Plan: | Buitengebied 2017, 2e herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0770.BPB20171h20076-VAST |
Artikel A Begrippen
A.1 plan:
het bestemmingsplan Buitengebied 2017, 2e herziening met identificatienummer NL.IMRO.0770.BPB20171h20076-VAST van de gemeente Eersel.
A.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Artikel B Toepassingsbereik
Het bestemmingsplan 'Buitengebied 2017', vastgesteld door de raad van de gemeente Eersel op 3 juli 2018, inclusief de partiële herziening 'Buitengebied 2017, eerste herziening', vastgesteld door de raad van de gemeente Eersel op 29 januari 2019, blijft van toepassing, met dien verstande dat:
In blauw renvooi: verwerking van 'Buitengebied 2017, eerste herziening'
het bestemmingsplan Buitengebied 2017 met identificatienummer NL.IMRO.0770.BPB20170049-VAS1 van de gemeente Eersel.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen, voor advies inzake volwaardigheid, continuïteit en noodzaak in verband met een agrarisch bedrijf.
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijbehorende bouwwerken met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
landschapswaarden die samenhangen met (abiotische) milieukenmerken, zoals bodemopbouw/-samenstelling, geomorfologie, reliëf, grondwaterhuishouding (kwelgebieden), afzonderlijk of in onderlinge samenhang.
het geheel van waarden in verband met het abiotisch milieu (= niet levende natuur), in de vorm van aardkundige en/of hydrologische kenmerken, zowel op zichzelf als in relatie tot de aanwezigheid of nabijheid van (ontwikkelingsmogelijkheden voor) een waardevol biotisch milieu (= levende natuur, gevormd door organismen en leefgemeenschappen).
inrichting die tot een, krachtens artikel 1.1, derde lid, Wet milieubeheer, aangewezen categorie behoort en die is gericht op:
nader te onderscheiden in:
een aanduiding 'bouwvlak' binnen de bestemming Agrarisch, Agrarisch met waarden - Landschappelijke en natuurlijke waarden of Agrarisch met waarden - Landschappelijke waarden.
bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het leveren van goederen en diensten aan agrarische bedrijven of dat agrarische producten bewerkt, vervoert of verhandelt, zoals loonwerkbedrijven, bedrijven voor mestopslag en handel, veetransport en veehandel, met uitzondering van mestbewerking.
bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven waarbij gebruik gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden van dieren of het toepassen van andere land-, bos- of natuurbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking.
het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten zoals opgenomen in de categorieën 1 of 2 van de Lijst Activiteiten uit de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering', editie 2009 of activiteiten die daarmee naar aard, omvang en invloed vergelijkbaar zijn. De activiteiten zijn gericht op het geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen en dat wordt uitgeoefend door de feitelijke bewoner van de bijbehorende woning.
cultuurhistorische waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigd.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een lijnvormige verzameling van gebouwen langs een weg, doorgaans dubbelzijdig aanwezig, dan wel een vlakvormige verzameling van gebouwen bij een kruispunt van wegen in het buitengebied, veelal met een historisch gegroeide menging van kleinschalige buitengebied- en niet-buitengebiedfuncties.
een in de regels opgenomen of aangeduid percentage, dat de grootte van het deel van een terrein (bouwvlak, bestemmingsvlak, bouwperceel etc.) aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd.
een nevenactiviteit met als doel het verstrekken van logies en ontbijt aan steeds wisselend publiek, dat voor een korte periode, namelijk één tot enkele nachten, ter plaatse verblijft; onder bed & breakfast wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
handelingen en werkzaamheden die plaatsvinden in het kader van de uitoefening van een bedrijf.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
het via een bedrijf, stichting of ander rechtspersoon voeren van een zodanig beheer/ exploitatie, dat in de recreatieverblijven daadwerkelijk recreatief gebruik plaatsvindt.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) één persoon of gezin, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
gebied waar de ontwikkelingsmogelijkheden van veehouderijen zijn beperkt.
een gebouw met een kantoor-, cel-, industrie-, sport- of logiesfunctie als bedoeld in artikel 1.1 van het Bouwbesluit.
de definitie als opgenomen in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huisverbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
Besluit van 27 mei 2004, houdende milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid van inrichtingen milieubeheer.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
de tak van tuinbouw die zich bezig houdt met het telen van houtige gewassen en planten hoger dan 1,5 m voor tuinen en groenvoorzieningen.
elk terrein waarop bosbouw wordt uitgeoefend, zijnde het geheel van bedrijfsmatig handelen en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van (een of meerdere van de functies) natuur, houtproductie, landschap, milieu (waaronder begrepen waterhuishouding) en recreatie.
het geheel van bedrijfsmatig handelen en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van (een of meerdere van de functies) natuur, houtproductie, landschap en recreatie.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
aaneengesloten (virtueel) vlak waarop functioneel bij elkaar behorende bebouwing en voorzieningen worden geconcentreerd, bestaande uit een bouwvlak, waarbinnen de gebouwen zijn toegelaten, met de direct daaraan grenzende gronden waar ook bouwwerken geen gebouwen zijnde en vergunningvrije bouwwerken zijn toegestaan.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
instrument waarin maatregelen zijn benoemd ter bevordering van de transitie naar zorgvuldige veehouderij voor individuele bedrijven, zoals toegepast door de provincie Noord-Brabant.
ensemble van bestaande bebouwing en bijbehorende omgeving met aldaar aanwezige cultuurhistorische waarden en kenmerken.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied, zoals dat ondermeer tot uitdrukking komt in de beplanting, het reliëf, de verkaveling, het sloten- of wegenpatroon en/of de architectuur.
activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel, toerisme en educatie, waarbij overnachting niet is toegestaan; huifkarren worden hier mede onder begrepen.
een gesloten bovenbeëndiging van een gebouw, c.q. bouwwerk.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degene die deze goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
gebouw voor het houden van landbouwhuisdieren, inclusief de daartoe behorende voorzieningen;
het rulle of vaste deel van dierlijke mest dat ontstaat bij scheiding van deze mest of van digestaat in een dik en een dun deel, bijvoorbeeld door mechanische scheiding, gescheiden opvang van mest en urine, bezinking of een strofilter.
afschermende (rand)beplanting binnen of direct aansluitend op het bestemmingsvlak of bouwperceel van een agrarisch bedrijf, een niet-agrarisch bedrijf of een woning.
een weg die in de Nederlandse wegcategorisering wordt aangemerkt als het meest lokale wegtype, waarbij langzaam verkeer en gemotoriseerd verkeer gemengd is, zonder rijrichtingscheiding en meestal zonder gescheiden fietspaden.
die vormen van natuurvriendelijke recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen, picknicken, kanoën, survivaltochten en natuurgerichte recreatie zoals vogelobservatie.
een al dan niet uitklapbare wagen of voertuig, onder welke benaming ook aangeduid, die uitsluitend of in hoofdzaak dient of kan dienen tot logies-, dag- of nachtverblijf van een of meer personen en die bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen, ook over grote afstanden, als een aanhangsel van een personenauto te worden voortbewogen. Ook indien deze wagen of dit voertuig wegens daaraan of daarbij aangebrachte wijzigingen of voorzieningen niet of niet meer geschikt is om te worden verreden, wordt hij voor de toepassing van dit plan aangemerkt als caravan.
dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen die aansluiten bij het agrarisch bedrijf of bij de natuur- en landschapsbeleving van het landelijk gebied.
een groot evenement of klein evenement, zijnde:
elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, waaronder een herdenkingsplechtigheid, een braderie, een optocht, niet zijnde een betoging, een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg, een straatfeest of buurtbarbecue op één dag (klein evenement), met uitzondering van:
een weg die in de Nederlandse wegcategorisering wordt aangemerkt als een weg met gelijkvloerse kruisingen welke is bedoeld om landelijk of stedelijk gebied te ontsluiten. De wegvakken hebben hierbij een doorstroomfunctie, terwijl de gelijkvloerse kruispunten uitwisseling van verkeer mogelijk maken met lagere orde wegen.
de van de 'Structuurvisie Eersel 2011' onderdeel uitmakende 'Gebiedsvisie
bebouwingsconcentraties' d.d. 3 april 2012
de van de 'Visie Buitengebied 2.0' onderdeel
uitmakende 'Gebiedsvisie bebouwingsconcentraties' of een vergelijkbaar door de gemeenteraad van Eersel vastgesteld document.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
woningen, scholen voor basisonderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs, hoger onderwijs en gezondheidszorggebouwen.
terreinen die behoren bij andere gezondheidszorggebouwen dan algemene, categorale en academische ziekenhuizen, alsmede verpleeghuizen, voor zover deze bestemd zijn of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg, of woonwagenstandplaatsen.
bedrijven welke vallen onder artikel 2.4. van Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer.
de vorm van het landschap, ontstaan door geologische processen en beïnvloedt door menselijk handelen.
geurgevoelig object conform de Wet geurhinder en veehouderij.
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in kassen plaatsvindt.
gebieden met een belangrijke nevenfunctie voor natuur en water die overwegend grenzen aan het natuurnetwerk brabant en het natuurnetwerk brabant ecologische verbindingszone of die deze verbinden.
een bedrijf dat gespecialiseerd is in processen ten aanzien van biologisch afbreekbare producten en processen ten aanzien van grond en bodemproducten. Het gaat om processen zoals bijvoorbeeld scheiden, produceren van biomassa, vergisten, fermenteren, bioraffinage , composteren, kwaliteitstoetsing maar ook nieuwe, nog in ontwikkeling zijnde, technieken in het verlengde hiervan. De activiteiten behelzen alles wat past binnen de biobased economy. Activiteiten als accepteren, op-overslag, bewerken, samenstellen, logistiek en handel zijn hieraan verbonden. Ook worden bodemproducten geproduceerd die (deels) biomassa componenten bevatten.
een bouwwerk of een gedeelte van een bouwwerk bestemd voor het houden van recreatief nachtverblijf in permanent daarvoor ingerichte ruimten met gemeenschappelijke verblijven.
grondgebonden veehouderij als bedoeld in de Verordening ruimte, zijnde een veehouderij waarvan het voer en de mest voor het overgrote deel gewonnen respectievelijk aangewend worden op gronden die in gebruik zijn van de veehouderij en die in de directe omgeving liggen van de bedrijfslocatie. Of hiervan sprake is wordt getoetst op grond van de criteria die zijn opgenomen in nadere regels die hieromtrent op basis van de Verordening ruimte door Gedeputeerde Staten zijn gesteld.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, instellingen dan wel aan personen in een aanwending in een ander bedrijf.
gebouwen en/of bouwwerken, met een hoogte tot maximaal 4 m, waarvan de wanden en het dak of de bedekking voornamelijk bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, die dienen tot het kweken, trekken, vermeerderen, opkweken of verzorgen van vruchten, groenten, bloemen, bloembollen, planten of bomen alsmede, in voorkomende gevallen, tot bescherming van de omgeving en/of bodem tegen milieubelastende stoffen.
veehouderij met uitzondering van nertsenhouderij, melkrundveehouderij en schapenhouderij.
een functie waarvoor het hoofdgebouw als zodanig mag worden gebruikt.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel, en indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies, dranken, maaltijden en/of geringe etenswaren voor het al dan niet gebruik ter plaatse en/of het exploiteren van zaalaccommodatie, nader te onderscheiden in:
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden voor de consumptie ter plaatse en het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken), zoals een hotel of pension;
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse (al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken), en dat overdag en in de avonduren geopend kan zijn, zoals een restaurant;
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van (al dan niet voor consumptie ter plaatse) bereide geringe etenswaren (al dan niet met nevenactiviteit het verstrekken van veelal alcoholvrije dranken) en dat zowel overdag als in de avonduren geopend kan zijn, zoals een lunchroom, cafetaria, shoarmazaak;
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse (al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van geringe etenswaren) en het ten gehore brengen van muziek en/of het geven van gelegenheid tot dansbeoefening, al dan niet incidenteel met levende muziek gecombineerd en dat in de avond en het begin van de nacht geopend kan zijn, zoals een (eet)café, feestzaal;
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse en het ten gehore brengen van muziek en/of het geven van gelegenheid tot dansbeoefening, al dan niet incidenteel met levende muziek gecombineerd en dat aan het eind van de avond en een groot gedeelte van de nacht geopend kan zijn, zoals een discotheek.
het voortbrengen van hout op bedrijfsmatige wijze door een mede daarop afgestemd duurzaam beheer van bos.
een bedrijf dat is gericht op het kweken en verkopen van planten en siergewassen en het aanleggen en onderhouden van tuinen en andere groenvoorzieningen.
één of meer personen die een gezamenlijke huishouding voeren, waarbij sprake is van continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid.
waarden in verband met een specifieke waterhuishoudkundige situatie voor daaraan gebonden organismen (planten en dieren), leefgemeenschappen en potenties voor de ontwikkeling daarvan, met daarbij behorende kwantitatieve aspecten (zoals hoge waterstand, stabiel waterpeil) en/of kwalitatieve aspecten (voedselarm, onvervuild), zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
het in een gebouw bergen van goederen, die geen regelmatige verplaatsing behoeven, zoals (antieke) auto's, boten en caravans. De opslag mag niet bestemd zijn voor de handel danwel worden opgeslagen voor een elders gevestigd niet-agrarisch bedrijf.
het begin van het sloottalud.
het gelegenheid geven tot het houden van recreatief nachtverblijf in gebouwen deel uitmakend van een agrarische bedrijf dan wel een voormalig agrarisch bedrijf.
standplaats voor één of een aantal bij elkaar behorende kampeermiddelen.
terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief verblijf.
agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden waaronder mede begrepen een schuurkas of een permanente tunnel- of boogkas hoger dan 1,5 meter.
overgangsgebied naar het buitengebied, gelegen langs bestaand stedelijk gebied, met daarin relatief veel bebouwing op korte afstand van elkaar en met een ondergeschikte of afnemende agrarische functie.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde als uitingen van één der beeldende kunsten.
een bedrijf waarin gewassen worden geteeld, waarbij de productie gedeeltelijk plaatsvindt in kassen bij het bedrijf.
een gebouw met een onderwijs- of gezondheidsfunctie als bedoeld in artikel 1.1. van het Bouwbesluit 2003.
de definitie als opgenomen in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
bouwwerken of andere werken, met een hoogte van maximaal 1,5 m, overwegend voorzien van een bedekking van lichtdoorlatend of ander beschermend materiaal die dienen tot het kweken, trekken, vermeerderen, opkweken of verzorgen van vruchten, groenten, bloemen, bloembollen, planten of bomen alsmede, in voorkomende gevallen, tot bescherming van de omgeving en/of bodem tegen milieubelastende stoffen.
rundvee, pluimvee (kippen, eenden, ganzen, kalkoenen, parelhoenders, struisvogels e.d.), varkens, schapen, geiten, pelsdieren, konijnen, paarden, wormen e.d., consumptievissen (meerval, forel, paling, zeebaars, zeebrasem, tilapia e.d.).
het optimaal op elkaar afstemmen van bebouwing en beplanting, rekening houdend met de ter plaatse voorkomende landschappelijke en cultuurhistorische waarden om zo te komen tot een landschappelijke inpassing van nieuwe bebouwing die recht doet aan de kwaliteit en de beleving van het landschap.
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur.
groenelementen met lanschappelijke waarden die bepalend zijn voor het om liggende landschap en in hoofdzaak bestaan uit met name inheemse beplanting in de vorm van struiken, bomen en kruidenlaag.
een sportactiviteit al dan niet individueel of in groepsverband, professioneel of hobbymatig
waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het
omgevingslawaai wordt overschreden, waaronder in ieder geval begrepen de rallysport,
motorsport, (model)vliegsport; de jachtsport wordt hier niet onder begrepen.
een sportactiviteit waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het omgevingslawaai wordt overschreden, waaronder in ieder geval begrepen de rallysport, motorsport, (model)vliegsport.
een terrein, plaats of van landschappelijk en functioneel met elkaar verbonden gronden.
een bedrijf dat -voornamelijk met behulp van verplaatsbare werktuigen- diensten verleent aan agrarische bedrijven, hetzij in verband met de bodemcultuur, hetzij ter uitvoering van grondwerkzaamheden, met uitzondering van mestbewerking.
een sportbedrijf dat hoofdzakelijk op eigen terrein binnen of buiten een gebouw gelegenheid geeft tot het beoefenen van de paardensport en al dan niet mogelijkheden biedt voor het verblijf en de verzorging van paarden.
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychisch en/of
sociaal vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
de toepassing van basistechnieken of combinaties daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigen, zoals droging, bezinking, (co)vergisting, scheiding, hygiënisatie of indamping van mest.
een kleinschalig kampeerterrein als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf of een burgerwoning.
samenhangend netwerk van natuurgebieden van nationaal en internationaal belang met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten bestaande uit de meest waardevolle natuur- en bosgebieden en andere gebieden met belangrijke aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden.
zone die dienst doet als verspreidingsgebied respectievelijk migratieroute voor planten en dieren tussen verschillende natuurgebieden. Aanleg van verbindingszones heeft als doel barrières tussen deze gebieden op te heffen.
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologisch, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang;
Nevenactiviteiten: Het ontplooien van activiteiten op een agrarisch bouwvlak die niet rechtstreeks de uitoefening van de agrarische bedrijfsvoering betreffen.
aantal m2 kasoppervlakte.
het ontplooien van activiteiten bij een agrarisch bedrijf, die niet rechtstreeks de uitoefening van de agrarische bedrijfsvoering betreffen.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten niet specifiek publiekgericht zijn, en dat op kleine schaal in een woning en/of bijbehorende bouwwerken wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse.
de vestiging van een agrarisch bedrijf op een nieuw bouwvlak daar waar nog geen bouwmogelijkheden aanwezig zijn, als gevolg van het oprichten van een nieuw agrarisch bedrijf, dan wel het splitsen van een bestaand agrarisch bedrijf.
het geheel, danwel in overwegende mate overstappen van een van de volgende agrarische bedrijfsvormen in een andere, ook in de opsomming genoemde bedrijfsvorm:
een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men uitsluitend ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren.
agrarisch bedrijf dat niet binnen de begripsbepaling van veehouderij, vollegrondsteeltbedrijf of glastuinbouwbedrijf valt.
een dakconstructie vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen, die niet wordt aangemerkt als een gebouw.
een niet overdekt en al dan niet omsloten terrein, voorzien van een bewerkte/aangepaste bodem, voor het africhten, trainen en berijden van paarden en het anderszins beoefenen van de paardensport.
een uit bedrijfseconomisch oogmerk opgezette houderij voor paarden die uitsluitend of in hoofdzaak is gericht op het fokken, trainen, africhten en verhandelen van paarden, waarbij tevens als ondergeschikte nevenactiviteit is toegestaan het geven van instructie aan ruiter en paard; hierbij zijn publieks- en/of verkeersaantrekkende activiteiten niet toegestaan.
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan logerende gasten.
het stallen van paarden van derden.
een van oorsprong agrarische bedrijfswoning die gebruikt mag worden door derden die geen functionele relatie hebben met het agrarisch bedrijf dat ter plaatse wordt uitgeoefend.
een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak publieksgericht zijn en waarvan de omvang en uitstraling zodanig is, dat de activiteit past binnen de desbetreffende woonomgeving en derhalve in een woning en/of bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie, kan worden toegestaan.
die vormen van openluchtrecreatie, die plaats hebben in een omgeving met een niet-recreatieve hoofdfunctie, waarbij het medegebruik ondergeschikt is aan de hoofdfunctie en het hoofdgebruik.
recreatie in ruimten welke zijn bestemd voor recreatief nachtverblijf, zoals een recreatiewoning, kampeerhuisje, vakantieappartement, groepsaccommodatie, pension of kampeermiddel, door personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
een gebouw dat dient als recreatiewoonverblijf voor gebruikers die hun hoofdverblijf elders hebben.
een inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof hij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub en (raam) prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
recreatiewoning die geen deel uitmaakt van een verblijfsrecreatief terrein.
een caravan of soortgelijk onderkomen dat steun vindt op de grond en dat mede, gelet op de afmetingen, niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen over grote afstanden als aanhangsel van een auto te worden voortbewogen.
stalderingsgebied als bedoeld in de Verordening ruimte Noord-Brabant, zijnde een gebied waarbinnen het oprichten van een dierenverblijf voor een hokdierhouderij is gekoppeld aan de sanering van een bestaand dierenverblijf van een hokdierhouderij met als doel de regionale concentratie van vee te reguleren en verdere leegstand te voorkomen.
opslag van goederen, die geen regelmatige verplaatsing behoeven (zoals antieke auto's, boten, caravans en dergelijke) en die niet bedoeld is voor de handel of een elders gevestigd bedrijf.
producten, gemaakt met grondstoffen die als streekeigen worden beschouwd en/of volgens streektraditie geteelde producten, en/of producten die volgens een specifieke bereidingswijze of receptuur van een bepaalde regio wordt geproduceerd.
een weg die in de Nederlandse wegcategorisering wordt aangemerkt als een weg waarop gemotoriseerd verkeer zo veel mogelijk ononderbroken kan doorstromen.
teeltondersteunende voorziening, bestaande uit een kas, voor een vollegrondstuinbouwbedrijf of boomteeltbedrijf. Hieronder worden ook schuurkassen, permanente tunnel- of boogkassen begrepen.
voorzieningen in, op of boven de grond, die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten worden gebruikt om de productie onder meer gecontroleerde omstandigheden te laten plaatsvinden; te onderscheiden zijn de volgende categorieën:
het huisvesten van werknemers, die in een periode van grote arbeidsbehoefte gedurende enkele maanden op een agrarisch bedrijf werkzaam zijn om naar de aard kortdurend werk te verrichten, voorzover noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering.
een klein vrijstaand gebouw, zonder eigen sanitaire voorzieningen, bestemd voor verhuur voor recreatievedoeleinden in de vorm van verblijfsrecreatie aan steeds wisselende wandelaars, fietsers, ruiters, kanoërsof autogebruikers, waarbij verhuur aan dezelfde personen maximaal 3 dagen/nachten mag zijn.
een kwekerij en een verkoopplaats waar dode en levende artikelen voor verwerking/gebruik in tuin en huis, daaronder ook begrepen dierbenodigdheden voor huisdieren, direct aan particulieren ter verkoop worden aangeboden, van welke verkoopplaats een koffiehoek deel uitmaakt ter ondersteuning van de tuincentrumfunctie; .'
een bedrijf dat is gericht op het
telen en voornamelijk verkopen van planten en siergewassen, alsmedehet verkopen en
leveren van andere goederen en materialen voor het aanleggen, onderhouden en verfraaien
van tuinen.
een werk of bouwwerk voorzien van een bedekking van lichtdoorlatend materiaal en dienend tot het kweken, trekken, vermeerderen, opkweken of verzorgen van vruchten, bloemen, groenten, planten of bomen, alsmede in voorkomende gevallen tot bescherming van de omgeving tegen milieubelastende stoffen.
een verblijfsruimte in een gebouw, geen (sta)caravan of andere constructie op wielen zijnde, dat bestemd is voor recreatief nachtverblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en pelsdieren.
een ruimte in de vorm van een kampeermiddel, recreatiewoning, hotelkamer e.d. die geschikt is voor verblijfsrecreatie.
recreatie in ruimten welke zijn bestemd of opgericht voor recreatief nachtverblijf, zoals een recreatiewoning, groepsaccommodatie/logeergebouw, pension, bed & breakfast, kampeermiddel of trekkershut door personen die hun hoofdwoonverblijf elders hebben.
