijven en milieuzonering, editie 2009 van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten;
  • b. niet-agrarische bedrijven in milieucategorie 1 en 2, behalve op de locaties waar een agrarisch verwant bedrijf is gevestigd, hier is alleen een agrarisch verwant bedrijf toegestaan;
  • c. de specifieke bedrijfsactiviteit zoals opgenomen in de tabel onder 7.2.1;
  • d. bij bedrijven die in de tabel onder 7.2.1 niet als agrarisch verwant bedrijf zijn omschreven mag per bestemmingsvlak niet meer dan één bedrijf of functionele eenheid aanwezig zijn, tenzij anders expliciet benoemd in de tabel onder 7.2.1;
  • e. bedrijfswoning(en), tenzij anders toegestaan conform de tabel onder 7.2.1;
  • f. waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van water, waterberging en infiltratie;
  • g. verhardingen, parkeerplaatsen en parkeervoorzieningen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. tuinen, erven en terreinen;
  • j. de oppervlakte voor bebouwing, verharding en andere voorzieningen mag maximaal 90% van het bestemmingsvlak bedragen zodat er 10% overblijft voor de groene erfinrichting/ landschappelijke inpassing;
  • k. productiegebonden detailhandel (verkoop eigen producten) is als ondergeschikte functie toegestaan met dien verstande dat de verkoopvloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 50 m²;
  • l. extensief recreatief medegebruik;
  • m. nutsvoorzieningen.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Op of in de in 7.1 bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd:

  • a. ten dienste van de doeleinden die in de bestemmingsomschrijving zijn aangegeven;
  • b. indien de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 32.2;
  • c. en verder conform de volgende tabel en de volgende regels:

code   adres   bedrijfswoning   specifieke activiteit en milieucategorie   maximale oppervlakte bedrijfsbebouwing (exclusief woning en bijbehorende bouwwerken)   maximale goothoogte   maximale bouwhoogte  
sb-5   Boerenkamplaan 38b   0   niet agrarisch verwant bedrijf in de milieucategorie 1 en of 2   395 m2   4,5 m1   8 m1  
sb-67   Vaarselstraat 47a-49   1   aardewerkopslag (1, 2 uitgezonderd kantoren)   760 m2   4,5 m1   8 m1  
sb-70   't Vaartje 45-45a   0   één of meerdere bedrijven in de milieucategorieën 1, 2 en 3.1 (exclusief kantoren) met een daaraan ondergeschikte showroom   1726 m2   8 m1   8 m1  
sb-72*
 
Kraaiendijk 14*   1*   agrarisch verwant bedrijf/dierenpension/hondenpension (3.2)   600 m2*   4,5 m1   8 m1  
sb-73   Michelslaan 14   1   matrijzen en kunststofproductie (3.1)   275 m2    4,5 m1   8 m1  
sb-74   Limburglaan 4   1   loonbedrijf/grondverzet (3.2)   400 m2    4,5 m1   8 m1  

* ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gebouwen uitgesloten' is het uitgesloten gebouwen op te richten.

7.2.2 Bedrijfsgebouwen
  • a. indien een bouwvlak is aangeduid dient bebouwing ter plaatse van het bouwvlak te worden opgericht;
  • b. de afstand tot de bestemmingsgrens is ten minste 5 m1 behalve ter plaatse van het bouwvlak;
  • c. de afstand tot de as van de weg is ten minste 20 m1 behalve ter plaatse van het bouwvlak;
  • d. de dakhelling dient tussen de 20 en 60 graden te zijn;
  • e. voor het overige voldaan wordt aan de maatvoeringen zoals aangegeven in de tabel onder 7.2.1.
7.2.3 Bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de bedrijfsdoeleinden

