12.2 Bouwregels
Op de voor '
Wonen - Zorgwoning
' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
12.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
-
b. het bebouwingspercentage zoals aangegeven op de verbeelding dient in acht genomen te worden;
-
c. ten aanzien van de maximale bouwhoogte gelden de aanduidingen;
-
d. in afwijking van het bepaalde onder a mogen nutsgebouwen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. De bebouwing voor nutsvoorzieningen mag ten hoogste 30 m² bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste 5,00 m bedragen;
-
e. in afwijking van het bepaalde onder a mag een fietsenstalling zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. De bebouwing voor een fietsenstallen mag ten hoogste 100 m² bedragen en ten hoogste 3,00 m bedragen;
-
f. de bouw van hoofdgebouwen is alleen toegestaan indien de geluidbelaste gevel(s) van de hoofdgebouwen wordt uitgevoerd in een constructie zonder te openen delen, waarbij geldt dat in een dergelijke situatie een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die tenminste gelijk is aan het verschil tussen de geluidbelasting van de toegepaste constructie en 28 dB, dient te worden gegarandeerd;
-
g. in afwijking van het bepaald onder a is de bouw van hoofdgebouwen toegestaan indien voor wat betreft het verkeerslawaai de door burgemeester en wethouders bij besluit van 7 augustus 2012 vastgestelde hogere waarde niet wordt overschreden en aan de in dit besluit gestelde voorwaarden wordt voldaan.
12.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerkeen geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. bouwwerken geen gebouwen zijnde mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden opgericht;
-
b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak bedraagt maximaal 1,00 m;
-
c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen binnen het bouwvlak bedraagt maximaal 2,00 m;
-
d. de bouwhoogte van lichtmasten, vlaggenmasten en reclamemasten bedraagt maximaal 8,00 m;
-
e. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 2,00 m.