Citadellaan - Willem van Nassaulaan

3.12 Luchtkwaliteit

Wat betreft luchtkwaliteit gaat aan de ene kant om de toename van luchtverontreiniging als gevolg van het bouwplan. Hiertoe stelt de Wet milieubeheer normen in titel 5.2 (luchtkwaliteitseisen). Aan de andere kant moet de realisatie van woningen in een gebied met reeds hoge concentraties luchtverontreinigende stoffen worden verantwoord in het kader van een goede ruimtelijke ordening. Gezien de ligging van de locatie van het bouwplan in de directe nabijheid van een aantal drukke verkeerswegen kan het gemotoriseerde verkeer worden gezien als de belangrijkste veroorzaker van de luchtverontreiniging ter plaatse.

Luchtkwaliteitseisen in het kader van de Wet milieubeheer

Kleine projecten en ruimtelijke plannen, waarvan duidelijk is dat deze niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtkwaliteit, hoeven op grond van het 'Besluit niet in betekenende mate (NIBM)' niet worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. Voor de stoffen PM10 (fijnstof) en NO2 (stikstofdioxide) geldt sinds 1 augustus 2009 de waarde 1,2 ìg/m³ als 'niet in betekende mate'. Een ruimtelijke ontwikkeling geldt als 'in betekenende mate' als ze leidt tot een verkeerstoename van meer dan 1.000 autobewegingen per etmaal. Het aantal autobewegingen als gevolg van de nieuw te bouwen woningen neemt met slechts circa 60 motorvoertuigbewegingen toe ten opzichte van de bestaande situatie (zie paragraaf 4.3.1). Het bouwplan draagt dan ook niet in betekenende mate bij aan de luchtkwaliteit en behoeft daarom geen nadere toetsing aan de luchtkwaliteitseisen in het kader van de Wet milieubeheer.

Luchtkwaliteit in het kader van een goede ruimtelijke ordening

Hoewel het bouwplan niet in betekende mate bijdraagt aan een verslechtering van de luchtkwaliteit, benadrukt het Besluit niet in betekenende mate dat de aanvaardbaarheid van het bouwplan ook in het licht van een goede ruimtelijke ordening moet worden bezien. Daarbij spelen de mate van blootstelling aan luchtverontreiniging en de aanwezigheid van gevoelige groepen (kinderen, ouderen en zieken) een belangrijke rol. Als een ruimtelijke ontwikkeling is gepland nabij een drukke verkeersweg moet worden onderbouwd waarom juist deze locatie voor het bouwplan geschikt is, ook als op deze locatie de concentraties onder de grenswaarden liggen. De luchtkwaliteit op de locatie van het bouwplan staat direct onder invloed van de drukke Citadellaan en op korte afstand de nog drukkere Orthenseweg en Diezebrug. De verkeersintensiteiten in de huidige situatie zijn er respectievelijk circa 13.000, 18.000 en 23.000 motorvoertuigen per etmaal. Verwacht wordt dat deze verkeersintensiteiten in de toekomst zullen toenemen. Gesteld kan worden dat ter plaatse van de locatie de grenswaarde voor NO2 weliswaar niet wordt overschreden maar dat door de hoge verkeersintensiteiten wel sprake is van hoge concentraties aan luchtverontreinigende stoffen. Daarbij speelt de afstand tot deze wegen een belangrijke rol, met name de zeer korte afstand van de nieuw te bouwen woningen tot de drukke Citadellaan. Uit onderzoek blijkt dat landelijke maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit tot onvoldoende resultaat hebben geleid waardoor - gezien de verwachte toename van de verkeersintensiteiten op de genoemde wegen direct aan en dichtbij de locatie van het bouwplan - niet zonder meer kan worden uitgegaan van een verbetering van de luchtkwaliteit in de toekomst. Gelet op de hoge concentraties van luchtverontreinigende stoffen, de verwachte verkeerstoename en de verwachting dat de luchtkwaliteit in de toekomst niet zal verbeteren alsook de korte afstand van de nieuw te bouwen woningen tot de drukke Citadellaan, zijn in het kader van een goede ruimtelijke ordening maatregelen getroffen voor een goed woon- en leefklimaat binnen de woningen. Omdat natuurlijke ventilatie voor deze woningen ongewenst is, is gekozen voor mechanische ventilatie met buitenlucht van de minder belaste oostzijde van de locatie.