direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd
Plan: Landhof, fase 1
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80026-0501

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Gemengd´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden-beroep;
    • 2. maatschappelijke voorzieningen;
    • 3. dienstverlenende bedrijven/instellingen

met de daarbij behorende :

  • b. wegen en paden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. tuinen, erven en terreinen;
  • h. water;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde

met dien verstande dat:

  • j. de woningen alleen gebouwd mogen worden als voldaan wordt aan de voorkeursgrenswaarde zoals opgenomen in de Wet geluidhinder. Met dien verstande dat dient te worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB op de gevel, niet zijnde een dove-gevel;

de bebouwing op een kavel qua bebouwingsbeeld en eenvormige kenmerken op elkaar afgestemd dienen te worden en één ensemble te vormen zoals opgenomen in de kavelpaspoorten deel uit makende van dit bestemmingsplan (Bijlage 1 Kavelpaspoorten );

  • k. de inrit haaks dient te liggen op de weg-as van de oprijlaan en niet in het verlengde mag liggen van de aansluiting van een tegenoverliggende kavel;
  • l. een directe ontsluiting vanaf de Graslinnen en Grasstreppe is uitgesloten;
  • m. met betrekking tot parkeren dient voor de bestemming wonen, opgenomen in artikel 3.1.a, te worden voldaan aan de parkeernorm van 1,7 per woning en 0,4 per woning voor bezoekersparkeerplaatsen, waarbij de bezoekersparkeerplaatsen openbaar toegankelijk dienen te zijn;
  • n. met betrekking tot parkeren dient voor de overige bestemmingen, opgenomen in artikel 3.1.a, te worden voldaan aan de parkeernormen zoals opgenomen in Bijlage 2 Parkeernormen
  • o. erf- en terreinafscheidingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1' uitsluitend in de vorm van beplanting mag worden gerealiseerd;
  • p. de oppervlakte van een ruimte voor een aan-huis-verbonden-beroep mag per woning ten hoogste 50 m2 bedragen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van de in lid 3.1 genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding `bouwvlak´ worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1 (sgd-1) mag niet worden gebouwd met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen (zoals plinten, luifels, balkons en daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen) worden gebouwd mits de overschrijding niet meer dan 1 meter bedraagt;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1 (sgd-1) dient de zone minimaal 4 meter te bedragen, met uitzondering van de op de verbeelding opgenomen zone van 2 meter ter plaatse van de meest noord-oostelijke kavel;
  • d. indien een kavel wordt gesplitst in 2 of meerdere delen dient een obstakelvrije zone van 8 meter tussen de kavels in acht te worden genomen zoals omschreven onder a en de kavelpaspoorten;
  • e. bij het splitsen van een kavel in meerdere kavels dienen het aantal woningen en het maximaal te realiseren totaal bruto vloeroppervlak, zoals opgenomen in de kavelpaspoorten, naar evenredigheid verdeeld te worden;
  • f. de maximale bouwhoogte van een hoofdgebouw mag maximaal datgene bedragen dat ter plaatse van de aanduiding "maximum bouwhoogte in meters" is opgenomen op de verbeelding;
  • g. de maximale bruto vloeroppervlak, zoals opgenomen in de kavelpaspoorten (Bijlage 1 Kavelpaspoorten), mag per kavel niet worden overschreden;
  • h. het bruto vloeroppervlakte van de gebouwen enkel en alleen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen en/of dienstverlenende bedrijven/instellingen mag per kavel (zoals opgenomen in de kavelpaspoort) niet meer 300 m2 bedragen.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. erf- en terreinafscheidingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1 (sgd-1)' mogen ten hoogste 1,20 meter bedragen, met dien verstande dat deze uitsluitend in de vorm van beplanting mag worden gerealiseerd;
  • b. de hoogte van overige erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen;
  • c. de hoogte van lichtmasten mag niet meer dan 6 meter bedragen;
  • d. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1 (sgd-1)' geen bouwwerken mogen worden opgericht.

3.2.3 Ondergronds bouwen

Voor het ondergronds bouwen geldt de volgende bepaling:

  • a. de verticale diepte van een ondergronds bouwwerk mag niet meer bedragen dan 4 meter beneden peil.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden
  • e. de bereikbaarheid van hulpdiensten, waar onder de brandweer, ambulance etc.

3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Gebruiksverbod

Het is niet toegestaan om de gebouwen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen en/of dienstverlenende bedrijven/instellingen te gebruiken voor horecadoeleinden of detailhandel, met uitzondering van detailhandel in ter plaatse vervaardigde en/of bewerkte producten, alsmede ondergeschikte horeca ten dienste van de voorzieningen (horeca categorie 1a (Aan de detailhandelsfunctie verwante horeca) , zoals opgenomen in de 'Lijst van horeca-activiteiten' (Bijlage 3);

3.4.2 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1. en toestaan dat in combinatie met het wonen:

  • a. de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten tot een bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 30 m2 en/of voor een aan-huis-verbonden beroep tot een beroepsvloeroppervlakte van maximaal 75 m2, mits:
    • 1. de totale oppervlakte voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten en een aan-huis-verbonden beroep gezamenlijk niet meer dan 75 m2 bedraagt;
    • 2. de verkeersaantrekkende werking niet zodanig is, dat ten gevolge daarvan extra verkeers-maatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen op de openbare weg, noodzakelijk worden;
    • 3. het niet betreft geluidszoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen;
    • 4. het niet betreft seksinrichtingen en/of detailhandel met uitzondering van detailhandel in ter plaatse vervaardigde en/of bewerkte producten;
    • 5. deze activiteiten door ten hoogste twee personen worden uitgeoefend, waarvan minstens één persoon woonachtig in het betreffende pand; voor kapsalons geldt dat deze activiteit door maximaal één in het pand woonachtige persoon mag worden uitgeoefend;
    • 6. de activiteiten geen onevenredige hinder voor het woonmilieu opleveren.