Plan: | 's Gravenmoer Dorp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0766.BP2013000014-VG01 |
Gedurende de overleg- en inspraaktermijn is door 16 personen/instanties een schriftelijke reactie ingediend. Hierna worden de inspraakreacties kort samengevat weergegeven. Dit betekent overigens niet dat die onderdelen van de inspraakreactie, die niet expliciet worden genoemd, niet in de beoordeling zijn betrokken. De reacties zijn in hun geheel beoordeeld. Bij iedere reactie is aangegeven of de reactie aanleiding geeft tot het aanpassen van het bestemmingsplan en welke aanpassing, indien noodzakelijk, is doorgevoerd in het ontwerpbestemmingsplan.
1. De heer A.P.M. Trommelen, Vaartweg 48, 5109 RD 's GRAVENMOER
Reactie A
Inspreker verzoekt om de bestemming Wonen naar achteren toe uit te breiden, zodat de bestaande bijgebouwen binnen de bestemming Wonen vallen.
Antwoord A
Gezien de feitelijke situatie bestaat er geen bezwaar tegen de gevraagde uitbreiding. In het ontwerpbestemmingsplan wordt de diepte van het bestemmingsvlak met de functieaanduiding erf hier op aangepast.
Reactie B
Inspreker verzoekt het bouwvlak van de woning te vergroten, zodat de totale hoofdmassa binnen het bouwvlak valt.
Antwoord B
Gezien de feitelijke situatie bestaat er geen bezwaar tegen de gevraagde aanpassing. In het ontwerpbestemmingsplan wordt de totale hoofdmassa binnen het bouwvlak van de woning opgenomen.
Conclusie
De reactie geeft aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt overeenkomstig antwoord A en B aangepast.
2. Mevrouw A. Sigtermans-Prins, Hoofdstraat 47, 5109 AB 's GRAVENMOER
Reactie
Inspreekster verzoekt om de bestemming Wonen te verruimen, zodat de bestaande kas binnen het bestemmingsvlak met de functieaanduiding erf valt.
Antwoord
In het geldende bestemmingsplan heeft het desbetreffende perceelsgedeelte de bestemming Erf. Gelet hierop en gezien de feitelijke situatie bestaat er geen bezwaar tegen de gevraagde aanpassing. In het ontwerpbestemmingsplan wordt de diepte van het bestemmingsvlak met de functieaanduiding erf hier op aangepast.
Conclusie
De reactie geeft aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt overeenkomstig bovenstaande beantwoording aangepast.
3. De heer G. van Eersel, Vaartweg 56, 5109 RD 's GRAVENMOER
Reactie A
Inspreker verzoekt om aan te geven of de bed & breakfast in het bestemmingsplan is opgenomen.
Antwoord A
De bed & breakfast is in het bestemmingsplan opgenomen door middel van een functieaanduiding bed & breakfast. Aanpassing van de bestemming is derhalve niet nodig.
Reactie B
Inspreker verzoekt of hij op zijn perceel een mini-camping mag beginnen en aan welke eisen daarbij moet worden voldaan.
Antwoord B
Het vestigen van een mini-camping is onder voorwaarden mogelijk binnen de bestemmingen Agrarisch en Agrarisch met waarden – Landschap en cultuurhistorie. Het perceel van inspreker heeft de bestemming Wonen. Vestiging van een mini-camping is derhalve niet mogelijk. Er is bewust voor gekozen om binnen de bestemming Wonen geen mini-campings mogelijk te maken. Een minicamping kan leiden tot overlast voor de omgeving. Daarom wordt een ruimtelijke scheiding tussen een mini-camping en woningen van derden voorgestaan. In het bestemmingsplan is bepaald dat de afstand tussen een mini-camping en de meest nabij gelegen woning van derden minimaal 50 meter dient te bedragen. Gelet op de gewenste ruimtelijke scheiding en de dichtheid van de bebouwing aan de bebouwingslinten is er voor gekozen om een mini-camping, onder voorwaarden, alleen mogelijk te maken binnen de bestemming Agrarisch en Agrarisch met waarden – Landschap en cultuurhistorie.
