direct naar inhoud van Regels
Plan: Kruidenbuurt Noord 2014
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80206-0301

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Kruidenbuurt Noord 2014 (SVBP 2012) met identificatienummer NL.IMRO.0772.80206-0301 van de gemeente Eindhoven.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

1.3 aan-huis-verbonden-beroep

een vrij beroep, dat in of bij een woongebouw wordt uitgeoefend, waarbij het woongebouw in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Hieronder wordt tevens verstaan het enkel uitoefenen van een administratie ten behoeve van een bedrijf alsmede detailhandel via internet zonder opslag en/of verkoop aan huis, dat in of bij een woongebouw wordt uitgevoerd.

Onder vrije beroepen worden verstaan: (para)medische, juridische, therapeutische, ontwerp-technische, administratieve, sociaal-maatschappelijke, kunstzinnige en daarmee gelijk te stellen beroepen.

1.4 aanbouw

een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.5 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.6 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.7 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.8 bestaande situatie

bij bouwwerken: legale bouwwerken die aanwezig of in uitvoering zijn op het tijdstip van ter visie legging van het ontwerp van het bestemmingsplan, dan wel bouwwerken zoals die mogen worden gebouwd krachtens een vergunning;

bij gebruik: legaal gebruik van grond en opstallen zoals aanwezig tijdens de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.

1.9 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.10 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.11 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.

1.12 bijgebouw

een op zichzelf staand al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.13 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.14 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.15 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijk omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en/of zolder.

1.16 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.17 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel.

1.18 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.19 bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde verbonden is.

1.20 café

horeca, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.

1.21 cafetaria/snackbar/afhaalservice

een bedrijf gericht op het verstrekken van voor consumptie ter plaatse bereide kleine etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak-alcoholische en niet-alcoholische dranken.

1.22 coffeeshop

een bedrijf gericht op het verstrekken van niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met eventueel als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid, en van verdovende en/of hallucinerende stoffen.

1.23 dak

iedere bovenbeëindiging van een gebouw.

1.24 dakopbouw

een gedeelte van een gebouw, gesitueerd op de bovenste bouwlaag van een gebouw, met een oppervlakte van maximaal 60% van de oppervlakte van de bovenste bouwlaag en een afstand van minimaal 1 meter tot de voorgevel.

1.25 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop), verkopen en leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Onder detailhandel wordt ook begrepen grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt.

1.26 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling

bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van diensten aan derden, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder zijn begrepen kapperszaken, belwinkels, internetcafé, schoonheidsinstituten, fotostudio´s en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.

1.27 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen.

1.28 erotisch getinte vermaaksfunctie

een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal.

1.29 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.30 gebruiken

het gebruiken, in gebruik geven of laten gebruiken.

1.31 geluidgevoelige functies

bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.

1.32 geluidgevoelige gebouwen

gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.

1.33 geluidzoneringsplichtige inrichting

een inrichting bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.

1.34 hogere grenswaarde

een maximum waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.

1.35 hoofdgebouw

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.36 horeca

een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.

1.37 kantoor

een gebouw dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen.

1.38 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend (niet zijnde prostitutie).

1.39 lijst van bedrijfsactiviteiten

de bedrijvenlijst ontleend aan de brochure Bedrijven en Milieuzonering van de VNG zoals deze gold ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp bestemmingsplan en opgenomen in Bijlage 2 behorende bij deze regels.

1.40 lijst van horeca-activiteiten

lijst met een onderverdeling van horeca-activiteiten naar de mate van mogelijke overlast voor de omgeving zoals opgenomen in Bijlage 1 Lijst van horeca-activiteiten behorende bij deze regels;

1.41 maatschappelijke voorzieningen

educatieve, medische, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie, wooneenheden voor beschermd en/of verzorgd wonen en daarbij behorende voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en openbaar bestuur. Onder maatschappelijke voorzieningen zijn tevens begrepen kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang.

