direct naar inhoud van Artikel 17 Recreatie - Dagrecreatie
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0779.RDBPbuitengebied-vs01

Artikel 17 Recreatie - Dagrecreatie

17.1 Bestemmingsomschrijving
17.1.1 Algemeen

De voor Recreatie - Dagrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dagrecreatieve voorzieningen;
  • b. water en waterhuishoudkundige doeleinden;

met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen en overeenkomstig de in 17.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.

17.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 17.1.1:

a Staat van dagrecreatieve voorzieningen

Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduiding uitsluitend toegestaan de voorzieningen genoemd in de navolgende Staat van dagrecreatieve voorzieningen:

Afkortin g   Aanduidi ng   Activiteit en   Straat   Huisnum mer   Bebouwd e oppervl akte   Afwijken de goothoog te   Afwijken de bouwhoo gte  
(sr-2)   specifieke vorm van recreatie - 2   een watersportbedrijf met daarbij groothandel en detailhandel in watersportartikelen met buitenopslag hiervan   Oosterhoutseweg   20   800 m2   4 m   8 m, lichtmasten 5 m  
(sr-3)   specifieke vorm van recreatie - 3   volkstuinen       5% van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - 3"   2,5 m   5 m  
(sr-4)   specifieke vorm van recreatie - 4   volkstuinen       5% van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - 4"   2,5 m   5 m  
(sr-6)   specifieke vorm van recreatie - 6   volkstuinen       5% van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - 6"   2,5 m   5 m  
b Waterhuishoudkundige doeleinden

De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de met Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.

17.2 Bouwregels
17.2.1 Toegestane bebouwing

Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming.

17.2.2 Bouwvlak

Gebouwen mogen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak".

17.2.3 Bedrijfswoning

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" is een bedrijfswoning toegestaan, en maximaal één per aanduiding.

17.2.4 Bebouwde oppervlakte

De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte als opgenomen in de Staat van dagrecreatieve voorzieningen in 17.1.2 onder a; deze bebouwde oppervlakte is exclusief de bebouwde oppervlakte ten behoeve van een bedrijfswoning en de daarbij behorende bijgebouwen. Voor zover geen opervlakte in de tabel is opgenomen geldt de bestaande vloeroppervlakte als maximum.

17.2.5 Maatvoeringseisen

Voor de bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen gelden de volgende maatvoeringseisen:

Bedrijfsgebouwen   Min.   Max.  
goothoogte   n.v.t.   zie 17.1.2 onder a  
bouwhoogte   n.v.t.   zie 17.1.2 onder a  
Bedrijfswoning   Min.   Max.  
goothoogte   n.v.t.   6 m  
bouwhoogte   n.v.t.   10 m  
inhoud     max 750 m3, incl. aangebouwde bijgebouwen  
Vrijstaande bijgebouwen bij woning   Min.   Max.  
gezamenlijke oppervlakte per woning   n.v.t.   80 m2  
goothoogte   n.v.t.   3,5 m  
bouwhoogte   n.v.t.   6 m  

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde   Max.  
bouwhoogte erfafscheidingen   max. 2,5 m  
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   max. 3 m  

Aanvullend op de tabel geldt het volgende:

17.2.6 Herbouw bedrijfswoning

Voor herbouw van de bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:

  • a. herbouw van de bedrijfswoning is niet toegestaan buiten de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied bestaand stedelijk gebied';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied bestaand stedelijk gebied' gelden aanvullend de volgende bepalingen:
    • 1. de herbouw vindt grotendeels plaats op de plaats van de (voor zover aanwezige) bestaande fundamenten van de woning;
    • 2. de voorgevel van de te herbouwen woning wordt geplaatst in de (voormalige) voorgevelrooilijn van de woning;
    • 3. de bouwwijze (d.w.z. vrijstaand, halfvrijstaand of aaneengebouwd) van de te herbouwen woning(en) wijkt niet af van de bouwwijze van de oorspronkelijke woning(en).
17.3 Afwijken van de bouwregels
17.3.1 Omgevingsvergunning m.b.t. herbouw bedrijfswoning