Reactie C
Inspreker vraagt of de bed & breakfast mag worden uitgebreid door bij het bakhuis een tuinhuis te plaatsen.
Antwoord C
Een bed & breakfast dient op grond van het bestemmingsplan plaats te vinden in de woning. Voor het bakhuis is een uitzondering gemaakt vanwege de bijzondere uitstraling en cultuurhistorische waarde van dit pandje.
Uitbreiding van de bed & breakfast is mogelijk, echter alleen binnen het bouwvlak van de woning, tot een oppervlakte van maximaal 100 m2. Hiervoor is op grond van artikel 18.5.1 van de regels van het bestemmingsplan wel een omgevingsvergunning vereist.
Reactie D
Inspreker verzoekt het bouwvlak van de woning te vergroten, zodat de totale hoofdmassa binnen het bouwvlak valt.
Antwoord D
Gezien de feitelijke situatie bestaat er geen bezwaar tegen de gevraagde aanpassing. In het ontwerpbestemmingsplan wordt de totale hoofdmassa binnen het bouwvlak van de woning opgenomen.
Reactie E
Inspreker merkt op dat de carport achter de woning niet op de kaart staat ingetekend.
Antwoord E
Voor het opbouwen van de kaart van het bestemmingsplan wordt een kadastrale ondergrond gebruikt. Het is juist dat niet alle bebouwing op de ondergrond is ingetekend. Dit komt bijvoorbeeld doordat bepaalde bebouwing niet is ingemeten door het Kadaster. De kadastrale ondergrond heeft echter geen juridische status. Van belang is of de bestemming van het perceelsgedeelte de bebouwing toelaat. Dit is hier het geval. De carport is namelijk gesitueerd op grond met de bestemming Wonen, functieaanduiding erf. Op deze bestemming zijn bijgebouwen toegestaan. De carport is derhalve in overeenstemming met de bestemming.
Conclusie
De reactie geeft aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt overeenkomstig antwoord D aangepast.
4. De heer J.J. Kuipers, Lange Veertel 45, 5109 BE 's GRAVENMOER
Reactie
Inspreker vindt het onderhoud aan het openbaar groen in de Lange Veertel minimaal. Hij verzoekt om in het bestemmingsplan op te nemen dat er frequenter onderhoud wordt gepleegd aan het openbaar groen in de Lange Veertel.
Antwoord
Een bestemmingsplan is niet het instrument om het door inspreker aangedragen aspect te regelen. In een bestemmingsplan wordt niet vastgelegd hoe het onderhoud aan het groen plaatsvindt. Een bestemmingsplan legt wel vast wat belangrijke groenelementen zijn, zonder daarbij de wijze van onderhoud te benoemen. Het groenstructuurplan doet wel een uitspraak over onderhoudsniveaus. Bij de aanleg van deze woonwijk is ervoor gekozen een link te leggen naar het omringende landschap. Vandaar dat er een waterloop langs de Lange Veertel loopt met in de bermen streekeigen beplanting zoals knotwilgen en elzen. Een uitstraling van een berm past hier prima bij. Om deze reden is ervoor gekozen de berm vier maal per jaar te maaien en niet als een gazon te onderhouden.
Conclusie
De reactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan.
5. Mevrouw J. de Weerd-Hermsen, Hoofdstraat 33A, 5109 AA 's GRAVENMOER
Reactie
Inspreekster vraagt waarom de snelheidsmetingen in de Hoofdstraat vlak voor de wegversmallingen plaatsvinden. Voor een goed beeld zou het beter zijn om de metingen te laten plaatsvinden in het traject tussen de wegversmallingen.