1.42 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van algemeen nut in ruime zin zoals: voorzieningen / installaties ten behoeve van gas, water en elektriciteit, signaalverdeling, telecommunicatieverkeer, waterzuivering, waterbeheersing, waterhuishouding, vuil- en afvalverwerking, compostering, wijkverwarming, milieuvoorzieningen e.d.

1.43 pand

de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

1.44 peil

0.30 m' boven de kruin van de weg.

1.45 prostitutiebedrijf

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin tegen vergoeding seksuele handelingen worden verricht.

1.46 restaurant

een bedrijf uitsluitend gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.

1.47 rijstrook

gemarkeerd gedeelte van de rijweg dat voldoende plaats biedt aan een enkele rij motorvoertuigen op meer dan twee wielen met uitzondering van in- en uitvoegstroken, voorsorteerstroken en fietspaden.

1.48 risicovolle inrichting
  • 1. inrichtingen bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten en/of
  • 2. inrichtingen waar opslag, overslag en/ of het gebruik van gevaarlijke stoffen plaatsvindt én die behoren tot een categorie van inrichtingen als bedoeld in bijlage 1 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer én waarvan het invloedsgebied tot over de perceelsgrens reikt en/of
  • 3. inrichtingen waarvoor, krachtens artikel 3.12, 3.17, 3.18, 3.28, 4.1, 4.3, 4.4, 4.5, 4.7 of 4.81 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, regels gelden bij de opslag en/of het gebruik van gevaarlijke stoffen met betrekking tot minimaal aan te houden afstanden ten aanzien van (beperkt) kwetsbare objecten en/of
  • 4. een inrichting waarin meer dan 1.000 kg consumentenvuurwerk als bedoeld in het Vuurwerkbesluit of waarin professioneel vuurwerk als bedoeld in het Vuurwerkbesluit wordt opgeslagen of bewerkt of
  • 5. inrichtingen die niet onder 1 tot en met 4 vallen en waarvan de 10-6/jaar contour voor het plaatsgebonden risico is gelegen buiten de bouwperceelsgrens.
1.49 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden.
Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.50 uitbouw

een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.51 verdieping

de bouwlaag respectievelijk bouwlagen die boven de begane grondbouwlaag gelegen is/zijn.

1.52 water

al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen.

1.53 waterhuishoudkundige voorzieningen

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit (zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten, sloten, greppels en vijvers, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen etc.).

1.54 Wet geluidhinder

Wet van 16 februari 1979 (Stb. 99) houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van dit bestemmingsplan.

1.55 Wet ruimtelijke ordening

Wet van 20 oktober 2006, (Stb. 2006, nr. 566), houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening, zoals deze luidde op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan.

1.56 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden. Een woonwagen wordt niet tot een woning gerekend.

1.57 woongebouw

een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 bebouwingspercentage

een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.

2.2 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.3 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.4 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.5 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, liftopbouwen, installatieruimten en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.6 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.7 ondergeschikte bouwdelen

bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen wordt de overschrijding van de bouwgrens door ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, reclameaanduidingen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken e.d. buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouwgrens niet meer dan 1 meter bedraagt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Cultuur en ontspanning

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. prostitutiebedrijven, niet zijnde raamprostitutiebedrijven;
  • b. woongebouwen;

met daarbij behorende:

  • c. aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen;
  • d. tuinen en erven;
  • e. parkeervoorzieningen, paden e.d;
  • f. groen- en speelvoorzieningen;
  • g. waterhuishoudkundige voorzieningen (o.a. waterlopen, waterpartijen en waterberging);
  • h. nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding `bouwvlak´ worden gebouwd;
  • b. als maximale goothoogte geldt de goothoogte die op de verbeelding is aangegeven als 'maximum goothoogte';
  • c. als maximale bouwhoogte geldt de bouwhoogte die op de verbeelding is aangegeven als 'maximum bouwhoogte'.
3.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduidingen 'bijgebouwen' en 'bouwvlak';
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen buiten het bouwvlak mag per bouwperceel niet meer dan 75 m2 bedragen, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van de bebouwing (inclusief hoofdgebouw) niet meer bedraagt dan 65% van de oppervlakte van het bouwperceel;
  • c. de goothoogte van een aan- en uitbouw en een bijgebouw mag niet meer dan 3,5 m bedragen met dien verstande dat de goothoogte nooit meer mag bedragen dan de goothoogte van het bijbehorende hoofdgebouw; indien het dak is/wordt uitgevoerd in de vorm van een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5 m bedragen;
  • d. voor zover de bestaande situatie afwijkt van het bepaalde onder a, b en/of c gelden die afwijkingen als maxima.

