Plan: | Oudheusden |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0797.BPOudheusden-OH01 |
Normstelling
De doelstelling van het (externe) veiligheidsbeleid is het realiseren van een veilige woon- en leefomgeving door het beheersen van risico's van industriële activiteiten met opslag en transport van gevaarlijke stoffen. Het beleid is er op gericht te voorkomen dat er te dicht bij gevoelige bestemmingen activiteiten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden. De overheid stelt grenzen aan de grootte van externe veiligheidsrisico's, die de bebouwings- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gebieden beïnvloeden.
Gevaarlijke stoffen komen voor bij risicovolle bedrijven, waarop het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) inclusief de bijbehorende regeling van toepassing is en bij vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor, weg of buisleiding. Voor het transport van gevaarlijke stoffen over weg, het binnenwater of het spoor is de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen van 4 augustus 2004 (cRNVGS) van toepassing.
Voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving van bestaande aardgastransportleidingen is het Besluit externe veiligheid buisleidingen van 24 juli 2010 van toepassing. Het besluit is op 1 januari 2011 in werking getreden.
De risicobenadering externe veiligheid kent twee begrippen om het risiconiveau voor activiteiten met gevaarlijke stoffen in relatie tot de omgeving aan te geven. Dit zijn het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.
Inrichtingen
De risicovolle bedrijven binnen de gemeente Heusden zijn opgenomen op de provinciale risicokaart. Er zijn geen inrichtingen die vallen onder het Bevi, in de nabijheid van het plangebied (Bron: www.risicokaart.nl), zie figuur 5.1.
Figuur 5.1. Risicobronnen
Doordat geen directe ontwikkelingen in het plangebied zijn opgenomen vindt geen toename van het groepsrisico plaats en is om die reden geen verantwoording van het groepsrisico uitgevoerd.
Transport van gevaarlijke stoffen
Uit het oogpunt van externe veiligheid is de aanwezigheid van grote groepen personen nabij hogedruk aardgastransportleidingen onwenselijk. De risicoberekeningen (zie rapportage in bijlage 2) tonen aan dat in de huidige situatie (inclusief bestemmingsplancapaciteit) géén grens-, richt-, of oriëntatiewaarde wordt overschreden voor respectievelijk het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.
Bij de vaststelling van een bestemmingsplan, op grond waarvan de aanleg van een hogedruk aardgastransportleiding, of de aanleg, bouw of vestiging van een kwetsbaar of een beperkt kwetsbaar object binnen het invloedsgebied van de betreffende buisleiding wordt toegelaten, dient het groepsrisico te worden verantwoord. Dit houdt in dat het bevoegd gezag artikel 12 van het Bevb moet doorlopen. Er dient een advies te worden gevraagd aan de Veiligheidsregio Brabant-Noord. Verantwoording van het groepsrisico kan beperkt plaatsvinden als:
De onderdelen die dan niet beschouwd hoeven te worden zijn bronmaatregelen, alternatieve ruimtelijke varianten en toekomstige veiligheidsmaatregelen.
In de verschillende wijzigingsbevoegdheden is het bovenstaande in de voorwaarden voor toepassing van de bevoegdheid opgenomen.
Advies Veiligheidsregio Brabant-Noord
Het voorontwerpbestemmingsplan is voor advies voorgelegd aan de Veiligheidsregio Brabant-Noord. De veiligheidsregio heeft aangegeven dat de aanwezige gasleiding op verbeelding en in de regels opgenomen dient te worden. Voorts acht de veiligheidsregio een advies in het kader van externe veiligheid voor dit plan niet noodzakelijk omdat er geen sprake is van een groepsrisico en de voorgenomen vaststelling geen negatieve gevolgen heeft voor de benodigde inzet van hulpverleningsdiensten en voor de zelfredzaamheid van personen in het invloedsgebied.
Conclusie
Externe veiligheid vormt geen belemmering voor de actualisering van het bestemmingsplan.