Antwoord
Een bestemmingsplan is niet het instrument om het door inspreker aangedragen aspect te regelen. In een bestemmingsplan wordt niet vastgelegd op welke wijze snelheidsmetingen worden uitgevoerd. Hoewel de reactie ruimtelijk gezien niet relevant is, volgt hierna een korte inhoudelijke reactie. In een aaneengesloten periode van twee maanden wordt de Hoofdstraat een keer per jaar voorzien van een zogeheten speedvisor. De speedvisor geeft de snelheid aan van het naderende voertuig.
Aan de hand van meetgegevens en de inrichting van de openbare ruimte is de huidige locatie van de speedvisor in de Hoofdstraat bepaald. Hierbij is de dorpsraad betrokken geweest. Voor de bevestiging van de speedvisor aan de lichtmast dient de lichtmast hierop technisch aangepast te worden. Op basis van de onderbouwing van de locatiekeuze en de technische aanpassing aan de lichtmast voor de bevestiging ervan wordt de huidige locatie in de Hoofdstraat gehandhaafd.
Conclusie
De reactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan.
6. De heer C.P.W.M. van Beek en mevrouw J.A.M. van Dijck, Julianalaan 29A, 5109 RH 's GRAVENMOER
Reactie A
Inspreker verzoekt om op de verbeelding een duidelijke lijn te plaatsen tussen de panden Julianalaan 33 en 35, zodat duidelijk is dat voor de panden Julianalaan 29 t/m 33 de maximale goothoogte 4 meter bedraagt.
Antwoord A
De verbeelding is opgesteld volgens de wettelijke vereisten waaraan een dergelijke bestemmingsplankaart moet voldoen. De grens tussen de maatvoeringsvlakken tussen de panden Julianalaan 33 en 35 is aanwezig. Daarbij is de wettelijk voorgeschreven tekensystematiek gevolgd. Opgemerkt wordt dat de maatvoeringsgrens tussen beide goothoogten digitaal (via het gml bestand dat in de planfase van het ontwerpbestemmingsplan zichtbaar is via ruimtelijkeplannen.nl) duidelijker zichtbaar is dan analoog (via het pfd bestand). Wettelijk gezien is het digitale bestemmingsplan leidend ten opzichte van de analoge versie.
Reactie B
Inspreker verzoekt het bouwvlak voor het pand Julianalaan 29 te verkleinen teneinde te voorkomen dat het perceel in zijn geheel wordt bebouwd, conform artikel 11.2.1.b van de regels. Inspreker wil voorkomen dat op de perceelsgrens bebouwing met een hoogte van 8 meter kan worden gebouwd.
Antwoord B
Inspreker gaat er abusievelijk van uit dat artikel 11 van de regels van toepassing is. Dit is echter niet het geval. Het perceel Julianalaan 29 heeft de bestemming Wonen, met functieaanduiding kantoor en bouwaanduiding vrijstaand. Niet artikel 11, maar artikel 18 is derhalve van toepassing. Op basis van artikel 18.2.2.e.3 dient de afstand tussen het hoofdgebouw en de zijdelingse perceelgrens ten minste 3 meter te bedragen. Gelet op het feit dat er vrijstaand dient te worden gebouwd en het pand aan de linkerzijde op de perceelsgrens is gebouwd, kan op basis van artikel 18.2.3.a aan de rechterzijde van het pand geen bebouwing meer binnen 3 meter van de perceelsgrens worden opgericht. Aanpassing van het bouwvlak is niet nodig.
Reactie C
Inspreker verzoekt om de mogelijkheden voor lichtmasten en antennes, zoals opgenomen in artikel 11.2.2.c, te schrappen voor de locatie Julianalaan 29.
Antwoord C
Inspreker gaat er abusievelijk van uit dat artikel 11 van de regels van toepassing is. Dit is echter niet het geval. Het perceel Julianalaan 29 heeft de bestemming Wonen, met functieaanduiding kantoor en bouwaanduiding vrijstaand. Niet artikel 11, maar artikel 18 is derhalve van toepassing. Op basis van dit artikel is het niet mogelijk om lichtmasten en antennes te bouwen. Aanpassing van de regels is niet nodig.