3.2.3 Nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie gelden de volgende regels:

  • a. de maximale hoogte mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • b. de oppervlakte mag niet meer dan 15 m2 bedragen.

3.2.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. erf- en terreinafscheidingen mogen uitsluitend worden gebouwd op gronden ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
  • b. de maximum bouwhoogte van de erf- en terreinafscheidingen is 3 m;
  • c. de maximum bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is 2,5 m.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 5.1 wordt in ieder geval gerekend het gebruik of laten gebruiken van bijgebouwen voor zelfstandige bewoning.

Artikel 4 Gemengd

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen als bedoeld in 'Artikel 8';
  • b. dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen op de begane grond, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifiek vorm van gemengd - 1';
  • c. dienstverlening en bedrijven in milieucategorie 1 en 2 zoals genoemd in de Lijst van bedrijfsactiviteiten op de begane grond, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 2';
  • d. horeca in categorie 1a en 1b zoals genoemd in de Lijst van horeca-activiteiten op de begane grond, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 3';

met de daarbij behorende:

  • e. aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen;
  • f. tuinen en erven;
  • g. parkeervoorzieningen, paden e.d;
  • h. groen- en speelvoorzieningen;
  • i. waterhuishoudkundige voorzieningen (o.a. waterlopen, waterpartijen en waterberging);
  • j. nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie;
  • k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

met inachtneming van het volgende:

  • l. de vloeroppervlakte van de activiteiten genoemd onder b en c mag niet meer dan 100 m2 per activiteit bedragen;
  • m. de activiteiten genoemd onder b, c en d mogen geen onevenredige hinder voor het woonmilieu opleveren.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak ' worden gebouwd;
  • b. als maximale goothoogte geldt de goothoogte die op de verbeelding is aangegeven als 'maximum goothoogte';
  • c. als maximale bouwhoogte geldt de bouwhoogte die op de verbeelding is aangegeven als 'maximum bouwhoogte'.

4.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen bij een woning gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduidingen 'bijgebouwen' en 'bouwvlak';
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- uit en bijgebouwen mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 75 m2 met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 65% van de oppervlakte van het bouwperceel;
  • c. de goothoogte van een aan- en uitbouw en een bijgebouw mag niet meer dan 3,5 m bedragen met dien verstande dat de goothoogte nooit meer mag bedragen dan de goothoogte van het bijbehorende hoofdgebouw;
  • d. voor zover de bestaande situatie afwijkt van het bepaalde onder a, b en/of c gelden die afwijkingen als maxima.

4.2.3 Nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie gelden de volgende regels:

  • a. de maximale hoogte mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • b. de oppervlakte mag niet meer dan 15 m2 bedragen.

4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. erf- en terreinafscheidingen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduidingen 'bijgebouwen' en 'bouwvlak';
  • b. de maximum bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen is 3 m;
  • c. de maximum bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is 2,5 m.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken voor wat betreft
de maximale goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, indien dat wenselijk is uit een oogpunt van een goede constructieve en/of bouwkundige aansluiting van het bijbehorende bouwwerk bij de hoogte van de verdiepingsvloer van het hoofdgebouw.

4.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 1 en tevens bedrijven toestaan, die niet voorkomen in de "Lijst van bedrijfsactiviteiten" of op grond van deze staat niet zijn toegestaan doch die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in "Lijst van bedrijfsactiviteiten" onder de categorieën 1 en 2, mits het geen geluidzoneringsplichtige inrichting en/of risicovolle inrichting betreft.

