direct naar inhoud van Artikel 21 Water
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0779.RDBPbuitengebied-vs01

Artikel 21 Water

21.1 Bestemmingsomschrijving
21.1.1 Algemeen

De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water en waterhuishoudkundige doeleinden;
  • b. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer en waterberging;
  • c. waterstaatkundige kunstwerken, bruggen en andere waterstaatswerken;
  • d. beheer en onderhoud van de watergang;
  • e. beeldende kunstwerken;
  • f. vijvers;
  • g. behoud, bescherming en ontwikkeling van ecologische waarden;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone' de instandhouding van waarden teneinde een bestaande ecologische verbindingszone te laten functioneren, danwel een toekomstige te realiseren ecologische verbindingszones niet onmogelijk te maken;
  • i. natuurwaarden;
  • j. extensief recreatief medegebruik;
  • k. veetunnel;
  • l. jachthaven;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals bermen, paden,

beschoeiingen e.d. en overeenkomstig de in 21.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.

21.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 21.1.1:

a Veetunnel

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer - veetunnel" is een veetunnel toegestaan.

b Jachthaven

Ter plaatse van de aanduiding "jachthaven" gelden de volgende aanvullende bepalingen:

  • 1. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "jachthaven" is een jachthaven toegestaan met bijbehorende aanlegsteigers;
  • 2. het aantal ligplaatsen mag niet meer bedragen dan 200.
c Natuurwaarden

Ter plaatse van de aanduiding "natuurwaarden" zijn de gronden mede bestemd tot de instandhouding, behoud en ontwikkeling van natuurwaarden.

21.2 Bouwregels
21.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

21.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan het volgende te voldoen:

  • a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de verkeersgeleiding en wegverlichting mag niet meer bedragen dan 8 m.
  • b. De bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 6 m.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.