direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Kern Hilvarenbeek
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0798.KernHilvarenbeek-OH01

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

3.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor “Bedrijf” aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven als vermeld in de Staat van bedrijfsactiviteiten behorende tot ten hoogste milieucategorie 2, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding:

    • 1. "specifieke vorm van bedrijf-veevoederhandel": een veevoederhandel is toegestaan;
    • 2. "specifieke vorm van bedrijf-garagebedrijf inclusief de verkoop van motorbrandstoffen": een garagebedrijf met verkoop van motorbrandstoffen inclusief de verkoop van lpg is toegestaan;
    • 3. ter plaatse van de combinatie van de aanduidingen "opslag" en “specifieke vorm van bedrijf-gallerij”: uitsluitend opslag en een gallerij is toegestaan;


alsmede voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf-gallerij": een gallerij
  • b. ter plaatse van de aanduiding “nutsvoorziening”: uitsluitend openbare nutsvoorzieningen;
  • c. bedrijfswoningen;


en tevens voor:

  • d. productiegebonden detailhandel;
  • e. erven en terreinen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. paden, parkeervoorzieningen, groen en water;
  • h. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • i. overige bijbehorende voorzieningen;


met bijbehorende:

  • j. hoofdgebouwen;
  • k. aan- en uitbouwen;
  • l. bijgebouwen;
  • m. overkappingen;
  • n. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

Ten aanzien van de in artikel 3.1.1 genoemde functies gelden de volgende beperkingen:

  • a. detailhandel en zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan, met uitzondering van productiegebonden detailhandel en ondergeschikte detailhandel in ter plaatse verhandelde goederen;
  • b. geluidszoneringsplichtige inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • c. bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan daar waar dat met een aanduiding "bedrijfswoning" is aangegeven, met dien verstande dat per aanduiding maximaal één bedrijfswoning is toegestaan.

3.1.3 Molenbiotoop en veiligheidszone

Voor zover de aanduiding “vrijwaringszone - molenbiotoop” (28.2) of “veiligheidszone LPG” (28.3) is opgenomen, zijn de gronden tevens aangewezen voor de bescherming van het zicht op de molen en vrije windtoegang respectievelijk de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de nabijheid van een LPG-tankstation.

3.2 Bouwregels

3.2.1 Algemeen

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 3.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage mag maximaal het aangegeven percentage bedragen;
  • c. de inhoud van een bedrijfswoning mag ten hoogste 500 m³ bedragen, met dien verstande dat de inhoud van de bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf-garagebedrijf inclusief verkoop van motorbrandstoffen" niet meer mag bedragen dan 750 m³;
  • d. bijgebouwen mogen uitsluitend op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • e. aan- en uitbouwen mogen uitsluitend aan bedrijfswoningen worden gebouwd;
  • f. aan- en uitbouwen mogen uitsluitend op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevel van de bedrijfswoning worden gebouwd;
  • g. overkappingen mogen uitsluitend op een afstand van ten minste 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • h. op het bouwen van tot het hoofdgebouw behorende ondergeschikte bouwdelen, zoals erkers, is tevens artikel 26.4 van toepassing;
  • i. de goot- en/of bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen voor:

    goothoogte   bouwhoogte  
1   hoofdgebouwen   zie verbeelding   zie verbeelding;  
2   bedrijfswoningen   6 m   9 m;  
3   bijgebouwen   3 m   5,5 m;  
4   overkappingen   -   3 m;  
5   bedrijfsinstallaties   -   6 ;  
6   erfafscheidingen   -   2 m;  
7   overige bouwwerken geen gebouwen zijnde   -   3 m;  

3.2.2 Nutsvoorzieningen

In afwijking van het bepaalde in artikel 3.2.1 gelden ten aanzien van gronden met de aanduiding “nutsvoorziening” de volgende bouwregels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goot- en/of bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen voor :

    goothoogte   bouwhoogte  
1   gebouwen   3 m   5,5 m;  
2   bouwwerken, geen gebouwen zijnde   -   2 m;  

3.3 Afwijken van de bouwregels

3.3.1 Afwijking bebouwingspercentage

Het bevoegd gezag is bevoegd om door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 3.2.1, onder b, voor het verhogen van het bebouwingspercentage, mits:

  • a. het aantal bedrijven niet wordt vergroot;
  • b. is aangetoond dat uitbreiding wegens een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is;
  • c. door het gebruik geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. het woon- en leefklimaat in de omgeving;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    • 5. voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein worden gerealiseerd.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels

3.4.1 Afwijking Staat van bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag is bevoegd om door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 3.1.1 voor de vestiging van een bedrijf dat niet vermeld is in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, mits:

  • a. het bedrijf, voor wat betreft de aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten), geacht wordt te kunnen behoren tot milieucategorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. de aard en de activiteiten van het bedrijf geen onevenredige afbreuk doet aan het woon- en leefklimaat in de omgeving.

3.4.2 Afwijking toegestane categorie

Het bevoegd gezag is bevoegd om door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 3.1.1 voor de vestiging van een bedrijf dat voorkomt in één categorie hoger dan toelaatbaar gesteld, mits:

  • a. het bedrijf, voor wat betreft de aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten), geacht wordt te kunnen behoren tot milieucategorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. de aard en de activiteiten van het bedrijf geen onevenredige afbreuk doet aan het woon- en leefklimaat in de omgeving.