Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Sportparken & Tuin van Vlissingen
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0718.BPSP01-VG01

Artikel 9 Sport - 2

 
9.1
Bestemmingsomschrijving
 
De voor ‘Sport - 2’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
sport- en speelvoorzieningen, met uitzondering van lawaaisporten en gemotoriseerde luchtsporten;
b.
een manege;
c.
een kinderboerderij;
d.
een dagbesteding voor verstandelijk en/of lichamelijk gehandicapten;
e.
ondersteunende horeca en ondersteunende maatschappelijke activiteiten;
f.
bij de bestemming behorende erven, tuinen, groen-, verkeer- en parkeervoorzieningen en kunstobjecten;
g.
aan de bestemming ondergeschikte nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.
 
9.2
Bouwregels
9.2.1
Gebouwen
 
Voor gebouwen, niet zijnde nutsvoorzieningen, gelden de volgende regels:
a.
gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
b.
de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
c.
het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
d.
in afwijking van het bepaalde onder a mogen buiten het bouwvlak gebouwen worden gebouwd met een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 50 m2 en een bouwhoogte van 5 meter.
 
9.2.2
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen
 
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen, gelden de volgende regels:
a.
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van terreinafscheidingen, nutsvoorzieningen en lichtmasten, bedraagt ten hoogste 15 meter;
b.
de bouwhoogte van nutsvoorzieningen en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 3 meter;
 
9.3
Nadere eisen
9.3.1
Nadere eisen omgevingsvergunning
 
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
a.
een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
b.
een goede woonsituatie;
c.
de verkeersveiligheid;
d.
de sociale veiligheid;
e.
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bebouwing.
 
9.4
Afwijken van de bouwregels
9.4.1
Afwijkingsbevoegdheid
 
Het bevoegd gezag kan, mits het ruimtelijk en stedenbouwkundig beeld niet onevenredig wordt geschaad, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 9.2.1, onder b, tot ten hoogste 20% van de voorgeschreven bouwhoogte.
 
9.5
Specifieke gebruiksregels
 
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
a.
mestopslag is niet toegestaan, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding ‘opslag’.