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. reclameaanduidingen dienen beperkt te blijven tot een bescheiden naamsaanduiding;
  • b. de bouwhoogte van andere bouwwerken, met uitzondering van erfafscheidingen, is maximaal 2,5 m1 met een afstand tot de bestemmingsgrens van ten minste 5 m1;
  • c. de bouwhoogte van erfafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn mag maximaal 1 m1 zijn en voor het overige maximaal 2 m1.
7.2.4 Bedrijfswoningen
  • a. per bestemmingsvlak is het aantal bedrijfswoningen toegestaan zoals aangegeven in de tabel onder 7.2.1;
  • b. bij herbouw mag de bedrijfswoning uitsluitend gesitueerd worden ter plaatse van de bestaande fundering en als er sprake is van uitbreiding daar direct op aansluitend;
  • c. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 750 m³, de inhoud van kelders wordt niet meegeteld;
  • d. indien de inhoud van de bestaande bedrijfswoning op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan of op basis van een eerder verleende vergunning al meer bedraagt, geldt de bestaande inhoud plus maximaal 10% tot een maximum van 900 m3, als maximaal toegestaan. Bij vervangende nieuwbouw geldt dat de woning tot maximaal de bestaande inhoud mag worden teruggebouwd;
  • e. de maximaal toegestane goothoogte is 6 m¹;
  • f. de maximaal toegestane bouwhoogte is 10 m¹;
  • g. de afstand tot de bestemmingsgrens is ten minste 5 m1;
  • h. de afstand tot de as van de weg is ten minste 15 m¹;
  • i. de dakhelling dient tussen de 20 en 60 graden te zijn.
7.2.5 Bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de bedrijfswoning
  • a. per bedrijfswoning is een bijbehorend bouwwerk toegestaan met een oppervlakte van maximaal 100 m²;
  • b. de maximaal toegestane goothoogte is 3 m1;
  • c. de maximaal toegestane bouwhoogte is 5,5 m1;
  • d. bijbehorende bouwwerken dienen op een afstand van ten minste 1 m1 achter de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning te worden gebouwd;
  • e. de afstand tot de bestemmingsgrens is ten minste 5 m1;
  • f. de afstand tot de as van de weg is ten minste 15 m¹;
  • g. de dakhelling dient tussen de 20 en 60 graden te zijn.
7.2.6 Bouwwerken geen gebouwen zijnde behorende bij bedrijfswoning
  • a. per bedrijfswoning mag één carport worden gebouwd met de volgende maatvoering:
    • 1. oppervlakte niet meer dan 20 m²;
    • 2. bouwhoogte niet meer dan 3 m1;
    • 3. de carport dient op een afstand van ten minste 1 m1 achter de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning te worden gebouwd;
    • 4. afstand tot de bestemmingsgrens is ten minste 5 m¹;
    • 5. de afstand tot de as van de weg is ten minste 15 m1;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, met uitzondering van erfafscheidingen, is maximaal 2,5 m1 met een afstand tot de bestemmingsgrens van ten minste 5 m1;
  • c. de bouwhoogte van erfafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn mag maximaal 1 m1 zijn en voor het overige maximaal 2 m1.
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.3.1 Afwijkende goot- en bouwhoogte

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 7.2.1, ten behoeve van een afwijkende goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen. Hierbij gelden de volgende specifieke randvoorwaarden:

  • a. de noodzaak vanuit de bedrijfsvoering is aangetoond;
  • b. de stedenbouwkundige en cultuurhistorische kenmerken van de bedrijfsgebouwen in zijn omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • c. de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 32.2;

met dien verstande, dat:

    • 1. de goothoogte ten hoogste 6 m1 mag bedragen;
    • 2. de bouwhoogte ten hoogste 10 m1 mag bedragen.
7.3.2 Herbouw bedrijfswoning

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 7.2.4, ten behoeve van de herbouw van een bedrijfswoning op een andere plaats binnen het bestemmingsvlak. Hierbij gelden de volgende specifieke randvoorwaarden:

  • a. de nieuwe locatie ligt niet minder dan 5 m¹ van de bestemmingsgrens en niet minder dan 15 m¹ uit de as van de weg waaraan wordt gebouwd;
  • b. de bedrijfswoning wordt gebouwd ter vervanging van de bestaande bedrijfswoning;
  • c. de ontwikkelingsmogelijkheden van (niet-)agrarische bedrijven in de nabijheid van de woning mogen niet worden belemmerd;
  • d. de stedenbouwkundige en cultuurhistorische kenmerken van de woning in zijn omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • e. met de nieuwe situering is sprake van een milieukundige en ruimtelijke kwaliteitsverbetering;
  • f. de sloop van de oorspronkelijke bedrijfswoning is duurzaam verzekerd;
  • g. de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 32.2.
7.3.3 Afstand tot bestemmingsgrens

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 7.2.2, ten behoeve van de bouw van bouwwerken op een kortere afstand dan 5 m1 tot de bestemmingsgrens. Hierbij gelden de volgende specifieke randvoorwaarden:

  • a. de ontwikkelingsmogelijkheden van (niet-)agrarische bedrijven in de nabijheid mogen niet worden belemmerd;
  • b. de stedenbouwkundige en cultuurhistorische kenmerken van de bouwwerken in zijn omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • c. er is sprake van een ruimtelijke kwaliteitsverbetering;
  • d. groene erfinrichting, landschappelijke inpassing is anderszins duurzaam geborgd;
  • e. de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 32.2.
7.4 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het in gebruik nemen of het laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor een doel of op een wijze, die in strijd is met de in dit plan daaraan gegeven bestemming en/of:

