direct naar inhoud van 6.2 Regels
Plan: Waarde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0703.06WaBpKom-va01

6.2 Regels

De regels bevatten bepalingen omtrent het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing en regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of nog op te richten bouwwerken. De regels zijn onderverdeeld in hoofdstukken.

  • Hoofdstuk 1 Inleidende regels.
  • Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels.
  • Hoofdstuk 3 Algemene regels.
  • Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels.

6.2.1 Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Dit hoofdstuk bevat artikelen, die van belang zijn voor een juiste toepassing van deze regels.

Artikel 1 Begrippen

De begrippen geven een nadere uitleg van een aantal in de regels gehanteerde begrippen. Hierdoor wordt de eenduidigheid en daarmee de rechtszekerheid vergroot.

Artikel 2 Wijze van meten

Dit artikel bevat bepalingen die aangeven op welke wijze bepaalde zaken, zoals oppervlakte en inhoud van gebouwen, dienen te worden gemeten.

6.2.2 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels (algemeen)

Opbouw bestemmingsregels

Dit hoofdstuk bevat regels waarin bepalingen zijn opgenomen betreffende de bestemmingen en de aanduidingen. Bij de opzet van deze regels is een alfabetische volgorde gehanteerd alsmede een standaardvolgorde zoals opgenomen in SVBP2008.

  • Bestemmingsomschrijving
    In dit onderdeel wordt de materiële inhoud van de bestemming aangegeven. Dit houdt in: de functies die binnen de bestemming "als recht" zijn toegestaan. De bestemmingsomschrijving vormt de eerste "toetssteen" voor gebruiksvormen en ook voor bouwactiviteiten (past het beoogde gebruik van gronden / gebouw binnen de bestemming). Beide zijn slechts toegestaan, voor zover zij zullen plaatsvinden binnen de opgenomen omschrijving.
  • Bouwregels
    Dit onderdeel geeft aan welke bouwwerken mogen worden opgericht. Voorop staat dat slechts mag worden gebouwd ten behoeve van de voor de bestemming aangegeven bestemmingsomschrijving.
  • Afwijken van de bouwregels 
    De bevoegdheid tot het afwijken van de bouwregels zijn in dit deel van de regels opgenomen.
  • Specifieke gebruiksregels 
    In dit onderdeel wordt ten opzichte van de Bestemmingsomschrijving, specifiek bepaald welke functies al dan niet specifiek zijn toegestaan. Deze bepaling vormt een aanvulling op de Bestemmingsomschrijving.
  • Afwijken van de gebruiksregels 
    De bevoegdheid tot het afwijken van de gebruiksregels is in dit deel van de regels opgenomen.
  • Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
    Voor zover nodig zijn hierin de regels voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden opgenomen. Dit bestemmingsplan voorziet niet in dergelijke regels.
  • Wijzigingsregels
    Enkele bestemmingen of locaties binnen een bestemming kunnen worden gewijzigd wat betreft gebruik of bouwmogelijkheden. De bevoegdheden staan in dit deel vermeld.

Een bestemmingsartikel behoeft niet alle elementen te bevatten. Dit is afhankelijk van de aard van de bestemming. Alle bestemmingen bevatten wel een bestemmingsomschrijving en bouwregels.

Toelaatbaarheid functies in woningen

In de praktijk neemt het aantal situaties toe waarin sprake is van een aan-huis-gebonden-beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. Tevens komen in Reimerswaal aanvragen voor ten behoeve van kleinschalige detailhandel. In ruimtelijk-functioneel opzicht bestaan hiertegen geen bezwaren voor zover dit kleinschalig is en geen nadelige effecten heeft op de omgeving en/of voor de centrumgebieden. Dit laatste is van betekenis voor kleinschalige detailhandel en dienstverlening.

Ingevolge jurisprudentie zijn aan-huis-gebonden-beroepen binnen de reguliere woonbestemmingen (in zekere mate) toegestaan. In Reimerswaal worden ook kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in dezelfde beperkte omvang zoals aan-huis-gebonden-beroepen aanvaardbaar geacht. Voor kleinschalige detailhandel en dienstverlening is een specifieke afweging vereist, zodat die functies alleen worden toegestaan via een afwijking bij een omgevingsvergunning waarin relevante criteria zijn opgenomen.

In de bestemmingsregeling is het volgende opgenomen.

  • Aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten aan huis zijn direct toegestaan. Hiervoor zijn begripsbepalingen opgenomen. De aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten die hiertoe in elk geval worden gerekend, zijn vermeld in de Staat van Activiteiten. In specifieke gebruiksregels zijn bepalingen opgenomen gericht op behoud van de (uitstraling van de) woonfunctie.
  • Kleinschalige detailhandel en dienstverlening worden toegestaan via een afwijking bij een omgevingsvergunning. Dienstverlening die hiertoe in elk geval wordt gerekend is vermeld in de Staat van Activiteiten. Naast bepalingen gericht op behoud van de (uitstraling van de) woonfunctie, zijn daarin voorwaarden opgenomen, zoals marktonderzoek. Marktonderzoek moet uitwijzen dat dit niet strijdig is met de distributie-planologische structuur van de kern.
  • In bijlage 7 is een nadere toelichting opgenomen, even als overzichten van activiteiten. Maatschappelijke ontwikkelingen zullen zorgen voor nieuwe functies. Die zullen dan ook vergeleken worden met de andere vormen, zodat kan worden bepaald of een dergelijke nieuwe vorm toelaatbaar is of niet.
  • De activiteiten kunnen worden toegestaan in de woning (hoofdgebouw met aan- en uitbouwen), maar niet in een bijgebouw (vrijstaand). Dit kan namelijk ongewenste verzelfstandiging van de activiteit tot gevolg hebben.

Bijzondere woonvormen

In de praktijk komen woonvormen steeds vaker voor die verwantschap hebben met een regulier huishouden, maar daarvan in enige mate afwijken. Sommige woonvormen zijn duidelijk vergelijkbaar. Belangrijk daarbij is dat er sprake is van continuïteit in de samenstelling of van onderlinge verbondenheid. In die situaties past die woonvorm binnen de reguliere woonbestemming doordat die woonvorm als een huishouden is aan te merken. Kortheidshalve wordt ook verwezen naar jurisprudentie.

Enkele bijzondere woonvormen zijn niet direct gelijk te stellen met een huishouden. Er is dan ook een specifieke regeling noodzakelijk, omdat dergelijke woonvormen afwijken van de reguliere bewoning door een huishouden. Het onderscheid vloeit in de bijzondere woonvormen veelal voort uit de zorgcomponent en wisseling van samenstelling van bewoners. Dit heeft doorgaans twee effecten op de omgeving: extra verkeers en parkeerdruk door personeel en bezoekers en ander woonmilieu (hinder, gewenste rust). Om deze redenen is er sprake van afwijkende effecten op het woon en leefmilieu dan bij reguliere bewoning.

In diverse situaties kunnen de bijzondere woonvormen wel worden toegestaan. Dit is afhankelijk van de situatie ter plaatse en de bijzondere woonvorm. Vandaar dat een specifieke afwijkingsbevoegdheid nodig is voor het toestaan van die bijzondere woonvormen. Een nadere toelichting is opgenomen in bijlage 8.

Mantelzorg

Mantelzorg mogelijk binnen de functie wonen

Voor zover ruimtelijk relevant zijn er twee soorten van mantelzorg te onderscheiden die gangbaar zijn binnen de woonfunctie.

  • Inwoning: Hierbij gaat het om vormen van huisvesting in de woning zelf (inwoning). Inwoning wordt in de bestemmingsplannen rechtstreeks toegestaan, aangezien bestemmingsplannen geen regels stellen aan de samenstelling van een huishouden. Door de mogelijkheden voor aan- en uitbouw optimaal te benutten, kan de vorm van inwonen in veel gevallen een oplossing bieden aan de behoefte van tijdelijke huisvesting ten behoeve van mantelzorg.
  • Afhankelijke woonruimte: In de praktijk blijkt ook behoefte te bestaan aan een meer zelfstandige (in de vorm van een eigen toegang en eigen voorzieningen) woonvorm in een bijgebouw. Deze zogenaamde 'afhankelijke woonruimte' moet dienen voor de opvang van iemand met een aantoonbare vraag naar verzorging.