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke winkelruimte ten behoeve van de detailhandel.
de totale oppervlakte, gemeten op vloerniveau, die voor een functie wordt gebruikt;
grond waarop, anders dan ten dienste van een agrarisch bedrijf, op kleine schaal voedings- en/of siergewassen worden geteeld en voornamelijk ten eigen behoeve;
agrarisch bedrijf in de land- en tuinbouwsector dat zich richt op het telen van gewassen met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt;
een agrarisch bedrijf dat de arbeidsomvang heeft van tenminste één volledige arbeidskracht en waarvan de continuïteit ook op langere termijn in voldoende mate is verzekerd;
de denkbeeldige lijn, evenwijdig aan de as van de weg waaraan gebouwd wordt, op een afstand van de weg die:
al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen, alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etcetera.
een torenachtig bouwwerk met bovenin een waterreservoir.
Wet van 16 februari 1979 (Stb. 99) houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder, zoals deze luidde op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan;
Wet van 13 juni 1979, Stb. 442, houdende regelen met betrekking tot een aantal algemene onderwerpen op het gebied van de milieuhygiëne, zoals deze luidde op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan;
Wet van 20 oktober 2006, (Stb. 2006, nr. 566), houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening, zoals deze luidde op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan;
het bewonen van een woning door niet meer dan één afzonderlijk huishouden.
een complex van intern met elkaar in verbinding staande ruimten, in een (gedeelte van een) gebouw, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één
of meer personen
huishouden;
Wet van 29 augustus 1991 , (Stb. 1991, nr. 439), tot herziening van de Woningwet, zoals deze luidde op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan;
een (voormalige) agrarische bedrijfswoning met in de bouwmassa opgenomen (voormalige) agrarische bedrijfsruimten, die samen een geïntegreerde eenheid (bouwkarakteristiek waarbij woon- en bedrijfsgedeelte van oudsher aan elkaar verbonden zijn) vormen;
een te verplaatsen/ verwijderen bouwwerk bestaande uit één bouwlaag, geschikt en ingericht ten dienste van het woon-, dag- of nachtverblijf van een of meer personen, niet zijnde een stacaravan.
veehouderij die door het treffen van maatregelen, onder andere gericht op landschap, het verder sluiten van kringlopen op lokaal niveau, emissiebeperking en gezondheid voor mens en dier, ruimtelijk en maatschappelijk optimaal is ingepast in zijn omgeving.
een woning bestemd voor verzorgd wonen, die niet via de reguliere woningdistributie beschikbaar komt, maar waarvan minimaal één van de bewoners vanwege de beperkte zelfredzaamheid vanaf aanvang van bewoning - op basis van een ter zake van overheidswege gehanteerd systeem - is geïndiceerd voor 24 uurszorg, waarbij die zorg beschikbaar is in de directe nabijheid van de woning en welke zorg door minimaal één van de bewoners ook daadwerkelijk wordt afgenomen.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse bouwperceelgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk;
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine;
bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder perceelsontsluitingen en sloten, en overeenkomstig de in 3.1.2 opgenomen nadere detaillering van de doeleinden.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 3.1.1:
Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mag een (vollegronds)teeltbedrijf of een overig agrarisch bedrijf tot een omvang van ten hoogste 1,5 ha bouwperceel, worden uitgeoefend. Voorts is -al dan niet in combinatie met een (vollegronds)teeltbedrijf of een overig agrarisch bedrijf- het volgende type agrarisch bedrijf toegestaan overeenkomstig de onderstaande aanduidingen:
Bij een bestaande veehouderij mogen dieren - al dan niet in hokken - binnen gebouwen alleen op de begane grond gehouden worden, met uitzondering van voliére- en scharrelstallen voor legkippen, waar ten hoogste twee bouwlagen gebruikt mogen worden.
Afhankelijk van de opgenomen aanduiding zijn ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' voorts uitsluitend de volgende nevenactiviteiten naast de agrarische bedrijfsvoering toegestaan met de daarbij behorende voorzieningen, waarbij voor de betreffende activiteit maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum vloeroppervlakte (m2 )' / 'maximum vloeroppervlakte; netto (m2 )' opgenomen vloeroppervlakte is toegestaan:
Adres | Aanduiding | Nevenactiviteit | ||||
Duiselseweg 2 | 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderopvang' | kinderopvang | ||||
Eerdbrand 9 | 'specifieke vorm van bedrijf - ambachtelijk bedrijf' | kleinschalig ambachtelijk bedrijf | ||||
Koemeersdijk 4 | 'specifieke vorm van bedrijf - hoveniersbedrijf en statische opslag' | hoveniersbedrijf en statische opslag | ||||
Oirschotsedijk 18 | 'opslag' | statische opslag | ||||
Molenvelden 3 | 'zorgboerderij' | zorgboerderij | ||||
Rootseweg 13 | 'hovenier' | hovenier | ||||
Stokkelen 5 | 'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch technisch hulpbedrijf' | agrarisch technisch hulpbedrijf, met dien verstande dat maximaal 200 m2 aan buitenopslag mag plaatsvinden | ||||
Stokkelen 33 | 'opslag' | caravanstalling | ||||
Stokkelen 43 | 'specifieke vorm van recreatie - minicamping en groepsaccommodatie' | minicamping en groepsaccommodatie |
In een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken is een bed & breakfast toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Voor ondergeschikte detailhandel gelden de volgende bepalingen:
Inpandige statische opslag is toegestaan als nevenactiviteit, tot een maximale vloeroppervlakte van 500 m2. Inpandige statische opslag is niet toegestaan in kassen.
Voor evenementen gelden de volgende bepalingen:
Mestbewerking wordt als bij het agrarisch bedrijf behorende nevenactiviteit aangemerkt, met dien verstande dat mestbewerking alleen is toegestaan ten behoeve van door het gevestigde agrarische bedrijf ter plaatse geproduceerde mest.
Voor teeltondersteunende voorzieningen gelden de volgende bepalingen:
De bestemming is mede gericht op behoud van landschapselementen ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden'.
Het gehele gebied gelegen binnen deze bestemming mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het recreatief medegebruik worden beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan in het gehele gebied zoals paden, banken, picknicktafels, bewegwijzering e.d.
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mogen uitsluitend worden opgericht:
De maatvoering van de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' is als volgt:
Gebouwen algemeen | Minimaal | ||
afstand tot bouwperceelgrens | 3 m | ||
afstand tot de as van de als |
100 m | ||
afstand tot de as van de als |
20 m | ||
afstand tot de as van de als |
15 m | ||
afstand tot de as van de als |
10 m | ||
bestaande kleinere afstanden zijn toegestaan | |||
Bedrijfsgebouwen per bouwvlak | Minimaal | Maximaal | |
goothoogte | n.v.t. | 5,5 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 11 m | |
dakhelling, met dien verstande dat de minimale dakhelling niet geldt voor ondergeschikte platte tussenleden en andere gebouwen van ondergeschikte aard | 12°, tenzij de bestaande dakhelling minder bedraagt, dan geldt de bestaande dakhelling als minimum | 60° | |
Kassen ter plaatse van aanduiding 'glastuinbouw' | Minimaal | Maximaal | |
goothoogte | n.v.t. | 4,5 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 9 m | |
afstand kassen tot woningen (anders dan eigen bedrijfswoning) | 25 m | n.v.t. | |
Teeltondersteunende voorzieningen | Minimaal | Maximaal | |
bouwhoogte | n.v.t. | 2,5 m | |
oppervlakte teeltondersteunende kassen | n.v.t. | 5.000 m2 | |
goothoogte teeltondersteunende kassen | n.v.t. | 5,5 m | |
bouwhoogte teeltondersteunende kassen | n.v.t. | 7 m | |
afstand kassen tot woningen (anders dan eigen bedrijfswoning) | 25 m | n.v.t. | |
Bedrijfswoning | Minimaal | Maximaal | |
goothoogte, de maximale goothoogte geldt voor minimaal 60% van de lengte van de goot | n.v.t. | 3,5 m, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande goothoogte als maximum | |
bouwhoogte | n.v.t. | 9 m, tenzij de bestaande bouwhoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande bouwhoogte als maximum | |
inhoud | maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijbehorende bouwwerken), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
||
dakhelling | 0° | 60° | |
Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoning | Minimaal | Maximaal | |
gezamenlijke oppervlakte per woning | n.v.t. | 150 m2 | |
goothoogte | n.v.t. | 3,2 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 6 m | |
afstand vrijstaande bijbehorende bouwwerken tot bedrijfswoning | n.v.t. | 15 m, tenzij de bestaande afstand meer bedraagt, dan geldt de bestaande afstand als maximum | |
dakhelling | 0° | 45° | |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximaal | ||
bouwhoogte mestbassins | 8,5 m | ||
bouwhoogte silo's of waterbassins | 15 m | ||
bouwhoogte erfafscheidingen | 1,5 m vóór de voorgevelrooilijn, 2 m achter de voorgevel | ||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m | ||
sleufsilo's niet vóór voorgevel van bedrijfswoning situeren |
Aanvullend gelden voor herbouw van bestaande woningen de volgende voorwaarden:
Voor het oprichten van bouwwerken buiten de aanduiding 'bouwvlak' geldt het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing. Deze nadere eisen mogen slechts worden gesteld voor het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en hun omgeving en ten behoeve van het behoud en herstel van de waardevolle elementen en structuren en de bestaande ruimtelijke karakteristiek.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1.2 onder d en 3.2.2 teneinde minicampings en de daarvoor noodzakelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, toe te staan bij het agrarisch bedrijf of de bestemming Wonen, Sport of Recreatie waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2 teneinde een toename van de oppervlakte van dierenverblijven voor de uitoefening van een veehouderij toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.3 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.3 teneinde de minimum afstand van gebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens te verkleinen voor bedrijfswoningen en/of bijbehorende bouwwerken. Hierbij dient aan het volgende te worden voldaan:
er dient te worden voldaan aan de voorwaarden van de Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen d.d. 24 augustus 2012 (Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen) of een vergelijkbaar door de gemeenteraad van Eersel vastgesteld document.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.5 teneinde voor erf- en perceelsafscheidingen buiten de aanduiding 'bouwvlak' een grotere bouwhoogte toe te staan tot maximaal 2 m, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.5 teneinde ten behoeve van hobbymatig gebruik binnen deze bestemming of hobbymatig gebruik binnen de bestemming Wonen paardenbakken toe te staan buiten de aanduiding 'bouwvlak', mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.4 teneinde de voorgevel te kunnen plaatsen buiten de (voormalige) voorgevelrooilijn, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.3 teneinde een grotere bouwhoogte toe te staan voor het treffen van milieutechnische voorzieningen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder gebruik in overeenstemming met de bestemming wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden en/of opstallen voor:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Wijziging van het bestaande aantal dierplaatsen, bestaande diersoorten en/of bestaande stalsystemen is uitsluitend toegestaan indien:
Wijziging van bestaande glastuinbouwbedrijven is uitsluitend toegestaan indien:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1.2 onder b jo. 3.2.2 teneinde een vorm van agrarisch verwant bedrijf of agrarisch technisch hulpbedrijf als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1.2 onder b jo. 3.2.2, teneinde – bedrijfsmatige - nevenactiviteiten in de vorm van pensionstalling van paarden toe te staan bij een agrarisch bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1.2 onder b jo. 3.2.2, teneinde – bedrijfsmatige - nevenactiviteiten in de vorm van zorgverlening op sociaal, fysiek of psychisch vlak toe te staan bij een agrarisch bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1.2 onder b jo. 3.2.2, teneinde als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf extensieve vormen van dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen, zoals een kinderboerderij, theehuis, ambachtelijke ijs- of kaasmakerij, verhuur van fietsen/huifkarren, organiseren van rondleidingen en exposities, bed & breakfastvoorzieningen in een grotere omvang e.d., toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1.2 onder g teneinde een grotere vloeroppervlakte ten behoeve van inpandige statische opslag toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1.2 onder h teneinde het tijdelijk gebruik van gronden voor langdurigere evenementen toe te kunnen staan. Hiertoe dient aan het volgende te worden voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.5.2 ten behoeve van tijdelijke huisvesting van tijdelijke werknemers, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.5.2 ten behoeve van de opslag van gevaarlijke stoffen teneinde toe te staan dat de daarbij behorende 10-6 risicocontour de aanduiding 'bouwvlak', danwel, indien geen aanduiding 'bouwvlak' is opgenomen, de bestemmingsgrens, overschrijdt, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1.2 onder i en 3.5.2 onder k teneinde te voorzien in mestvergisting voor samenwerkende melkrundveehouderijen tot ten hoogste 25.000 ton per jaar, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.5.3 en een toename van stikstof depositie als gevolg van wijziging van aanwezige dierplaatsen, diersoorten en/of stalsystemen toestaan indien hiervoor:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.5.4 en een toename van stikstof depositie als gevolg van wijziging van bestaande glastuinbouwbedrijven toestaan indien hiervoor:
Het is verboden op of in de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder 3.7.4. opgenomen werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren.
Het onder 3.7.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 3.7.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 3.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 3.7.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Vergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning |
het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' | er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van het landschapselement. |
het aanleggen van wegen en het aanbrengen van oppervlakte verhardingen ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' | 1. de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn; 2. de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige landschappelijke inpassing, danwel er wordt anderszins voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing. |
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m2 | het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik; |
het vellen of rooien van houtgewas ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' | 1. het verwijderen moet noodzakelijk zijn; 2. het verwijderen betekent geen onevenredige aantasting van het landschapselement. |
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een (woon)boerderij, ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het in 3.8.1. vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 3.8.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend:
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van de in 3.8.1 genoemde vergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de Boerderijen Stichting en de monumentencommissie omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de cultuurhistorische waarden van de (woon)boerderij en de omgeving.
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming op onderdelen wijzigen ten behoeve van vergroting en/of vormverandering van de aanduiding 'bouwvlak', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te voorzien van een aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – ruwvoervoorziening’ ten behoeve van de realisatie van ruwvoervoorzieningen aansluitend aan de aanduiding 'bouwvlak', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met de aanduiding
'bouwvlak' wijzigen in Artikel 24 Wonen waarbij na bedrijfsbeëindiging de verbouw van een
voormalige bedrijfswoning of (woon)boerderij voor wonen kan worden toegestaan. Een en
ander mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen gronden wijzigen in de bestemming Artikel 9 en/of Artikel 16 Natuur, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschappelijke en natuurlijke waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder perceelsontsluitingen en sloten, en overeenkomstig de in 4.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 4.1.1:
Binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschappelijke en natuurlijke waarden' is het beleid primair zowel gericht op het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden voor een duurzame en concurrerende landbouw als op de bescherming van de aanwezige landschappelijke, natuur- en cultuurhistorische waarden.
Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mag een (vollegronds)teeltebedrijf of een overig agrarisch bedrijf tot een omvang van ten hoogste 1,5 ha bouwperceel worden uitgeoefend, met dien verstande dat vestiging van een overig agrarisch bedrijf niet is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - groenblauwe mantel' en dat boomteelt uitsluitend is toegestaan voor zover bestaand. Voorts is -al dan niet in combinatie met een (vollegronds)teeltebedrijf of een overig agrarisch bedrijf- het volgende type agrarisch bedrijf toegestaan overeenkomstig de aanduiding:
Bij een bestaande veehouderij mogen dieren - al dan niet in hokken - binnen gebouwen alleen op de begane grond worden gehouden, met uitzondering van voliére- en scharrelstallen voor legkippen, waar ten hoogste twee bouwlagen gebruikt mogen worden.
Afhankelijk van de opgenomen aanduiding zijn ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' voorts uitsluitend de volgende nevenactiviteiten naast de agrarische bedrijfsvoering toegestaan met de daarbij behorende voorzieningen, waarbij voor de betreffende activiteit maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum vloeroppervlakte (m2 )' opgenomen vloeroppervlakte is toegestaan. Voor zover geen oppervlakte is opgenomen geldt de bestaande vloeroppervlakte als maximum:
Adres | Aanduiding | Nevenactiviteit | ||||
Zandhoefseweg 10 | 'specifieke vorm van recreatie - minicamping' | minicamping |
In een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken is een bed&breakfast toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Ten dienste van het agrarisch bedrijf is ondergeschikte detailhandel toegestaan als nevenactiviteit. Daarbij mag het enkel gaan om detailhandel in streekgebonden producten en agrarisch gerelateerde producten. Maximaal mag 100 m2 verkoopvloeroppervlak voor deze detailhandelsactiviteit worden aangewend.
Ten aanzien van opslag gelden de volgende bepalingen:
Mestbewerking wordt als bij het agrarisch bedrijf behorende nevenactiviteit aangemerkt, met dien verstande dat mestbewerking alleen is toegestaan ten behoeve van door het gevestigde agrarische bedrijf ter plaatse geproduceerde mest.
Voor teeltondersteunende voorzieningen gelden de volgende bepalingen:
De bestemming is mede gericht op behoud van landschapselementen ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden'.
Het gehele gebied gelegen binnen deze bestemming mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het recreatief medegebruik worden beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan in het gehele gebied zoals paden, banken, picknicktafels, bewegwijzering e.d.
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mogen uitsluitend worden opgericht:
De bebouwde oppervlakte van rijhallen ten dienste van paardenhouderijen mag maximaal 1000 m2 bedragen. Indien de bestaande bebouwde oppervlakte meer bedraagt, geldt de bestaande bebouwde oppervlakte als maximum.
De maatvoering van de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' is als volgt:
Gebouwen algemeen | Minimaal | ||
afstand tot bouwperceelgrens | 3 m | ||
afstand tot de as van de als |
100 m | ||
afstand tot de as van de als |
20 m | ||
afstand tot de as van de als |
15 m | ||
afstand tot de as van de als |
10 m | ||
bestaande kleinere afstanden zijn toegestaan | |||
Bedrijfsgebouwen per bouwvlak | Min. | Max. | |
goothoogte | n.v.t. | 5,5 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 11 m | |
dakhelling, met dien verstande dat de minimale dakhelling niet geldt voor ondergeschikte platte tussenleden en andere gebouwen van ondergeschikte aard | 12° | 60° | |
Kassen ter plaatse van aanduiding 'glastuinbouw' | Minimaal | Maximaal | |
goothoogte | n.v.t. | 4,5 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 9 m | |
afstand kassen tot woningen (anders dan eigen bedrijfswoning) | 25 m | n.v.t. | |
Teeltondersteunende voorzieningen | Minimaal | Maximaal | |
bouwhoogte | n.v.t. | 2,5 m | |
Bedrijfswoning | Minimaal | Maximaal | |
goothoogte, de maximale goothoogte geldt voor minimaal 60% van de lengte van de goot | n.v.t. | 3,5 m, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande goothoogte als maximum | |
bouwhoogte | n.v.t. | 9 m, tenzij de bestaande bouwhoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande bouwhoogte als maximum | |
inhoud | maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijbehorende bouwwerken), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt; - een aanduiding 'maximum volume ( m3)' is opgenomen dan geldt het opgenomen aantal m3. |
||
dakhelling | 0° | 60° | |
Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoning | Minimaal | Maximaal | |
gezamenlijke oppervlakte per woning | n.v.t. | 150 m2 | |
goothoogte | n.v.t. | 3,20 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 6 m | |
afstand vrijstaande bijbehorende bouwwerken tot bedrijfswoning | n.v.t. | 15 m, tenzij de bestaande afstand meer bedraagt, dan geldt de bestaande afstand als maximum | |
dakhelling | 0° | 45° | |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximaal | ||
bouwhoogte mestbassins | 8,5 m | ||
bouwhoogte silo's of waterbassins | 15 m | ||
bouwhoogte erfafscheidingen | 1,5 m vóór de voorgevelrooilijn, 2 m achter de voorgevel | ||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m | ||
sleufsilo's niet vóór voorgevel van bedrijfswoning situeren |
Aanvullend gelden voor herbouw van bestaande woningen de volgende voorwaarden:
Voor het oprichten van bouwwerken buiten de aanduiding 'bouwvlak' geldt het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing. Deze nadere eisen mogen slechts worden gesteld voor het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en hun omgeving en ten behoeve van het behoud en herstel van de waardevolle elementen en structuren en de bestaande ruimtelijke karakteristiek.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken als bedoeld in 4.1.2 en 4.2.2 teneinde minicampings en de daarvoor noodzakelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, toe te staan bij het agrarisch bedrijf of de bestemming Wonen, Sport of Recreatie waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.2 teneinde een toename van de oppervlakte van dierenverblijven voor de uitoefening van een veehouderij toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.4 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.4 teneinde de minimum afstand van gebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens te verkleinen voor bedrijfswoningen en/of bijbehorende bouwwerken. Hierbij dient aan het volgende te worden voldaan:
er dient te worden voldaan aan de voorwaarden van de Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen d.d. 24 augustus 2012 (Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen) of een vergelijkbaar door de gemeenteraad van Eersel vastgesteld document.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.6 teneinde voor erf- en perceelsafscheidingen buiten de aanduiding 'bouwvlak' een grotere bouwhoogte toe te staan tot maximaal 2 m, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.6 teneinde ten behoeve van hobbymatig gebruik binnen deze bestemming of hobbymatig gebruik binnen de bestemming Wonen paardenbakken toe te staan buiten de aanduiding 'bouwvlak', mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.6 teneinde bouwwerken in de vorm van hoge tijdelijke, lage tijdelijke alsmede overige teeltondersteunende voorzieningen (TOV) op te kunnen richten, een en ander mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 4.2.5 teneinde de voorgevel te kunnen plaatsen buiten de (voormalige) voorgevelrooilijn, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 4.2.4 teneinde een grotere bouwhoogte toe te staan voor het treffen van milieutechnische maatregelen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 4.2.3 teneinde een grotere bebouwde oppervlakte voor een rijhal toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder gebruik in overeenstemming met de bestemming wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden en/of opstallen voor:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Wijziging van het bestaande aantal dierplaatsen, bestaande diersoorten en/of bestaande stalsystemen is niet toegestaan, met dien verstande dat dit wel is toegestaan indien:
Wijziging van bestaande glastuinbouwbedrijven is uitsluitend toegestaan indien:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1.2 en 4.2.2, teneinde pensionstalling toe te staan bij een agrarisch bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1.2 en 4.2.2, teneinde – bedrijfsmatige- nevenactiviteiten in de vorm van zorgverlening op sociaal, fysiek of psychisch vlak toe te staan bij een agrarisch bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1.2 en 4.2.2, teneinde als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf extensieve vormen van dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen, zoals een kinderboerderij, theehuis, ambachtelijke ijs- of kaasmakerij, verhuur van fietsen/huifkarren, organiseren van rondleidingen en exposities, bed en breakfastvoorzieningen e.d. in een grotere omvang, toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1.2 en 4.2.2 teneinde nevenactiviteiten in de vorm van inpandige statische opslag toe te staan bij een agrarisch bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van het toestaan van tijdelijke huisvesting van tijdelijke werknemers, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.5.2 ten behoeve van de opslag van gevaarlijke stoffen teneinde toe te staan dat de daarbij behorende 10-6 risicocontour de aanduiding 'bouwvlak', danwel, indien geen aanduiding 'bouwvlak' is opgenomen, de bestemmingsgrens, overschrijdt, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.5.3 en een toename van stikstof depositie als gevolg van wijziging van aanwezige dierplaatsen, diersoorten en/of stalsystemen toestaan indien hiervoor:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.5.4 en een toename van stikstof depositie als gevolg van wijziging van bestaande glastuinbouwbedrijven toestaan indien hiervoor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1.2 onder c teneinde de omschakeling van een agrarisch bedrijf naar een boomteeltbedrijf toe te staan, mits er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de landschappelijke waarden als omschreven in 4.1.