Artikel 5 Groen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Groen´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. voet- en fietspaden;
  • c. speelvoorzieningen;
  • d. waterhuishoudkundige voorzieningen (o.a. waterlopen, waterpartijen en waterberging);
  • e. beheer en/of zuivering van oppervlakte- en rioolwater;

met daarbij behorende:

  • f. verhardingen
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt:

  • a. een maximum bouwhoogte van 1,5 m;
  • b. een maximum oppervlakte van 25 m2;
  • c. in afwijking van lid a en b is ter plaatse van de aanduiding 'waterberging' op de verbeelding, een waterberging van circa 1000 m3 toegestaan.

5.2.2 Nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie gelden de volgende regels:

  • a. de maximale hoogte mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • b. de oppervlakte mag niet meer dan 15 m2 bedragen.

5.3 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de in dit artikel begrepen gronden en bouwwerken te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de uit het plan voortvloeiende bestemming.

5.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 4 bepaalde verbod.

 

Artikel 6 Verkeer

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Verkeer´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen en straten, bestaande uit maximaal 2 rijstroken;
  • b. voet- en fietspaden;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. parkeervoorzieningen;

met daarbij behorende:

  • e. geluidwerende voorzieningen;
  • f. waterhuishoudkundige voorzieningen (o.a. waterlopen, waterpartijen en waterberging);
  • g. nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer gelden de volgende regels:

  • a. de maximum bouwhoogte van lichtmasten is 3 m;
  • b. de maximum bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is 5 m.

6.2.2 Nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie gelden de volgende regels:

  • a. de maximale hoogte mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • b. de oppervlakte mag niet meer dan 15 m2 bedragen.

Artikel 7 Verkeer - Verblijfsgebied

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Verkeer - Verblijfsgebied´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonstraten, bestaande uit maximaal 2 rijstroken;
  • b. pleinen;
  • c. voet- en fietspaden;

met daarbij behorende:

  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. waterhuishoudkundige voorzieningen (o.a. waterlopen, waterpartijen en waterberging);
  • h. nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, gelden de volgende regels:

  • a. de maximum bouwhoogte van lichtmasten is 3 m;
  • b. de maximum bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is 5 m.

7.2.2 Nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie gelden de volgende regels:

  • a. de maximale hoogte mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • b. de oppervlakte mag niet meer dan 15 m2 bedragen.

7.3 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de in dit artikel begrepen gronden en bouwwerken te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de uit het plan voortvloeiende bestemming.

7.4 Awijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 4 bepaalde verbod.

Artikel 8 Wonen - 1

8.1 Bestemmingsomschrijving
8.1.1 Bestemming

De voor `Wonen - 1´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woongebouwen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden-beroep;
  • b. maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening, kleinschalige detailhandel en horeca zoals genoemd in de Lijst van horeca-activiteiten in categorie 1a, 1b en 2b op de begane grond, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 4';
  • c. maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening en kleinschalige detailhandel op de begane grond, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 5';

met de daarbij behorende:

  • d. aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen;
  • e. tuinen en erven;
  • f. woonstraten, paden e.d;
  • g. (gebouwde) parkeervoorzieningen;
  • h. groen- en speelvoorzieningen;
  • i. waterhuishoudkundige voorzieningen (o.a. waterlopen, waterpartijen en waterberging);
  • j. nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie;
  • k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

met inachtneming van het volgende:

  • l. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-verbonden-beroep mag niet meer dan 50 m2 bedragen;
  • m. de activiteiten genoemd onder b en c, met uitzondering van horeca, dienen een buurtgebonden karakter te hebben en de vloeroppervlakte mag niet meer dan 100 m2 per activiteit bedragen;
  • n. het is niet toegestaan om binnen één woning zowel een aan-huis-verbonden-beroep als een activiteit zoals genoemd onder b en c op te richten;
  • o. er zijn maximaal drie horecabedrijven toegestaan binnen de bestemming 'Wonen - 1'.

