direct naar inhoud van Artikel 12 Wonen - Zorgwoning
Plan: Spoorzone Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0777.0040SPOORZONENOORD-3001

Artikel 12 Wonen - Zorgwoning

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Wonen - Zorgwoning ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bijzondere woonruimte;
  • b. aan sub a ondergeschikte persoonlijke dienstverlening;
  • c. peuterspeelzalen, kinder- en naschoolse opvang;
  • d. sociaal-medische en (para)medische voorzieningen;
  • e. ten behoeve van een aan sub a gerelateerd kantoor;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'waterberging' tevens voor een retentievoorziening van minimaal 3.600 m²;

met de daarbij behorende:

  • g. tuinen en groenvoorzieningen;
  • h. parkeervoorzieningen, waarbij de volgende minimale parkeernorm van toepassing is (inclusief een bezoekersdeel van 0,3 parkeerplaats per woning):
    • 1. 0,6 parkeerplaats per woning/appartement;
    • 2. 0,7 parkeerplaats per woonunit met intensieve zorg
    • 3. 0,7 parkeerplaats per arbeidsplaats voor peuterspeelzaal, kinder- en naschoolse opvang vermeerderd met de uitkomst van de navolgende berekening aantal parkeerplaatsen = aantal leerlingen x % halen/brengen x 0,25 x 0,75;
    • 4. 2 parkeerplaatsen per behandelkamer voor sociaal-medische en paramedische voorzieningen;
    • 5. 4 parkeerplaatsen per 100 m² apotheek;
    • 6. 3 parkeerplaatsen per 100 m² kantoor;
  • i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • j. nutsvoorzieningen.

12.2 Bouwregels

Op de voor ' Wonen - Zorgwoning ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

12.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage zoals aangegeven op de verbeelding dient in acht genomen te worden;
  • c. ten aanzien van de maximale bouwhoogte gelden de aanduidingen;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder a mogen nutsgebouwen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. De bebouwing voor nutsvoorzieningen mag ten hoogste 30 m² bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste 5,00 m bedragen;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder a mag een fietsenstalling zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. De bebouwing voor een fietsenstallen mag ten hoogste 100 m² bedragen en ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • f. de bouw van hoofdgebouwen is alleen toegestaan indien de geluidbelaste gevel(s) van de hoofdgebouwen wordt uitgevoerd in een constructie zonder te openen delen, waarbij geldt dat in een dergelijke situatie een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die tenminste gelijk is aan het verschil tussen de geluidbelasting van de toegepaste constructie en 28 dB, dient te worden gegarandeerd;
  • g. in afwijking van het bepaald onder a is de bouw van hoofdgebouwen toegestaan indien voor wat betreft het verkeerslawaai de door burgemeester en wethouders bij besluit van 7 augustus 2012 vastgestelde hogere waarde niet wordt overschreden en aan de in dit besluit gestelde voorwaarden wordt voldaan.
12.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerkeen geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken geen gebouwen zijnde mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden opgericht;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak bedraagt maximaal 1,00 m;
  • c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen binnen het bouwvlak bedraagt maximaal 2,00 m;
  • d. de bouwhoogte van lichtmasten, vlaggenmasten en reclamemasten bedraagt maximaal 8,00 m;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 2,00 m.

12.3 Afwijken van de bouwregels
12.3.1 Afwijken

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder:

  • a. 12.2.2 onder d tot een bouwhoogte van maximaal 4,00 m.

12.4 Specifieke gebruiksregels
12.4.1 Specifieke gebruiksregel

De maximale oppervlakte aan verharding als bedoeld in 12.1, mag niet meer dan 4.000 m² bedragen.

12.4.2 Gebruiksverbod

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming zoals bedoeld in artikel 12.1 wordt in ieder geval gerekend:

  • a. detailhandel;
  • b. horeca.

12.5 Afwijken van de gebruiksregels

12.5.1 Afwijken

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 12.4.2 onder a voor aan de bestemming ondergeschikte detailhandel, met dien verstande dat:
    • 1. er sprake is van detailhandel gerelateerd aan de bestemming;
    • 2. het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning voorwaarden verbinden ten aanzien van de omvang van het verkoopvloeroppervlak.
  • b. artikel 12.4.2 b voor aan de bestemming ondergeschikte horeca, mits:
    • 1. er sprake is van horeca gerelateerd aan de bestemming in de categorieën 1 of 2 van de staat van horeca-activiteiten;
    • 2. het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning voorwaarden verbinden ten aanzien van de omvang van het gebruiksvloeroppervlak.