Reactie D
Inspreker verzoekt om de bestemming glastuinbouw achter de woningen aan de Julianalaan 13A tot en met 35 van de plankaart te verwijderen.
Antwoord D
Het glastuinbouwbedrijf, dat op deze locatie aanwezig was, is beëindigd en de opstallen zijn in 2008 gesloopt. In de Structuurvisie Dongen 2020, vastgesteld door de gemeenteraad op 10 december 2009, is het gebied ten noorden van de Julianalaan aangewezen als potentiële woningbouwlocatie. Ontwikkeling van deze locatie is op korte termijn echter niet aan de orde.
Gezien de feitelijke situatie en de voorgestane toekomstige bestemming is gebruik van de gronden ten behoeve van glastuinbouw niet reëel. In het ontwerpbestemmingsplan worden derhalve het bouwvlak en de functieaanduiding glastuinbouw van de verbeelding verwijderd.
Conclusie
De reactie geeft aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt overeenkomstig antwoord D aangepast.
7. De heer M.C. de Roon, Hoge Ham 77A, 5104 JC DONGEN
Reactie
Inspreker verzoekt om de bestemming van de percelen kadastraal bekend GVM B 3309 en B 1836 te wijzigen, zodat ter plaatse woningbouw kan worden gerealiseerd.
Antwoord
Het perceel GVM B 1836 bestaat niet. Aangenomen wordt dat inspreker het perceel B 3310 bedoelt. In het vigerende bestemmingsplan 's Gravenmoer Dorp is voor de genoemde percelen en het perceel B 2402 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor woningbouw. In de afgelopen planperiode is van de opgenomen wijzigingsbevoegdheid geen gebruik gemaakt. In een gesprek met de betrokken grondeigenaren op 30 augustus 2012 is duidelijk geworden dat een gezamenlijke ontwikkeling van de locatie niet meer aan de orde is. De eigenaar van het perceel B 2402 heeft daarbij te kennen gegeven af te zien van participatie in de ontwikkeling. Dit betekent dat een nieuwe afweging ten aanzien van de locatie dient te worden gemaakt. Daarbij is de vraag of de locatie die resteert zich leent voor een ontwikkeling met woningbouw.
Om het perceel als bouwperceel op te kunnen nemen in het bestemmingsplan dient aannemelijk te worden gemaakt dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Het verzoek dient voorzien te worden van een ruimtelijke onderbouwing inclusief de daarbij behorende onderzoeken (waaronder een bodemonderzoek), teneinde aan te tonen dat de locatie ook daadwerkelijk voor woningbouw in aanmerking komt. Wanneer deze onderbouwing in het kader van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan door inspreker wordt aangeleverd en akkoord bevonden, kan de gevraagde bestemming alsnog in het bestemmingsplan worden opgenomen, met dien verstande dat met inspreker dan ook een anterieure overeenkomst dient te worden gesloten.
Conclusie
De reactie geeft op dit moment geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan.
8. De heer A. van der Dussen, Hoofdstraat 9, 5109 AA 's GRAVENMOER
Reactie
Inspreker verzoekt om de bestemming van het perceel kadastraal bekend GVM B 1836 te wijzigen, zodat ter plaatse woningbouw kan worden gerealiseerd.
Antwoord
Het perceel GVM B 1836 bestaat niet. Aangenomen wordt dat inspreker het perceel B 3310 bedoelt. In het vigerende bestemmingsplan 's Gravenmoer Dorp is voor het genoemde perceel en de percelen B 3309 en B 2402 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor woningbouw. In de afgelopen planperiode is van de opgenomen wijzigingsbevoegdheid geen gebruik gemaakt. In een gesprek met de betrokken grondeigenaren op 30 augustus 2012 is duidelijk geworden dat een gezamenlijke ontwikkeling van de locatie niet meer aan de orde is. De eigenaar van het perceel B 2402 heeft daarbij te kennen gegeven af te zien van participatie in de ontwikkeling. Dit betekent dat een nieuwe afweging ten aanzien van de locatie dient te worden gemaakt. Daarbij is de vraag of de locatie die resteert zich leent voor een ontwikkeling met woningbouw.
