direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Tilburgseweg 153
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0785.BP2010001Brederode-oh01

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Toekomstvisie 2015

De Toekomstvisie 2015 is een document dat als richtsnoer kan dienen bij de besluiten, die de komende jaren door het gemeentebestuur van Goirle moeten worden genomen. Het is daarmee een hulpmiddel bij het realiseren van meer samenhang, richting en focus in het beleid. De Toekomstvisie is in samenspraak met de inwoners van de gemeente Goirle en met het maatschappelijk middenveld tot stand genomen, teneinde over zoveel mogelijk draagvlak te beschikken zodat burgers en maatschappelijk middenveld een actieve rol kunnen vervullen in de realisering van de gewenste toekomst. Onderhavig plan past binnen deze Toekomstvisie.

3.4.2 Notitie "Kaders volkshuisvesting"

De gemeente Goirle heeft volkshuisvesting als speerpunt van beleid aangewezen. Voor volkshuisvesting is een kaderstellend traject ingezet. Daartoe heeft de gemeenteraad op 10 oktober 2006 de notitie "Kaders volkshuisvesting" vastgesteld. In deze notitie worden kaders gesteld die betrekking hebben op het monitoren van de woningmarkt, het bouwen naar behoefte, de verdeling van de woonruimte en wonen, zorg en welzijn. Binnen de door de gemeenteraad aangegeven kaders dient het college van burgemeester en wethouders de komende jaren het volkshuisvestingsbeleid nader vorm te geven. Hieronder wordt per onderwerp een korte toelichting gegeven op de door de gemeenteraad vastgestelde kaders.

Bouwen naar behoefte

Om te kunnen bouwen naar behoefte is inzicht in de woonbehoefte noodzakelijk. Op basis van de uitgevoerde quickscan heeft het college van burgemeester en wethouders dat op dit moment het huidige woningbouwprogramma voor een groot deel tegemoet komt aan de woonbehoefte. Een aantal zaken heeft echter nog nader aandacht en uitwerking nodig.

Monitoren van de woningmarkt

Om een start te maken met het monitoren van de woningmarkt heeft het college van burgemeester en wethouders door het bureau Gerrichhauzen een quickscan laten uitvoeren van de Goirlese woningmarkt. In de kadernotitie wordt vervolgens een voorstel gedaan om het inzicht naar de woonbehoefte actueel te houden.

Verdeling van de woonruimte

Ten aanzien van de verdeling van de woonruimte wordt in de kadernotitie met name aandacht gegeven aan de doelgroepen starters en senioren, waarbij tevens bewerkstelligt dient te worden dat de woningen daadwerkelijk terechtkomen bij de doelgroep.

Wonen, zorg en welzijn

Voor het onderwerp wonen, zorg en welzijn is in de kadernotitie aangegeven dat voor Goirle de bestaande woon-zorgzones voorlopig voldoen aan de behoefte en slechts nadere uitwerking en invulling behoeven.

3.4.3 Welstandsbeleid

In de "Nota Welstandsbeleid" van de gemeente Goirle, vastgesteld door de gemeenteraad op 25 mei 2004, zijn de ambities ten aanzien van welstandsaspecten in de gemeente vastgelegd. Aan de hand van objectieve criteria wordt hiermee de welstandcommissie een toetsingskader geboden voor de beoordeling van bouwplannen.

Het welstandbeleid gaat uit van een drietrapsraket waarbij voor standaardbouwwerken concrete zogenaamde "sneltoets criteria" zijn geformuleerd. Voor de overige bouwwerken gelden "gebiedsgerichte criteria", die minder concreet zijn, maar meer gericht zijn op samenhang in de architectuur van het bouwwerk met zijn omgeving. Om een goede boordeling mogelijk te maken, valt elk bouwwerk in een nader omschreven architectuurgebied. Binnen het gemeentelijk grondgebied zijn drie welstandniveaus onderscheiden. De "algemene welstandcriteria" vormen het vangnet voor de beoordeling van de bijzondere bebouwing.

De uiteindelijke te verlenen bouwvergunning dient aan het welstandsbeleid te worden getoetst.

3.4.4 Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan Goirle

In het "Gemeentelijke Verkeers- en Vervoersplan Goirle op weg naar 2010", vastgesteld door de gemeenteraad op 3 november 1998, is op basis van een onderzoek naar het huidige verkeerssysteem in de gemeente, het gemeentelijke verkeers- en vervoersbeleid tot 2010 geformuleerd. Eén van de belangrijkste doelen van het gemeentelijke verkeers- en vervoersbeleid is de verbetering van de verkeersveiligheid. Ten behoeve van de stroomlijning van verkeer zijn de gemeentelijke wegen gecategoriseerd. Op basis van de categorie-indeling worden eisen gesteld aan de inrichting van de weg en worden verkeersregels vastgesteld voor het gebruik van de weg. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de wegen binnen en de wegen buiten de bebouwde kom.

In het verkeers- en vervoersplan worden tevens enkele verbeteringen aan de huidige verkeersstructuur voorgesteld. Deze aanpassingen vinden veelal plaats binnen de bestaande wegprofielen en passen derhalve binnen voorliggend bestemmingsplan. Voor ingrijpender maatregelen dient een afzonderlijke procedure te worden gevolgd, aangezien dit bestemmingsplan uitsluitend de huidige situatie vastlegt. Conform het verkeers- en vervoersplan is bij de bestemming van de in het plangebied voorkomende wegen onderscheid gemaakt tussen een verkeersgebied enerzijds en het (overige) verblijfsgebied.

Voor de beschrijving van de in de omgeving van het plangebied voorkomende wegen, wordt verwezen naar paragraaf 4.7.

3.4.5 Groenstructuurplan en Nota groenomvorming

In het "Groenstructuurplan", vastgesteld door de gemeenteraad op 15 juli 2003, wordt op basis van een kenschets van de huidige groenvoorzieningen in de gemeente een toekomstvisie gegeven op de gewenste groenstructuur op hoofdlijnen.

In de visie zijn aanbevelingen gedaan voor een kwaliteitsverbetering van het openbaar groen, het aanpassen van het groen aan de wensen en normen van deze tijd en te zorgen voor een kostenbewust groenbeheer. De "Nota groenomvorming" is een concrete uitwerking van het groenstructuurplan om bovengenoemde doelstellingen te kunnen realiseren. Volgens het groenstructuurplan zijn de vaak te grote bomen een van de problemen van de wijk.

Het Groenstructuurplan geeft voor de bestaande situatie aan dat het bij de woningen langs de Tilburgseweg een gebied betreft met veel groen in tuinen. Het gebied ten oosten van de (woon)bebouwing aan de Tilburgseweg is aangeduid als gebied met woonbebouwing in bestaand bos. Het gebied ten westen van de woonbebouwing aan de Tilburgseweg wordt gezien als bos en groen met grote invloed op het beeld. De bomen langs de Tilburgseweg zijn aangeduid als beplanting langs een hoofdontsluitingsroute.

De groenontwikkelingsvisie voor het plangebied houdt in, dat de wegbeplanting dient te worden behouden en versterkt. Het gaat hierbij om het geheel van beplantingen zoals heesters, hagen, bermen en bomen van de eerste grootte. Deze wegbeplanting is belangrijk als wijkverbindend element, voor de verkeersgeleiding en als oriëntatie.

Entree kern

De noordkant van de Tilburgseweg, ten zuiden van de A58 wordt gezien als entree van de kern Goirle. Het Groenstructuurplan streeft naar een herkenbare toegangspoort naar de kern Goirle, zowel voor de automobilist als de fietser. Dit moet worden bereikt door het aanbrengen van een groenaccent of het plaatsen van een kunstwerk. De toegangspoort is met name van belang voor de oriëntatie.

3.4.6 Prostitutiebeleid

Door een wijziging in het Wetboek van Strafrecht is het zogenaamde bordeelverbod sinds 1 oktober 2000 niet meer van toepassing. Vanwege het feit dat de exploitatie van prostitutie niet langer strafbaar is, heeft de gemeente prostitutiebeleid ontwikkeld teneinde de ongewenste ontwikkelingen in de gemeente tegen te gaan. In de beleidsnota "Prostitutiebeleid" worden eisen gesteld aan de locatie van de seksinrichtingen en aan de inrichting ervan en zijn criteria (weigeringsgronden) genoemd voor vergunningaanvragen. In de voorschriften van dit bestemmingsplan is aangesloten bij de gemeentelijke beleidsnotitie inzake prostitutie.

3.4.7 Gemeentelijk waterbeleid

Als antwoord op de zorgplicht voortkomende uit de Wet milieubeheer, is door de gemeente een rioleringsplan opgesteld voor het gehele gemeentelijke grondgebied (GRP). Dit plan is op 18 mei 2006 vastgesteld. In het rioleringsplan zijn de strategische beleidslijnen voor de middellange termijn vastgelegd. In het rioleringsplan worden enkele maatregelen gepresenteerd, die betrekking hebben op de noodzakelijke aanpassingen en uitbreidingen van het rioolstelsel uit het oogpunt van structureel beheer, het bouwen van verbeterd gescheiden stelsels en de reductie van vuiluitworp.

Start-stop-notitie Stedelijke Wateropgave Goirle

Ter uitvoering van de afspraken gemaakt in het Nationaal Bestuursakkoord Water(NBW), hebben de gemeente Goirle en de waterschappen Brabantse Delta en De Dommel gezamenlijk op basis van gebiedskennis en knelpunten met wateroverlast die zich in het verleden hebben voorgedaan, een globale toets verricht naar de aandachtspunten voor het voorkomen van wateroverlast. Hierbij gaat het om knelpunten:

  • vanuit oppervlaktewater dat buiten de oevers treedt;
  • door een te beperkte afvoer van regenwater van verharde oppervlakken;
  • grondwateroverlast.

De resultaten van de toets zijn vastgelegd in de start-stop-notitie Wateropgave Goirle.

Geconcludeerd is dat vanuit de start-stop-notitie geen maatregelen ten behoeve van Stedelijk Wateropgave voortvloeien.

Ten aanzien van het aspect water wordt verder verwezen naar de in dit bestemmingsplan opgenomen waterparagraaf 4.9.

3.4.8 Beleidsvisie externe veiligheid

In de beleidsvisie worden in de eerste plaats de uitgangspunten van de visie op de externe veiligheid aangegeven, De gemeente Goirle laat zich daarbij leiden door de volgende vier strategische overwegingen:

  • 1. Het voorkomen van nieuwe risicoknelpunten. Nieuwe planologische ontwikkelingen waarbij de risico's tot een onacceptabel risiconiveau leiden worden voorkomen.
  • 2. Het beheersen van bestaande geaccepteerde risicoknelpunten. Bestaande risicovolle activiteiten en kwetsbare objecten, toetsen aan landelijke normering, vastleggen in daartoe beschikbare instrumenten en daarop handhaven.
  • 3. Het opheffen van niet-acceptabele risicoknelpunten. Risicovolle activiteiten worden verminderd dan wel beëindigd in situaties waarbij de risico's de landelijke normen overschrijden, of sprake is van een onacceptabel risiconiveau, zoals bepaalde door middel van groepsrisico.
  • 4. Het ontwikkelen van beleid en activiteiten ter beperking van risicohinder op langere termijn. Zorgvuldig omgaan met externe veiligheid bij planontwikkeling teneinde maximale mogelijkheden voor maatschappelijk gebruik van terreinen te bieden.

Zoals gezegd kunnen er spanningen optreden op het gebied van externe veiligheid, indien er ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden in de nabijheid van risicobronnen. Om te bepalen of dat in Goirle het geval is, zijn alle ruimtelijke plannen onder de loep genomen. Daaruit bleek dat bij enkele plannen al rekening gehouden is met de externe veiligheid, en dat andere plannen geen directe aanleiding geven tot actie. Wel moet de verantwoording van het groepsrisico systematisch worden meegenomen in de planvorming. Een veiligheidsparagraaf is daarbij het aangewezen instrument. Voor dit plan is dit gedaan in de paragraaf externe veiligheid (zie hiervoor paragraaf 4.5).

3.4.9 Stedenbouwkundige visie "Aandacht voor de Tilburgseweg"

De gemeenteraad heeft 9 oktober 2007 de Stedenbouwkundige visie "Aandacht voor de Tilburgseweg" vastgesteld. De aanleiding voor het opstellen van deze visie waren de diverse verzoeken, of er ruimte is voor (aanvullende) woningbouw op percelen aan de langs de Tilburgseweg, die regelmatig worden ingediend. Het doel van de notitie is om de verschillende verzoeken op een eenduidige en heldere wijze te kunnen toetsen. Het plangebied waar de visie betrekking op heeft is in figuur 8 weergegeven.

De kern van de visie is dat verdere uitbreiding van bebouwing of verstedelijking grove afbreuk zal doen aan de karakteristiek van de Tilburgseweg, het bosgebied en het plan Boschkens. In het gebied zijn twee bijzondere locaties benoemd die wel ruimte kunnen bieden voor ontwikkelingen. Het gaat daarbij om het complex "De Bocht" en het Patersklooster (zie figuur 6).

Door zijn omvang en sobere vormgeving is de Bocht (in negatieve zin) een opvallend bebouwingselement. Ontwikkelingen rondom deze locatie dwingen de gemeente op een herbezinning van de locatie. Het extensiveren van het gebruik van de locatie en vervanging van de grootschalige bebouwing door vrijstaande woonbebouwing zorgt voor een positieve impuls en versterkt de beeldkwaliteit aan de Tilburgseweg.

Het klooster is een bijzonder element aan de Tilburgseweg. Om het gebouw in zijn huidige karakteristiek in het beeld te behouden zijn ontwikkelingen aan het gebouw noodzakelijk om het optimaal te kunnen benutten voor een nieuwe functie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0785.BP2010001Brederode-oh01_0006.jpg"

Figuur 6: Plangebied Visie "Aandacht voor de Tilburgseweg"

De stedenbouwkundige visie wordt vertaald naar concrete richtlijnen om nieuwe initiatieven met betrekking tot bebouwing, zowel vervangende nieuwbouw als verbouw en renovatie.

Hoofdstructuur

  • Vervangende nieuwbouw moet passen in het gevarieerde bebouwingsbeeld aan de Tilburgseweg van vrijstaande individuele bebouwingselementen.
  • Kavels zijn ruim met grote voortuinen en hebben een besloten karakteristiek door weelderige begroeiing.
  • Erfafscheidingen hebben een natuurlijke uitstraling in de vorm van (beuken)hagen, begroeide gazenhekwerk of lage gemetselde muurtjes conform het hoofdgebouw.

Plaatsing

  • Bij vervangende nieuwbouw is de diversiteit in de positionering van bebouwing bepalend, herhaling moet worden voorkomen. Verspringing in de rooilijn ten opzichte van naastgelegen bebouwing en een afwisselende bebouwingsritmiek zijn essentieel voor het karakter.
  • Bebouwing dient, al dan niet gedraaid, georiënteerd te zijn op de Tilburgseweg.
  • Bebouwing dient ruim teruggelegen ten opzichte van de weg te zijn gepositioneerd.
  • Richting de dorpskern is er sprake van regulering in het bebouwingsbeeld door verdichting van de bebouwing en door kleinere verspringingen in de voorgevelrooilijn.

Het voorliggende plan sluit aan bij de aandachtspunten uit de Stedenbouwkundige visie "Aandacht voor de Tilburgseweg", waarbij het gevarieerde bebouwingsbeeld en bijzondere karakter van de omgeving en locatie als belangrijke kenmerken worden genoemd.