Het is verboden op of in de voor 'Agrarisch met waarden - Landschappelijke en natuurlijke' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder 4.7.4 opgenomen werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren.
Het onder 4.7.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 4.7.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 4.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 4.7.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Vergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning | ||
het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen |
1. het aanbrengen van de leidingen mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de agrarische belangen; 3. er mag geen onherstelbare schade plaatsvinden aan ecologische waarden. 4. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' mag er geen blijvende aantasting plaatsvinden van het landschapselement. |
||
het vellen of rooien van houtgewas | 1. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden; 2. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden': - het verwijderen moet noodzakelijk zijn; - het verwijderen betekent geen onevenredige aantasting van het landschapselement. |
||
het aanleggen van wegen en het aanbrengen van oppervlakte verhardingen ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' | 1. de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn; 2. de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige landschappelijke inpassing, danwel er wordt anderszins voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing. |
||
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m2 | 1. het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik; 2. er mag geen onherstelbare schade plaatsvinden aan ecologische waarden. |
||
Het aanbrengen van lage en hoge (voor zover het geen bouwwerken betreft) tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen niet ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - kwetsbare soorten' en niet ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - natuurparel'. | 1. de activiteiten zijn noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en/of de ontwikkeling van het agrarisch bedrijf; 2. er mag geen onherstelbare schade plaatsvinden van het foerageergebied van de struweelvogels ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - struweelvogels'; 3. rekening moet worden gehouden met de landschappelijke waarden als bepaald in 4.1. 4. hoge tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen zijn toegestaan met een oppervlakte van maximaal 10.000 m2 |
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een (woon)boerderij, ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het in 4.8.1. vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 4.8.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend:
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van de in 4.8.1 genoemde vergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de Boerderijen Stichting en de monumentencommissie omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de cultuurhistorische waarden van de (woon)boerderij en de omgeving.
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming op onderdelen wijzigen ten behoeve van vergroting en/of vormverandering van een aanduiding 'bouwvlak', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te voorzien van een aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – ruwvoervoorziening’ ten behoeve van de realisatie van ruwvoervoorzieningen aansluitend aan de aanduiding 'bouwvlak', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met de aanduiding
'bouwvlak' wijzigen in Artikel 24 Wonen waarbij na bedrijfsbeëindiging de verbouw van een
voormalige bedrijfswoning of (woon)boerderij voor woondoeleinden kan worden
toegestaan. Een en ander mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen gronden wijzigen in de bestemming Artikel 9 en/of Artikel 16 Natuur, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder perceelsontsluitingen en sloten, en overeenkomstig de in 5.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 5.1.1:
Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mag een (vollegronds)teeltbedrijf of een overig agrarisch bedrijf tot een omvang van ten hoogste 1,5 ha bouwperceel worden uitgeoefend, met dien verstande dat vestiging van een overig agrarisch bedrijf niet is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - groenblauwe mantel' en dat boomteelt uitsluitend is toegestaan voor zover bestaand. Voorts is -al dan niet in combinatie met een (vollegronds)teeltbedrijf of een overig agrarisch bedrijf- het volgende type agrarisch bedrijf toegestaan overeenkomstig de aanduiding:
Bij een bestaande veehouderij mogen dieren - al dan niet in hokken - binnen gebouwen alleen op de begane grond worden gehouden, met uitzondering van voliére- en scharrelstallen voor legkippen, waar ten hoogste twee bouwlagen gebruikt mogen worden.
Afhankelijk van de opgenomen aanduiding zijn ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' voorts uitsluitend de volgende nevenactiviteiten naast de agrarische bedrijfsvoering toegestaan met de daarbij behorende voorzieningen, waarbij voor de betreffende activiteit maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum vloeroppervlakte (m2 )' opgenomen vloeroppervlakte is toegestaan. Voor zover geen oppervlakte is opgenomen geldt de bestaande vloeroppervlakte als maximum:
Adres | Aanduiding | Nevenactiviteit | ||||
Buikheide 10a | 'specifieke vorm van recreatie - minicamping' | minicamping | ||||
Heikestraat 5 | 'specifieke vorm van recreatie - minicamping' | minicamping | ||||
Kreiel 11 en 18a | 'specifieke vorm van recreatie - minicamping en groepsaccommodatie' | minicamping, groepsaccommodatie | ||||
Schadewijk 9 | 'recreatiewoning' | 1 recreatiewoning | ||||
Schadewijk 21 | 'specifieke vorm van recreatie - zorgboerderij en minicamping' | zorgboerderij en minicamping | ||||
Schadewijk 23 | 'museum' | varkensmuseum, inclusief: - ontvangstruimte en speelruimte; - maximaal 246 m2 paardenstalling |
||||
Bijsterveld 2 | 'zorgboerderij' | zorgboerderij | ||||
Hees 6 | 'hovenier' | hoveniersbedrijf | ||||
Buikheide 12a | 'opslag' | opslag ten dienste van het agrarisch bedrijf | ||||
Buikheide 8 | 'opslag' | statische opslag met een maximum oppervlakte van 1.000 m2 | ||||
Merenweg 1 | 'specifieke vorm van recreatie - kijkboerderij' | kijkboerderij met ondersteunende horeca | ||||
Veldhovenseweg 15 |
'zorgboerderij' 'specfieke vorm van bedrijf - ambachtelijk bedrijf' |
zorgboerderij/ dagopvang met een maximum oppervlakte van 500 m2
voorzieningen ten behoeve van de zorgboerderij kleinschalig ambachtelijk bedrijf met een maximum oppervlakte van 400 m2 waarvan maximaal 150 m2 werkplaats met machines en werkbanken |
In een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken is een bed&breakfast toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van parkeren – overloopparkeerterrein' zijn mede bestemd voor een onverhard overloopparkeervoorziening.
Ten dienste van het agrarisch bedrijf is ondergeschikte detailhandel toegestaan als nevenactiviteit. Daarbij mag het enkel gaan om detailhandel in streekgebonden producten en agrarisch gerelateerde producten. Maximaal mag 100 m2 verkoopvloeroppervlak voor deze detailhandelsactiviteit worden aangewend.
Inpandige statische opslag is toegestaan als nevenactiviteit, tot een maximale vloeroppervlakte van 500 m2. Inpandige statische opslag is niet toegestaan in kassen.
Mestbewerking wordt als bij het agrarisch bedrijf behorende nevenactiviteit aangemerkt, met dien verstande dat mestbewerking alleen is toegestaan ten behoeve van door het gevestigde agrarische bedrijf ter plaatse geproduceerde mest.
Voor teeltondersteunende voorzieningen gelden de volgende bepalingen:
De bestemming is mede gericht op behoud van landschapselementen ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden'.
Het gehele gebied gelegen binnen deze bestemming mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het recreatief medegebruik worden beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan in het gehele gebied zoals paden, banken, picknicktafels, bewegwijzering e.d.
Ter plaatse van de aanduiding 'vijver' is een recreatievijver toegestaan. Watersport met gemotoriseerde vaartuigen is niet toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch - opslag boomkwekerij’ is opslag ten behoeve van de bedrijfsvoering van een boomkwekerij toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch - stalling trailers’ is stalling van trailers ten behoeve van een boomkwekerij toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding ‘maximum verhard oppervlak’ is oppervlakteverharding toegestaan tot maximaal het aangegeven m2.
Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mogen uitsluitend worden opgericht:
De maatvoering van de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' is als volgt:
Gebouwen algemeen | Minimaal | ||
afstand tot bouwperceelgrens | 3 m | ||
afstand tot de as van de als |
100 m | ||
afstand tot de as van de als |
20 m | ||
afstand tot de as van de als |
15 m | ||
afstand tot de as van de als |
10 m | ||
bestaande kleinere afstanden zijn toegestaan | |||
Bedrijfsgebouwen per bouwvlak | Minimaal | Maximaal | |
goothoogte | n.v.t. | 5,5 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 11 m | |
dakhelling, met dien verstande dat de minimale dakhelling niet geldt voor ondergeschikte platte tussenleden en andere gebouwen van ondergeschikte aard | 12° | 60° | |
Kassen ter plaatse van aanduiding 'glastuinbouw' | Minimaal | Maximaal | |
goothoogte | n.v.t. | 4,5 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 9 m | |
afstand kassen tot woningen (anders dan eigen bedrijfswoning) | 25 m | n.v.t. | |
bebouwde oppervlakte | n.v.t. | omvang aanduiding 'bouwvlak' | |
Teeltondersteunende voorzieningen | Minimaal | Maximaal | |
bouwhoogte | n.v.t. | 2,5 m | |
oppervlakte teeltondersteunende kassen | n.v.t. | 5000 m2 | |
Bedrijfswoning | Minimaal | Maximaal | |
goothoogte, de maximale goothoogte geldt voor minimaal 60% van de lengte van de goot | n.v.t. | 3,5 m, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande goothoogte als maximum | |
bouwhoogte | n.v.t. | 9 m, tenzij de bestaande bouwhoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande bouwhoogte als maximum | |
inhoud | maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijbehorende bouwwerken), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
||
dakhelling | 0° | 60° | |
Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoning | Minimaal | Maximaal | |
gezamenlijke oppervlakte per woning | n.v.t. | 150 m2 | |
goothoogte | n.v.t. | 3,20 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 6 m | |
afstand vrijstaande bijbehorende bouwwerken tot bedrijfswoning | n.v.t. | 15 m, tenzij de bestaande afstand meer bedraagt, dan geldt de bestaande afstand als maximum | |
dakhelling | 0° | 45° | |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximaal | ||
bouwhoogte mestbassins | 8,5 m | ||
bouwhoogte silo's of waterbassins | 15 m | ||
bouwhoogte erfafscheidingen | 1,5 m vóór de voorgevelrooilijn, 2 m achter de voorgevel | ||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m | ||
sleufsilo's niet vóór voorgevel van bedrijfswoning situeren |
Aanvullend gelden voor herbouw van bestaande woningen de volgende voorwaarden:
Voor het oprichten van bouwwerken buiten de aanduiding 'bouwvlak' geldt het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing. Deze nadere eisen mogen slechts worden gesteld voor het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en hun omgeving en ten behoeve van het behoud en herstel van de waardevolle elementen en structuren en de bestaande ruimtelijke karakteristiek.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1.2 onder b en 5.2.2 teneinde minicampings en de daarvoor noodzakelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, toe te staan bij het agrarisch bedrijf of de bestemming Wonen, Sport of Recreatie waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.2 teneinde een toename van de oppervlakte van dierenverblijven voor de uitoefening van een veehouderij toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.5 teneinde bouwwerken in de vorm van hoge tijdelijke en lage tijdelijke alsmede overige teeltondersteunende voorzieningen (TOV) op te kunnen richten, een en ander mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.3 teneinde teeltondersteunende kassen toe te staan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak', mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.3 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.3 teneinde de minimum afstand van gebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens te verkleinen voor bedrijfswoningen en/of bijbehorende bouwwerken. Hierbij dient aan het volgende te worden voldaan:
er dient te worden voldaan aan de voorwaarden van de Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen d.d. 24 augustus 2012 (Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen) of een vergelijkbaar door de gemeenteraad van Eersel vastgesteld document.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.5 teneinde voor erf- en perceelsafscheidingen buiten de aanduiding 'bouwvlak' een grotere bouwhoogte toe te staan tot maximaal 2 m, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.5 teneinde ten behoeve van hobbymatig gebruik binnen deze bestemming of hobbymatig gebruik binnen de bestemming Wonen paardenbakken toe te staan buiten de aanduiding 'bouwvlak', mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 5.2.4 onder b. teneinde de voorgevel te kunnen plaatsen buiten de (voormalige) voorgevelrooilijn, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 3.2.3 teneinde een grotere bouwhoogte toe te staan voor het treffen van milieutechnische maatregelen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder gebruik in overeenstemming met de bestemming wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden en/of opstallen voor:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Wijziging van het bestaande aantal dierplaatsen, bestaande diersoorten en/of bestaande stalsystemen is niet toegestaan, met dien verstande dat dit wel is toegestaan indien:
Wijziging van bestaande glastuinbouwbedrijven is uitsluitend toegestaan indien:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1.2 onder b en 5.2.2 teneinde een vorm van agrarisch verwant bedrijf of agrarisch technisch hulpbedrijf als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1.2 onder b en 5.2.2, teneinde - bedrijfsmatige - nevenactiviteiten in de vorm van pensionstalling van paarden toe te staan bij een agrarisch bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1.2 onder b en 5.2.2, teneinde - bedrijfsmatige - nevenactiviteiten in de vorm van zorgverlening op sociaal, fysiek of psychisch vlak toe te staan bij een agrarisch bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1.2 onder b en 5.2.2, teneinde als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf extensieve vormen van dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen, zoals een kinderboerderij, theehuis, ambachtelijke ijs- of kaasmakerij, verhuur van fietsen/huifkarren, organiseren van rondleidingen en exposities, bed en breakfastvoorzieningen in een grotere omvang e.d., toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1.2 onder b en 5.2.2 teneinde nevenactiviteiten in de vorm van inpandige statische opslag toe te staan bij een agrarisch bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.5.2 ten behoeve van tijdelijke huisvesting van tijdelijke werknemers, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.5.2 onder i. teneinde assimilatiebelichting bij teeltondersteunende kassen toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.5.2 onder k ten behoeve van de opslag van gevaarlijke stoffen teneinde toe te staan dat de daarbij behorende 10-6 risicocontour de aanduiding 'bouwvlak', danwel, indien geen aanduiding 'bouwvlak' is opgenomen, de bestemmingsgrens, overschrijdt, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1.2 onder i en 5.5.2 onder m teneinde te voorzien in mestvergisting voor samenwerkende melkrundveehouderijen tot ten hoogste 25.000 ton per jaar, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.5.3 en een toename van stikstof depositie als gevolg van wijziging van aanwezige dierplaatsen, diersoorten en/of stalsystemen toestaan indien hiervoor:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.5.4 en een toename van stikstof depositie als gevolg van wijziging van bestaande glastuinbouwbedrijven toestaan indien hiervoor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1.2 onder b teneinde de omschakeling van een agrarisch bedrijf naar een boomteeltbedrijf toe te staan, mits er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de landschappelijke waarden als omschreven in 5.1.
Het is verboden op of in de voor 'Agrarisch met waarden - Landschappelijke waarden' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder 5.7.4. opgenomen werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren.
Het onder 5.7.1. vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 5.7.1. bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 5.1.1, nader gedetailleerd in 5.1.2. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 5.7.4. de toetsingscriteria weergegeven.
Vergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning |
het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen | 1. het aanbrengen van de leidingen mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de agrarische belangen; 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke en waarden; 3. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' mag er geen blijvende aantasting plaatsvinden van het landschapselement. |
het aanleggen van wegen en het aanbrengen van oppervlakteverhardingen ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' | 1. de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn; 2. de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige landschappelijke inpassing, danwel er wordt anderszins voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing. |
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m2 en niet gelegen ter plaatse van de aanduiding 'maximum verhard oppervlak' | 1. het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik; 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden. |
het vellen of rooien van houtgewas | 1. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden; 2. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden': - het verwijderen moet noodzakelijk zijn; - het verwijderen betekent geen onevenredige aantasting van het landschapselement. |
het aanbrengen van lage en hoge (voorzover het geen bouwwerken betreft) tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen en overige teeltondersteunende voorzieningen |
1. de activiteiten zijn noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en/of de ontwikkeling van het agrarisch bedrijf; 2. rekening moet worden gehouden met de landschappelijke waarden als omschreven in 5.1; 3. hoge tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen zijn toegestaan met een oppervlakte van maximaal 10.000 m2. |
het verwijderen van (delen van) landschapselementen ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' | - het verwijderen van het landschapselement is noodzakelijk; - er vindt geen onevenredige aantasting plaats van het landschapselement als geheel. |
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een (woon)boerderij, ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het in 5.8.1. vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 5.8.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend:
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van de in 5.8.1 genoemde vergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de Boerderijen Stichting en de monumentencommissie omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de cultuurhistorische waarden van de (woon)boerderij en de omgeving.
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming op onderdelen wijzigen ten behoeve van vergroting en/of vormverandering van de aanduiding 'bouwvlak', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te voorzien van een aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – ruwvoervoorziening’ ten behoeve van de realisatie van ruwvoervoorzieningen aansluitend aan de aanduiding 'bouwvlak', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden met de aanduiding
'bouwvlak' wijzigen in de bestemming Artikel 24 Wonen, waarbij na bedrijfsbeëindiging de
verbouw van een voormalige bedrijfswoning of (woon)boerderij voor woondoeleinden kan
worden toegestaan. Een en ander mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen gronden wijzigen in de bestemming Artikel 9 Bos en/of Artikel 16 Natuur, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen de gronden, nabij de bestemming Recreatie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie', kadastraal bekend gemeente Eersel, sectie L, nummer 230, wijzigen naar de bestemming Recreatie, teneinde een grotere bebouwde oppervlakte voor het recreatiebedrijf toe te staan ten behoeve van groepsaccommodatie, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 6.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 6.1.1 :
Adres | Ter plaatse van de aanduiding: | zijn uitsluitend de volgende niet-agrarische bedrijven en/of bedrijfsactiviteiten toegestaan: | ||||
Biemeren 7 | 'garage' | een garagebedrijf | ||||
Biemeren 7, Schadewijkstraat 70 | 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' | een verkooppunt motorbrandstoffen met lpg | ||||
Bijsterveld 12A, Oirschotsedijk 12, Puttendijk 4, Stokkelen 30 en Heibloem 16 | 'opslag' | opslag, met dien verstande dat indien ter plaatse van de aanduiding 'maximum vloeroppervlakte (m2 )' een vloeroppervlakte is opgenomen deze als maximum geldt | ||||
Boksheidsedijk 16 |
'specifieke vorm van bedrijf - statische opslag' 'specifieke vorm van bedrijf - werkplaats' |
statische opslag een werkplaats ten behoeve van een technisch bedrijf |
||||
Broekstraat/Stokkelen 2/19 | 'specifieke vorm van bedrijf - productverpakkingsbedrijf' | een productverpakkingsbedrijf | ||||
Broekstraat 1 en Kreiel 2 |
'specifieke vorm van bedrijf - constructiebedrijf' | een constructiebedrijf | ||||
Eerselseweg 37 | 'groothandel' | een groothandelsbedrijf | ||||
Ganzestaartsedijk 15 | 'bouwbedrijf' | een bouwbedrijf | ||||
Groenstraat 5A, Oirschotsedijk 6/8 | 'specifieke vorm van bedrijf - keukenbedrijf' | een keukenbedrijf | ||||
Groenstraat 12-12a | 'specifieke vorm van bedrijf - machinebouw, onderhoud, reparatie en ontwikkeling | een bedrijf in machinebouw, onderhoud, reparatie en ontwikkeling | ||||
Grote Aardweg 3 | 'specifieke vorm van bedrijf - opslag bouwmaterialen' | de opslag van bouwmaterialen | ||||
Hees 4 | 'tuincentrum' | een tuincentrum en bedrijf gericht op het inrichten van binnen- en buitenruimten met voornamelijk plantaardige materialen, met inbegrip van de volgende functies: - atelier-, galerie- en expositieruimtes, alsmede een kookstudio; - ondersteunende horeca; - magazijnen, ontwerpateliers, kantoorruimten, werkplaatsen en plantenkassen; - besloten zakelijke en privébijeenkomsten, waaronder congressen, (bedrijfs)presentaties, (bedrijfs)feesten, bruiloften en diners één en ander met inbegrip van functies en werkzaamheden die qua inhoud vergelijkbaar zijn met de hierboven beschreven functies, met dien verstande dat de verkoopvloeroppervlakte in gebruik voor detailhandel niet meer mag bedragen dan 5.500 m². |
||||
Hees 11 | 'specifieke vorm van bedrijf - statische opslag' | statische opslag | ||||
Heike 16/16A | 'transportbedrijf' | een transportbedrijf | ||||
Hoef 9, 11, 13 | 'specifieke vorm van bedrijf - houtbewerkingsbedrijf 1' | een houtbewerkingsbedrijf met showroom en detailhandel in eigen geproduceerde artikelen alsmede een aan het houtverwerkingsbedrijf ondergeschikte bouwmarkt waarvan het verkoopvloeroppervlak maximaal 465 m2 bedraagt | ||||
Knegselsedijk 21 |
'transportbedrijf' |
transportbedrijf |
||||
Koemeer 2 | 'specifieke vorm van bedrijf - autosloperij' | een autosloperij | ||||
Rouwven 6 |
'specifieke vorm van bedrijf - statische opslag' 'specifieke vorm van bedrijf - niet-agrarisch bedrijf' |
statische opslag een niet-agrarische bedrijf |
||||
|
|
|
||||
Scherpenering ong | 'specifieke vorm van bedrijf - mest- zand- en containeropslag' | mestopslag, zand- en containeropslag | ||||
Stevert 13 & 15 | 'specifieke vorm van bedrijf - wasserij' | een wasserij | ||||
Stevert 34 | 'specifieke vorm van bedrijf - maalderij' | een maalderij, fabriek voor honden- en diervoeding | ||||
Stokkelen 31 | 'specifieke vorm van bedrijf - grondverzet- en transportbedrijf' | een grondverzet- en transportbedrijf | ||||
Stokkelen 60 | specifieke vorm van bedrijf - 24 | transportbedrijf en detailhandel in meubels | ||||
Vessemseweg 1B | 'specifieke vorm van bedrijf - varkenswegerij' | een varkenswegerij | ||||
Voort 9/9a | 'specifieke vorm van bedrijf - houtverwerkingsbedrijf 2' | een houtverwerkingsbedrijf en handel | ||||
Zandstraat (Wintelre) 3 | 'specifieke vorm van bedrijf - installatiebedrijf' | een installatiebedrijf | ||||
Oirschotsedijk 42 | specifieke vorm van bedrijf - 29 | garagebedrijf met bijbehorende opslag, uitstalling en parkeervoorzieningen | ||||
Ganzestaartsedijk 17/21 | 'specifieke vorm van bedrijf - verhuur grondverzetmachines' | een bedrijf dat is gericht op de verhuur (al dan niet met machinist) van grote en kleine grondverzetmachines, evenals stalling, transport en onderhoud daarvan | ||||
Ganzestaartsedijk 23 | 'specifieke vorm van bedrijf - grondverzetmachines' | een bedrijf dat is gericht op de reparatie, verhuur en verkoop van grondmechanisatie- en grondverzetmachines en aanverwante producten | ||||
Grote Aardweg 8 | 'specifieke vorm van bedrijf - ambachtelijk bedrijf' | een verzorgend, ambachtelijk bedrijf | ||||
Donk 15 | 'specifieke vorm van bedrijf - trainingscentrum' | een trainingscentrum, met dien verstande dat de gebruiksoppervlakte maximaal 100 m2 mag bedragen | ||||
Veldhovenseweg 4-6 | 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijfsverzamelgebouw' | bedrijfsverzamelgebouw voor maximaal 2 bedrijven in maximaal categorie 2 van de in de bijlage opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten | ||||
Scherpenering 23-31 | 'specifieke vorm van bedrijf - |
een groenrecyclingbedrijf, grond- en bodemproductenbedrijf |
||||
Scherpenering 23-31 | 'opslag' | opslag ten behoeve van het biomassaproductenbedrijf |
Een LPG-vulpunt is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg'.