Om het perceel als bouwperceel op te kunnen nemen in het bestemmingsplan dient aannemelijk te worden gemaakt dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Het verzoek dient voorzien te worden van een ruimtelijke onderbouwing inclusief de daarbij behorende onderzoeken (waaronder een bodemonderzoek), teneinde aan te tonen dat de locatie ook daadwerkelijk voor woningbouw in aanmerking komt. Wanneer deze onderbouwing in het kader van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan door inspreker wordt aangeleverd en akkoord bevonden, kan de gevraagde bestemming alsnog in het bestemmingsplan worden opgenomen, met dien verstande dat met inspreker dan ook een anterieure overeenkomst dient te worden gesloten.
Conclusie
De reactie geeft op dit moment geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan.
9. De heer W. Kop Jansen, Hoofdstraat 20, 5109 AC 's GRAVENMOER
Reactie
Inspreker verzoekt om het bouwvlak voor zijn perceel in te tekenen conform het vigerende bestemmingsplan.
Antwoord
Het bouwvlak is abusievelijk niet juist ingetekend. Het bouwvlak wordt alsnog conform het vigerende bestemmingsplan 's Gravenmoer Dorp 2003 ingetekend.
Conclusie
De reactie geeft aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt overeenkomstig bovenstaande beantwoording aangepast.
10. De heer J.T. Bakermans en mevrouw P.J. Bakermans-Rozenbrand, Julianalaan 31, 5109 RH 's GRAVENMOER
Reactie
Inspreker verzoekt om de bestemming glastuinbouw achter de woningen aan de Julianalaan 13A tot en met 35 van de plankaart te verwijderen.
Antwoord
Het glastuinbouwbedrijf, dat op deze locatie aanwezig was, is beëindigd en de opstallen zijn in 2008 gesloopt. In de Structuurvisie Dongen 2020, vastgesteld door de gemeenteraad op 10 december 2009, is het gebied ten noorden van de Julianalaan aangewezen als potentiële woningbouwlocatie.
Ontwikkeling van deze locatie is op korte termijn echter niet aan de orde. Gezien de feitelijke situatie en de voorgestane toekomstige bestemming is gebruik van de gronden ten behoeve van glastuinbouw niet reëel. In het ontwerpbestemmingsplan worden derhalve het bouwvlak en de functieaanduiding glastuinbouw van de verbeelding verwijderd.
Conclusie
De reactie geeft aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt overeenkomstig bovenstaande beantwoording aangepast.
11. De heer J.G.M. van Pelt en mevrouw C. van Pelt-Koster, Julianalaan 27, 5109 RH 's GRAVENMOER
Reactie
Inspreker verzoekt om de bestemming glastuinbouw achter de woningen aan de Julianalaan 13A tot en met 35 van de plankaart te verwijderen.
Antwoord
Het glastuinbouwbedrijf, dat op deze locatie aanwezig was, is beëindigd en de opstallen zijn in 2008 gesloopt. In de Structuurvisie Dongen 2020, vastgesteld door de gemeenteraad op 10 december 2009, is het gebied ten noorden van de Julianalaan aangewezen als potentiële woningbouwlocatie.
Ontwikkeling van deze locatie is op korte termijn echter niet aan de orde. Gezien de feitelijke situatie en de voorgestane toekomstige bestemming is gebruik van de gronden ten behoeve van glastuinbouw niet reëel. In het ontwerpbestemmingsplan worden derhalve het bouwvlak en de functieaanduiding glastuinbouw van de verbeelding verwijderd.
