Plan: | Kom Liessel, 2e herziening |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0762.BP201201-D001 |
Ook de belangen van archeologie en cultuurhistorie moeten in de voorbereiding van een bestemmingsplan worden meegewogen.
Ingevolge artikel 3.1.6 lid 4, onderdeel a Bro, moet in een bestemmingsplan beschreven worden op welke wijze met de in het plangebied aanwezige cultuurhistorische waarden en met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten, rekening is gehouden.
In het kader van het bestemmingsplan is archeologisch onderzoek verricht, waarbij het beschikbare kaartmateriaal is geraadpleegd. Meer concreet is onderzocht of blijkens de provinciale Cultuurhistorische Waardenkaart binnen het plangebied archeologische waarden aanwezig dan wel te verwachten zijn.
De provinciale Cultuurhistorische Waardenkaart is in 2010 door Gedeputeerde Staten vastgesteld. Afbeeldingen 6.4 en 6.5 geven een uitsnede van de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Noord-Brabant weer. Het plangebied is hierop aangeduid.
6.4 uitsnede cultuurhistorische waardenkaart - indicatieve archeologische waarden (bron provincie Noord-Brabant)
De omgeving van de kern Liessel heeft een hoge/middelhoge indicatieve archeologische verwachtingswaarde. Voor de kern Liessel zelf is geen waarde aangeduid.
6.5 uitsnede cultuurhistorische waardenkaart - cultuurhistorische waarden (bron provincie Noord-Brabant)
In het kader van de Wet op de archeologische monumentenzorg heeft de gemeente Deurne sinds 2008 haar eigen archeologiebeleid vastgesteld. Afbeelding 6.6 geeft een uitsnede van de gemeentelijke archeologische beleidskaart.Het plangebied is aangeduid.
6.6 uitsnede archeologische beleidskaart Deurne
Onderzoeken Sportpark en omgeving
In het kader van het bestemmingsplan Sportpark en omgeving, Liessel heeft Vestigia BV in 2010 een onderzoek uitgevoerd. Dit heeft geleid tot een geactualiseerde beleidskaart zoals hieronder op afbeelding 6.7 opgenomen.
6.7 geactualiseerde archeologische beleidskaart deelgebied Sportpark en omgeving
Onderzoek Willige Laagt
In het kader van het bestemmingsplan Willige Laagt heeft Vestigia BV in 2010 een onderzoek uitgevoerd hetgeen geleid heeft tot een actualisering van de beleidskaart voor het deelgebied Willige Laagt, zoals hieronder op afbeelding 6.8 opgenomen.
6.8 geactualiseerde archeologische beleidskaart deelgebied Willige Laagt
Locatie Hoogveld
In het kader van de Woonservicezone heeft Vestigia BV in 2008 een archeologisch onderzoek uitgevoerd voor het gebied Hoogveld inclusief de locatie Microsporthal. Dit onderzoeksrapport is opgenomen als bijlage 4. Er zijn geen bijzondere waarden aangetroffen. De archeologische situatie vormt geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkelingen.
De gemeentelijke archeologische beleidskaart duidt de gebieden met een hoge archeologische verwachting aan. Naar aanleiding van de uitgevoerde onderzoeken komen een aantal van de gebieden met deze aanduiding te vervallen. Een en ander resulteert in een dubbelbestemming "Waarde - Archeologie". Afbeelding 6.9 geeft de locaties binnen het plangebied aan waar deze dubbelbestemming ligt.
6.9 dubbelbestemming "Waarde - Archeologie"
Toetsing
algemeen
Een groot deel van het plangebied heeft een gematigde en hoge archeologische verwachtingswaarde. Ter bescherming van deze waarden is de bestemming 'Waarde - Archeologie Hoog' opgenomen. Voor werken en werkzaamheden is een omgevingsvergunningsstelsel van toepassing, waarbij het volgende geldt:
Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als uit archeologisch onderzoek blijkt dat de archeologische waarden in voldoende mate zijn zekergesteld, geen archeologische waarden aanwezig zijn of de archeologische waarden niet of niet onevenredig worden geschaad.