In een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken is een bed&breakfast toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
De bestemming is mede gericht op behoud van landschapselementen ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden'.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'groen' zijn bestemd voor landschappelijke groenvoorzieningen, waarbij geldt dat maximaal 10 % van de gronden binnen het aanduidingsvlak mag worden verhard.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'water' zijn bestemd voor water, waterberging en waterhuishoudkundige voorzieningen, waarbij geldt dat binnen het aanduidingsvlak maximaal 20 % van de gronden mag worden verhard.
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Voor bedrijfswoningen geldt het volgende:
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.
De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte als opgenomen ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2 )', met dien verstande dat:
De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
Gebouwen algemeen | Minimaal | |||||
afstand tot bouwperceelgrens | 3 m | |||||
afstand tot de as van de als |
100 m | |||||
afstand tot de as van de als |
20 m | |||||
afstand tot de as van de als |
15 m | |||||
afstand tot de as van de als |
10 m | |||||
bestaande kleinere afstanden zijn toegestaan | ||||||
Bedrijfsgebouwen | Minimaal | Maximaal | ||||
goothoogte | n.v.t. | 5,5 m, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte' een afwijkende goothoogte is opgenomen, waar de maximale goothoogte en maximale bouwhoogte zoals aangeduid op de verbeelding hetzelfde zijn, zijn platte daken toegestaan. |
||||
bouwhoogte | n.v.t. | 8 m, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' een afwijkende bouwhoogte is opgenomen, waar de maximale goothoogte en maximale bouwhoogte zoals aangeduid op de verbeelding hetzelfde zijn, zijn platte daken toegestaan. | ||||
dakhelling, met dien verstande dat: - de minimale dakhelling niet geldt voor bestaande lagere dakhellingen, ondergeschikte platte tussenleden en andere gebouwen van ondergeschikte aard; - de maximale dakhelling niet geldt voor bestaande hogere dakhellingen |
15° | 60° | ||||
Bedrijfswoning |
Minimaal | Maximaal | ||||
goothoogte | n.v.t. | 3,5 m | ||||
bouwhoogte | n.v.t. | 9 m | ||||
inhoud | maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijbehorende bouwwerken), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
|||||
dakhelling | 12° | 45° | ||||
Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoning | Maximaal | |||||
gezamenlijke oppervlakte per woning | 150 m2, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak bijgebouwen' of 'maximum bebouwd oppervlak (m2 ) een afwijkende oppervlakte is opgenomen | |||||
goothoogte | 3,2 m | |||||
bouwhoogte | 6 m | |||||
afstand vrijstaande bijbehorende bouwwerken tot bedrijfswoning | 15 m, tenzij de bestaande afstand meer bedraagt, dan geldt de bestaande afstand als maximum | |||||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximaal | |||||
bouwhoogte erfafscheidingen | voor voorgevelrooilijn: 1,5 m; overige: 2 m |
|||||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m | |||||
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - mest- zand- en containeropslag' bouwhoogte buitenopslag | 5,5 m | |||||
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - mest- zand- en containeropslag' bouwhoogte keerwanden | 2,5 m | |||||
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - maalderij' bouwhoogte silo | 25 m | |||||
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - maalderij' bebouwde oppervlakte silo | 100 m2 | |||||
bouwhoogte groenschermen, met dien verstande dat groenschermen uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' en 'tuincentrum' | 12 m |
Aanvullend gelden voor herbouw van bestaande woningen de volgende voorwaarden:
De bestaande hoofdvorm (goothoogte, bouwhoogte, dakhelling en kapvorm) en gevelindeling, gelegen aan openbaar toegankelijk gebied dan wel de voorgevel, van beeldbepalende panden zoals aangeduid ter plaatse van de functieaanduiding 'cultuurhistorische waarden' dienen gehandhaafd te blijven.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing. Deze nadere eisen mogen slechts worden gesteld voor het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en hun omgeving en ten behoeve van het behoud en herstel van de waardevolle elementen en structuren en de bestaande ruimtelijke karakteristiek.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de in 6.2.4 gestelde maximale oppervlakte bedrijfsbebouwing van niet-agrarische bedrijven, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 6.2.6 teneinde de voorgevel te kunnen plaatsen buiten de (voormalige) voorgevelrooilijn, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.5 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.5 teneinde de minimum afstand van gebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens te verkleinen voor bedrijfswoningen en/of bijbehorende bouwwerken. Hierbij dient aan het volgende te worden voldaan:
er dient te worden voldaan aan de voorwaarden van de Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen d.d. 24 augustus 2012 (Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen) of een vergelijkbaar door de gemeenteraad van Eersel vastgesteld document.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 6.2.5 teneinde een grotere bouwhoogte toe te staan voor het treffen van milieutechnische voorzieningen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het organiseren van zakelijke en privébijeenkomsten ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum' is uitsluitend toegestaan indien wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid om volledig te kunnen voorzien in de parkeerbehoefte van bezoekers en werknemers van de bijeenkomst en, indien gelijktijdig met de bijeenkomst ook overige bedrijfsactiviteiten plaatsvinden, van bezoekers en werknemers van deze bedrijfsactiviteiten. Daarbij geldt dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1 en 6.5.1 teneinde een vorm van agrarisch verwant bedrijf of agrarisch technisch hulpbedrijf als nevenactiviteit bij een bedrijf toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1 en 6.5.1, teneinde - bedrijfsmatige - nevenactiviteiten in de vorm van pensionstalling van paarden toe te staan bij een bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1 en 6.5.1, teneinde - bedrijfsmatige - nevenactiviteiten in de vorm van zorgverlening op sociaal, fysiek of psychisch vlak toe te staan bij een bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1 en 6.5.1, teneinde als nevenactiviteit bij een bedrijf extensieve vormen van dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen, zoals een kinderboerderij, theehuis, ambachtelijke ijs- of kaasmakerij, verhuur van fietsen/huifkarren, organiseren van rondleidingen en exposities, bed en breakfastvoorzieningen in een grotere omvang e.d., toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1 en 6.5.1, teneinde nevenactiviteiten in de vorm van inpandige statische opslag toe te staan bij een bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.5.1 ten behoeve van de opslag van gevaarlijke stoffen teneinde toe te staan dat de daarbij behorende 10-6 risicocontour de aanduiding 'bouwvlak', danwel, indien geen aanduiding 'bouwvlak' is opgenomen, de bestemmingsgrens, overschrijdt, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder 6.7.4. opgenomen werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren.
Het onder 6.7.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 6.7.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 6.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 6.7.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Vergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden |
het aanleggen van wegen en het aanbrengen van overige verhardingen | 1. de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn; 2. de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige landschappelijke inpassing, danwel er wordt anderszins voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing; |
het verwijderen van houtopstanden | 1. het verwijderen moet noodzakelijk zijn; 2. het verwijderen betekent geen onevenredige aantasting van het landschapselement; |
het aanbrengen van ondergrondse leidingen | 1. er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van het landschapselement; |
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een (woon)boerderij, ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het in 6.8.1. vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 6.8.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend:
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van de in 6.8.1 genoemde vergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de Boerderijen Stichting en de monumentencommissie omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de cultuurhistorische waarden van de (woon)boerderij en de omgeving.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in:
Een en ander mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Bedrijf - Agrarisch verwant en technisch hulpbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 7.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 7.1.1:
Adres | Ter plaatse van de aanduiding: | zijn uitsluitend de volgende agrarisch verwante en technische hulpbedrijven en/of bedrijfsactiviteiten toegestaan: | ||||||
Boksheide 6, Boksheide 12, Dalemsedijk 30, Mostheuvel 11, Eerselseweg 33-35/Sneidershoek 2 |
'hovenier' | een hoveniersbedrijf | ||||||
Mostheuvel 11, Eerselseweg 33-35/Sneidershoek 2 |
'bomenteelt' | een boomkwekerij | ||||||
Eerselseweg 33-35/Sneidershoek 2 | 'tuincentrum' | een tuincentrum | ||||||
Eerselseweg 22, Ellenbroek 2/4, Postelseweg 193, Wolfshoek 2/4 | 'dierenpension' | een dierenpension | ||||||
Lage Heide 8 | 'specifieke van bedrijf - honden en kattencentrum' | honden- en kattencentrum: pension, dagopvang, uitlaatservice en trimsalon | ||||||
Lage Heide 8 | 'specifieke vorm van bedrijf - hondenuitloopweide' | mede voor hondenuitloopweides met zwemvijvers, omheiningen en overige daarbij behorende voorzieningen | ||||||
Hapertseweg 11 | 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenartspraktijk' | een dierenkliniek | ||||||
|
|
|
||||||
Grote Aardweg 9, 9a, 9b en 9c | 'specifieke vorm van bedrijf - veehandelsbedrijf' | een veehandelsbedrijf, varkenswegerij en slachtplaats, alsmede uitbenen en versnijden | ||||||
Hoogcasteren 31 | 'specifieke vorm van bedrijf - werktuigencoöperatie' | werktuigencoöperatie | ||||||
Lantie 1A | 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in zaai- en pootgoed' | een groothandel in zaai- en pootgoed | ||||||
|
|
|
||||||
Den Bijert 3, Den Bijert 1 |
'agrarisch loonbedrijf' | een loonwerkbedrijf | ||||||
Grote Aardweg 8a1 t/m 8b1 | 'specifieke vorm van bedrijf - ondersteuning boomkwekerij' | een bedrijf voor het sorteren, oppotten en exportklaar maken van producten, alsmede het opslaan van gewasbeschermingsmiddelen, werktuigen en vrachtwagens, ten dienste van een boomkwekerij | ||||||
Boksheidsedijk 15/15a | 'specifieke vorm van agrarisch - kijk en educatieboerderij' | een kijk- en educatieboerderij | ||||||
Den Bijert 1 | 'specifieke vorm van agrarisch - mestbewerkingsinstallatie' | een mestbewerkingsinstallatie met een capaciteit van maximaal 100.000 m3 per jaar | ||||||
Mostheuvel 11 | 'specifieke vorm van bedrijf - hoveniersbedrijf met boomkwekerij' | hoveniersbedrijf met boomkwekerij | ||||||
Stokkelen 5 | 'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch technisch hulpbedrijf' | agrarisch technisch hulpbedrijf, met dien verstande dat maximaal 200 m2 aan buitenopslag mag plaatsvinden |
In een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken is een bed&breakfast toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Ten dienste van het agrarisch verwant bedrijf of agrarisch technisch hulpbedrijf is ondergeschikte detailhandel toegestaan als nevenactiviteit. Daarbij mag het enkel gaan om detailhandel in streekgebonden producten en agrarisch gerelateerde producten. Maximaal mag 100 m2 verkoopvloeroppervlak voor deze detailhandelsactiviteit worden aangewend. De activiteit vindt uitsluitend plaats in de aanwezige gebouwen. Nieuwbouw ten behoeve van de functie is niet toegestaan.
De bestemming is mede gericht op behoud van landschapselementen ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden'.
De gronden zijn mede bestemd voor erfverharding en (verharde) parkeervoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein'.
Gebruik van het perceel conform de bestemmingsomschrijving is toegestaan, mits de landschappelijke inpassing, voor zover begrepen in dit plan voor de percelen
maximaal 12 maanden na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan is aangelegd conform de inrichtingsplannen en vervolgens aldus in stand wordt gehouden. Onder inrichtingsplan wordt in deze planregels verstaan het landschappelijk inpassingsplan zoals opgenomen in Landschappelijke inpassingsplannen bg 2017.
Uitsluitend mag worden gebouwen ten behoeve van deze bestemming.
Voor bedrijfswoningen geldt het volgende:
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.
De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte als opgenomen ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2 )' ,met dien verstande dat:
De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
Gebouwen algemeen | Minimaal | ||
afstand tot bouwperceelgrens | 3 m | ||
afstand tot de as van de als |
100 m | ||
afstand tot de as van de als |
20 m | ||
afstand tot de as van de als |
15 m | ||
afstand tot de as van de als |
10 m | ||
bestaande kleinere afstanden zijn toegestaan | |||
Bedrijfsgebouwen | Minimaal | Maximaal | |
goothoogte | n.v.t. | 6,5 m, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte' een afwijkende goothoogte is opgenomen | |
bouwhoogte | n.v.t. | 10 m, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' een afwijkende bouwhoogte is opgenomen | |
dakhelling, met dien verstande dat de minimale dakhelling niet geldt voor ondergeschikte platte tussenleden en andere gebouwen van ondergeschikte aard | 15° | 60° | |
Bedrijfswoning | Minimaal | Maximaal | |
goothoogte | n.v.t. | 3,5 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 9 m | |
inhoud | maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijbehorende bouwwerken), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
||
Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoning | Maximaal | ||
gezamenlijke oppervlakte per woning | 150 m2 | ||
goothoogte | 3,2 m | ||
bouwhoogte | 6 m | ||
afstand vrijstaande bijbehorende bouwwerken tot bedrijfswoning | 15 m, tenzij de bestaande afstand meer bedraagt, dan geldt de bestaande afstand als maximum | ||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximaal | ||
bouwhoogte erfafscheidingen | voor voorgevelrooilijn: 1,5 m; overige: 2 m |
||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m | ||
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - werktuigencoöperatie' bouwhoogte silo's | 10 m | ||
omheiningen ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 2' | 2 m |
Aanvullend gelden voor herbouw van bestaande woningen de volgende voorwaarden:
De bestaande hoofdvorm (goothoogte, bouwhoogte, dakhelling en kapvorm) en gevelindeling, gelegen aan openbaar toegankelijk gebied dan wel de voorgevel, van beeldbepalende panden zoals aangeduid ter plaatse van de functieaanduiding 'cultuurhistorische waarden' dienen gehandhaafd te blijven.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing. Deze nadere eisen mogen slechts worden gesteld voor het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en hun omgeving en ten behoeve van het behoud en herstel van de waardevolle elementen en structuren en de bestaande ruimtelijke karakteristiek.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.1.2 en 7.2.3 teneinde minicampings en de daarvoor noodzakelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, toe te staan bij het bedrijf, waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de in 7.2.4 opgenomen maximale oppervlakte bedrijfsbebouwing van agrarisch verwante en agrarisch technische hulpbedrijven, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 7.2.6 teneinde de voorgevel te kunnen plaatsen buiten de (voormalige) voorgevelrooilijn, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.5 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.5 teneinde de minimum afstand van gebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens te verkleinen voor bedrijfswoningen en/of bijbehorende bouwwerken. Hierbij dient aan het volgende te worden voldaan:
er dient te worden voldaan aan de voorwaarden van de Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen d.d. 24 augustus 2012 (Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen) of een vergelijkbaar door de gemeenteraad van Eersel vastgesteld document.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 7.2.5 teneinde een grotere bouwhoogte toe te staan voor het treffen van milieutechnische maatregelen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.1.2 en 7.5.1, teneinde een vorm van agrarisch verwant bedrijf of agrarisch technisch hulpbedrijf als nevenactiviteit bij een bedrijf toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.1 en 7.5.1, teneinde - bedrijfsmatige - nevenactiviteiten in de vorm van pensionstalling van paarden toe te staan bij een bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.1 en 7.5.1, teneinde - bedrijfsmatige - nevenactiviteiten in de vorm van zorgverlening op sociaal, fysiek of psychisch vlak toe te staan bij een bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.1 en 7.5.1, teneinde als nevenactiviteit bij een bedrijf extensieve vormen van dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen, zoals een kinderboerderij, theehuis, ambachtelijke ijs- of kaasmakerij, verhuur van fietsen/huifkarren, organiseren van rondleidingen en exposities, bed en breakfastvoorzieningen in een grotere omvang e.d., toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.1 en 7.5.1, teneinde nevenactiviteiten in de vorm van inpandige statische opslag toe te staan bij een bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.5.1 ten behoeve van de opslag van gevaarlijke stoffen teneinde toe te staan dat de daarbij behorende 10-6 risicocontour de aanduiding 'bouwvlak', danwel, indien geen aanduiding 'bouwvlak' is opgenomen, de bestemmingsgrens, overschrijdt, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder 7.7.4 opgenomen werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren.
Het onder 7.7.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 7.7.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 7.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 7.7.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Vergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden |
het aanleggen van wegen en het aanbrengen van overige verhardingen | 1. de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn; 2. de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige landschappelijke inpassing, danwel er wordt anderszins voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing; |
het verwijderen van houtopstanden | 1. het verwijderen moet noodzakelijk zijn; 2. het verwijderen betekent geen onevenredige aantasting van het landschapselement; |
het aanbrengen van ondergrondse leidingen | 1. er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van het landschapselement; |
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in:
Een en ander mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Bedrijf - Nutsbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 8.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 8.1.1:
Adres | Ter plaatse van de aanduiding: | zijn uitsluitend de volgende bedrijven en/of bedrijfsactiviteiten toegestaan: | ||||
Merenweg 4 | 'specifieke vorm van bedrijf - waterwinbedrijf' | een waterwinbedrijf | ||||
Heike ong, Postelseweg ong, Schadewijkstraat ong | 'bergbezinkbassin' | een bergbezinkbassin |
In een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken is een bed&breakfast toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
De bestemming is mede gericht op behoud van landschapselementen ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden'.
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.
De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte als opgenomen ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2 )', met dien verstande dat indien geen bebouwd oppervlak is aangeduid, de bestaande bebouwde oppervlakte als maximum geldt.
De bouwwerken, behorende bij de functies als opgenomen in de tabel in 8.1.2 onder a, dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
Gebouwen algemeen | Minimaal | ||
afstand tot bouwperceelgrens | 3 m | ||
afstand tot de as van de als |
100 m | ||
afstand tot de as van de als |
20 m | ||
afstand tot de as van de als |
15 m | ||
afstand tot de as van de als |
10 m | ||
bestaande kleinere afstanden zijn toegestaan | |||
Bedrijfsgebouwen |
Minimaal | Maximaal | |
goothoogte | n.v.t. | 6,5, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte' een afwijkende goothoogte is opgenomen | |
bouwhoogte | n.v.t. | 10 m, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' een afwijkende bouwhoogte is opgenomen | |
dakhelling | 12° | 45° | |
Bedrijfswoning |
Minimaal | Maximaal | |
goothoogte | n.v.t. | 3,5 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 9 m | |
inhoud | maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijbehorende bouwwerken); indien de inhoud op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan meer bedraagt, geldt de bestaande inhoud als maximum | ||
dakhelling | 12° | 45° | |
Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoning | Maximaal | ||
gezamenlijke oppervlakte per woning | 150 m2 | ||
goothoogte | 3,2 m | ||
bouwhoogte | 6 m | ||
afstand vrijstaande bijbehorende bouwwerken tot bedrijfswoning | 15 m, tenzij de bestaande afstand meer bedraagt, dan geldt de bestaande afstand als maximum | ||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximaal | ||
bouwhoogte erfafscheidingen | voor voorgevelrooilijn: 1,5 m; overige: 2 m |
||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m |
De bouwwerken, behorende bij de kleine nutsvoorzieningen, die niet zijn genoemd in de tabel in 8.1.2 onder a, dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
De bestaande hoofdvorm (goothoogte, bouwhoogte, dakhelling en kapvorm) en gevelindeling, gelegen aan openbaar toegankelijk gebied dan wel de voorgevel, van beeldbepalende panden zoals aangeduid ter plaatse van de functieaanduiding 'cultuurhistorische waarden' dienen gehandhaafd te blijven.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing. Deze nadere eisen mogen slechts worden gesteld voor het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en hun omgeving en ten behoeve van het behoud en herstel van de waardevolle elementen en structuren en de bestaande ruimtelijke karakteristiek.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.4 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.4 teneinde de minimum afstand van gebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens te verkleinen voor bedrijfswoningen en/of bijbehorende bouwwerken. Hierbij dient aan het volgende te worden voldaan:
er dient te worden voldaan aan de voorwaarden van de Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen d.d. 24 augustus 2012 (Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen) of een vergelijkbaar door de gemeenteraad van Eersel vastgesteld document.
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de in 8.1.2 opgenomen maximale oppervlakte bedrijfsbebouwing van niet-agrarische bedrijven, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.5.1 ten behoeve van de opslag van gevaarlijke stoffen teneinde toe te staan dat de daarbij behorende 10-6 risicocontour de aanduiding 'bouwvlak', danwel, indien geen aanduiding 'bouwvlak' is opgenomen, de bestemmingsgrens, overschrijdt, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'bos' en/of ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder 8.7.4 opgenomen werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren.
Het onder 8.7.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 8.7.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 8.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 8.7.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Vergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden |
het aanleggen van wegen en het aanbrengen van overige verhardingen ter plaatse van de aanduiding 'bos' en ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' | 1. ter plaatse van de aanduiding 'bos': - de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn voor het beheren dan wel verbeteren van het bos dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik; - de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige natuurwaarden; hiertoe wordt de terreinbeheerder gehoord; er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de waterhuishouding. 2. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden': - de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn; - de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige landschappelijke inpassing, danwel er wordt anderszins voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing. |
het egaliseren, vergraven of ophogen van de bodem ter plaatse van de aanduiding 'bos' | 1. het aanwezige reliëf mag niet worden aangetast; 2. de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van de aanwezige landschappelijke- en natuurwaarden. |
het verwijderen van houtopstanden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' en ter plaatse van de aanduiding 'bos' | 1. het verwijderen moet noodzakelijk zijn; 2. het verwijderen betekent geen onevenredige aantasting van het landschapselement; |
het aanbrengen van ondergrondse leidingen ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' | er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van het landschapselement. |
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen zoals (on)verharde paden en overeenkomstig de in 9.1.2. opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 9.1.1:
Binnen deze bestemming is het beleid primair gericht op het beschermen van de landschappelijke en ecologische waarden. Houtproductie is toegestaan, mits dit ondergeschikt is aan het bosbehoud en het behoud van de landschappelijke en natuurwaarden.
Het gehele gebied gelegen binnen deze bestemming mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het recreatief medegebruik worden beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan in het gehele gebied zoals paden, banken, picknicktafels, bewegwijzering e.d.
