Artikel 15 Verkeer
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor “Verkeer” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. wegen en straten;
-
b. voet- en fietspaden;
-
c. groenvoorzieningen;
-
d. waterlopen, waterpartijen en waterberging;
-
e. waterhuishoudkundige voorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
-
g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
h. nutsvoorzieningen.
15.2 Bouwregels
15.2.1 Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
15.2.2 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
-
a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer dan 9 meter bedragen;
-
b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer dan 4 meter bedragen.
15.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik is het bepaalde in artikel 31, lid 1 overeenkomstig van toepassing.