8.2 Bouwregels
8.2.1 hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woongebouwen worden gebouwd;
  • b. een hoofdgebouw mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding bouwvlak worden gebouwd met dien verstande dat de voorgevel tegen de naar de weg gekeerde bouwgrens moet worden gebouwd;
  • c. als maximale goothoogte geldt de goothoogte die op de verbeelding is aangegeven als 'maximum goothoogte';
  • d. als maximale bouwhoogte geldt de bouwhoogte die op de verbeelding is aangegeven als 'maximum bouwhoogte';
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' is geen bebouwing toegestaan op de begane grondlaag tot aan de onderkant van de vloer van de eerste verdieping of zoveel hoger als vanuit stedenbouwkundig of verkeerstechnisch oogpunt noodzakelijk is;
  • f. woongebouwen mogen uitsluitend worden gerealiseerd conform het door burgemeester en wethouders verleende besluit hogere waarden, zoals opgenomen in Bijlage 5;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' is een gebouwde parkeervoorziening met een maximale bouwhoogte van 4 meter toegestaan.
  • h. voor zover de bestaande situatie afwijkt van het bepaalde onder b, c en/of d gelden die afwijkingen als maxima.

8.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduidingen 'bijgebouwen' en 'bouwvlak';
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen buiten het bouwvlak mag per bouwperceel niet meer dan 75 m2 bedragen, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van de bebouwing (inclusief hoofdgebouw) niet meer bedraagt dan 65% van de oppervlakte van het bouwperceel;
  • c. de goothoogte van een aan- en uitbouw en een bijgebouw mag niet meer dan 3,5 m bedragen met dien verstande dat de goothoogte nooit meer mag bedragen dan de goothoogte van het bijbehorende hoofdgebouw;
  • d. voor zover de bestaande situatie afwijkt van het bepaalde onder a, b en/of c gelden die afwijkingen als maxima.

8.2.3 Nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie gelden de volgende regels:

  • a. de maximale hoogte mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • b. de oppervlakte mag niet meer dan 15 m2 bedragen.

8.2.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. erf- en terreinafscheidingen mogen uitsluitend worden gebouwd op gronden ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', 'specifieke bouwaanduiding - 2' en de aanduiding 'parkeergarage';
  • b. de maximum bouwhoogte van de erf- en terreinafscheidingen is 3 m;
  • c. de maximum bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is 2,5 m;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' gelden de maximum bouwhoogtes zoals genoemd onder b en c, gemeten vanaf het dak van de gebouwde parkeervoorziening.
8.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. de maximale goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, indien dat wenselijk is uit een oogpunt van een goede constructieve en/of bouwkundige aansluiting van het bijbehorende bouwwerk bij de hoogte van de verdiepingsvloer van het hoofdgebouw;
  • b. de bouwregels en toestaan dat de voorgevel niet in de naar de weg gekeerde bouwgrens wordt gebouwd;
  • c. de bouwregels en toestaan dat een gebouwde parkeervoorziening met een maximale bouwhoogte van 4 meter wordt gerealiseerd, waarbij het is toegestaan dat op deze gebouwde parkeervoorzieningen dakterrassen worden gerealiseerd, alsmede erf- en terreinafscheidingen conform artikel 8.2.4 lid b, c en d.
8.4 Specifieke gebruiksregels
8.4.1 Algemeen

Het gebruik van een gedeelte van de woning voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten tot een bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 30 m2 en/of voor een aan-huis-verbonden beroep met een vloeroppervlakte van meer dan 50 m2 met een maximum van 75 m2, is toegestaan mits:

  • a. de totale oppervlakte voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten en een aan-huis-verbonden beroep gezamenlijk niet meer dan 75 m2 bedraagt;
  • b. de verkeersaantrekkende werking niet zodanig is, dat ten gevolge daarvan extra verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen op de openbare weg, noodzakelijk worden;
  • c. het niet betreft geluidszoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen;
  • d. het niet betreft seksinrichtingen en/of detailhandel met uitzondering van detailhandel in ter plaatse vervaardigde en/of bewerkte producten;
  • e. het niet betreft vervaardiging van voedsel;
  • f. deze activiteiten door ten hoogste twee personen worden uitgeoefend, waarvan minstens één persoon woonachtig in het betreffende pand; voor kapsalons geldt dat deze activiteit door maximaal één persoon, die tevens in het pand woonachtig is, mag worden uitgeoefend;
  • g. de activiteiten geen onevenredige hinder voor het woonmilieu opleveren.