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze
bestemming.
Het is verboden om op deze gronden te bouwen met uitzondering van de in lid 9.2.2 genoemde gebouwen en bijbehorende bouwwerken en de in lid 9.2.3 genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maatvoeringseisen:
Voor gebouwen en bijbehorende bouwwerken geldt dat enkel bebouwing wordt toegestaan die:
Deze gebouwen mogen blijven bestaan, waarbij de bestaande situering, de bestaande goot- en bouwhoogte en de bestaande inhoud als maximum geldt.
Veldschuren en andere gebouwen zijn niet toegestaan. In afwijking hiervan zijn bestaande
gebouwen toegestaan, alsmede gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'.
Deze gebouwen mogen blijven bestaan, waarbij de bestaande situering, de bestaande goot-
en bouwhoogte en de bestaande inhoud als maximum geldt.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maatvoeringseisen:
Onder gebruik in overeenstemming met de bestemming wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden en/of opstallen voor:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het is verboden op of in de voor 'Bos' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder 9.4.4 opgenomen werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren.
Het onder 9.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 9.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 9.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 9.4.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Vergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden |
het aanleggen van wegen en het aanbrengen van overige verhardingen niet ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - rododendronkwekerij' | - de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn voor het beheren dan wel verbeteren van het bos dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik; - de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige natuurwaarden; hiertoe wordt de terreinbeheerder gehoord; - er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de waterhuishouding. |
het egaliseren, vergraven of ophogen van de bodem niet ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - rododendronkwekerij' | - het aanwezige reliëf mag niet worden aangetast; - de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van de aanwezige landschappelijke- en natuurwaarden. |
De voor ‘Cultuur en ontspanning’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het ondergronds bouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om voor het gebied ter plaatse de aanduiding ‘wetgevingzone – wijzigingsgebied 1’ het maximaal toelaatbaar aantal bedrijfswoningen te wijzigen. Hiervoor gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen en erven, en overeenkomstig de in 11.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 11.1.1:
In een woning en bijbehorende bouwwerken mag een niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit worden uitgeoefend als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.2.2 teneinde de minimum afstand van gebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens te verkleinen voor woningen. Hierbij dient aan het volgende te worden voldaan:
er dient te worden voldaan aan de voorwaarden van de Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen d.d. 24 augustus 2012 (Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen) of een vergelijkbaar door de gemeenteraad van Eersel vastgesteld document.
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken binnen deze bestemming:
De voor 'Groen - Landschappelijke inpassing' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen zoals doorgangen.
Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van erfafscheidingen en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘geluidwal’ in de vorm van geluidwerende voorzieningen.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - schuilgelegenheid' zijn bouwwerken toegestaan uitsluitend in de vorm van een schuilgelegenheid, met dien verstande dat:
Voor erfafscheidingen gelden de volgende bepalingen:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in het bestemmingsplan ten behoeve van de wijziging van het bij de bestemming 'Groen- Landschappelijke inpassing' behorende landschappelijke inpassingsplan, waarbij geldt dat het gewijzigde landschappelijke inpassingsplan minimaal gelijkwaardig dient te zijn en moet voldoen aan de Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen d.d. 24 augustus 2012 of een vergelijkbaar door de gemeenteraad van Eersel vastgesteld document zoals die geldt op tijdstip van de ontvankelijke aanvraag van de afwijking.
Het is verboden op of in de voor 'Groen - Landschappelijke inpassing' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder 12.5.4 opgenomen werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren.
Het onder 12.5.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 12.5.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 12.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 12.5.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Vergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden |
het aanleggen van wegen en het aanbrengen van overige verhardingen als doorgang | de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn voor het (agrarisch) gebruik, behorende bij de naastgelegen bestemming; de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige landschappelijke inpassing, danwel er wordt anderszins voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing; |
het verwijderen van houtopstanden ten behoeve van een doorgang | het verwijderen moet noodzakelijk zijn voor het (agrarisch) gebruik, behorende bij de naastgelegen bestemming; het verwijderen betekent geen aantasting van de aanwezige landschappelijke inpassing, danwel er wordt anderszins voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing; |
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen teneinde uitbreiding van de aanduiding 'bouwvlak' in een aangrenzende Agrarische bestemming mogelijk te maken, zoals opgenomen in 3.9.1, 5.9.1, of 4.9.1, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Groen - Landschapselement' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen zoals doorgangen.
Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van erfafscheiding.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - schuilgelegenheid' zijn bouwwerken toegestaan uitsluitend in de vorm van een schuilgelegenheid, met dien verstande dat:
Voor erfafscheidingen gelden de volgende bepalingen:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het is verboden op of in de voor 'Groen - Landschapselement' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder 13.4.4 opgenomen werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren.
Het onder 13.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 13.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 13.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 13.4.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Vergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden |
het aanleggen van wegen en het aanbrengen van overige verhardingen | - de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn; - de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige landschappelijke inpassing, danwel er wordt anderszins voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing; |
het verwijderen van houtopstanden | - het verwijderen moet noodzakelijk zijn; - het verwijderen betekent geen onevenredige aantasting van het landschapselement; |
het aanbrengen van ondergrondse leidingen | - er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van het landschapselement; |
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in 14.1.2. opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 14.1.1:
Adres | Aanduiding | Functie | ||||
Donk 13, Oirschotsedijk 52 | specifieke vorm van horeca - categorie C | Café, restaurant, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' uitsluitend een parkeerterrein is toegestaan ten dienste van het horecabedrijf | ||||
Driehuizen 3 | specifieke vorm van horeca - categorie B | Restaurant | ||||
Postelseweg 88 | specifieke vorm van horeca - categorie B | Restaurant en congres- en vergaderaccommodatie |
In een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken is een bed&breakfast toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Uitsluitend mogen worden opgericht gebouwen en bouwwerk geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming.
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is aangegeven, mogen hoofdgebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is een bedrijfswoning toegestaan, en maximaal één per aanduiding.
De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte als opgenomen ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2 )', met dien verstande dat deze bebouwde oppervlakte inclusief de bebouwde oppervlakte ten behoeve van een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning is.
De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
Gebouwen algemeen | Minimaal | ||
afstand tot bouwperceelgrens | 3 m | ||
afstand tot de as van de als |
100 m | ||
afstand tot de as van de als |
20 m | ||
afstand tot de as van de als |
15 m | ||
afstand tot de as van de als |
10 m | ||
bestaande kleinere afstanden zijn toegestaan | |||
Hoofdgebouwen | Maximaal | ||
totale oppervlakte gebouwen | zie 14.2.4 | ||
goothoogte | maximaal 5,5 m | ||
bouwhoogte | maximaal 10 m | ||
Bedrijfswoning | Minimaal | Maximaal | |
goothoogte | n.v.t. | 3,5 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 9 m | |
inhoud | maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijbehorende bouwwerken), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
||
Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoning | Maximaal | ||
gezamenlijke oppervlakte per woning | 150 m2 | ||
goothoogte | 3,2 m | ||
bouwhoogte | 6 m | ||
afstand vrijstaande bijbehorende bouwwerken tot bedrijfswoning | 15 m, tenzij de bestaande afstand meer bedraagt, dan geldt de bestaande afstand als maximum | ||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximaal | ||
bouwhoogte erfafscheidingen | 1,5 m voor voorgevel; elders 2 m | ||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 5,5 m |
De bestaande hoofdvorm (goothoogte, bouwhoogte, dakhelling en kapvorm) en gevelindeling, gelegen aan openbaar toegankelijk gebied dan wel de voorgevel, van beeldbepalende panden zoals aangeduid ter plaatse van de functieaanduiding 'cultuurhistorische waarden' dienen gehandhaafd te blijven.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing.
De nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het oog op de volgende belangen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing. Deze nadere eisen mogen slechts worden gesteld voor het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en hun omgeving en ten behoeve van het behoud en herstel van de waardevolle elementen en structuren en de bestaande ruimtelijke karakteristiek.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2.5 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2.5 teneinde de minimum afstand van gebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens te verkleinen voor bedrijfswoningen en/of bijbehorende bouwwerken. Hierbij dient aan het volgende te worden voldaan:
er dient te worden voldaan aan de voorwaarden van de Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen d.d. 24 augustus 2012 (Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen) of een vergelijkbaar door de gemeenteraad van Eersel vastgesteld document.
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder 14.6.4. opgenomen werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren.
Het onder 14.6.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 14.6.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 14.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 14.6.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Vergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden |
het aanleggen van wegen en het aanbrengen van overige verhardingen | 1. de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn; 2. de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige landschappelijke inpassing, danwel er wordt anderszins voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing; |
het verwijderen van houtopstanden | 1. het verwijderen moet noodzakelijk zijn; 2. het verwijderen betekent geen onevenredige aantasting van het landschapselement; |
het aanbrengen van ondergrondse leidingen | 1. er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van het landschapselement; |
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een (woon)boerderij, ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het in 14.7.1. vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 14.7.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend:
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van de in 14.7.1 genoemde vergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de Boerderijen Stichting en de monumentencommissie omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de cultuurhistorische waarden van de (woon)boerderij en de omgeving.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in 15.1.2. opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 15.1.1:
Adres | Ter plaatse van de aanduiding: | zijn uitsluitend de volgende maatschappelijke functies toegestaan: | ||||
Domineespad, Zandstraat 5 | 'scouting' | scouting | ||||
Hemelrijksestraat ong, Katerstraat ong, Vessemseweg ong | 'specifieke vorm van maatschappelijk - gildeterrein' | gildeterrein, met daarbij schutsbomen, kogelvangers, jeu de boules en daaraan ondergeschikte oefenterreinen, verblijfsruimten, opslag, horeca en terras | ||||
Kuilenhurk 32, Keyenhurkseweg 3 | 'militaire zaken' | militaire doeleinden | ||||
Knegselseweg ong, Jan Smuldersstraat ong |
'specifieke vorm van maatschappelijk - kapel' | een kapel | ||||
Merenweg 2a | 'specifieke vorm van maatschappelijk - natuureducatie centrum' | natuureducatiecentrum | ||||
Rosheuvel ong | 'specifieke vorm van maatschappelijk - gildeterrein en scouting' | scouting, gildeterrein en daaraan ondergeschikte horeca | ||||
Berkvenseweg 2 | 'zorginstelling' | een zorginstelling en beschermd wonen |
Ter plaatse van aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - gildeterrein' gelden de volgende inrichtingseisen:
In een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken is een bed&breakfast toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Uitsluitend mogen worden opgericht gebouwen en bouwwerk geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming.
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is aangegeven, mogen hoofdgebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.
Voor bedrijfswoningen geldt het volgende:
De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte als opgenomen ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2 )'.
De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
Gebouwen algemeen | Minimaal | ||
afstand tot bouwperceelgrens | 3 m | ||
afstand tot de as van de als |
100 m | ||
afstand tot de as van de als |
20 m | ||
afstand tot de as van de als |
15 m | ||
afstand tot de as van de als |
10 m | ||
bestaande kleinere afstanden zijn toegestaan | |||
Hoofdgebouwen | Maximaal | ||
goothoogte | maximaal 5,5 m, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte' een afwijkende goothoogte is opgenomen | ||
bouwhoogte | maximaal 10 m, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' een afwijkende bouwhoogte is opgenomen | ||
afstand tot de as van de weg | minimaal 15 m | ||
Bedrijfswoning | Minimaal | Maximaal | |
goothoogte | n.v.t. | 3,5 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 9 m | |
inhoud | maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijbehorende bouwwerken), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
||
Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoning | Minimaal | Maximaal | |
gezamenlijke oppervlakte | 150 m2 | ||
goothoogte | 3,2 m | ||
bouwhoogte | 6 m | ||
afstand weg | zie bij hoofdgebouwen | ||
afstand vrijstaande bijbehorende bouwwerken tot bedrijfswoning | 15 m, tenzij de bestaande afstand meer bedraagt, dan geldt de bestaande afstand als maximum | ||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximaal | ||
bouwhoogte erfafscheidingen | 1,5 m voor voorgevel; elders 2 m | ||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 5,5 m | ||
In afwijking van bovenstaande tabel gelden ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van maatschappelijk - gildeterrein' en 'specifieke vorm van maatschappelijk - gildeterrein en scouting' onderstaande maatvoeringseisen: | |||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximaal | ||
bouwhoogte erfafscheidingen | 2 m | ||
bouwhoogte schietbomen | 16 m | ||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde specifieke vorm van maatschappelijk - gildeterrein' | 10 m | ||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 'specifieke vorm van maatschappelijk - gildeterrein en scouting' | 5,5 m |
De bestaande hoofdvorm (goothoogte, bouwhoogte, dakhelling en kapvorm) en gevelindeling, gelegen aan openbaar toegankelijk gebied dan wel de voorgevel, van beeldbepalende panden zoals aangeduid ter plaatse van de functieaanduiding 'cultuurhistorische waarden' dienen gehandhaafd te blijven.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de in 15.2.4 gestelde maximale oppervlakte bebouwing, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 15.2.5 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 15.2.5 teneinde de minimum afstand van gebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens te verkleinen voor bedrijfswoningen en/of bijbehorende bouwwerken. Hierbij dient aan het volgende te worden voldaan:
er dient te worden voldaan aan de voorwaarden van de Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen d.d. 24 augustus 2012 (Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen) of een vergelijkbaar door de gemeenteraad van Eersel vastgesteld document.
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'bos' en/of ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder 15.5.4 opgenomen werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren.
Het onder 15.5.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 15.5.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 15.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 15.5.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Vergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden |
het aanleggen van wegen en het aanbrengen van overige verhardingen ter plaatse van de aanduiding 'bos' en ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' | 1. ter plaatse van de aanduiding 'bos': - de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn voor het beheren dan wel verbeteren van het bos dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik; - de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige natuurwaarden; hiertoe wordt de terreinbeheerder gehoord; - er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de waterhuishouding. 2. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden': - de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn; - de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige landschappelijke inpassing, danwel er wordt anderszins voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing. |
het egaliseren, vergraven of ophogen van de bodem ter plaatse van de aanduiding 'bos' | 1. het aanwezige reliëf mag niet worden aangetast; 2. de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van de aanwezige landschappelijke- en natuurwaarden. |
het verwijderen van houtopstanden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' | 1. het verwijderen moet noodzakelijk zijn; 2. het verwijderen betekent geen onevenredige aantasting van het landschapselement; |
het aanbrengen van ondergrondse leidingen ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' | er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van het landschapselement; |
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een (woon)boerderij, ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het in 15.6.1. vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 15.6.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend:
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van de in 15.6.1 genoemde vergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de Boerderijen Stichting en de monumentencommissie omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de cultuurhistorische waarden van de (woon)boerderij en de omgeving.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om voor het gebied ter plaatse de aanduiding ‘wetgevingzone – wijzigingsgebied 2’ de bestemming ‘Maatschappelijk’ te wijzigen in de bestemming ‘Cultuur en ontspanning’ dan wel om de maatvoeringen binnen de bestemming ‘Maatschappelijk’ te wijzigen ten behoeve van de herontwikkeling van de gronden. Hiervoor gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen zoals (on)verharde paden en overeenkomstig de in 16.1.2. opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 16.1.1:
Binnen de bestemming 'Natuur' is het beleid gericht op het beschermen van de landschappelijke en ecologische waarden.
Het gehele gebied gelegen binnen deze bestemming mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het recreatief medegebruik worden beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan in het gehele gebied zoals paden, banken, picknicktafels, bewegwijzering e.d.
Ter plaatse van de aanduiding 'water' geldt het volgende:
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maatvoeringseisen:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het is verboden op of in de voor 'Natuur' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder 16.4.4 opgenomen werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren.
Het onder 16.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 16.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 16.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 16.4.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Vergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden |
het verwijderen van houtopstanden | deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- of natuurbeheer; |
het diepploegen en diepwoelen van de bodem | deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- of natuurbeheer; |
het graven, ophogen en egaliseren van de bodem niet ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - aardkundig waardevol gebied' | deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- of natuurbeheer; de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van het reliëf; |
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en half verhardingen | de verhardingen zijn noodzakelijk voor het beheren dan wel verbeteren van bos en natuur dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik; de verhardingen mogen geen onevenredige aantasting betekenen van de aanwezige natuurwaarden. |
het aanbrengen van ondergrondse leidingen | er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van de aanwezige natuurwaarden |
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 17.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 17.1.1:
Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduiding uitsluitend toegestaan de voorzieningen genoemd in de navolgende Staat van recreatieve voorzieningen:
Adres | Aanduiding | Recreatieve voorziening | ||||||
Hoogcasteren 25/25a/25b | 'dagrecreatie' | dagrecreatieve voorzieningen | ||||||
Buivensedreef ong | 'specifieke vorm van recreatie - evenementen en recreatieplas' | evenementen en recreatieplas | ||||||
Kreiel 3, Postelseweg 173, Stevert 18 |
'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie' | groepsaccommodatie | ||||||
Lantie 7/7a | 'specifieke vorm van recreatie - vakantiecentrum 1' | vakantiecentrum | ||||||
Molenveld 12 | 'specifieke vorm van recreatie - logeerbedrijf en midgetgolfbaan' | logeerbedrijf/ midgetgolfbaan | ||||||
Postelseweg 88 | 'specifieke vorm van recreatie - vakantiecentrum 2a' | - verblijfs- en dagrecreatie, uitsluitend door middel van een bedrijfsmatige exploitatie; - recreatiewoningen; - standplaats voor kampeermiddelen; - sanitaire voorzieningen; - speelvoorzieningen; - parkeervoorzieningen, met dien verstande dat het aantal parkeerplaatsen overeenkomt met het aantal verblijfplaatsen; - groenvoorzieningen; - agrarisch medegebruik; - uitsluitend extensief recreatief gebruik ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - extensief'; - sportvoorzieningen; - het gebruik van maximaal één motorboot, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - motorboot'. - nutsvoorzieningen. |
||||||
Postelseweg 88 | 'specifieke vorm van recreatie - vakantiecentrum 2b' | - verblijfs- en dagrecreatie, uitsluitend door middel van een bedrijfsmatige exploitatie; - receptie; - horeca uit de categorieën A t/m E, met dien verstande dat horecabedrijven uit categorieën D of E uitsluitend zijn toegestaan in ondergeschikte vorm en uitsluitend ondersteunend aan de dag- of verblijfsrecreatie en horecabedrijven uit categorie A of B uitsluitend zijn toegestaan in de vorm van een restaurant, een strandpaviljoen en een logiesaccommodatie met niet meer dan 30 verblijfplaatsen; - zwembad; - bedrijfswoningen; - detailhandel, uitsluitend ondergeschikt en ondersteunend aan de ter plaatse toegestane dag- en verblijfsrecreatie; - sanitaire voorzieningen; - speelvoorzieningen; - parkeervoorzieningen; - groenvoorzieningen; - fietsverhuur; - sportvoorzieningen; - nutsvoorzieningen; met dien verstande dat: de collectieve voorzieningen zoals een receptie, kantoor, kampwinkel, kinderspeelhal, sportvoorzieningen, recreatieruimte, wasserette, sanitaire voorzieningen, werktuigenberging, dierenweide en opslagruimte, uitsluitend zijn toegestaan ter ondersteuning van de ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van recreatie - vakantiecentrum 2a', 'specifieke vorm van recreatie - vakantiecentrum 2b' en 'specifieke vorm van recreatie - vakantiecentrum 2c' en aangrenzende bestemming 'Horeca' toegestane verblijfs- en dagrecreatie. |
||||||
Postelseweg 88 | 'specifieke vorm van recreatie - vakantiecentrum 2c' | - verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van een bungalowterrein, uitsluitend door middel van een bedrijfsmatige exploitatie; - groenvoorzieningen; - parkeervoorzieningen; - nutsvoorzieningen. |
||||||
Postelseweg 88 | 'specifieke vorm van recreatie - vakantiecentrum 2d' | - parkeervoorzieningen en ontsluitingsstructuren, met dien verstande dat maximaal 350 parkeerplaatsen zijn toegestaan, waarvan maximaal 100 verhard; - groenvoorzieningen; - nutsvoorzieningen; met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - onverhard' geen verhard oppervlak is toegestaan. |
||||||
Postelseweg ong | 'specifieke vorm van recreatie - bungalowterrein' | een bungalowterrein | ||||||
Veneind 5 | 'verblijfsrecreatie' | verblijfsrecreatie | ||||||
Veneind 5 | 'sportveld' | sport-, speel- en recreatieveld ondersteunend aan de verblijfsrecreatie | ||||||
Vondereind 8 | specifieke vorm van recreatie - vakantiecentrum 3' | vakantiecentrum | ||||||
Buivensedreef ong | 'speelvoorziening' | kinderspeelpaleis | ||||||
Eerselseweg 39 | 'specifieke vorm van recreatie - minicamping en groepsaccommodatie' | minicamping en groepsaccommodatie | ||||||
Domineespad 27 | 'kampeerboerderij' | minicamping, maximaal 1200 m2 opslag,, 330 m2 kampeerboerderij, met bijbehorend kantoor en sanitair | ||||||
Oirschotsedijk 9 | 'specifieke vorm van recreatie - vakantiecentrum 4' | - het als eenheid exploiteren en beheren van een verblijfsrecreatieterrein gericht op het verschaffen van recreatief verblijf in recreatiewoningen aan personen die elders hun hoofdverblijf hebben; - recreatiewoningen, met bijbehorende bouwwerken voor recreatiewoningen; - verblijfsrecreatieve voorzieningen, met daaraan ondergeschikt: horeca, detailhandel en dienstverlening; - voorzieningen ten behoeve van onderhoud en beheer en sanitaire voorzieningen; - een bedrijfswoning, met bijbehorende bouwwerken voor de bedrijfswoning; - de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals wegen, paden, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen e.d. |
||||||
Schadewijk 23 | 'specifieke vorm van recreatie - kijkboerderij varkensmuseum' en 'specifieke vorm van recreatie - paardenstalling' |
Maximaal 1.500 m2 bebouwde oppervlakte bestaande uit: Kijkboerderij en varkensmuseum met ontvangst- en speelruimte, terras en parkeervoorziening; paardenstalling met bijbehorende voorzieningen zoals een rijbak en als ondergeschikte activiteit het geven van instructie aan ruiter en paard; opslag ten behoeve van bovenstaande bedrijfsvormen. |
||||||
Roten 3 | 'specifieke vorm van recreatie - landgoed' |
- een bed&breakfast met maximaal 5 kamers; - detailhandel in streekgebonden producten en agrarisch gerelateerde producten met een maximum verkoopvloeroppervlakte van 100 m2 - een galerie met maximaal 100 m2 ondergeschikte detailhandel; - paardenstalling; - inpandige statische opslag; - extensief recreatief medegebruik; - niet- publieksgerichte beroeps- en/of bedrijfsactiviteiten |
In een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken is een bed&breakfast toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Binnen de bestemming is detailhandel toegestaan, uitsluitend in ondergeschikte vorm en dienstbaar aan de ter plaatse toegestane recreatieve voorzieningen.