Jurisprudentie en consequenties

  • In de uitspraak van de Raad van State van 20 mei 2009 (gemeente Oudewater, zaaknr. 200806381/1) blijkt dat wonen in een bijgebouw is toegestaan ongeacht of de bouwvoorschriften slechts één woning toestaan.
  • Inwoning in het kader van mantelzorg is zonder meer toegestaan binnen de functie wonen.
  • Indien gewenst, wordt mantelzorg in bijgebouwen (vrijstaand) door een specifieke gebruiksbepaling voorkomen.

Extra bouwmogelijkheden

Bij mantelzorg is het soms wenselijk om extra woonruimte te creëren bij de woning, door bijvoorbeeld extra aanbouwen en uitbouwen geschikt te maken om in te wonen.

Uitgangspunten voor de bestemmingsregeling

Op basis van het voorgaande blijkt dat mantelzorg en de behoefte aan mantelzorg niet in alle gevallen past of wenselijk is binnen de reguliere woonbestemming. De gemeente wenst via een binnenplanse afwijkingsprocedure te voorzien in een toegesneden regeling. In SVBP is het voorgeschreven dat eerst bouwregels worden gegeven en daarna gebruiksregels. Vandaar dat eerst bouwregels en afwijkingen voor bouwen voor mantelzorg zijn opgenomen en pas later het gebruik is geregeld.

Bestemmingsregeling

Begrippen

De volgende begrippen zijn toegevoegd:

  • Afhankelijke woonruimte

een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit het oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.

  • Mantelzorg

het bieden van zorg aan eenieder die aantoonbaar hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.

Gebruik en afwijken gebruik

In de Specifieke gebruiksregels is in de artikelen opgenomen dat het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte is niet toegestaan.

Onder voorwaarden kan bij omgevingsvergunning door het bevoegd gezag worden afgeweken en het gebruik van bijgebouwen als afhankelijke woonruimten worden toegestaan:

  • indien een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  • indien de afhankelijk woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m2;
  • indien er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Om ongewenste splitsing te voorkomen is tevens voorzien in een mogelijkheid de omgevingsvergunning in te trekken indien de noodzaak voor mantelzorg niet meer bestaat.

Bouwen

In sommige gevallen volstaat de maximaal toegestane oppervlakte van 80 m2 niet en is er ruimtelijk geen bezwaar een grotere oppervlakte maat (maximaal 100 m2) toe te staan. In dat geval kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van de oppervlakte van 80 m2 (oppervlakte aan/uitbouwen) en worden toegestaan dat voor afhankelijke woonruimte een grotere oppervlakte (maximaal 100m2) wordt gerealiseerd. Er gelden dan de volgende voorwaarden.

  • de maximum oppervlakte voor aan- en/of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen (inclusief bijgebouwen in gebruik als afhankelijke woonruimte) bedraagt niet meer dan 50% van de gronden buiten het bouwvlak;
  • de maximum oppervlakte bedraagt niet meer dan 100 m² per perceel;
  • er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Huisvesting arbeidsmigranten

Binnen de gemeente worden steeds meer groepen arbeidsmigranten ondergebracht in bestaande panden. De omgeving is daar vaak niet op berekend en ingesteld, zeker als het om relatief grotere aantallen gaat. In beleid, notities van VROM en in jurisprudentie wordt hier op ingegaan. Deze huisvestingsvorm kan in de praktijk ook knelpunten tot gevolg hebben. Hiervoor is door de gemeente Reimerswaal een afzonderlijke beleidsnotitie vastgesteld. Op basis daarvan is het volgende overwogen en geregeld.

Huisvesting in de praktijk

Bij de huisvesting van arbeidsmigranten kunnen zich de volgende knelpunten voordoen.

  • Gebruik en belasting van het openbare gebied: bij een intensiever gebruik van het openbare gebied kan huisvesting van arbeidsmigranten extra verkeerstoename en parkeerdruk tot gevolg hebben. Intensieve "bewoning" van een "gewone" woning kan overlast (geluid overlast) en onveiligheid voor de omgeving tot gevolg hebben.
  • Gebruik en belasting van de woning. Huisvesting kan plaatsvinden in panden die naar hedendaagse maatstaven bouwtechnisch en / of in hygiënisch opzicht (ernstige) gebreken vertonen.
  • Er wordt met zodanig veel mensen in een eengezinswoning "gewoond" dat er (potentieel) gevaarlijke situaties ontstaan, zoals brandveiligheid (mogelijkheid om te vluchten). In sommige situaties is er een schrijnend gebrek aan privacy en een voldoende leefbaar woonoppervlak.