8.4.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 8.1 wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van bijgebouwen voor zelfstandige bewoning;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.

Artikel 9 Wonen - 2

9.1 Bestemmingsomschrijving
9.1.1 Bestemming

De voor `Wonen - 2´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woongebouwen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden-beroep;
  • b. horeca zoals genoemd in de Lijst van horeca-activiteiten in categorie 1a, 1b en 2b, maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening en kleinschalige detailhandel op de begane grond, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 6';

met de daarbij behorende:

  • c. erven en terreinen;
  • d. (ondergrondse) parkeervoorzieningen;
  • e. groen- en speelvoorzieningen;
  • f. waterhuishoudkundige voorzieningen (o.a. waterlopen, waterpartijen en waterberging);
  • g. nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

met inachtneming van het volgende:

  • i. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-verbonden-beroep mag niet meer dan 50 m2 bedragen;
  • j. de vloeroppervlakte van kleinschalige detailhandel binnen de bestemming 'Wonen - 2' mag niet meer dan 100m2 bedragen;
  • k. er is maximaal één horecabedrijf toegestaan binnen de bestemming 'Wonen - 2'.

9.2 Bouwregels
9.2.1 hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding bouwvlak worden gebouwd;
  • b. als maximale goothoogte geldt de goothoogte die op de verbeelding is aangegeven als 'maximum goothoogte';
  • c. als maximale bouwhoogte geldt de bouwhoogte die op de verbeelding is aangegeven als 'maximum bouwhoogte'.

9.2.2 Nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie gelden de volgende regels:

  • a. de maximale hoogte mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • b. de oppervlakte mag niet meer dan 15 m2 bedragen.

9.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximum bouwhoogte van de erf- en terreinafscheidingen is 3 m, met dien verstande dat de hoogte van een erf- en terreinafscheiding vóór een naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • b. de maximum bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is 2,5 m.

9.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken voor wat betreft de maximale goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, indien dat wenselijk is uit een oogpunt van een goede constructieve en/of bouwkundige aansluiting van het bijbehorende bouwwerk bij de hoogte van de verdiepingsvloer van het hoofdgebouw.

9.4 Specifieke gebruiksregels
9.4.1 Algemeen

Het gebruik van een gedeelte van de woning voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten tot een bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 30 m2 en/of voor een aan-huis-verbonden beroep met een vloeroppervlakte van meer dan 50 m2 met een maximum van 75 m2, is toegestaan mits:

  • a. de totale oppervlakte voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten en een aan-huis-verbonden beroep gezamenlijk niet meer dan 75 m2 bedraagt;
  • b. de verkeersaantrekkende werking niet zodanig is, dat ten gevolge daarvan extra verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen op de openbare weg, noodzakelijk worden;
  • c. het niet betreft geluidszoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen;
  • d. het niet betreft seksinrichtingen en/of detailhandel met uitzondering van detailhandel in ter plaatse vervaardigde en/of bewerkte producten;
  • e. het niet betreft vervaardiging van voedsel;
  • f. deze activiteiten door ten hoogste twee personen worden uitgeoefend, waarvan minstens één persoon woonachtig in het betreffende pand; voor kapsalons geldt dat deze activiteit door maximaal één persoon, die tevens in het pand woonachtig is, mag worden uitgeoefend;
  • g. de activiteiten geen onevenredige hinder voor het woonmilieu opleveren.

