9.2 Bouwregels
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in artikel 9.1 bedoelde bestemmingsomschrijving de volgende bouwwerken worden gebouwd:
9.2.1 Aaneengebouwde woningen
Voor het bouwen van aaneengebouwde woningen gelden de volgende regels:
-
a. woningen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
-
b. ten aanzien van de maximale bouwhoogte gelden de aanduidingen;
-
c. de breedte van een woning (een aan- of uitbouw en/of aangebouwd bijgebouw niet meegerekend) bedraagt minimaal 5,40 m;
-
d. de bouw van woningen is alleen toegestaan indien de geluidbelaste gevel(s) van de woning wordt uitgevoerd in een constructie zonder te openen delen, waarbij geldt dat in een dergelijke situatie een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die tenminste gelijk is aan het verschil tussen de geluidbelasting van de toegepaste constructie en 33 dB, dient te worden gegarandeerd;
-
e. in afwijking van het bepaald onder a is de bouw van woningen toegestaan indien voor wat betreft het verkeerslawaai de door burgemeester en wethouders bij besluit van 7 augustus 2012 vastgestelde hogere waarde niet wordt overschreden en aan de in dit besluit gestelde voorwaarden wordt voldaan.
9.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen
Bij iedere woning mogen aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden:
-
a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
-
b. bijgebouwen dienen achter (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
-
c. op de gronden buiten het bouwvlak mogen per bouwperceel aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd met een maximale oppervlakte van 36 m², met dien verstande dat per bouwperceel niet meer dan 50% van de oppervlakte van de gronden buiten het bouwvlak bebouwd mag worden;
-
d. de goothoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen binnen het bouwvlak is maximaal gelijk aan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,30 m. De bouwhoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen is maximaal gelijk aan de hoogte van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,30 m.
-
e. de goothoogte en bouwhoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen buiten het bouwvlak is maximaal 0,30 m boven de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
-
f. de goothoogte en bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen bedragen maximaal 3,25 m respectievelijk 5,50 m;
-
g. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen tot op de zijdelingse bouwperceelsgrens worden gebouwd;
-
h. vrijstaande bijgebouwen mogen alleen ge- of verbouwd worden als afhankelijke woonruimte, nadat een een omgevingsvergunning is verleend op basis van 9.3.1.
9.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, gelde de volgende regels:
-
a. bouwwerken geen gebouwen zijnde mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden opgericht;
-
b. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 2,00 m.