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.2.6 teneinde herbouw van de bedrijfswoning mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de herbouw vindt grotendeels plaats op de plaats van de (voor zover aanwezige) bestaande fundamenten van de woning;
  • b. de bouwwijze (d.w.z. vrijstaand, halfvrijstaand of aaneengebouwd) van de te herbouwen woning(en) wijkt niet af van de bouwwijze van de oorspronkelijke woning(en);
  • c. de nieuwe situering van de woning is stedenbouwkundig, verkeerskundig en milieukundig aanvaardbaar;
  • d. er dient sprake te zijn van (zekerheidsstelling omtrent de) sloop van de bestaande woning en andere overtollige bebouwing;
  • e. door de herbouw wordt het landelijke karakter van het gebied niet onevenredig aangetast;
  • f. de nieuwe situering van de woning leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende bedrijven, voortvloeiende uit milieuregelgeving;
  • g. indien sprake is van een geurgevoelig object wordt er voldaan aan de geurnormen krachtens de Wet geurhinder en veehouderij, dan wel krachtens een op deze wet gebaseerde verordening;
  • h. er wordt voldaan aan de milieu- en dierwelzijnswetgeving, waaronder dat moet worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van de Wet geluidhinder;
  • i. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing. Indien deze bestaat uit een beplantingsstrook dan dient deze uit voornamelijk streekeigen soorten te bestaan;
  • j. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • k. indien de gronden zijn gelegen buiten de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied bestaand stedelijk gebied' en er sprake is van een ruimtelijke ontwikkeling als bedoeld in artikel 1.1 onder 71 van de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 dan dient er voldaan te worden aan de zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit, zoals is opgenomen in artikel 2.1 van de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011.
17.4 Specifieke gebruiksregels
17.4.1 Strijdig gebruik

In aanvulling op het bepaalde van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c Wabo wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen gebruik van gronden en opstallen:

  • a. voor woondoeleinden, met uitzondering van een op grond van het bepaalde in 17.2.3toegestane bedrijfswoning;
  • b. in de zin van vrijstaande bijgebouwen, als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte;
  • c. het bewonen van bedrijfsruimten en bijgebouwen;
  • d. een aan huis verbonden beroep of bedrijf;
  • e. de opslag van gevaarlijke stoffen, zoals kunstmeststoffen en propaan anders dan bestaande situaties , die een 10-6 risicocontour hebben die de aanduiding "bouwvlak" overschrijdt. Indien geen aanduiding "bouwvlak" is opgenomen, dan mag de bestemmingsgrens niet worden overschreden.
17.5 Afwijken van de gebruiksregels
17.5.1 Omgevingsvergunning mantelzorg in afhankelijke woonruimte

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.4.1 onder b en toestaan dat een bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. een dergelijke bewoning is noodzakelijk vanuit een oogpunt van mantelzorg. Omtrent de medische noodzaak wordt hiertoe advies ingewonnen bij een indicatie-orgaan;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en bedrijven;
  • c. er wordt voldaan aan natuur-, milieuwet- en regelgeving;
  • d. indien sprake is van een geurgevoelig object wordt er voldaan aan de geurnormen krachtens de Wet geurhinder en veehouderij, dan wel krachtens een op deze wet gebaseerde verordening;
  • e. de afhankelijke woonruimte wordt ingepast binnen de toegestane bijgebouwen, waarbij ten behoeve van mantelzorg niet meer dan 80 m2 mag worden gebruiktl;
  • f. de omgevingsvergunning bevat de naam van de zorgbehoevende(n), de naam van de zorgverlener(s) en de aanwijzing van het bijgebouw dat als afhankelijke woonruimte wordt gebruikt;
  • g. indien de gronden zijn gelegen buiten de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied bestaand stedelijk gebied' en er sprake is van een ruimtelijke ontwikkeling als bedoeld in artikel 1.1 onder 71 van de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 dan dient er voldaan te worden aan de zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit, zoals is opgenomen in artikel 2.1 van de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011.