9.4.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 9.1 wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van bijgebouwen voor zelfstandige bewoning;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 10 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 11 Parkeereisen

11.1 Parkeereis

Bij de afgifte van een omgevingsvergunning en/of afwijkingsvergunning dienen, indien de omvang of de bestemming van een bouwwerk aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het parkeren of stallen van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, op of onder dat gebouw dan wel op het bij het gebouw horende perceel, afhankelijk van de bestemming, grootte en bereikbaarheid per openbaar vervoer, een door burgemeester en wethouders, conform de Bijlage 4 Parkeernormen 2012, te bepalen aantal parkeerplaatsen aanwezig zijn. Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - 1' zijn de Parkeernormen 2003 zoals opgenomen in Bijlage 3 van toepassing.

11.2 Afwijken van de parkeereis

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.1 indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit of voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimte en/of laad- en losruimte wordt voorzien.

11.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning nadere eisen stellen ten aanzien van de maatvoering van de parkeervoorzieningen,zoals bedoeld in lid 11.1 indien dit, gelet op de feitelijke omstandigheden, noodzakelijk is.

Artikel 12 Algemene gebruiksregels

12.1 Gebruik overeenkomstig de bestemming

Al dan niet in afwijking van het bepaalde in de bestemmingsregels van Hoofdstuk 2 wordt ter plaatse van een functie-aanduiding het gebruik van gronden en opstallen in overeenstemming met die functie-aanduiding aangemerkt als gebruik overeenkomstig die bestemming.

Artikel 13 Algemene aanduidingsregels

13.1 milieuzone - boringsvrije zone

Binnen de aanduiding "milieuzone - boringsvrije zone" zijn onverminderd het elders in dit bestemmingsplan bepaalde, de regels van de provinciale milieuverordening van toepassing.

Artikel 14 Algemene afwijkingsregels

14.1 Binnenplans afwijken

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat de bestemmingsgrens - inclusief functieaanduiding - en/of de aanduiding 'bouwvlak' c.q. 'bijgebouwen' met maximaal 5m wordt overschreden in het belang van het te verwachten verkeer, de volkshuisvesting en/of een behoorlijke bebouwing c.q. inrichting, danwel dat de noodzaak daartoe bij de uitzetting van het plan op het terrein blijkt;
  • b. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10 % van die maten, afmetingen en percentages;
  • c. de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 m, met dien verstande dat de maximum bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen 3 m is;
  • d. de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de maximum bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken en van zend-, ontvang- en/of sirenemasten 20 m is;
  • e. de regels met het oog op de realisering van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en/of voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer tot maximaal 100 m2 (bvo).

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 15 Overgangsrecht

15.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
15.2 Afwijken

burgemeester en wethouders kunnen eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 15.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 15.1 met maximaal 10%.

15.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Lid 15.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

15.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

15.5 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 15.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

15.6 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 15.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

15.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Lid 15.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 16 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Kruidenbuurt Noord 2014.

Bijlagen bij de regels

Bijlage 1 Lijst van horeca-activiteiten

Lijst van horeca-activiteiten bij de regels van het bestemmingsplan "Kruidenbuurt Noord 2014"

Categorie   Omschrijving / Typologie   Horeca subcategorie  

1.  

Maaltijdverstrekkers:  
 
  cafetaria, snackbar, automatieken   1a  
  lunchroom, ijssalons, kiosk   1a  
  pannenkoekenhuis, shoarmazaak, poffertjeszaak creperie   1a  
  restaurant   1b  
2.   Drankverstrekkers    
  café, bar, nachtclub   2a  
  tearoom, koffiehuis   2b  
3.   Multifunctioneel horecabedrijf   3  
4.   Vermaak, ontspanning en discotheken    
  snooker- of biljartcentrum   4a  
  casino of amusementhal   4a  
  bowling- of kegelcentrum, lasergamecentrum   4a  
  bioscoop   4a  
  discotheek, dancing   4b  
5.   Logiesverstrekkend    
  hotel   5  
  motel   5  
  pension   5  
6.   Ontmoetingscentra / Maatschappelijke instellingen   6  

Bijlage 2 Lijst van bedrijfsactiviteiten

Lijst van bedrijfsactiviteiten bij de regels van het bestemmingsplan Kruidenbuurt Noord 2014