Binnen de bestemming is ondersteunende horeca toegestaan, uitsluitend in ondergeschikte vorm en dienstbaar aan de ter plaatse binnen het plangebied toegestane recreatieve voorzieningen en sportvoorzieningen.
De bestemming is mede gericht op behoud van landschapselementen ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden'.
Voor evenementen gelden de volgende bepalingen:
met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'sportveld' (Veneind 5) evenementen zijn toegestaan onder de volgende voorwaarden:
en met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - landgoed' evenementen zijn toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming.
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak', tenzij in de regels anders is bepaald.
Voor bedrijfswoningen geldt het volgende:
De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte als opgenomen ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2 ), met dien verstande dat deze bebouwde oppervlakte exclusief stacaravans en de bebouwde oppervlakte ten behoeve van een bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning is. Indien geen bebouwde oppervlakte is aangeduid, geldt de bestaande bebouwde oppervlakte als maximum.
Voor de bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen gelden de volgende maatvoeringseisen:
Gebouwen algemeen | Minimaal | ||
afstand tot bouwperceelgrens | 3 m | ||
afstand tot de as van de als |
100 m | ||
afstand tot de as van de als |
20 m | ||
afstand tot de as van de als |
15 m | ||
afstand tot de as van de als |
10 m | ||
bestaande kleinere afstanden zijn toegestaan | |||
Bedrijfsgebouwen | Minimaal | Maximaal | |
goothoogte | n.v.t. | 6 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 10 m | |
afstand tot de as van de weg | min. 15 m | ||
Bedrijfswoning | Minimaal | Maximaal | |
goothoogte | n.v.t. | 3,5 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 9 m | |
afstand tot de as van de weg | min. 15 m | ||
inhoud | maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijbehorende bouwwerken), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
||
Bijbehorende bouwwerken bij woning | Minimaal | Maximaal | |
gezamenlijke oppervlakte per woning | n.v.t. | 150 m2 | |
goothoogte | n.v.t. | 3,2 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 6 m | |
afstand tot de as van de weg | min. 15 m | ||
afstand vrijstaande bijbehorende bouwwerken tot bedrijfswoning | 15 m, tenzij de bestaande afstand meer bedraagt, dan geldt de bestaande afstand als maximum | ||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximaal | ||
bouwhoogte erfafscheidingen | voor de voorgevelrooilijn maximaal 1,5 m, overig maximaal 2,5 m | ||
bouwhoogte ballenvanghekken | maximaal 7,5 m | ||
bouwhoogte lichtmasten | maximaal 9 m | ||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | maximaal 6 m |
Voorzover in de tabel in 17.1.2 onder a of onder 17.2.6, 17.2.7, 17.2.8, 17.2.9, 17.2.10 maatvoeringseisen zijn opgenomen, gelden deze eisen in afwijking van bovenstaande tabel.
17.2.5a Cultuurhistorische waarden
De bestaande hoofdvorm (goothoogte, bouwhoogte, dakhelling en kapvorm) en gevelindeling, gelegen aan openbaar toegankelijk gebied dan wel de voorgevel, van beeldbepalende panden zoals aangeduid ter plaatse van de functieaanduiding 'cultuurhistorische waarden' dienen gehandhaafd te blijven.
Voor de vakantiecentra, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - vakantiecentrum 1' en 'specifieke vorm van recreatie - vakantiecentrum 3' aangeduide gronden gelden voor de recreatiewoningen aanvullend de volgende bebouwingsregels:
Voor de camping Ter Spegelt gelden de volgende bepalingen:
Algemeen | ||||
aantal verblijfplaatsen | max. 1.000 | |||
verhardingen, verharde oppervlakten en bebouwing | max. 15% van het aanduidingsvlak | |||
bebouwde oppervlakte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' | max. 1.000 m2 | |||
bebouwde oppervlakte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - extensief' | max. 50 m2 | |||
Sanitaire voorzieningen | ||||
bebouwde oppervlakte per sanitaire voorziening | max. 275 m2 | |||
gezamenlijke bebouwde oppervlakte | max. 2.500 m2 | |||
goothoogte | max. 4 m | |||
bouwhoogte | max. 6,5 m | |||
Recreatiewoning | ||||
aantal recreatiewoningen | max. 182 | |||
bebouwde oppervlakte per recreatiewoning | max. 100 m2 | |||
goothoogte | max. 3 m | |||
bouwhoogte | max. 6,5 m | |||
inhoud | max. 250 m3 | |||
Stacaravans | ||||
bebouwde oppervlakte per stacaravan | 75 m2 | |||
goothoogte | max. 3 m | |||
bouwhoogte | max. 5 m | |||
Tipi's | ||||
bebouwde oppervlakte per tipi | max. 35 m2 | |||
goothoogte | max. 1 m | |||
bouwhoogte | max. 6,5 m | |||
Veestal | ||||
bebouwde oppervlakte | max. 80 m2 | |||
bouwhoogte | max. 5 m | |||
Nutsvoorzieningen | ||||
bebouwde oppervlakte per gebouw | 15 m2 | |||
bouwhoogte | 3 m | |||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | ||||
bouwhoogte speeltoestellen | max. 10 m | |||
bouwhoogte van terreinverlichting, ballenvangers en vlaggenmasten | max. 8 m | |||
bouwhoogte van terreinafscheidingen | max. 2 m | |||
bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | max. 4,5 m |
Algemeen | ||||
totale bebouwde oppervlakte | max. 10.300 m2 | |||
bebouwde oppervlakte per bouwwerk | max. 5.000 m2 | |||
bebouwde oppervlakte logiesaccommodatie (30 verblijfplaatsen) | max. 1.000 m2 | |||
bebouwde oppervlakte horeca uit categorie D of E | max. 3.000 m², met dien verstande dat de oppervlakte per gebouw max. 1.000 m² bedraagt | |||
goothoogte | max. 6 m | |||
bouwhoogte | max. 10 m | |||
Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen | ||||
goothoogte | 3,5 m | |||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | ||||
bouwhoogte glijbanen | max. 14 m over een oppervlakte van 25 m2 | |||
bouwhoogte van terreinverlichting, ballenvangers en vlaggenmasten | max. 8 m | |||
bouwhoogte van terreinafscheidingen | max. 2 m | |||
bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | max. 4,5 m |
Algemeen | ||||
Omgevingsvergunningplichtige bouwactiviteiten dienen te allen tijde getoetst te worden aan het in Beeldkwaliteitplan Ter Spegelt opgenomen beeldkwaliteitplan. | ||||
Bungalows | ||||
aantal bungalows | max. 53 | |||
bebouwde oppervlakte per bungalow | maximaal 3 bungalows van 100 m2 en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' maximaal 90 m², geldend voor 50 bungalows, mits voldaan wordt aan de voorwaarden zoals gesteld in het beeldkwaliteitplan Bungalowpark Ter Spegelt Postelseweg 185B Eersel van april 2015 | |||
goothoogte | max. 3 m | |||
goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' | max. 1,80 m | |||
bouwhoogte | max. 6,60 m | |||
dakhelling | max. 50º | |||
aantal bijbehorende bouwwerken per bungalow | max. 1 | |||
bebouwde oppervlakte van het bijbehorend bouwwerk bij een bungalow | max. 10 m2 | |||
goothoogte van het bijbehorend bouwwerk | max. 2 m | |||
bouwhoogte van het bijbehorend bouwwerk | max. 3 m | |||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | ||||
bouwhoogte van terreinverlichting, ballenvangers en vlaggenmasten | max. 8 m | |||
bouwhoogte van terreinafscheidingen | max. 2 m | |||
bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn | max. 1,5 m | |||
bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | max. 6 m | |||
overkappingen met een maximum oppervlakte van 15 m2 passend in het beeldkwaliteitplan Bungalowpark Ter Spegelt Postelseweg 185B Eersel van april 2015 |
Algemeen | ||
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken geen gebouwen zijnde | ||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | ||
bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de verkeersgeleiding en wegverlichting | max. 8 m | |
bouwhoogte vlaggenmasten | max. 6 m | |
bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de realisatie van een natuurpoort | max. 4 m |
Voor de Eurocamping, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm recreatie - vakantiecentrum 3' gelden de volgende bepalingen:
Voor het kinderspeelpaleis op het E3-strand, ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening' gelden de volgende bepalingen:
Voor het E3-strand, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - evenementen en recreatieplas' gelden de volgende bepalingen:
Voor de camping aan Veneind 5, ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie', gelden aanvullend de volgende bepalingen:
Voor chaletpark Dennenoord gelden de volgende bepalingen:
Recreatiewoningen | ||||
aantal recreatiewoningen | max. 110 | |||
oppervlakte bouwperceel per recreatiewoning | min. 325 m2 | |||
oppervlakte recreatiewoning | max. 130 m2 | |||
goothoogte | max. 3 m | |||
dakhelling | max. 45º | |||
afstand tussen recreatiewoning en zijdelingse perceelsgrens | min. 2,5 m | |||
Bijbehorende bouwwerken bij recreatiewoningen | ||||
aantal bijbehorende bouwwerken per recreatiewoning | max. 1 | |||
oppervlakte bijbehorend bouwwerk | max. 20 m2 | |||
bouwhoogte bijbehorend bouwwerk | max. 3 m | |||
Verblijfsrecreatieve voorzieningen, met daaraan ondergeschikt: horeca, detailhandel en dienstverlening, en voorzieningen ten behoeve van onderhoud en beheer en sanitaire voorzieningen | ||||
goothoogte | max. 4 m | |||
bouwhoogte | max. 6 m | |||
gezamenlijke oppervlakte van de volgende gebouwen met bijbehorende bouwwerken: - verblijfsrecreatieve voorzieningen; - voorzieningen ten behoeve van onderhoud en beheer en sanitaire voorzieningen; en - een bedrijfswoning. |
max. 1250 m2 | |||
Bedrijfswoningen | ||||
goothoogte | max. 4 m | |||
dakhelling | max. 45º | |||
Bijbehorend bouwwerken bij bedrijfswoningen | ||||
dakhelling | max. 45º | |||
Bouwwerken, geen gebouw zijnde, waaronder carports | ||||
bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m | |||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | max. 3 m | |||
aantal carports per recreatiewoning | max. 1 | |||
gezamenlijke oppervlakte bouwwerken, geen gebouw zijnde, per recreatiewoning | max. 20 m2 |
Burgemeesters en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de in 17.2.4 opgenomen maximale oppervlakte bedrijfsbebouwing van recreatiebedrijven, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.2.5 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.2.5 teneinde de minimum afstand van gebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens te verkleinen voor bedrijfswoningen en/of bijbehorende bouwwerken. Hierbij dient aan het volgende te worden voldaan:
er dient te worden voldaan aan de voorwaarden van de Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen d.d. 24 augustus 2012 (Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen) of een vergelijkbaar door de gemeenteraad van Eersel vastgesteld document.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het
bepaalde in 17.2.7 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm recreatie -
vakantiecentrum 2c' voor het toestaan van een grotere oppervlakte van een bungalow, mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken als bedoeld in 17.1.2 onder a. teneinde kleinschalig kamperen en de daarvoor noodzakelijke voor- zieningen, zoals sanitaire voorzieningen, toe te staan, al dan niet in combinatie met afwijkingen zoals bedoeld in 3.4.1, 5.4.1 of 4.4.1 ., binnen de reguliere bebouwingsmogelijkheden, waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.2.5 teneinde een watertoren op te richten, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 17.2.5 en toestaan dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - landgoed' een paardenbak wordt gerealiseerd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm recreatie - vakantiecentrum 3' is uitsluitend maximaal 1 extra recreatiewoning toegestaan, nadat gelijktijdig met of in ieder geval voorafgaand aan de bouw van deze recreatiewoning, de gebouwen zoals aangegeven overeenkomstig Te slopen gebouwen Vondereind zijn gesloopt.
Het gebruik conform de bestemming ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van recreatie - vakantiecentrum 2a', 'specifieke vorm van recreatie - vakantiecentrum 2b' en 'specifieke vorm recreatie - vakantiecentrum 2c' is alleen toegestaan indien voldoende compenserende waterberging wordt gerealiseerd en in stand gehouden.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.5.1 onder h ten behoeve van de opslag van gevaarlijke stoffen teneinde toe te staan dat de daarbij behorende 10-6 risicocontour de aanduiding 'bouwvlak', danwel, indien geen aanduiding 'bouwvlak' is opgenomen, de bestemmingsgrens, overschrijdt, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.1.2 onder f teneinde het tijdelijk gebruik van gronden voor langdurigere evenementen toe te kunnen staan. Hiertoe dient aan het volgende te worden voldaan:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - landgoed' mag in een woning ook een niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit worden uitgeoefend als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 17.1 teneinde nevenactiviteiten in de vorm van zorgverlenende activiteiten op sociaal, fysiek of psychisch vlak toe te staan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - landgoed', mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'bos' en/of ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder 17.7.4 opgenomen werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren.
Het onder 17.7.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 17.7.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 17.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 17.7.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Vergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden |
het aanleggen van wegen en het aanbrengen van overige verhardingen ter plaatse van de aanduiding 'bos' en ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' | 1. ter plaatse van de aanduiding 'bos': - de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn voor het beheren dan wel verbeteren van het bos dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik; - de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige natuurwaarden; hiertoe wordt de terreinbeheerder gehoord; - er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de waterhuishouding. 2. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden': - de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn; - de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige landschappelijke inpassing, danwel er wordt anderszins voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing. |
het egaliseren, vergraven of ophogen van de bodem ter plaatse van de aanduiding 'bos' | 1. het aanwezige reliëf mag niet worden aangetast; 2. de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van de aanwezige landschappelijke- en natuurwaarden. |
het verwijderen van houtopstanden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' | 1. het verwijderen moet noodzakelijk zijn; 2. het verwijderen betekent geen onevenredige aantasting van het landschapselement; |
het aanbrengen van ondergrondse leidingen ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' | er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van het landschapselement; |
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een (woon)boerderij, ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het in 17.8.1. vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 17.8.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend:
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van de in 17.8.1 genoemde vergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de Boerderijen Stichting en de monumentencommissie omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de cultuurhistorische waarden van de (woon)boerderij en de omgeving.
Burgemeesters en wethouders kunnen de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm recreatie - vakantiecentrum 4' wijzigen ten behoeve van een tweede bedrijfswoning, indien de noodzaak daartoe wordt aangetoond. Op de voorbereiding van de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
De voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 18.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 18.1.1:
Voor recreatiewoningen gelden de volgende bepalingen:
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming.
Per aanduiding 'bouwvlak' is maximaal één recreatiewoning toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' het aangegeven maximale aantal wooneenheden het toegestane maximale aantal recreatiewoningen is.
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.
Voor recreatiewoningen gelden de volgende maatvoeringseisen:
Met betrekking tot de maatvoering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dient aan het volgende te worden voldaan:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximaal |
bouwhoogte erfafscheidingen | vóór voorgevel woning: 1,5 m; overige: 2 m |
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m |
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De voor 'Recreatie - Stacaravan' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 19.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 19.1.1:
Voor stacaravans gelden de volgende bepalingen:
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming.
Per aanduiding 'bouwvlak' is maximaal één stacaravan toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' het aangegeven maximale aantal wooneenheden het toegestane maximale aantal stacaravans is.
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.
Voor stacaravans gelden de volgende maatvoeringseisen:
Met betrekking tot de maatvoering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dient aan het volgende te worden voldaan:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximaal |
bouwhoogte erfafscheidingen | vóór voorgevel woning: 1,5 m; overige: 2 m |
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m |
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 20.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 20.1.1:
Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduiding uitsluitend toegestaan de voorzieningen genoemd in de navolgende Staat van recreatieve voorzieningen:
Adres | Aanduiding | Functies | ||||||
Breemakkerweg 1a, Knegselseweg 20-24, Merenweg 2, Oirschotsedijk 52, Jan Smuldersstraat 54, Veneind 5 |
'sportveld' | veldsportterrein | ||||||
Breemakkerweg 2 | 'speelvoorziening' | trapveldje | ||||||
Bussereind ong, Eerselseweg ong |
'specifieke vorm van sport - hondensportterrein' | hondensportterrein | ||||||
Dalemsedijk ong | 'motorcrossterrein' | motorcrossterrein | ||||||
Locht 140 (Veldhoven)/Bussereind 4b, Locht 140 (Veldhoven)/Bussereind 4b |
'golfbaan' | golfterrein | ||||||
Meer 15, Postelseweg 70 |
'specifieke vorm van sport - sportterrein en carnavalsvereniging' | veldsportterrein en activiteiten carnavalsverenigingen | ||||||
Molenveld 5 | 'specifieke vorm van sport - paardensport' | paardensport, bestaande uit: - manege; - 6 kamers bed&breakfast; - groepsaccommodatie van maximaal 300 m2;; - kantine en buitenterras van in totaal maximaal 300 m2 |
||||||
Oirschotsedijk 48c | 'specifieke vorm van sport - manege en verblijfsrecreatie' | manege en overnachtingen | ||||||
Oirschotsedijk 50a, Hees 4a |
'manege' | manege | ||||||
Tasbroekwegje ong | 'specifieke vorm van sport - schietbomen' | schietbomen | ||||||
Veneind 5 | 'golfbaan' | golfbaan en pitch & puttbaan |
Binnen de bestemming is horeca toegestaan, uitsluitend in ondergeschikte vorm en dienstbaar aan de ter plaatse toegestane sportvoorzieningen.
In een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken is een bed&breakfast toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
De bestemming is mede gericht op behoud van landschapselementen ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden'.
Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming.
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.
Voor bedrijfswoningen geldt het volgende:
De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte als opgenomen ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2 ) ', met dien verstande dat deze bebouwde oppervlakte exclusief de bebouwde oppervlakte ten behoeve van een bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning is. Indien geen bebouwde oppervlakte is aangeduid, geldt de bestaande bebouwde oppervlakte als maximum.
Voor de gebouwen en de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bebouwingsregels:
Gebouwen algemeen | Minimaal | ||
afstand tot bouwperceelgrens | 3 m | ||
afstand tot de as van de als |
100 m | ||
afstand tot de as van de als |
20 m | ||
afstand tot de as van de als |
15 m | ||
afstand tot de as van de als |
10 m | ||
bestaande kleinere afstanden zijn toegestaan | |||
Bedrijfsgebouwen | Minimaal | Maximaal | |
goothoogte | n.v.t. | 5,5 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 10 m | |
afstand tot de as van de weg | 15 m | ||
Bedrijfswoning | Minimaal | Maximaal | |
goothoogte | n.v.t. | 3,5 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 9 m | |
afstand tot de as van de weg | 15 m | ||
inhoud | maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijbehorende bouwwerken), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
||
Bijbehorende bouwwerken bij woning | Minimaal | Maximaal | |
gezamenlijke oppervlakte per woning | n.v.t. | 150 m2 | |
goothoogte | n.v.t. | 3,2 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 6 m | |
afstand tot de as van de weg | 15 m | ||
afstand vrijstaande bijbehorende bouwwerken tot bedrijfswoning | 15 m, tenzij de bestaande afstand meer bedraagt, dan geldt de bestaande afstand als maximum | ||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximaal | ||
bouwhoogte erfafscheidingen | 2,5 m | ||
bouwhoogte ballenvanghekken | 7,5 m | ||
bouwhoogte lichtmasten | 16 m | ||
bouwhoogte schietbomen | 16 m | ||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | voorzover in de tabel in 20.1.2 onder a maatvoeringseisen zijn opgenomen, gelden deze eisen in afwijking van bovenstaande tabel maximaal 6 m | ||
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - sportterrein en carnavalsvereniging' bebouwd oppervlakte tribune | 1000 m2 |
Voorzover in de tabel in 20.1.2 onder a maatvoeringseisen zijn opgenomen, gelden deze eisen in afwijking van bovenstaande tabel.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de in 20.2.4 gestelde maximale oppervlakte bebouwing van sportvoorzieningen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.2.5 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.2.5 teneinde de minimum afstand van gebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens te verkleinen voor bedrijfswoningen en/of bijbehorende bouwwerken. Hierbij dient aan het volgende te worden voldaan:
er dient te worden voldaan aan de voorwaarden van de Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen d.d. 24 augustus 2012 (Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen) of een vergelijkbaar door de gemeenteraad van Eersel vastgesteld document.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken als bedoeld in 20.1.2 onder a. teneinde kleinschalig kamperen en de daarvoor noodzakelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, toe te staan bij manege's in de sportbestemming, al dan niet in combinatie met afwijkingen zoals bedoeld in 3.4.1, 5.4.1 of 4.4.1 ., binnen de reguliere bebouwingsmogelijkheden, waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.4.1 ten behoeve van de opslag van gevaarlijke stoffen teneinde toe te staan dat de daarbij behorende 10-6 risicocontour de aanduiding 'bouwvlak', danwel, indien geen aanduiding 'bouwvlak' is opgenomen, de bestemmingsgrens, overschrijdt, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'bos' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder 20.6.4 opgenomen werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren.
Het onder 20.6.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 20.6.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 20.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 20.6.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Vergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden |
het aanleggen van wegen en het aanbrengen van overige verhardingen ter plaatse van de aanduiding 'bos' en ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' | 1. ter plaatse van de aanduiding 'bos': - de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn voor het beheren dan wel verbeteren van het bos dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik; - de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige natuurwaarden; hiertoe wordt de terreinbeheerder gehoord; - er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de waterhuishouding. 2. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden': - de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn; - de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige landschappelijke inpassing, danwel er wordt anderszins voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing. |
het egaliseren, vergraven of ophogen van de bodem ter plaatse van de aanduiding 'bos' | 1. het aanwezige reliëf mag niet worden aangetast; 2. de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van de aanwezige landschappelijke- en natuurwaarden. |
het verwijderen van houtopstanden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' | 1. het verwijderen moet noodzakelijk zijn; 2. het verwijderen betekent geen onevenredige aantasting van het landschapselement; |
het aanbrengen van ondergrondse leidingen ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' | er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van het landschapselement; |
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een (woon)boerderij, ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het in 20.7.1. vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 20.7.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend:
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van de in 20.7.1 genoemde vergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de Boerderijen Stichting en de monumentencommissie omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de cultuurhistorische waarden van de (woon)boerderij en de omgeving.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming.
In afwijking van artikel 21.2.1 wordt binnen de bestemming 'Tuin' achter de achtergevellijn van de woning, één schuilvoorziening toegestaan waarvoor de volgende maximale maatvoeringseisen gelden:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen zoals groenvoorzieningen, wildbegeleidende en wildbeschermingsvoorzieningen, geluidswerende voorzieningen, parkeervoorzieningen, wandel- en/of fietspaden, openbare nutsvoorzieningen, bermen, wegbeplantingen en sloten.
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van de bestemming, alsmede gebouwen ten dienste van openbare nutsvoorzieningen.
Gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen dienen aan het volgende te voldoen:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 15 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van lichtmasten maximaal 18 m mag bedragen.
Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - onverharde weg' en/of ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder 22.3.4 opgenomen werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren.
