direct naar inhoud van Artikel 28 Algemene aanduidingsregels
Plan: Kern Hilvarenbeek
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0798.KernHilvarenbeek-OH01

Artikel 28 Algemene aanduidingsregels

28.1 Horeca

In artikel 7.4.5 is geregeld wat met de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied horeca' wordt bedoeld.

28.2 Molenbiotoop

28.2.1 Algemeen

De gronden ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone – molenbiotoop” zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het beschermen van het zicht op de molen en de vrije windtoegang.

28.2.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze regels, is bouwen op deze gronden toegestaan met inachtneming van de volgende regels:

  • a. binnen 100 m van de molen mag geen bebouwing of beplanting, hoger dan 3,72 m worden opgericht;
  • b. tussen de 100 m en de 400 m van de molen mag de hoogte van bebouwing en beplanting niet hoger zijn dan 3,72 m vermeerderd met 1/30 van de afstand tussen het bouwwerk dan wel de beplanting en de molen.

28.2.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 28.2.2, mits daardoor de windvang, het functioneren en de zichtbaarheid van de molen niet in onevenredige mate worden of kunnen worden aangetast.

28.2.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van het bevoegd gezag op de in artikel 28.2.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
    • 1. het ophogen van gronden hoger dan de hoogte die op grond van het bepaalde in artikel 28.2.2 is toegestaan voor bouwwerken;
    • 2. het aanleggen van bovengrondse constructies, installaties en apparatuur met een hoogte die hoger is dan op grond van het bepaalde in artikel 28.2.2 is toegestaan voor bouwwerken;
    • 3. het aanplanten van bomen en/of houtgewas en het aanbrengen van beplanting met een hoogte die hoger is dan op grond van het bepaalde in artikel 28.2.2 is toegestaan voor bouwwerken.
  • b. Een vergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering en/of de waarde van de molen als landschapsbepalend element en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
  • c. Een vergunning wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de beheerder van de molen.
  • d. Geen vergunning is nodig voor:
    • 1. andere-werken die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
    • 2. andere-werken die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.

28.3 Veiligheidszone

28.3.1 Algemeen

De voor 'veiligheidszone LPG' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefmilieu in verband met de nabijheid van een vulpunt van een LPG-installatie.

28.3.2 (Beperkt) Kwetsbare objecten

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 en 17) zijn op de in artikel 28.3.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.

28.3.3 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij andere bestemmingen (artikelen 3 en 17), mogen op de in artikel 28.3.1 bedoelde gronden geen nieuwe gebouwen worden opgericht voor kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten.

28.3.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de artikelen 28.3.2 en 28.3.3 ten behoeve van een kwetsbaar of een beperkt kwetsbaar object voor zover in overeenstemming met de andere bestemming, mits een ter plaatse een aanvaardbaar woon- en werkmilieu kan worden gerealiseerd.

28.3.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het verwijderen van de op de plankaart opgenomen aanduiding 'veiligheidszone LPG', mits het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een LPG-installatie definitief is beëindigd.