direct naar inhoud van Artikel 7 Algemene bouwregels
Plan: Kuilerstraat 25
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0847.BP02012003-VS01

Artikel 7 Algemene bouwregels

7.1 Ondergronds bouwen
7.1.1 Algemeen

Ondergronds bouwen in de vorm van maximaal één bouwlaag is toegestaan binnen de gevelgrenzen van de aanwezige bebouwing, waarbij de inhoud van de ondergronds gebouwen niet meetelt bij het bepalen van de maximaal toegestane inhoud.

7.1.2 Afwijken ten behoeve van ondergronds bouwen buiten de gevelgrenzen

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 7.1.1 voor het toestaan van ondergrondse bebouwing van maximaal één bouwlaag buiten de gevelgrenzen van de bebouwing, onder de volgende voorwaarden:

  • a. de oppervlakte mag maximaal 10% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak bedragen met een absoluut maximum van 150 m²;
  • b. de afstand tot de as van de weg dient minimaal 15 m te bedragen, behalve als de bestaande bebouwing dichter op de as van de weg staat; dan is deze afstand bepalend;
  • c. van de onder a. en b. genoemde maatvoeringen mag maximaal 10% worden afgeweken;
  • d. het bouwwerk dient geheel onder het maaiveld te worden gebouwd;
  • e. een landschappelijke inpassing kan worden vereist.
7.2 Geringe afwijkingen

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van:

  • a. de voorgeschreven afstand tot de bestemmingsgrens, tot minimaal 3 m, of als het uitbreiding van bestaande bebouwing betreft die reeds dichter bij de bestemmingsgrens is gelegen, deze bestaande kleinere afstand;
  • b. de regels voor het bouwen van kleine, niet voor bewoning bestemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een functie ten behoeve algemeen nut - zoals ten dienste van verkeer, waterhuishouding, energievoorziening, telecommunicatie, dagrecreatief medegebruik, de wering van milieuhinder en/of gevaar, de bescherming van diersoorten en/of wild en herdenkingsdoeleinden of religieuze doeleinden, met dien verstande dat:
    • 1. de bebouwde oppervlakte van gebouwen niet meer mag bedragen dan 20 m²;
    • 2. de goothoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan 3 m;
    • 3. de bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan 4,5 m;
    • 4. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 15 m;
  • c. het bepaalde in de regels voor overschrijding van de bouwgrenzen of het bouwen op een kleinere afstand van de weg dan is voorgeschreven met dien verstande dat:
    • 1. dit noodzakelijk is vanuit een doelmatige bedrijfsvoering en/of perceelsinrichting;
    • 2. er geen onevenredige verkeerskundige belemmeringen plaatsvinden;
    • 3. de overschrijding niet mag leiden tot een vermindering van de gebruiksmogelijkheden van de gronden voor piekberging en infiltratie;
    • 4. de wegbeheerder wordt gehoord.
7.3 10%-regeling

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de in deze regels voorgeschreven minimale en/of maximale maten (hoogte, oppervlakte, inhoud etc.) en percentages tot maximaal 10% van die maten en percentages, met dien verstande dat dit niet geldt wanneer reeds op grond van deze regels al anderszins kan worden afgeweken.