Type plan: | bestemmingsplan |
---|---|
Naam van het plan: | Sportparken & Tuin van Vlissingen |
Status: | vastgesteld |
Plan identificatie: | NL.IMRO.0718.BPSP01-VG01 |
8.1 | Bestemmingsomschrijving |
De voor ‘Sport - 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: | |
a. | sport- en speelvoorzieningen, met uitzondering van lawaaisporten en gemotoriseerde luchtsporten; |
b. | ondersteunende horeca en ondersteunende maatschappelijke activiteiten; |
c. | bij de bestemming behorende erven, tuinen, groen-, verkeer- en parkeervoorzieningen en kunstobjecten; |
d. | aan de bestemming ondergeschikte nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen. |
8.2 | Bouwregels |
8.2.1 | Gebouwen |
Voor gebouwen, niet zijnde nutsvoorzieningen, gelden de volgende regels: | |
a. | gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd; |
b. | de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte; |
c. | het totale oppervlak van gebouwen en bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven percentage van het bouwperceel; indien geen percentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwperceel. |
8.2.2 | Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen |
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen, gelden de volgende regels: | |
a. | de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van terreinafscheidingen, nutsvoorzieningen, bedraagt ten hoogste 15 meter; |
b. | de bouwhoogte van nutsvoorzieningen en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 3 meter; |
c. | ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' mogen ten hoogste vier lichtmasten worden opgericht met een hoogte van maximaal 32 meter. |
8.3 | Nadere eisen |
8.3.1 | Nadere eisen omgevingsvergunning |
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van: | |
a. | een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; |
b. | een goede woonsituatie; |
c. | de verkeersveiligheid; |
d. | de sociale veiligheid; |
e. | de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bebouwing. |
8.4 | Afwijken van de bouwregels |
8.4.1 | Afwijkingsbevoegdheid |
Het bevoegd gezag kan, mits het ruimtelijk en stedenbouwkundig beeld niet onevenredig wordt geschaad, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 8.2.1, onder b en c, tot ten hoogste 20% van de voorgeschreven oppervlakte en bouwhoogte. |