direct naar inhoud van Artikel 26 Algemene gebruiksregels
Plan: Sint-Oedenrode Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0846.BP2011SOO01OOST-vg02

Artikel 26 Algemene gebruiksregels

26.1 Evenementen

Evenementen zijn toegestaan, mits:

  • a. het evenement voldoet aan de eisen uit de Algemene Plaatselijke Verordening;
  • b. het evenement voldoet aan de eisen uit het evenementenbeleid;
  • c. het evenement past binnen de evenementenkalender.

26.2 Beroep- of bedrijf aan huis

Voor de uitoefening, bij de functie wonen, van een beroep- of bedrijf aan huis, gelden de volgende voorwaarden:

  • a. het ten behoeve van het beroep aan huis bedraagt het maximaal in gebruik te nemen oppervlak 40% van het vloeroppervlak van de begane grond van de woning inclusief bijbehorende bouwwerken, zulks tot een maximum van 100 m²;
  • b. degene die de activiteiten in de woning en/of bijbehorende bouwwerken uitoefent, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  • c. er mogen maximaal 2 personen werkzaam zijn, waaronder de eigenaar van de woning;
  • d. de noodzakelijke parkeervoorzieningen dienen op eigen terrein te worden gesitueerd, tenzij wordt aangetoond dat geen onevenredige parkeerdruk ontstaat in het openbaar gebied;
  • e. het beroep/bedrijf qua aard, milieubelasting en uitstraling te passen in een woonomgeving;
  • f. de activiteit dient een type A te zijn volgens het Activiteitenbesluit Milieu;
  • g. er mag geen detailhandel of groothandel plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte nevenactiviteit en wel in verband met het beroep- of bedrijf aan huis, alsmede handelsactiviteiten via het internet;
  • h. vanaf de openbare weg zichtbare excessieve reclame-uitingen zijn niet toegestaan.

26.3 Maatschappelijke voorzieningen

Een gebouw mag gebruikt worden ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de maximale bruto oppervlakte die ten behoeve van de maatschappelijke voorziening wordt gebruikt bedraagt 500 m²;
  • b. de stedenbouwkundig-ruimtelijke structuur van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast;
  • c. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast;
  • d. de noodzakelijke parkeervoorzieningen dienen op eigen terrein te worden gesitueerd, tenzij wordt aangetoond dat geen onevenredige parkeerdruk ontstaat in het openbaar gebied;
  • e. het gebouw mag niet gelegen zijn binnen het winkelconcentratiegebied;
  • f. het gebruik mag geen milieubelemmeringen opleveren voor de omliggende bedrijven.

26.4 Strijdig gebruik

Het is verboden de in de artikelen 3 tot en met 23 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.