Conclusie
De reactie geeft aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt overeenkomstig bovenstaande beantwoording aangepast.
12. De heer R. van Wijnen, Hoofdstraat 54, 5109 AD 's GRAVENMOER
Reactie
Inspreker, die eigenaar is van de percelen Hoofdstraat 54 en 54A, constateert dat op beide percelen het bouwvlak is gewijzigd ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan. Verzocht wordt om de bouwvlakken op te nemen overeenkomstig het vigerende bestemmingsplan.
Antwoord
De bouwvlakken en erfvlakken wijken inderdaad af van het vigerende bestemmingsplan, terwijl hiertoe niet direct aanleiding bestaat. De bouwvlakken en erfvlakken worden alsnog conform het vigerende bestemmingsplan 's Gravenmoer Dorp 2003 ingetekend.
Conclusie
De reactie geeft aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt overeenkomstig bovenstaande beantwoording aangepast.
13. De heer R. Crop, Stevenshof 24, 5109 TZ 's GRAVENMOER
Reactie A
Inspreker verzoekt om de afwijkingsmogelijkheid voor zend- of ontvangstmasten voor telecommunicatie tot een hoogte van 40 meter uit het bestemmingsplan te verwijderen, omdat deze masten vanwege de visuele hinder niet passen in een woongebied.
Antwoord A
Een aantal redenen om te komen tot integrale herziening van het bestemmingsplan 's Gravenmoer Dorp is de uniformering van bestemmingsplannen en het afstemmen van bestemmingsplannen op actueel en toekomstig beleid en wet- en regelgeving. Met de herziening van alle voor Dongen geldende bestemmingsplannen wordt samenhang en afstemming van bestemmingsregelingen voor gelijksoortige gebieden gecreëerd.
De afwijkingsbevoegdheid voor zend- en ontvangstmasten voor telecommunicatie maakt standaard onderdeel uit van de nieuwe bestemmingsplannen en sluit daarmee aan bij de in artikel 4, vijfde lid, van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht (Bor) opgenomen afwijkingsmogelijkheid voor antenneinstallaties tot 40 meter hoog. De verlening van een omgevingsvergunning waarbij wordt afgeweken van het bestemmingsplan, betreft een discretionaire bevoegdheid. Dit betekent dat het bevoegd gezag bij toepassing van deze bevoegdheid altijd een belangenafweging dient te maken. In dit verband wordt in zijn algemeenheid zwaarwegend gewicht toegekend aan het belang van realisering van landelijke dekking van het mobiele telefonienetwerk en van de mobiele bereikbaarheid in 's Gravenmoer.
Reactie B
Inspreker verzoekt om de volgende regels voor het behoud van ruimtelijke kwaliteit op te nemen: Het perceel of een gedeelte daarvan mag niet worden aangewend, of de aanwending daarvan wordt gedoogd, voor het opslaan van voor handels- en bedrijfsdoeleinden bestemde goederen, voor het opslaan van oude, onbruikbare of aan hun bestemming ontrokken motor- en andere rij- vaar- of voertuigen of onderdelen daarvan, vouwwagens, caravans, campers, mest, oud metaal, glas, afbraak puin, of andere oude materialen.
Antwoord B
In de regels van het bestemmingsplan zijn, waar nodig, per bestemming specifieke gebruiksregels opgenomen. Voor de bestemming Wonen zijn bijvoorbeeld gebruiksregels opgenomen, die bepalen dat het parkeren van voertuigen of het plaatsen van aanhangwagens, boten, caravans en andere kampeermiddelen voor de voorgevel van het hoofdgebouw niet is toegestaan, behoudens ter plaatse van een toegang tot een garage/berging of carport.
Opslag van goederen ten behoeve van bedrijfsdoeleinden is zonder meer in strijd met de bestemming Wonen. In voorkomende gevallen kan de gemeente derhalve, op basis van het bestemmingsplan, handhavend optreden.
