direct naar inhoud van Artikel 23 Waarde - Cultuurhistorie 1
Plan: Kern Hilvarenbeek
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0798.KernHilvarenbeek-OH01

Artikel 23 Waarde - Cultuurhistorie 1

23.1 Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor “Waarde - Cultuurhistorie 1” aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het aan de gronden toegekende beschermd dorpsgezicht.

23.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de bestemmingen van artikelen 3 tot en met 17, is bouwen op deze gronden uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 23.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende regels:

  • a. indien gevelwanden van gebouwen zijn ingetekend op de kaarten gevelwanden I + II in de bijlage bij deze regels mogen gevelwanden uitsluitend worden gebouwd overeenkomstig de aanduidingen op deze kaart voor zover het betreft:
    • 1. de gevelindelingen van gebouwen;
    • 2. de voorgevelbreedte van gebouwen;
    • 3. de dakhelling van gebouwen;
  • b. de goot- en bouwhoogte van gebouwen mogen niet meer en niet minder bedragen dan op de kaarten gevelwanden I + II in de bijlage bij deze regels is aangegeven. Indien de goot- en bouwhoogte niet op de kaarten gevelwanden I + II dan mogen de goot- en bouwhoogte niet meer en niet minder bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte. Het bepaalde in dit lid is niet van toepassing ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte';
  • c. indien kappen van gebouwen zijn ingetekend op de kaart kappenplan in de bijlage bij deze regels mogen kappen uitsluitend worden gebouwd overeenkomstig de aanduidingen op deze kaart voor zover het betreft:
    • 1. de nokrichting;
    • 2. de scheidingslijnen tussen dakvlakken;
    • 3. de aanwezigheid van een plat dak;
  • d. indien voor hoofdgebouwen op de kaart kappenplan in de bijlage bij deze regels geen aanduidingen als bedoeld onder b zijn aangegeven, geldt voor die hoofdgebouwen dat:
    • 1. zij uitsluitend met een zadeldak of met een schilddak, waarvan de dakhelling ten minste 45° en ten hoogste 60° bedraagt, mogen worden afgedekt;
    • 2. de nokrichting, indien de gebouwen zijn gelegen aan de straat, evenwijdig dient te lopen aan die straat;
  • e. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht in de gevellijn.

23.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, de gemeentelijke monumentencommissie gehoord hebbende, door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 23.2, onder a, mits de afwijking ten hoogste 10% bedraagt;
  • b. artikel 23.2, onder b, mits de gebouwen met een zadeldak of een schilddak worden afgedekt;
  • c. artikel 23.2, onder d, mits de afstand tot de gevellijn ten hoogste 2 m bedraagt.

De omgevingsvergunning wordt niet verleend indien daardoor afbreuk wordt gedaan aan de ruimtelijke en functionele karakteristiek.

23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

23.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van het bevoegde gezag op de in artikel 23.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:

  • a. het bestraten of herstraten van de gronden met de bestemming “verkeer –verblijfsgebied”, in de zin van herprofilering en/of wijziging van bestratingsmateriaal, het aanbrengen, wegnemen of veranderen van stoepen, stoepranden, stoeppalen of waterpompen daaronder begrepen;
  • b. het bestraten en verharden van de gronden met de bestemming “Groen”;
  • c. het planten van bomen, dan wel het vellen, rooien of vernietigend snoeien van houtopstanden of –gewassen.

23.4.2 Toetsing

Een vergunning als bedoeld in artikel 23.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door de uitvoering van het ander-werk, mede gelet op de te hanteren materialen, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het beschermd dorpsgezicht en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.

23.4.3 Advies

Een vergunning als bedoeld in artikel 23.4.1 wordt niet verleend dan nadat het bevoegd gezag daarover een advies hebben ingewonnen bij de welstands/gemeentelijke monumentencommissie omtrent de mogelijke aantasting van het beschermd dorpsgezicht.

23.4.4 Uitzondering

De verbodsregels van artikel 23.4.1 geldt niet voor normale onderhoudswerkzaamheden noodzakelijk in verband met het beheer of de voltooiing van werken die op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan reeds bestaan of in uitvoering zijn genomen, alsmede werken en/of werkzaamheden die worden of mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende of nog te verlenen vergunning; hieronder wordt mede verstaan:

  • a. het normaal onderhoud, beheer en gebruik overeenkomstig de bestemming;
  • b. het onderhoud van bestaand houtgewas door snoeien en verwijderen van dood hout;
  • c. werken en/of werkzaamheden, die strekken ter behoud of het herstel van de cultuurhistorische, landschaps- of natuurlijke waarden.