Het onder 22.3.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 22.3.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 22.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 22.3.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Vergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden |
het aanleggen van wegen en het aanbrengen van overige verhardingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - onverharde weg' en ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' | 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - onverharde weg': - de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn voor het beheren dan wel verbeteren van het bos dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik; - de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige natuurwaarden; hiertoe wordt de terreinbeheerder gehoord; - er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de waterhuishouding. 2. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden': - de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn; - de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige landschappelijke inpassing, danwel er wordt anderszins voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing. |
het omploegen van de paden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - onverharde weg' | het omploegen moet noodzakelijk zijn voor het beheren dan wel verbeteren van het bos of het agrarisch gebruik; de wegen en overige verhardingen betekenen geen onevenredige aantasting van de aanwezige natuurwaarden; hiertoe wordt de terreinbeheerder gehoord; |
het verwijderen van houtopstanden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' | 1. het verwijderen moet noodzakelijk zijn; 2. het verwijderen betekent geen onevenredige aantasting van het landschapselement; |
het aanbrengen van ondergrondse leidingen ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' | er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van het landschapselement; |
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals bermen, paden, beschoeiingen e.d. en overeenkomstig de in 23.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 23.1.1:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - water met ecologische waarden' is de hydrologische functie toegestaan, in combinatie met de volgende aanvullende doeleinden:
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.
De bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan het volgende te voldoen:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen en erven en overeenkomstig de in 24.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 24.1.1:
In een woning en bijbehorende bouwwerken mag ook een niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit worden uitgeoefend als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Afhankelijk van de opgenomen aanduiding zijn ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' voorts uitsluitend de volgende nevenactiviteiten naast de woonfunctie toegestaan met de daarbij behorende voorzieningen, waarbij voor de betreffende activiteit uitsluitend in bestaande gebouwen is toegestaan en maximaal de bestaande gebruiksoppervlakte is toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum vloeroppervlakte (m2 )' de aangegeven vloeroppervlakte als maximum geldt:
Adres(sen) | Aanduiding | Nevenactiviteit | ||||
't Dekske 1 | 'specifieke vorm van recreatie - minicamping' | minicamping | ||||
Eerselseweg 17a | 'specifieke vorm van bedrijf - tegelzetbedrijf' | tegelzetbedrijf | ||||
Hoek 6 | 'specifieke vorm van bedrijf - oesterkwekerij' | oesterkwekerij | ||||
Hoogeloonseweg 6, Wolfshoek 1, Hazenstraat 11/11a, Heibloem 5, Kekkeneind 8a, Oeyenbos 4, Kreiel 12, Schadewijk 4' |
'opslag' | opslag | ||||
Meerven 10 | 'specifieke vorm van bedrijf - veldwerkcentrum en minicamping' | veldwerkcentrum en minicamping | ||||
Boksheide 27, Ganzestaartsedijk 13 |
'hovenier' | hoveniersbedrijf | ||||
Kreiel 12 | 'dierenpension' | dierenpension | ||||
Meerven 3 | 'atelier' | atelier/lesruimte en beeldentuin/theetuin met daarbij behorend het aanbieden van lunch en buffet | ||||
Boksheide 28 | 'specifieke vorm van bedrijf - westerntraining' | bedrijf in het kader van westerntraining. Ten behoeve van het geven van paardrijlessen en westerntraining is het toegestaan een ontvangstruimte, overnachtingsmogelijkheid, paardrijboxen en overige voorzieningen op het erf te realiseren met een maximale oppervlakte bijbehorende bouwwerken van 180 m². | ||||
Eerselseweg 15 |
'specifieke vorm van wonen - ondergeschikte detailhandel' |
maximaal 100 m2 verkoopvloer- oppervlak ten behoeve van detail- handel in streekgebonden producten en agrarisch gerelateerde producten. |
Voor het aantal woningen geldt het volgende:
Gebruik van gronden en bouwwerken voor een minicamping, anders dan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - veldwerkcentrum en minicamping', is uitsluitend toegestaan via afwijking als bedoeld in 24.4.7.
Gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bed & breakfast in een grotere omvang dan genoemd onder a, is uitsluitend toegestaan via afwijking als bedoeld in 24.6.2.
De bestemming is mede gericht op behoud van landschapselementen ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden'.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - buitenopslag' is buitenopslag van agrarische producten toegestaan.
Met betrekking tot de op te richten bebouwing gelden de volgende regels:
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is aangegeven, mogen hoofdgebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak', tenzij in de regels anders is bepaald.
Met betrekking tot de inhoud van de woningen gelden de volgende regels:
Met betrekking tot de maatvoering en situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dient aan het volgende te worden voldaan:
Gebouwen algemeen | Minimaal | ||
afstand tot bouwperceelgrens | 3 m | ||
afstand tot de as van de als |
100 m | ||
afstand tot de as van de als |
20 m | ||
afstand tot de as van de als |
15 m | ||
afstand tot de as van de als |
10 m | ||
bestaande kleinere afstanden zijn toegestaan | |||
Woning | Minimaal | Maximaal | |
goothoogte, de maximale goothoogte geldt voor minimaal 60% van de lengte van de goot | n.v.t. | 3,5 m, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande goothoogte als maximum | |
bouwhoogte | n.v.t. | 9 m, tenzij de bestaande bouwhoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande bouwhoogte als maximum | |
inhoud | zie 24.2.3 | ||
dakhelling | 0º | 60º | |
Bijbehorende bouwwerken bij woning | Minimaal | Maximaal | |
gezamenlijke oppervlakte per bouwperceel | n.v.t. | 150 m2 inclusief overkappingen, tenzij: - de bestaande oppervlakte meer bedraagt, dan geldt de bestaande oppervlakte als maximum. Na afwijking als opgenomen in 24.4.4 kunnen monumentale bijbehorende bouwwerken worden herbouwd. - ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak m2 bijgebouwen' danwel 'maximum bebouwd oppervlak (m2 )'een afwijkende oppervlakte is opgenomen, dan geldt die oppervlakte als totale maximale oppervlakte per bestemmingsvlak . - ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen uitgesloten' mogen geen bijbehorende bouwwerken worden opgericht. |
|
goothoogte | n.v.t. | 3,2 m | |
bouwhoogte | n.v.t. | 6 m | |
afstand vrijstaande bijbehorende bouwwerken tot woning | n.v.t. | 15 m, tenzij: - de bestaande afstand meer bedraagt, dan geldt de bestaande afstand als maximum; - de aanduiding 'bijgebouwen' is opgenomen, dan geldt dat de vrijstaande bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding mogen worden opgericht |
|
dakhelling | 0° | 45° | |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximaal | ||
ter plaatse van de aanduiding 'tennisbaan' zijn voorzieningen zoals hekwerken en netten toegestaan ten behoeve van een tennisbaan | |||
bouwhoogte erfafscheidingen | 2 m, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering' de bouwhoogte van erfafscheidingen vóór de voorgevel maximaal 2 m bedraagt en 2,25 m achter de voorgevel | ||
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 4 m, tenzij de bestaande hoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande bouwhoogte als maximum | ||
situering overkappingen | op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw, tenzij: - de bestaande afstand minder dan 3 m bedraagt, dan geldt de bestaande afstand als minimum. |
||
de oppervlakte van paardenbakken | 800 m2 tezamen met het deel dat eventueel binnen de agrarische bestemming is gesitueerd |
Aanvullend gelden voor herbouw van bestaande woningen de volgende voorwaarden:
De bestaande hoofdvorm (goothoogte, bouwhoogte, dakhelling en kapvorm) en gevelindeling, gelegen aan openbaar toegankelijk gebied dan wel de voorgevel, van beeldbepalende panden zoals aangeduid ter plaatse van de functieaanduiding 'cultuurhistorische waarden' dienen gehandhaafd te blijven.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing. Deze nadere eisen mogen slechts worden gesteld voor het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en hun omgeving en ten behoeve van het behoud en herstel van de waardevolle elementen en structuren en de bestaande ruimtelijke karakteristiek.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 24.2.4 teneinde de toegestane bebouwde oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken te vergroten. Hierbij dient aan het volgende te worden voldaan:
Ten behoeve van het stimuleren van sloop van overtollige bebouwing kan het bevoegd gezag door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de maximale inhoud voor een burgerwoning tot een maximum van 850 m3 onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 24.2.5 teneinde de voorgevel te kunnen plaatsen buiten de (voormalige) voorgevelrooilijn, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken als bedoeld in 24.2.4 teneinde herbouw van monumentale bijbehorende bouwwerken mogelijk te maken, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 24.2.4 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 24.2.4 teneinde de minimum afstand van gebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens te verkleinen voor woningen en/of bijbehorende bouwwerken. Hierbij dient aan het volgende te worden voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken als bedoeld in 24.1.2 onder d. teneinde kleinschalig kamperen en de daarvoor noodzakelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, toe te staan in de woonbestemming, al dan niet in combinatie met afwijkingen zoals bedoeld in 3.4.1, 5.4.1 of 4.4.1., binnen de reguliere bebouwingsmogelijkheden, waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 24.1.2 onder a teneinde bedrijven aan huis toe te staan, die qua aard en omvang en invloed op het milieu en de omgeving gelijk te stellen zijn met de in 24.1.2 onder a toegestane bedrijven maar die niet zijn genoemd in de in de bijlage opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten, mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken als bedoeld in 24.1.2 teneinde als nevenactiviteit bij een woning, bed & breakfast voorzieningen e.d., in een grotere omvang toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder 24.7.4 opgenomen werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren.
Het onder 24.7.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 24.7.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 24.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 24.7.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Vergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden |
het verwijderen van houtopstanden | 1. het verwijderen moet noodzakelijk zijn; 2. het verwijderen betekent geen onevenredige aantasting van het landschapselement; |
het aanbrengen van ondergrondse leidingen | 1. er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van het landschapselement; |
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een (woon)boerderij, ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het in 24.8.1. vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 24.8.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend:
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van de in 24.8.1 genoemde vergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de Boerderijen Stichting en de monumentencommissie omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de cultuurhistorische waarden van de (woon)boerderij en de omgeving.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van deze gronden wijzigen teneinde toevoeging van woningen door bouwkundige aanpassingen (splitsing) van bestaande (woon)boerderijen mogelijk te maken. Een en ander mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor ‘Wonen - Landgoed’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen en erven.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 25.1.1:
Op de voor ‘Wonen – Landgoed’ aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd met inachtname van de volgende regels:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de aanduiding: | specifieke vorm van wonen - landgoed 1 | specifieke vorm van wonen - landgoed 2 | specifieke vorm van wonen - landgoed 3 | specifieke vorm van wonen - landgoed 4 | |||
totale maximum aantal woningen | 3 | 3 | |||||
maximum aantal woningen per bouwvlak | 1 | ||||||
maximum inhoud hoofdgebouw | 1.500 m³ | 4.000 m³ | en ter plaatse van de aanduiding: - 'specifieke bouwaanduiding - type I' 650 m3, of de bestaande inhoud indien deze meer bedraagt dan 650 m3 exclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken; - 'specifieke bouwaanduiding - type II' 1.500 m3 exclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken |
en ter plaatse van de aanduiding: - 'specifieke bouwaanduiding - wonen 1' 5.600 m3 inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken; - 'specifieke bouwaanduiding - wonen 2' 2.000 m3 inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken |
|||
maximum gezamenlijke oppervlakte per gebouw | 400 m2 | en ter plaatse van de aanduiding: - 'specifieke bouwaanduiding – wonen 1' 1.100 m²; - 'specifieke bouwaanduiding - wonen 2' 500 m² |
|||||
maximum goothoogte | 4 m | 5 m, of de bestaande goothoogte indien deze meer bedraagt dan 5 m | |||||
maximum bouwhoogte | 10 m | 11 m | 9 m, of de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt dan 9 m | 12,5 m | |||
dakhelling | minimaal 0o en maximaal 60o | minimaal 35o en maximaal 55o | ter plaatse van de aanduiding: - 'specifieke bouwaanduiding - type I' minimaal 0° en maximaal 60°; - 'specifieke bouwaanduiding - type II' minaal 42° en maximaal 60° |
minimaal 45o en maximaal 60o | |||
minimale breedte gebouw | 15 m | ||||||
maximale diepte hoofdgebouw | 30 m | ||||||
maximum inhoud nevengebouw | 2.500 m3 | ||||||
minimale afstand tot perceelsgrens | 5 m | 3 m | 10 m |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij woningen, buiten het bouwvlak, gelden de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de aanduiding: | specifieke vorm van wonen - landgoed 1 | specifieke vorm van wonen - landgoed 2 | specifieke vorm van wonen - landgoed 3 | specifieke vorm van wonen - landgoed 4 | |||
gezamenlijke maximale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken per woning | 150 m2 | 200 m2 | 200 m2, of de bestaande oppervlakte indien deze meer bedraagt dan 200 m2 | en ter plaatse van de aanduiding: - 'specifieke bouwaanduiding – wonen 1' 450 m²; - 'specifieke bouwaanduiding - wonen 2' 200 m² |
|||
maximum aantal bijbehorende bouwwerken | n.v.t. | 3 | 2 | 2, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - paardenbak' geen bijbehorende bouwwerken mogen worden opgericht | |||
situering | minimaal 2 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning | ||||||
maximum goothoogte | 3,2 m | 3,2 m | 3,2 m, of de bestaande goothoogte indien deze meer bedraagt dan 3,2 m | 4 m | |||
maximum bouwhoogte | 7 m | 6 m | 7 m, of de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt dan 7 m | 12 m | |||
afstand van vrijstaande bijbehorende bouwwerken tot de woning | maximaal 25 m | minimaal 5 m en maximaal 25 m | minimaal 5 m en maximaal 25 m, of de bestaande afstand indien deze meer bedraagt dan 25 m | maximaal 40 m | |||
dakhelling | minimaal 0o en maximaal 45o | minimaal 0o en maximaal 45o | minimaal 45o en maximaal 60o |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de aanduiding: | specifieke vorm van wonen - landgoed 1 | specifieke vorm van wonen - landgoed 2 | specifieke vorm van wonen - landgoed 3 | specifieke vorm van wonen - landgoed 4 | |||
maximum bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | 2 m, met dien verstande dat: - de hoogte vóór de voorgevelrooilijn niet meer mag bedragen dan 1,5 m; - aan de waterkant bij de woningen geen erf- of terreinafscheidingen mogen worden geplaatst. |
2 m, met dien verstande dat: - de hoogte vóór de voorgevelrooilijn niet meer mag bedragen dan 1 m; |
2 m | 2 m | |||
maximum oppervlakte paardenbakken | 800 m2 | n.v.t. | 800 m2 | ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - paardenbak' 850 m2 | |||
maximum bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m | 3 m | 4 m | 4 m | |||
maximum bouwhoogte lichtmasten uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - paardenbak' | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 6 m |
Onder strijdig gebruik wordt onder in ieder geval begrepen het gebruik van gronden en opstallen:
Ten behoeve van de landgoederen wordt de volgende voorwaardelijke verplichting gesteld:
In een woning mag ook een niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit worden uitgeoefend als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
De voor 'Leiding - Brandbare vloeistof' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Binnen de voor 'Leiding - Brandbare vloeistof' aangewezen gronden zijn uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan ten behoeve van deze dubbelbestemming.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 26.2 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende hoofdbestemming toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de leiding, alsmede uit oogpunt van externe veiligheid geen bezwaar bestaat; dienaangaande wordt door burgemeester en wethouders advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de voor 'Leiding - Brandbare vloeistof' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 26.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:
De in 26.4.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover door de werken en werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan en de leidingen niet worden aangetast. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in 26.4.1 wordt door het bevoegd gezag schriftelijk advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Binnen de voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan ten behoeve van deze dubbelbestemming.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 27.2 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende hoofdbestemming toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de leiding, alsmede uit oogpunt van externe veiligheid geen bezwaar bestaat; dienaangaande wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 27.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:
De in 27.4.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover door de werken en werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan en de leidingen niet worden aangetast. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in 27.4.1 wordt door het bevoegd gezag schriftelijk advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Op of in de voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bedoelde leiding(en) worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringzekerheid.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Het is verboden op of in de voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 28.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 28.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen vermeld in 28.4.4.
Alvorens te beslissen op een aanvraag zoals bedoeld in 28.4.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder. Het vermelde advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Binnen de voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet toegestaan.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 29.1 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende hoofdbestemming toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de leidingen geen bezwaar bestaat; dienaangaande wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 29.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:
De in 29.4.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover door de werken en/of werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan en de leidingen niet worden aangetast. Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in 29.4.1 wordt door het bevoegd gezag schriftelijk advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Binnen de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een maximale bouwhoogte van 2,5 m ten behoeve van deze dubbelbestemming toegestaan.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 30.2 teneinde het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende hoofdbestemming toe te staan, mits:
Het is verboden op of in de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 30.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:
De in 30.4.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover door de werken of werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan en het doelmatig functioneren van de leidingen niet onevenredig wordt aangetast. Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in 30.4.1 wordt door het bevoegd gezag schriftelijk advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Binnen de voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan ten behoeve van deze dubbelbestemming.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 31.2 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende hoofdbestemming toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de leiding geen bezwaar bestaat; dienaangaande wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 31.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:
De in 31.4.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover door de werken of werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan en de leidingen niet worden aangetast. Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in 31.4.1 wordt door het bevoegd gezag schriftelijk advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de aanwezige archeologische monumenten in de bodem. Bescherming vindt plaats in het kader van de Erfgoedwet.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud en bescherming van waardevolle verwachte archeologische informatie in de bodem.
Binnen de voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn uitsluitend toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming, alsmede ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde , de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn.
De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 33.2 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
De omgevingsvergunning als bedoeld in 33.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld of getoetst wordt aan een daartoe opgestelde archeologische beleidsadvieskaart.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld 33.4.1 winnen zij schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 33.5.1 vervatte verbod geldt niet:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 33.5.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering de aanwezige archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden aangetast. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in van een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen teneinde de dubbelbestemming Artikel 33 Waarde - Archeologie 2 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud en bescherming van waardevolle verwachte archeologische informatie in de bodem.
Binnen de voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn uitsluitend toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming, alsmede ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde , de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn.
De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 34.2 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
De omgevingsvergunning als bedoeld in 34.4.1 wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld of getoetst wordt aan een daartoe opgestelde archeologische beleidsadvieskaart.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld 34.4.1 winnen zij schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 34.5.1 vervatte verbod geldt niet:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 34.5.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering de aanwezige archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden aangetast. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in van een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen teneinde de dubbelbestemming Artikel 34 Waarde - Archeologie 3 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 4.1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud en bescherming van waardevolle verwachte archeologische informatie in de bodem.
Binnen de voor 'Waarde - Archeologie 4.1' aangewezen gronden zijn uitsluitend toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming, alsmede ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde , de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn.
De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 35.2 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
De omgevingsvergunning als bedoeld in 35.4.1 wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld of getoetst wordt aan een daartoe opgestelde archeologische beleidsadvieskaart.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld 35.4.1 winnen zij schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 35.5.1 vervatte verbod geldt niet:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 35.5.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering de aanwezige archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden aangetast. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in van een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen teneinde de dubbelbestemming Artikel 35 Waarde - Archeologie 4.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor Waarde - Archeologie 4.2 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud en bescherming van waardevolle verwachte archeologische informatie in de bodem.
Binnen de voor Waarde - Archeologie 4.2 aangewezen gronden zijn uitsluitend toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming, alsmede ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde , de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn.
De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 36.2 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
De omgevingsvergunning als bedoeld in 36.4.1 wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld of getoetst wordt aan een daartoe opgestelde archeologische beleidsadvieskaart.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld 36.4.1 winnen zij schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 36.5.1 vervatte verbod geldt niet:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 36.5.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering de aanwezige archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden aangetast. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in van een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen teneinde de dubbelbestemming Artikel 36 Waarde - Archeologie 4.2 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 5.1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud en bescherming van waardevolle verwachte archeologische informatie in de bodem.
Binnen de voor 'Waarde - Archeologie 5.1' aangewezen gronden zijn uitsluitend toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming, alsmede ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde , de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn.
De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 37.2 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
De omgevingsvergunning als bedoeld in 37.4.1 wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld of getoetst wordt aan een daartoe opgestelde archeologische beleidsadvieskaart.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld 37.4.1 winnen zij schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 37.5.1 vervatte verbod geldt niet:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 37.5.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering de aanwezige archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden aangetast. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in van een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen teneinde de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 5.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 5.2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud en bescherming van waardevolle verwachte archeologische informatie in de bodem.
Binnen de voor 'Waarde - Archeologie 5.2' aangewezen gronden zijn uitsluitend toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming, alsmede ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde , de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn.
De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 38.2 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
De omgevingsvergunning als bedoeld in 38.4.1 wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld of getoetst wordt aan een daartoe opgestelde archeologische beleidsadvieskaart.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld 38.4.1 winnen zij schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 38.5.1 vervatte verbod geldt niet:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 38.5.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering de aanwezige archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden aangetast. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in van een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen teneinde de dubbelbestemming Artikel 38 Waarde - Archeologie 5.2 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud en bescherming van waardevolle verwachte archeologische informatie in de bodem.
Binnen de voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn uitsluitend toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming, alsmede ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde , de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn.
De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 39.2 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
De omgevingsvergunning als bedoeld in 39.4.1 wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld of getoetst wordt aan een daartoe opgestelde archeologische beleidsadvieskaart.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld 39.4.1 winnen zij schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 39.5.1 vervatte verbod geldt niet:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 39.5.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering de aanwezige archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden aangetast. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in van een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen teneinde de dubbelbestemming Artikel 39 Waarde - Archeologie 6 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorisch ensemble' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en versterking van het complex van cultuurhistorisch belang.
Op de voor 'Waarde - Cultuurhistorisch ensemble' aangewezen gronden mag slechts worden gebouwd indien:
Het is verboden, op of in de voor 'Waarde - Cultuurhistorisch ensemble' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in 40.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in 40.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische, stedenbouwkundige en landschappelijke waarden van de gronden.
De voor 'Waarde - Landgoed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud, bescherming en beheer van de samenhang binnen het landgoed als ruimtelijk-functionele eenheid (natuur, bos, landbouw, park, tuin, recreatie en wonen), mede in relatie tot de landschappelijke entiteit zoals opgenomen in het inrichtingsplan en/of beeldkwaliteitsparagraaf in Inrichtingsplannen Landgoederen.