Reactie C
Inspreker heeft een aantal opmerkingen op paragraaf 3.1.4 van de toelichting op het bestemmingsplan. Inspreker stelt vast dat van afschermend groen geen sprake is aangezien de bomen en struiken in het najaar hun blad verliezen.
Antwoord C
In de toelichting wordt het tekst 'afschermend groen' vervangen door 'een groenstrook' .
Reactie D
Inspreker vindt het niet juist dat bij de plaatsing van verlichting op het B-veld de richtafstand van 50 meter tussen de woningen en de sportvoorziening is overschreden.
Antwoord D
In de publicatie Bedrijven en milieuzonering van de VNG wordt een richtafstand tussen veldsportcomplexen en woningen genoemd van 50 meter. Deze richtafstand is gebaseerd op het aspect geluid. Voor het aspect lichthinder geldt geen richtafstand. Aan genoemde richtafstand wordt inderdaad niet voldaan. Er is hier echter sprake van een bestaande situatie. De door inspreker bedoelde verlichting op het B-veld is in een eerdere ruimtelijke procedure mogelijk gemaakt.
Overigens zijn in opdracht van de gemeente in 2008, 2009 en 2010 lichthindermetingen verricht. Voor de woning van inspreker werd in de eerste metingen een overschrijding geconstateerd van de grenswaarden uit de Algemene richtlijn betreffende lichthinder van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde. Na aanpassingen aan de lichtmasten door de voetbalvereniging is tijdens de laatste meting geconstateerd dat de overschrijding was opgelost. Inspreker is hiervan per brief op de hoogte gesteld.
Conclusie
De reactie geeft aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. De toelichting wordt overeenkomstig antwoord C aangepast.
14. DAS Rechtsbijstand, Postbus 338, 5201 AH 's-HERTOGENBOSCH, namens de heer M.C. de Roon, Hoge Ham 77A, 5104 JC DONGEN
Reactie
Cliënt is eigenaar van de percelen kadastraal bekend B 3309 en B 1836, gelegen aan de Emmalaan. Cliënt wil op deze gronden een woning bouwen en verzoekt derhalve voor de woning een bouwvlak op te nemen en voor de overige gronden de aanduiding erf.
Antwoord
Het perceel GVM B 1836 bestaat niet. Aangenomen wordt dat inspreker het perceel B 3310 bedoelt, hetgeen niet bij zijn cliënt in eigendom is. In het vigerende bestemmingsplan 's Gravenmoer Dorp is voor de genoemde percelen en het perceel B 2402 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor woningbouw. In de afgelopen planperiode is van de opgenomen wijzigingsbevoegdheid geen gebruik gemaakt. In een gesprek met de betrokken grondeigenaren op 30 augustus 2012 is duidelijk geworden dat een gezamenlijke ontwikkeling van de locatie niet meer aan de orde is. De eigenaar van het perceel B 2402 heeft daarbij te kennen gegeven af te zien van participatie in de ontwikkeling. Dit betekent dat een nieuwe afweging ten aanzien van de locatie dient te worden gemaakt. Daarbij is de vraag of de locatie die resteert zich leent voor een ontwikkeling met woningbouw.
Om het perceel als bouwperceel op te kunnen nemen in het bestemmingsplan dient aannemelijk te worden gemaakt dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Het verzoek dient voorzien te worden van een ruimtelijke onderbouwing inclusief de daarbij behorende onderzoeken (waaronder een bodemonderzoek), teneinde aan te tonen dat de locatie ook daadwerkelijk voor woningbouw in aanmerking komt. Wanneer deze onderbouwing in het kader van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan door inspreker wordt aangeleverd en akkoord bevonden, kan de gevraagde bestemming alsnog in het bestemmingsplan worden opgenomen, met dien verstande dat met inspreker dan ook een anterieure overeenkomst dient te worden gesloten.
Conclusie
De reactie geeft op dit moment geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan.