  • a. het gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens voor erotische dienstverlening;
  • b. het gebruik van gronden en/of opstallen voor doeleinden van opslag, stort of lozing, tenzij expliciet toegestaan in de planregels;
  • c. het gebruik van gronden en/of opstallen voor doeleinden van handel of detailhandel of bedrijf , tenzij expliciet toegestaan in de planregels;
  • d. het gebruik van gronden en/of opstallen voor dag- of verblijfsrecreatie;
  • e. het gebruik van opstallen voor bewoning, behoudens bewoning van bedrijfswoningen;
  • f. het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als andere bedrijfsdoeleinden dan volgens de bestemmingsomschrijving zijn toegestaan zoals horeca, recreatie en kantoor;
  • g. het gebruik van bouwwerken als kantoor ter plaatse van 't Vaartje 45-45a en Vaarselstraat 47a-49.
7.5 Afwijken van de gebruiksregels
7.5.1 Minicamping

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 7.4, ten behoeve van het toestaan van een minicamping. Hierbij gelden ten minste de volgende randvoorwaarden:

  • a. de ontwikkeling is niet gelegen binnen de aanduiding 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied';
  • b. er zijn maximaal 25 kampeermiddelen toegestaan, waaronder maximaal vijf stacaravans, voor zover niet permanent geplaatst;
  • c. voor ondersteunende voorzieningen, zoals op sanitair gebied, is maximaal 100 m² bebouwing toegestaan. Hiervoor dient gebruik te worden gemaakt van de bestaande (of vergunbare) bebouwing;
  • d. parkeren vindt plaats binnen het bestemmingsvlak;
  • e. er wordt voorzien in voldoende parkeerplaatsen en deze worden in stand gehouden;
  • f. de afstand tot de weg dient ten minste 20 m¹ te zijn;
  • g. de afstand tot woningen van derden dient ten minste 50 m¹ te zijn;
  • h. de afstand tot de bestemmingsgrens dient ten minste 5 m¹ te zijn;
  • i. er mag geen sprake zijn van een onevenredige aantasting van andere belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • j. de ruimtelijke kwaliteit en landschappelijke inpassing wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 32.2 en aangetoond met een erfinrichtingsplan.
7.5.2 Categorie 3.1-bedrijven

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 7.1, ten behoeve van de uitoefening van bedrijven in milieucategorie 3.1 zoals genoemd in de Brochure bedrijven en milieuzonering, editie 2009 van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, alsmede bedrijven die naar het oordeel van het bevoegd gezag, qua aard en omvang daarmee gelijk te stellen zijn, mits:

  • a. het geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen betreft;
  • b. het geen Bevi-inrichtingen betreft;
  • c. het parkeren plaatsvindt binnen het bestemmingsvlak;
  • d. er wordt voorzien in voldoende parkeerplaatsen en deze in stand worden gehouden;
  • e. er geen sprake is van een onevenredige aantasting van andere belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • f. de ruimtelijke kwaliteit en landschappelijke inpassing wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 32.2 en aangetoond met een erfinrichtingsplan.
7.6 Wijzigingsbevoegdheid
7.6.1 Wijzigingsbevoegdheid naar 'Wonen' en 'Agrarisch' of 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' of 'Agrarisch met waarden - Natuurwaarden'

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Bedrijf' wijzigen in de bestemming 'Wonen' en 'Agrarisch' of 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' of 'Agrarisch met waarden - Natuurwaarden', voor zo ver het gaat om de bedrijfswoning met bijbehorende grond. Hierbij gelden de volgende specifieke randvoorwaarden:

  • a. het bedrijf is beëindigd en hervatting van de bedrijfsactiviteiten ligt niet meer in de rede;
  • b. bewoning van bedrijfsgebouwen is niet toegestaan;
  • c. het bestemmingsvlak wordt gereduceerd tot de voormalige bedrijfswoning met bijgebouw(en), erf, tuin en verharding (maximaal circa 5.000 m2). Deze krijgen de bestemming 'Wonen' terwijl de rest van het voormalige bestemmingsvlak 'Bedrijf' dezelfde bestemming krijgt als de omliggende gronden;
  • d. er geen splitsing in meerdere woonfuncties plaatsvindt uitgezonderd woningsplitsing indien voldaan wordt aan de randvoorwaarden die hiervoor gelden volgens artikel 19.6.3;
  • e. de sloop van overtollige bebouwing is verzekerd tenzij de bebouwing cultuurhistorische, landschappelijke en/ of architectonische waarde bezit;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied' mogen de ontwikkelingsmogelijkheden van bestaande intensieve veehouderijen niet worden gehinderd;
  • g. er is geen sprake van planologische en/of milieuhygiënische belemmeringen, of gelet op de aard en omvang van het wijzigingsplan door middel van noodzakelijk (milieu)onderzoek is aangetoond dat het plan alsnog uitvoerbaar is;
  • h. de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 32.2.