Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Kernen Zederik
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0707.BPKernenZederik-VA01

Artikel 35 Algemene afwijkingsregels

35.1 Algemene afwijkingen
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
  1. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;
  2. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein, onder voorwaarde dat:
    1. de overschrijdingen mogen ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
  3. het vergroten van de inhoudsmaat van (bedrijfs-)woningen tot maximaal 1.000 m3.
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
35.2 Afwijking ten behoeve van mantelzorg
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels en toestaan dat een (vrijstaand) bijbehorend bouwwerk gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
  1. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  2. er sprake is van een situatie welke eindig is; 
  3. een afhankelijke woonruimte kan uitsluitend worden toegestaan indien voldaan wordt aan de geldende richtafstanden voor geluid, geur en veiligheid en er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  4. de afhankelijke woonruimte wordt ingepast binnen de bestaande gebouwen of er vindt herbouw plaats met de bestaande situering en binnen de geldende bouwregeling;
  5. het vloeroppervlak van de afhankelijke woonruimte mag niet meer bedragen dan 100 m²;
  6. het vrijstaande bijbehorende bouwwerk is gelegen op een afstand van maximaal 40 m van de woning.
35.3 Ten behoeve van het toestaan van ruimere bouwhoogten bij cultuurhistorische bebouwing
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor het verhogen van de goat- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken in de nabijheid van cultuurhistorische bebouwing of bij een cultuurhistorisch gebied (bijv. lintbebouwing), met dien verstande dat:
  1. de afwijking wenselijk is in verband met een verbetering van de aanwezige cultuurhistorische waarden op het perceel of de cultuurhistorische waarden van het gebied;
  2. een positief ontvangen is van de welstandscommissie;
  3. indien er sprake is van cultuurhistorische bebouwing op het perceel:
    1. een positief advies ontvangen is van de monumentencommissie;
  4. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.