Binnen deze dubbelbestemming zijn uitsluitend toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming, alsmede ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde , de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat deze de ruimtelijkfunctionele eenheid aan zouden kunnen tasten. De nadere eisen zijn erop gericht dat de ruimtelijk-functionele eenheid zoveel mogelijk wordt behouden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het onder 41.4.1 vervatte verbod geldt niet:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 41.4.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering de aanwezige ruimtelijk-functionele eenheid niet onevenredig (kan) worden aangetast. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorwaarden worden verbonden:
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in van een ter zake deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de ruimtelijk-functionele eenheid van het landgoed, en welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
De voor 'Waarde - Natura 2000' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Voor zover ingevolge de gronden waarmee de onderhavige bestemming samenvalt, een omgevingsvergunning voor afwijken van de regels wordt verleend, dienen bij de criteria voor verlening of medewerking tevens de volgende eisen in acht te worden genomen:
Voor zover ingevolge de gronden waarmee de onderhavige bestemming samenvalt, een omgevingsvergunning voor afwijken van de regels wordt verleend, dienen bij de criteria voor verlening of medewerking tevens de volgende eisen in acht te worden genomen:
Voor zover ingevolge de gronden waarmee de onderhavige bestemming samenvalt, een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden afgegeven dienen bij de criteria voor verlening tevens de volgende eisen in acht te worden genomen:
Voor zover ingevolge de gronden waarmee de onderhavige bestemming samenvalt, medewerking aan een wijziging ex artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening wordt gegeven dienen bij de criteria voor verlening of medewerking tevens de volgende eisen in acht te worden genomen:
De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de tijdelijke opvang van water.
Binnen de voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn uitsluitend toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming, mits de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 2 m.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 43.1 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien het waterbergend vermogen van de gronden niet onevenredig wordt aangetast.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in 43.3.1 kunnen zij schriftelijk advies inwinnen bij het waterschap.
Het is verboden op of in de voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 43.4.1 vervatte verbod geldt niet:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 43.4.1 mag alleen worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van het waterbergend vermogen van de gronden.
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in 43.4.1 wint het bevoegd gezag advies in bij de waterbeheerder.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die zijn opgericht in overeenstemming met de Woningwet, maar in afwijking van dit bestemmingsplan, zijn toegestaan. Herbouw van deze bestaande gebouwen is niet toegestaan.
Het is verboden de gronden en bouwwerken in dit bestemmingsplan te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven:
Het (uitbreiden van) gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone – voorwaardelijke bepaling' en/of 'wetgevingszone - landschappelijke inpassing Eerselseweg 15':
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kunstobject' is een kunstobject toegestaan met een maximale bouwhoogte van 3 m.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' kan het bevoegd gezag gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap en natuur' wijzigen in de bestemming 'Wonen' teneinde het bouwen van één woning inclusief bijgebouwen mogelijk te maken, mits wordt voldaan aan:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wetgevingzone – wijzigingsgebied 2' kan het bevoegd gezag gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap en natuur' wijzigen in de bestemming 'Tuin', mits de bestemming van 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' tegelijkertijd gewijzigd wordt.
In afwijking van het overige in het plan bepaalde is het niet toegestaan nieuwe geluidsgevoelige objecten te bouwen of geluidsgevoelige terreinen aan te leggen of in te richten ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie', te weten de 50 dB(A) zone behorende bij het industrieterrein.
In afwijking van het overige in het plan bepaalde is het niet toegestaan nieuwe geluidsgevoelige objecten te bouwen of geluidsgevoelige terreinen aan te leggen of in te richten ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - motorcrossterrein', te weten de 50 dB(A) zone behorende bij het motorcrossterrein.
In afwijking van het overige in het plan bepaalde is het niet toegestaan nieuwe geluidsgevoelige objecten te bouwen of geluidsgevoelige terreinen aan te leggen, in te richten of te gebruiken ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - luchtvaart 65-
55 Ke
40
Ke', te weten het gebied tussen de 65 en
55 Ke
40 Ke -lijn,
ter plaatse van de aanduiding
'geluidzone - luchtvaart 55-45 Ke', te weten het gebied tussen de 55 en de 45 Ke-lijn, ter
plaatse van de aanduiding 'geluidzone - luchtvaart 45-40 Ke', te weten het gebied tussen de
45 en 40 Ke-lijn;
of ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - luchtvaart 40-35 Ke', te weten het gebied tussen de 40 en 35 Ke-lijn, allen behorende bij het vliegveld.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 47.6.1 teneinde het oprichten van geluidsgevoelige objecten en/of het aanleggen, inrichten of gebruiken van geluidsgevoelige terreinen ten behoeve van de op deze gronden liggende bestemmingen toe te staan ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - luchtvaart 65-
55 Ke
40 ', ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - luchtvaart 55-45 Ke', ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - luchtvaart 45-40 Ke' of ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - luchtvaart 40-35 Ke', mits hierbij wordt voldaan aan de wet- en regelgeving omtrent geluidsbelasting door landende en opstijgende luchtvaartuigen per aangeduid Ke-gebied.
In afwijking van het overige in het plan bepaalde is het niet toegestaan nieuwe geluidsgevoelige objecten te bouwen of geluidsgevoelige terreinen aan te leggen, in te richten of te gebruiken ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - luchtvaart grondgeluid', te weten de geluidzone behorende bij het grondgeluid van het vliegveld.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming op onderdelen wijzigen teneinde de aanduiding 'geluidzone - luchtvaart grondgeluid' te verplaatsen ten behoeve van een nieuw vastgestelde of vast te stellen geluidzone grondgeluid van het vliegveld.
Ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - obstakelbeheergebieden', is het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die hoger zijn dan de maximaal toelaatbare hoogten (uitgedrukt in meters boven NAP) zoals aangegeven op de Kaarten Obstakelbeheergebieden (Kaarten Obstakelbeheergebieden) in verband met de Vliegfunnel, IHCS en ILS, uitsluitend toegestaan indien voorafgaand aan de vergunningverlening uit een schriftelijk advies van het Rijksvastgoedbedrijf van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, blijkt dat de bouwhoogte geen gevaar vormt voor het vliegverkeer op en rondom de luchthaven.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' zijn de gronden behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd als milieuhinderzone van een rioolwatergemaal.
Op de voor 'milieuzone - geurzone' aangewezen gronden zijn in verband met de geuremissie geen geurgevoelige bestemmingen toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' geldt als aanvullend doeleind de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - spuitvrije zone' is het niet toegestaan gebruik te maken van gewasbeschermingsmiddelen.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - stiltegebied' zijn geen nieuwe ontwikkelingen toegelaten die het natuurlijk heersende geluidsniveau van 40 dB(A) structureel aantasten. Dit betekent in ieder geval dat onderstaande functies niet zijn toegestaan:
Een geluidsrapport dient te worden overlegd wanneer nieuwe functies zijn gepland binnen het stiltegebied.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - vogelbeheersgebied' zijn oppervlaktewateren met een oppervlakte van meer dan 3 hectare, natuurbeschermingsgebieden, vogelbeschermingsgebieden, vishouderijen met extramurale bassins, extramurale opslag of verwerking van organisch materiaal en afvalwaterzuiveringsinstallaties uitsluitend toegestaan indien dit in overeenstemming is met een verklaring van geen bezwaar van de Minister van Defensie.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied' strekken de gronden zich uitsluitend tot instandhouding van de openbare drinkwatervoorziening waarbij een medebestemming voor natuur of bos is toegelaten.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - aardkundig waardevol gebied' zijn de gronden tevens bestemd voor behoud en bescherming van aardkundige waarden. Dit houdt in dat de aan het gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het aanwezig zijn van bijzondere aardkundige verschijnselen zoals dalglooiingen, steilranden en bodemovergangen, dienen te worden beschermd.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - attentiegebied natuurnetwerk brabant' zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud, beheer en herstel van de waterhuishoudkundige situatie, gericht op het verbeteren van de condities voor de natuur(waarden).
In afwijking van het bepaalde in artikel 24.1.2 onder a zijn ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - bebouwingsconcentratie' tevens publieksgerichte, dorpsgerelateerde aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten toegestaan, zoals een huisarts en dierenarts of daarmee gelijk te stellen activiteiten, mits wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 24.1.2 onder a sub 1 tot en met 10.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beekdal' is het beleid gericht op behoud en bescherming van de hydrologie en de landschappelijke openheid.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - behoud en herstel watersystemen' zijn de gronden mede bestemd voor de verwezenlijking en het behoud, beheer en herstel van watersystemen waarbij het gebied een breedte heeft van ten minste 25 meter aan weerszijden van de waterloop.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald mag ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - behoud en herstel watersystemen' op of in deze zone begrepen gronden, met uitzondering van de gronden binnen een bouwvlak geen bebouwing worden opgericht.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beperkingen veehouderij':
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - cultuurhistorisch vlak' wordt gestreefd naar behoud, beheer en herstel van de historische verkavelingsstructuur uit oogpunt van cultuurhistorische en landschappelijke waarden.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - natuurnetwerk brabant' zijn de gronden bestemd voor het behoud, herstel of de duurzame ontwikkeling van de ecologische waarden en kenmerken van de onderscheiden gebieden.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - natuurnetwerk brabant' mag, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, op of in deze zone begrepen gronden, met uitzondering van bouwvlakken en de gronden binnen de bestemming 'Wonen', geen bebouwing worden opgericht.
Het is verboden op de gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - natuurnetwerk brabant' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - natuurnetwerk brabant ecologische verbindingszone' zijn de gronden tevens aangewezen voor de instandhouding van waarden teneinde de toekomstig te realiseren ecologische verbindingszones, niet onmogelijk te maken.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - groenblauwe mantel'zijn de gronden tevens bestemd voor behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van het watersysteem en de ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken van de onderscheiden gebieden.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - kwetsbare soorten' is het beleid gericht op behoud van de biotoop van amfibieën (door bescherming van poelen, verspreide bomen, struwelen), kleine zoogdieren (door bescherming van ruigten, struwelen, houtsingels, ruige slootkanten), planten (goede waterkwaliteit, geen verstoorde bodem), dagvlinders (door bescherming van kleinschalig landschap, kruiden- en bloemrijke perceelsranden en bermen, ruigten en soortenrijke overgangssituaties van grasland naar struweel of bos), (struweel)vogels (door bescherming van bosjes, houtwallen, hagen, kruidenrijke bermen en perceelsranden).
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - natuurontwikkeling' is het van belang dat ruimtelijke ingrepen achterwege blijven, die natuurontwikkeling in de nabije of verdere toekomst kunnen frustreren.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - natuurparel' is het beleid gericht op behoud van de biotoop van amfibieën (door bescherming van poelen, verspreide bomen, struwelen), kleine zoogdieren (door bescherming van ruigten, struwelen, houtsingels, ruige slootkanten), planten (goede waterkwaliteit, geen verstoorde bodem), dagvlinders (door bescherming van kleinschalig landschap, kruiden- en bloemrijke perceelsranden en bermen, ruigten en soortenrijke overgangssituaties van grasland naar struweel of bos), (struweel)vogels (door bescherming van bosjes, houtwallen, hagen, kruidenrijke bermen en perceelsranden).
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - reservering waterberging' zijn de gronden mede bestemd voor het behoud van het waterbergend vermogen van dat gebied.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - reservering waterberging' mag, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, op of in deze zone begrepen gronden, met uitzondering van de gronden binnen een bouwvlak geen bebouwing worden opgericht.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding ‘overige zone - reservering waterberging’ te wijzigen in de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' ten behoeve van het waterbergingsgebied, indien dit gebied door het daartoe bevoegd gezag wordt aangewezen als waterbergingsgebied.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - struweelvogels' is het beleid gericht op behoud en bescherming van het leefgebied van struweelvogels (struwelen, houtopstanden).
In afwijking van het bepaalde in artikel 24 zijn ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - woningen Donk 2-4' de regels van bestemming 'Wonen' uit bestemmingsplan "Buitengebied herziening Donk 2-4", zoals opgenomen in Herziening Donk 2-4 onverkort van kracht.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' is het verboden kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten op te richten.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming op onderdelen wijzigen teneinde de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' te wijzigen in die zin dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' is het verboden kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten op te richten.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming op onderdelen wijzigen teneinde de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' te wijzigen in die zin dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie A', te weten de A-gevarenzone munitieopslagplaatsen, is het verboden:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie B', te weten de B-gevarenzone
munitieopslagplaatsen, is geen bebouwing toegestaan, waarin zich regelmatig personen
bevinden, zoals woonhuizen, winkels, kantoren, fabrieken, cafés en dergelijke. Daarnaast
zijn sportvelden, zwembaden, kampeerterreinen, caravanparken, jachthavens en dergelijke
niet toegestaan. Wegen met beperkt verkeer zijn toelaatbaar, evenals beperkte dagrecreatie.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie B', te weten de B-gevarenzone munitieopslagplaatsen, is het verboden kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten op te richten.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie C', te weten de C-gevarenzone munitieopslagplaatsen, is het verboden gebouwen op te richten met vlies- of gordijngevelconstructies
alsmede gebouwen met
of grote glasoppervlakten
, waarin zich in
de regel een groot aantal mensen bevindt
en waarbinnen zich doorgaans een groot aantal
personen bevindt.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming op onderdelen wijzigen teneinde de aanduiding 'veiligheidszone - munitie B' en/of de aanduiding 'veiligheidszone - munitie C' te wijzigen in die zin dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - overige inrichtingen' is het verboden kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten op te richten.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming op onderdelen wijzigen teneinde de aanduiding 'veiligheidszone - overige inrichtingen' te wijzigen in die zin dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vliegveld 10-5', te weten het gebied tussen de 10-6 en de 10-5 risicocontour van het plaatsgebonden risico, gelden de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vliegveld groter dan 10-5', te weten het gebied groter dan de 10-5 risicocontour van het plaatsgebonden risico, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming op onderdelen wijzigen teneinde de aanduiding 'veiligheidszone - vliegveld 10-5' en/of 'veiligheidszone - vliegveld 10-6' te wijzigen in die zin dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' gelden ter bescherming en instandhouding van de belangen van de bestaande molen als werktuig en beeldbepalend landschapselement en ter behoud, beheer en bescherming van de cultuurhistorische waarden van de molen de hierna volgende bepalingen:
Binnen deze aanduiding zijn uitsluitend toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van de molen. Bouwen ten behoeve van de onderliggende bestemming is uitsluitend toegestaan in één van de volgende gevallen:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 47.36.2 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende bestemmingen toe te staan, mits de hierdoor hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, het huidige en het toekomstige functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering, de waarde van de molen als landschapselement en de cultuurhistorische waarde, niet onevenredig in gevaar kan worden gebracht. Hiertoe wordt advies ingewonnen bij een terzake deskundige.
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten voeren:
Het onder a vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
De onder a bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, het huidige en/of toekomstig functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering, de waarde van de molen als landschapselement en de cultuurhistorische waarde, niet onevenredig in gevaar kan worden gebracht. Hiertoe wordt advies ingewonnen bij een terzake deskundige.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 3' kunnen gronden met de bestemming 'Agrarisch' wijzigen in de bestemming 'Wonen' teneinde het bouwen van één woning inclusief bijgebouwen mogelijk te maken, mits wordt voldaan aan gestelde voorwaarden.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wetgevingzone – wijzigingsgebied 4' kunnen gronden met de bestemming 'Agrarisch' wijzigen in de bestemming 'Tuin'.
De voor 'overige zone - watergangen' aangeduide gronden zijn mede bedoeld voor:
Het bevoegd gezag kan, behoudens op de voor de voor 'Natuur' aangewezen gronden en met inachtneming van het bepaalde in de dubbelbestemmingen, een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de regels van het plan ten aanzien van het toestaan van evenementen die met een zekere regelmaat plaatsvinden en een planologische relevantie hebben vanwege de duur van de activiteit, waaronder het opbouwen en afbreken en/of vanwege de omvang van de activiteit, waaronder het aantal deelnemers/toeschouwers, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in dit bestemmingsplan ten behoeve van de wijziging van het bij de bestemming 'Groen - Landschappelijke inpassing' behorende landschappelijke inpassingsplan, waarbij geldt dat het gewijzigde landschappelijke inpassingsplan minimaal gelijkwaardig dient te zijn en moet voldoen aan de Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen d.d. 24 augustus 2012 of een vergelijkbaar door de gemeenteraad van Eersel vastgesteld document zoals die geldt op tijdstip van de ontvankelijke aanvraag van de afwijking.
Burgemeesters en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden - Landschappelijke waarden ', 'Agrarisch met waarden - Landschappelijke en natuurlijke waarden ', 'Bedrijf', 'Bedrijf - Agrarisch verwant en technisch hulpbedrijf', 'Groen - Landschappelijke inpassing ', 'Groen - Landschapselement', 'Horeca', 'Maatschappelijk' en 'Verkeer' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen ten behoeve van de vergroting, verkleining en/of vormverandering van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' en/of het opnemen van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' ten behoeve van het waterbergingsgebied, indien de gronden door het daartoe bevoegd gezag worden aangewezen als waterbergingsgebied.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen ten behoeve van de vergroting, verkleining en/of vormverandering van de gebiedsaanduiding 'overige zone - reservering waterberging' en/of het opnemen van de gebiedsaanduiding 'overige zone - reservering waterberging' ten behoeve van het reserveringsgebied waterberging, indien de gronden door het daartoe bevoegd gezag worden aangewezen als reserveringsgebied waterberging.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd dit bestemmingsplan te wijzigen indien een bestaande landschappelijke inpassing moet worden gewijzigd, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' een (woon)boerderij geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het in 50.1.1. vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 50.1.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend:
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van de in 50.1.1 genoemde vergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de Boerderijen Stichting en de monumentencommissie omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de cultuurhistorische waarden van de (woon)boerderij en de omgeving.
Het bevoegd gezag toetst bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen. Hiervoor gelden de volgende regels:
Parkeergelegenheid | a) In het geval van de oprichting of uitbreiding van een gebouw dient ten behoeve van het parkeren van auto's te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid binnen het bestemmingsvlak. b) In het geval van functiewijziging van een gebouw en/of van gronden dient ten behoeve van het parkeren van auto's te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid binnen het bestemmingsvlak. c) Aan het voorgaande (in voldoende mate ruimte aanbrengen) wordt voldaan indien wordt voldaan aan de normen die zijn neergelegd in het Parkeerbeleidsplan (Parkeerbeleidsplan gemeente Eersel). d) Indien deze beleidsregels worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met de gewijzigde beleidsregels. e) De parkeervoorzieningen als bedoeld onder a en b dienen in stand te worden gehouden. |
||
Ruimte voor laden en lossen van goederen | a) Indien het gebruik van een gebouw en/of gronden daar aanleiding toe geeft, dient te worden voorzien in voldoende ruimte voor laden en lossen. b) De ruimte voor laad- en losvoorzieningen als bedoeld onder a dient in stand te worden gehouden. |
||
Afwijkingsmogelijkheid | Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in dit artikel indien: a) het voldoen hieraan door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, of b) voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien. |
In het geval van strijdigheid van belangen tussen een bestemming en een dubbelbestemming, met name aan de orde bij wijzigingsbevoegdheden, blijft het belang van de dubbelbestemming overeind. De dubbelbestemming vormt het toegevoegde na te streven nieuwe beleid en levert als zodanig extra criteria op voor de uit te voeren toetsing bij de wijzigingsbevoegdheid. Kan bij wijziging niet aan deze criteria voldaan worden en/of wordt op enig vlak onevenredige schade aangebracht dan kan geen gebruik worden gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid.
De realisatie van nieuw beleid door middel van dubbelbestemmingen hoeft niet gebiedsbreed (binnen de gehele dubbelbestemming) te zijn, wil de doelstelling gehaald worden. Als er echter afbreuk gedaan wordt aan de gegeven gebiedsbreedte c.q. niet de gehele dubbelbestemming wordt benut, moet voor het resterende gedeelte aangetoond worden dat dit voldoende is om het beoogde beleid voor dat gebied te realiseren. Dat wil zeggen dat de omvang van de opgenomen dubbelbestemmingen zo ruim is dat, om het nagestreefde beleid te doen slagen, niet altijd de gehele dubbelbestemming behoeft te worden benut.
Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen de dubbelbestemmingen geldt dat, gelet op het totaalbeleid voor het buitengebied, dubbelbestemmingen gericht op het instandhouden of ontwikkelen van het groene karakter en het voorkomen van bebouwing voorgaan boven dubbelbestemmingen met bebouwing. In concreto wordt in afnemende mate prioriteit verleend aan de dubbelbestemming:
Uitzondering hierop, in de vorm van nevenschikking, is mogelijk, wanneer compensatie van eventueel verlies aan kwaliteit is gegarandeerd.
Voor de gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - persoonsgebonden overgangsrecht' geldt het volgende:
Het gebruik als burgerwoning mag worden voortgezet door diegene die het gebouw gebruiken als burgerwoning ten tijde van het van kracht worden van dit bestemmingsplan. Zodra het gebruik als burgerwoning door de bestaande gebruikers wordt beëindigd vervalt het recht op gebruik van deze gebouwen als burgerwoning. Als bestaande gebruiker wordt aangemerkt de persoon/personen:
Voor de gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - persoonsgebonden overgangsrecht bedrijfswoning' geldt het volgende: Dit gebruik als bedrijfswoning mag worden voortgezet door diegene die het gebouw gebruiken als bedrijfswoning ten tijde van het van kracht worden van dit bestemmingsplan. Zodra het gebruik als bedrijfswoning door de bestaande gebruikers wordt beëindigd vervalt het recht op gebruik van deze gebouwen als bedrijfswoning. Als bestaande gebruiker wordt aangemerkt de persoon/personen die op het moment van het van kracht worden van deze regels volgens de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Eersel als hoofdbewoner en diens partner staan ingeschreven op het betreffende adres.
Voor de gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - persoonsgebonden overgangsrecht bedrijfswoning' geldt het volgende: Dit gebruik als bedrijfswoning mag worden voortgezet door diegene die het gebouw gebruiken als bedrijfswoning ten tijde van het van kracht worden van dit bestemmingsplan. Zodra het gebruik als bedrijfswoning door de bestaande gebruikers wordt beëindigd vervalt het recht op gebruik van deze gebouwen als bedrijfswoning. Als bestaande gebruiker wordt aangemerkt de persoon/personen die op het moment van het van kracht worden van deze regels volgens de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Eersel als hoofdbewoner en diens partner staan ingeschreven op het betreffende adres.
Voor de gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - persoonsgebonden overgangsrecht' geldt het volgende:
deze gebouwen zijn in strijd met het bestemmingsplan in gebruik genomen als recreatiewoning. Dit gebruik mag worden voortgezet door diegene die het gebouw gebruiken als recreatiewoning ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan. Zodra het gebruik als recreatiewoning door de bestaande gebruikers wordt beëindigd vervalt het recht op gebruik van deze gebouwen als recreatiewoning.
Als bestaande gebruiker wordt aangemerkt de persoon/personen die op het moment van het van kracht worden van deze regels volgens de ingediende zienswijze als hoofdgebruiker en diens partner bekend zijn.
Voor de gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 2' geldt het volgende:
Het gebruik als woning mag worden voortgezet door diegene die het gebouw gebruiken als woning ten tijde van het van kracht worden van dit bestemmingsplan. Zodra het gebruik als woning door de bestaande gebruikers wordt beëindigd vervalt het recht op gebruik van dit deel van het gebouw als zelfstandige woning. Als bestaande gebruiker wordt aangemerkt de persoon/personen:
Tevens kan het bevoegd gezag door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van een tweede woning, als voldaan wordt aan de volgende uitgangspunten:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2017.
Artikel C Overgangsrecht
C.1 Overgangsrecht bouwwerken
C.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel D Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2017, 2e herziening.