SBI-
code  
Nr   Omschrijving   Afstanden in meters   Cate-gorie  
      geur
 
stof   geluid   gevaar
 
grootste
afstand  
 
14   -   VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT              
141     Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)   10   10   30   10   30   2  
58   -   UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE
VAN OPGENOMEN MEDIA  
           
18129     Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen   10   0   30   0   30   2  
1814   A   Grafische afwerking   0   0   10   0   10   1  
1814   B   Binderijen   30   0   30   0   30   2  
1813     Grafische reproductie en zetten   30   0   10   10   30   2  
1814     Overige grafische aktiviteiten   30   0   30   10   30D   2  
182     Reproductiebedrijven opgenomen media   0   0   10   0   10   1  
26, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS              
26, 28, 33   A   Kantoormachines- en computerfabrieken   30   10   30   10   30   2  
26, 32, 33   -   VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN              
26, 32, 33   A   Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d.   30   0   30   0   30   2  
31   -   VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.              
9524   2   Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2   0   10   10   0   10   1  
321     Fabricage van munten, sieraden e.d.   30   10   10   10   30   2  
322     Muziekinstrumentenfabrieken   30   10   30   10   30   2  
32991     Sociale werkvoorziening   0   30   30   0   30   2  
41, 42, 43   -   BOUWNIJVERHEID              
41, 42, 43   3   - aannemersbedrijven met werkplaats:
b.o. < 1000 m2  
0   10   30   10   30   2  
45, 47   -   HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTOR- FIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS              
451, 452, 454     Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven   10   0   30   10   30   2  
45204   B   Autobeklederijen   0   0   10   10   10   1  
45205     Autowasserijen   10   0   30   0   30   2  
47   -   DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN              
952     Reparatie t.b.v. partuculieren (excl. auto's en motorfietsen)   0   0   10   10   10   1  
55   -   LOGIES, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING              
562     Cateringbedrijven   10   0   30 C   10   30   2  
49   -   VERVOER OVER LAND              
493     Taxibedrijven   0   0   30 C   0   30   2  
52   -   DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER              
52109   B   Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)   0   0   30 C   10   30   2  
5221   1   Autoparkeerterreinen, parkeergarages   10   0   30 C   0   30   2  
53   -   POST EN TELECOMMUNICATIE              
531, 532     Post- en koeriersdiensten   0   0   30 C   0   30   2  
61   A   Telecommunicatiebedrijven   0   0   10 C   0   10   1  
61   B0   Zendinstallaties:              
61   B2   - FM en TV   0   0   0 C   10   10   1  
61   B3   - GSM en UMTS-steunzenders (indien bouwergunningplichtig)   0   0   0 C   10   10   1  
41, 68   -   VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED              
41, 68   A   Verhuur van en handel in onroerend goed   0   0   10   0   10   1  
77   -   VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN              
7711     Personenautoverhuurbedrijven   10   0   30   10   30   2  
772     Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.   10   10   30   10   30 D   2  
62   -   COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE              
62   A   Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.   0   0   10   0   10   1  
58, 63   B   Datacentra   0   0   30 C   0   30   2  
72   -   SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK              
721     Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk   30   10   30   30 R   30   2  
722     Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek   0   0   10   0   10   1  
63, 69 t/m 71, 73, 74, 77, 78, 80 t/m 82   -   OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING              
74203     Foto- en filmontwikkelcentrales   10   0   30 C   10   30   2  
82992     Veilingen voor huisraad, kunst e.d.   0   0   10   0   10   1  
59   -   CULTUUR, SPORT EN RECREATIE              
591, 592, 601, 602     Studio's (film, TV, radio, geluid)   0   0   30 C   10   30   2  
9101, 9102     Bibliotheken, musea, ateliers e.d.   0   0   10   0   10   1  
96   -   OVERIGE DIENSTVERLENING              
96012     Chemische wasserijen en ververijen   30   0   30   30 R   30   2  
96013   A   Wasverzendinrichtingen   0   0   30   0   30   2  
96013   B   Wasserettes, wassalons   0   0   10   0   10   1