15. De familie Paans, Julianalaan 12, de familie Gouda, Julianalaan 14, de familie Colijn, Julianalaan 16, 5109 RJ 's GRAVENMOER
Reactie
Insprekers hebben bezwaar tegen de voorgenomen uitbreiding van de begraafplaats, zoals deze nu op de kaart staat ingetekend en verzoeken om tot een voor alle partijen bevredigende oplossing te komen.
Antwoord
In het voorontwerpbestemmingsplan is voor het perceel gelegen achter de woningen Julianalaan 12, 14 en 16 de gebiedsaanduiding Wro-zone wijzigingsgebied 2 opgenomen. Dit houdt in dat de bestemming van het perceel kan worden gewijzigd, ten behoeve van de uitbreiding van de begraafplaats aan de Julianalaan. Op 3 juli 2012 heeft het college van burgemeester en wethouders besloten om daadwerkelijk tot uitbreiding van de begraafplaats over te gaan. Dit betekent dat in het ontwerpbestemmingsplan deze ontwikkeling rechtstreeks wordt opgenomen. In overleg met de omwonenden wordt een inrichtingstekening vervaardigd, waarbij de gemeente zich maximaal zal inspannen om tot een voor alle partijen bevredigende inrichting te komen.
Conclusie
De reactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. Wel wordt naar aanleiding van het collegebesluit van 3 juli 2012 de bestemming van de locatie gewijzigd van Agrarisch naar Maatschappelijk.
16. De heer P.N. van der Galiën, Lange Veertel 59, 5109 BE 's GRAVENMOER
Reactie
Inspreker reageert mede namens de bewoners van de panden Lange Veertel 57 en 61. Bezwaar bestaat tegen de voorgenomen ontwikkeling van woningbouw achter de woningen Lange Veertel 57, 59 en 61. De hoogte van de woningen en het ontbreken van een noodzaak om het perceel te bebouwen vormen de voornaamste bezwaren. Indien er toch moet worden gebouwd, dan wordt verzocht als goot- en bouwhoogte respectievelijk 4 en 7,5 meter op te nemen. De bewoners zijn bereid om de grond tegen een redelijke vergoeding over te nemen.
Antwoord
In het bestemmingsplan is voor het perceel gelegen achter de woningen Lange Veertel 57, 59 en 61 de gebiedsaanduiding Wro-zone wijzigingsgebied 1 opgenomen. Dit houdt in dat de bestemming van het perceel kan worden gewijzigd naar Wonen, ten behoeve van maximaal vier woningen, met een goot- en nokhoogte van respectievelijk 6 en 10 meter. In het vigerende bestemmingsplan is voor deze locatie eveneens de mogelijkheid opgenomen om de bestemming te wijzigen naar Wonen, echter ten behoeve van maximaal zes woningen, waarbij de goothoogte maximaal 6 meter mag bedragen.
Vastgesteld wordt dat het aantal woningen ten opzichte van de geldende regeling met twee woningen is afgenomen. De toelaatbare goot- en nokhoogte is niet gewijzigd. Deze maten zijn niet uitzonderlijk voor 's Gravenmoer en sluiten aan bij de recent ontwikkelde woonwijk Elzenweide. Hoewel de acute noodzaak om het perceel voor woningbouw te ontwikkelen op dit moment niet aanwezig is, wil de gemeente een ontwikkeling in de toekomst echter niet uitsluiten. Derhalve wordt de bestaande wijzigingsbevoegdheid gehandhaafd.
Met inspreker is gesproken over de mogelijke verwerving van het perceel door de aangrenzende eigenaren. In beginsel staat de gemeente hier niet onwelwillend tegenover. Mocht op dit punt overeenstemming worden bereikt, dan kan de gebiedsaanduiding Wro-zone wijzigingsgebied 1 vervallen en kan eventueel de bestemming Wonen, functieaanduiding erf aan het perceel worden toegekend.
Conclusie
De reactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan.