direct naar inhoud van Artikel 18 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0779.RDBPbuitengebied-vs01

Artikel 18 Recreatie - Verblijfsrecreatie

18.1 Bestemmingsomschrijving
18.1.1 Algemeen

De voor Recreatie - Verblijfsrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatieve voorzieningen;
  • b. water en waterhuishoudkundige doeleinden;

met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 18.1.2opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.

18.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 18.1.1:

a Staat van verblijfsrecreatieve voorzieningen

Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduiding uitsluitend toegestaan de voorzieningen genoemd in de navolgende Staat van verblijfsrecreatieve voorzieningen:

Afkortin g   Aanduidi ng   Activiteiten   Straat   Huisnum mer   Bebouwd e oppervl akte   Afwijken de goothoog te   Afwijken de bouwhoo gte  
(sr-1)   specifieke vorm van recreatie - 1   kampeerterrein, nader opgenomen onder b   Zijlweg   1   zie 18.2.6   zie 18.2.6   zie 18.2.6  

b Voorzieningen recreatiecentrum Hermenzeil

Ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - 1", te weten recreatiecentrum Hermenzeil, zijn de volgende voorzieningen toegestaan:

  • 1. ten behoeve van het kampeerterrein:
    • a. maximaal 40 standplaatsen ten behoeve van kampeermiddelen;
    • b. maximaal 40 chalets;
    • c. 20 trekkershutten;
  • 2. maximaal 3 recreatiestudio's bestemd voor de verhuur ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - 5";
  • 3. detailhandel in watersportartikelen, waarbij de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 250 m2;
  • 4. bemiddeling, aan- en verkoop van jachten, boten, motoren e.d.;
  • 5. een café-restaurant, met een oppervlakte van ten hoogste 200 m2;
  • 6. watersportactiviteiten, waaronder surfen, kanoën en waterskiën;
  • 7. minimaal 200 parkeerplaatsen;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals een opslagloods, sanitaire voorzieningen, beheersgebouwen ten dienste van het recreatiecentrum en de watersport, een spuitinrichting en recreatieruimten.

c Waterhuishoudkundige doeleinden

De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de met Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.

18.2 Bouwregels
18.2.1 Toegestane bebouwing

Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming.

18.2.2 Bouwvlak

Gebouwen mogen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak".

18.2.3 Bedrijfswoning

Voor bedrijfswoningen geldt het volgende:

  • a. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" is een bedrijfswoning toegestaan, en maximaal één per aanduiding;
  • b. ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning” in combinatie met “maximum aantal wooneenheden” is het aangegeven maximale aantal wooneenheden het toegestane maximale aantal bedrijfswoningen.
18.2.4 Bebouwde oppervlakte

De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte als opgenomen in de Staat van verblijfsrecreatieve voorzieningen in 18.1.2 onder a; deze bebouwde oppervlakte is exclusief de bebouwde oppervlakte ten behoeve van een bedrijfswoning en de daarbij behorende bijgebouwen.

18.2.5 Maatvoeringseisen

Voor de bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen gelden de volgende maatvoeringseisen:

Bedrijfsgebouwen   Min.   Max.  
goothoogte   n.v.t.   4 m  
bouwhoogte   n.v.t.   10 m  
Bedrijfswoning   Min.   Max.  
goothoogte   n.v.t.   5,5 m  
bouwhoogte   n.v.t.   10 m  
inhoud     max 750 m3, incl. aangebouwde bijgebouwen  
Vrijstaande bijgebouwen bij woning   Min.   Max.  
gezamenlijke oppervlakte per woning   n.v.t.   80 m2  
goothoogte   n.v.t.   3,5 m  
bouwhoogte   n.v.t.   6 m  

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde   Max.  
bouwhoogte erfafscheidingen   max. 2 m  
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   max. 8 m  

Aanvullend op de tabel geldt het volgende:

18.2.6 Recreatiecentrum Hermenzeil

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 1", te weten recreatiecentrum Hermenzeil, gelden aanvullend de volgende bebouwingsregels:

  • a. de bebouwde oppervlakte van 22 chalets mag niet meer bedragen dan 44 m2 per chalet;
  • b. de bebouwde oppervlakte van 18 chalets mag niet meer bedragen dan 80 m2 per chalet;
  • c. de bouwhoogte van chalets bedraagt niet meer dan 4 m;
  • d. de goothoogte van een trekkershut bedraagt maximaal 2,5 m;
  • e. de oppervlakte van een trekkershut bedraagt maximaal 20 m2;
  • f. de bebouwde oppervlakte van beheergebouwen mag niet meer bedragen dan 700 m2;
  • g. de bebouwde oppervlakte van een spuitinrichting mag niet meer bedragen dan 150 m2;
  • h. de bebouwde oppervlakte van sanitaire voorzieningen mag niet meer bedragen dan 120 m2.
18.2.7 Herbouw bedrijfswoning

Voor herbouw van de bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:

