Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Kernen Zederik
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0707.BPKernenZederik-VA01

Artikel 34 Algemene aanduidingsregels

34.1 Vrijwaringszone - Molenbiotoop
34.1.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduidingen 'Vrijwaringszone - molenbiotoop' gelden, aanvullend op de voor deze gronden aangegeven bestemmingen, nadere regels voor het beschermen van de functie van de in dit gebied voorkomende molen als werktuig en van de waarde als landschapsbepalend element.
34.1.2 Bouwregels
Bij de bouw van bouwwerken op gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' gelden de volgende regels:
  1. ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop'  dient, in afwijking van het bepaalde in de voor deze gronden aangegeven bestemmingen, de volgende bepaling in acht genomen te worden: binnen deze zonen mogen geen hogere gebouwen worden gebouwd dan door middel van onderstaande formule wordt bepaald, met dien verstande dat het voorgaande niet van toepassing is op de maximaal toegestane goot- en bouwhoogte voor hoofdgebouwen, aan- en bijgebouwen binnen de bestemming "Wonen".

    H = X/n + c·z

    Waarin: 
    H = de toelaatbare bouwhoogte in meters (gemeten vanaf het peil ter plaatse van de molen); 
    X = de afstand in meters vanaf het gebouw tot de wieken van de molen; 
    n = 50 (coëfficiënt voor het stedelijk gebied); 
    c = 0,2 (constante in verband met een windreductie van 5%); 
    z = as-ophoogte = 20 m.
34.1.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 34 lid 1.2 voor het bouwen van bouwwerken met een grotere maximale hoogte, waarbij de maximale hoogte niet meer mag bedragen dan volgens de overigens voor de betreffende gronden aangegeven bestemmingen is toegestaan, mits voldaan wordt aan het volgende:
  1. uit onderzoek is gebleken dat de windbelemmering niet dusdanig wijzigt dat de betreffende molen onvoldoende kan functioneren of anderszins blijvend onevenredig in zijn waarde wordt geschaad;
  2. omtrent het voorgaande is een advies verkregen van een molendeskundige.
34.1.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
34.1.4.1 Verbod
Het is verboden op de gronden met de aanduidingen "vrijwaringszone - molenbiotoop" zonder of in afwijking van een een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de gronden te beplanten met bomen.
 
34.1.4.2 Voorwaarde
De werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 34 lid 1.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan, hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, zoals door windbelemmering of belemmering van het uitzicht, geen onevenredig aantasting oplevert of kan opleveren voor het huidige en/of toekomstige functioneren als werktuig en/of voor de waarde van de molen als landschapsbepalend element.
 
34.2 Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
34.2.1 Omschrijving gebiedsaanduiding
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn bestemd voor het beschermen van grondwater.
34.2.2 Gebruik
De grond mag nlet dleper dan 2,5 m onder maalveld worden geroerd. Alle handellngen in de bodem die de deklaag kunnen beschadigen zijn niet toegestaan. Dit geldt nlet voor handelingen ten behoeve van grondwaterbeer of handelingen waarvoor de Gedeputeerde Staten toestemmlng hebben verleend. Heien van palen is toegestaan, mits geen palen met verbrede voet worden gebruikt.
34.3 Veiligheidszone - BEVI
34.3.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' is het vestigen van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen niet toegestaan, tenzij de kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten onderdeel uitmaken van de betreffende risicovolle inrichting.
34.3.2 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen:
  1. door de aanduidingsgrens van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' te wijzigen indien dat vanwege wijziging in de regelgeving omtrent externe veiligheid mogelijk of noodzakelijk is;
  2. door een aanduidingsvlak met de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' te schrappen, indien de aan het betreffende aanduidingsvlak ten grondslag liggende risicovolle inrichting niet meer aanwezig is en tevens niet meer volgens vergunning aanwezig mag zijn.