Ontwikkelingslocaties
Op afbeelding 6.10 is een uitsnede weergegeven van de cultuurhistorische waardenkaart gemeente Deurne.
6.10 uitsnede cultuurhistorische waardenkaart gemeente
De as Loon - Hoofdstraat - Neerkantseweg, historisch een onverharde baan, is nog steeds de hoofdontsluiting van het dorp. De genoemde zandbaan was lange tijd de enige begaanbare route door de ontoegankelijke Peel. De Mgr. Berkvensstraat en de Zandstraat zijn eveneens een historische weg van voor 1860. Ter plaatse van de aansluiting op de Hoofdstraat ontstond een Frankische driehoek.
Binnen het plangebied staan vier monumenten. Daarnaast is op diverse plaatsen in de bebouwingslinten waardevolle bebouwing aanwezig. Deze bebouwing heeft geen officiële status maar draagt wel bij aan het aantrekkelijke dorpsbeeld van Liessel.
De twee rijksmonumenten en de twee gemeentelijke monumenten zijn met respectievelijk rode en groene sterren op de kaart aangeduid en komen overeen met de aanduidingen op de provinciale cultuurhistorische waardenkaart.
Langs de oude wegen ontstond agrarisch, pand voor pand, de kenmerkende lintstructuur van het dorp Liessel. Nog steeds is sprake van zeer wisselende bebouwing (in bouwjaar en in type). De nog aanwezige (voormalige) boerderijen verwijzen naar de oorspronkelijke agrarische functie van Liessel.
Analyse en waardering
Cultuurhistorie vormt een belangrijk aanknopingspunt voor het behoud en de ontwikkeling van een eigen identiteit van Liessel.
De cultuurhistorie van Liessel komt het duidelijkst naar voren in de hoofdstructuur van historische wegen. Dit patroon blijft behouden.
Voorts zijn onder de Algemene regels (artikel 19.4) in de juridische regeling "nadere eisen" opgenomen ter bescherming van de cultuurhistorische waarden van bouwwerken die geen monument zijn. Deze nadere eisen zijn complementair aan hetgeen in de Welstandsnota over de cultuurhistorische waarden is opgenomen.
Molenbiotoop
De molenbiotoop van molen De Volksvriend is in het plan expliciet geregeld door middel van een aanduiding op de verbeelding met bijbehorende regels voor het bouwen.
Conclusie
Het plan leidt niet tot een aantasting van de cultuurhistorische waarden.
Het onderhavige bestemmingsplan is een conserverend bestemmingsplan. Door de mogelijk aanwezige archeologische waarden en de cultuurhistorische waarde op de eerder omschreven manieren mee te nemen in de bestemmingsplanregels worden de aanwezige waarden afdoende in het bestemmingsplan beschermd.
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan moet rekening worden gehouden met de belangen van flora en fauna. Daarbij zijn twee wetten van toepassing:
Het plangebied ligt niet binnen een beschermd gebied, zoals opgenomen in Natura 2000.
De Natuurbeschermingswet 1998 kent tevens een zogenaamde 'externe werking', wat betekent dat ook projecten buiten Natura 2000-gebieden vergunningplichtig kunnen zijn wanneer zij een negatief effect hebben op deze gebieden.
Gezien de beperkte omvang van de voorgestane ontwikkelingen en de grote afstand (1,6 km) tot het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied (Deurnsche Peel en Mariapeel) is het niet aannemelijk dat het plan negatieve effecten heeft op natuurgebieden.
Het plangebied is bebouwd dorpsgebied. Binnen het plangebied zijn merendeels algemeen voorkomende soorten aanwezig, die hun leefgebied hebben in agrarisch gebied. Voor deze soorten zal met de voorgestane ontwikkelingen leefgebied verloren gaan, maar er worden geen biotopen aangetast, omdat in de directe omgeving van het plangebied voldoende agrarisch gebied aanwezig voor hervestiging blijft.