  • a. herbouw van de bedrijfswoning is niet toegestaan buiten de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied bestaand stedelijk gebied';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied bestaand stedelijk gebied' gelden aanvullend de volgende bepalingen:
    • 1. de herbouw vindt grotendeels plaats op de plaats van de (voor zover aanwezige) bestaande fundamenten van de woning;
    • 2. de voorgevel van de te herbouwen woning wordt geplaatst in de (voormalige) voorgevelrooilijn van de woning;
    • 3. de bouwwijze (d.w.z. vrijstaand, halfvrijstaand of aaneengebouwd) van de te herbouwen woning(en) wijkt niet af van de bouwwijze van de oorspronkelijke woning(en).
18.3 Afwijken van de bouwregels
18.3.1 Omgevingsvergunning m.b.t. herbouw bedrijfswoning

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.7 teneinde herbouw van de bedrijfswoning mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de herbouw vindt grotendeels plaats op de plaats van de (voor zover aanwezige) bestaande fundamenten van de woning;
  • b. de bouwwijze (d.w.z. vrijstaand, halfvrijstaand of aaneengebouwd) van de te herbouwen woning(en) wijkt niet af van de bouwwijze van de oorspronkelijke woning(en);
  • c. de eventuele nieuwe situering van de woning is stedenbouwkundig, verkeerskundig en milieukundig aanvaardbaar;
  • d. er dient sprake te zijn van (zekerheidsstelling omtrent de) sloop van de bestaande woning en andere overtollige bebouwing;
  • e. door de herbouw wordt het landelijke karakter van het gebied niet onevenredig aangetast;
  • f. de nieuwe situering van de woning leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende bedrijven, voortvloeiende uit milieuregelgeving;
  • g. er wordt voldaan aan de natuur-, milieu- en dierwelzijnswetgeving, waaronder dat moet worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van de Wet geluidhinder;
  • h. indien sprake is van een geurgevoelig object wordt er voldaan aan de geurnormen krachtens de Wet geurhinder en veehouderij, dan wel krachtens een op deze wet gebaseerde verordening;
  • i. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing. Indien deze bestaat uit een beplantingsstrook dan dient deze uit voornamelijk streekeigen soorten te bestaan;
  • j. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • k. indien de gronden zijn gelegen buiten de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied bestaand stedelijk gebied' en er sprake is van een ruimtelijke ontwikkeling als bedoeld in artikel 1.1 onder 71 van de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 dan dient er voldaan te worden aan de zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit, zoals is opgenomen in artikel 2.1 van de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011.
18.4 Specifieke gebruiksregels
18.4.1 Strijdig gebruik

In aanvulling op het bepaalde van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c Wabo wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen gebruik van gronden en opstallen:

  • a. voor woondoeleinden, met uitzondering van een op grond van het bepaalde in 18.2.3toegestane bedrijfswoningen;
  • b. in de zin van vrijstaande bijgebouwen, als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte;
  • c. voor permanente bewoning van kampeermiddelen met inbegrip van chalets, recreatiestudio's en trekkershutten;
  • d. huisvesting van tijdelijke en permanente werknemers die werken op structurele danwel tijdelijke arbeidsplaatsen;
  • e. een aan huis verbonden beroep of bedrijf;
  • f. een risicovolle inrichting;
  • g. de opslag van gevaarlijke stoffen, zoals kunstmeststoffen en propaan anders dan bestaande situaties, die een 10-6 risicocontour hebben die de aanduiding "bouwvlak" overschrijdt. Indien geen aanduiding "bouwvlak" is opgenomen, dan mag de bestemmingsgrens niet worden overschreden;
  • h. het bewonen van bedrijfsruimten en bijgebouwen.
18.5 Afwijken van de gebruiksregels
18.5.1 Omgevingsvergunning mantelzorg in afhankelijke woonruimte

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.4.1 onder b en toestaan dat een bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. een dergelijke bewoning is noodzakelijk vanuit een oogpunt van mantelzorg. Omtrent de medische noodzaak wordt hiertoe advies ingewonnen bij een indicatie-orgaan;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en bedrijven;
  • c. er wordt voldaan aan natuur-, milieuwet- en regelgeving;
  • d. indien sprake is van een geurgevoelig object wordt er voldaan aan de geurnormen krachtens de Wet geurhinder en veehouderij, dan wel krachtens een op deze wet gebaseerde verordening;
  • e. de afhankelijke woonruimte wordt ingepast binnen de toegestane bijgebouwen, waarbij ten behoeve van mantelzorg niet meer dan 80 m2 mag worden gebruikt;
  • f. de omgevingsvergunning bevat de naam van de zorgbehoevende(n), de naam van de zorgverlener(s) en de aanwijzing van het bijgebouw dat als afhankelijke woonruimte wordt gebruikt;
  • g. indien de gronden zijn gelegen buiten de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied bestaand stedelijk gebied' en er sprake is van een ruimtelijke ontwikkeling als bedoeld in artikel 1.1 onder 71 van de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 dan dient er voldaan te worden aan de zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit, zoals is opgenomen in artikel 2.1 van de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011.