a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor activiteiten (als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid sub c Wabo) in strijd met het bestemmingsplan nadere eisen te stellen ten aanzien van het bouwen. Algemene voorwaarde daarbij is dat een doelmatige bebouwing en gebruik overeenkomstig de bestemming niet onevenredig belemmerd mag worden.
b. Nadere eisen ingevolge het bepaalde onder 9a kunnen uitsluitend gesteld worden ten aanzien van de volgende bebouwingsaspecten:
1. de afstand tot de perceelsgrenzen, voorzover deze minder is dan 10 m;
2. de afstand tot de detailbestemming "water" voorzover deze minder bedraagt dan 4 m;
3. de afstand tot de weg waaraan wordt gebouwd;
4. de situering van bebouwing op een perceel, zowel ten opzichte van elkaar, als ten opzichte van ter plaatse aanwezige waardevolle bebouwing of beplanting;
5. de afmetingen, dakhelling en/of kapvorm van gebouwen en andere bouwwerken.
c. Nadere eisen ingevolge het bepaalde onder 9a kunnen uitsluitend gesteld worden met het oog op de volgende belangen:
1. een goede landschappelijke inpassing van de bebouwing in relatie tot de omringende gebiedsbestemmingen;
2. een goede stedenbouwkundige inpassing m.n. in relatie tot de aangrenzende en nabijgelegen bebouwing ingevolge de diverse detailbestemmingen;
3. een goede verkeerskundige inpassing ten opzichte van de weg waaraan wordt gebouwd m.n. in verband met voldoende uitzicht van en/of voldoende parkeerruimte op het bouwperceel;
4. voldoende ruimte voor behoud van bestaande of het aanbrengen van nieuwe erfbeplanting ten behoeve van een goede landschappelijke inpassing van het totale bestemmingsvlak of bouwperceel;
5. uitvoering van de plannen zoals overeengekomen in de anterieure overeenkomst tussen gemeente en initiatiefnemer;
6. doelmatig onderhoud en bereikbaarheid van waterlopen.
d. De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
1. de richtlijnen voor het verlenen van vrijstelling van de stedenbouwkundige bepalingen;
2. bereikbaarheid gebouwen voor wegverkeer;
3. bereikbaarheid voor gebouwen voor gehandicapten;