Uit de genoemde knelpunten volgt dat een zorgvuldige afweging van locaties en regeling van omvang van huisvesting noodzakelijk zijn.

Uitgangspunten voor de bestemmingsregeling

Op basis van het vorenstaande blijkt dat huisvesting van arbeidsmigranten niet past binnen de reguliere woonbestemming en dat afzonderlijke aanduidingen nodig zijn.

  • Huisvesting van arbeidsmigranten is niet op één lijn te stellen met de huisvesting van een huishouden. Er is geen sprake van continuïteit in de samenstelling of van onderlinge verbondenheid, ongeacht arbeidsmigranten hetzelfde werk verrichten, dezelfde nationaliteit delen en gezamenlijk de huishouding doen.
  • De locaties en de omvang van huisvesting van arbeidsmigranten vragen om een zorgvuldig afwegingskader.

Bestemmingsregeling

In de bestemmingsregeling zijn begrippen opgenomen inzake bewoonbaar vloeroppervlak, huishouden, logies, kamerverhuur en woning (bewoning door een huishouden). Voor de verschillende functies in de kern wordt het volgende beleid ten aanzien van het aantal te huisvesten arbeidsmigranten voorgestaan.

  • Woningen
    Vanuit een gemiddelde gezinssituatie geredeneerd, zijn in een doorsnee woning globaal vier personen gehuisvest. De doorsnee eengezinswoningen zijn qua grootte hiervoor geschikt. Belangrijk is voorts dat bij nachtverblijf van meer dan vier personen, het gebruiksbesluit van toepassing is. Dan moet aan specifieke eisen inzake brandveiligheid worden voldaan. Er is dan sprake van een andere woonsituatie dan bij een regulier huishouden. Om die redenen wordt voor huisvesting van arbeidsmigranten in reguliere woningen het toelaatbaar gevonden dat in een standaard woning/wooneenheid aan maximaal vier afzonderlijke personen huisvesting wordt geboden.
  • Kantoren, separate detailhandelsvoorzieningen
    Separate kantoren en separate detailhandelsvoorzieningen (bestemming Kantoor en bestemming Detailhandel) komen veelal verspreid in kernen voor, vaak te midden van woonbebouwing. Juist door de situering van deze functies in een rustige woonwijk acht het gemeentebestuur het maximaal aanvaardbaar om per kantooraccommodatie of detailhandelsvoorziening aan maximaal vier afzonderlijke arbeidsmigranten huisvesting te bieden.
  • Centrum en Horeca; Gemengd
    In Waarde zijn geen centrumbestemming en horecabestemming opgenomen. Regels voor huisvesting van arbeidsmigranten binnen deze bestemmingen zijn dan ook niet opgenomen.
    • 1. De functies in de kern zijn in het algemeen van dien aard en van lage dynamiek, dat voorzien kan worden in rechtstreekse niet algemene bestemmingen, zoals Wonen, Detailhandel en Maatschappelijk. Uitsluitend ter plaatse van MeerWaarde is sprake van enige functiemenging en is een gemengde bestemming opgenomen, maar hier is uitdrukkelijk geen huisvesting van arbeidsmigranten gedacht.
    • 2. Horeca vestigingen zijn niet aanwezig.

Naast functionele aspecten en ligging zijn voorts de volgende criteria van belang.

  • Omvang pand
    Niet alle woningen zijn geschikt voor huisvesting van vier of tien personen. Belangrijk is dat per persoon 12 m² aan bewoonbaar vloeroppervlak beschikbaar is. Deze maat komt voort uit de oppervlaktemaat die ook voor reguliere bewoning wordt gehanteerd, zoals opgenomen in de bouwverordening.
  • Afstanden tussen locaties
    De afstand tussen de woningen voor arbeidsmigranten dient ten minste 250 meter te bedragen, waarbij ook een maximum per straatwand wordt aangehouden. Met de afstandsmaat van 250 meter en het aantal locaties per straatwand wordt gewaarborgd dat er geen nadelige effecten op de omgeving zijn te verwachten of effecten die te zeer afwijken van de effecten van een regulier huishouden. De ruimtelijk-functionele structuur wordt zodoende niet veranderd.

Locaties voor huisvesting van arbeidsmigranten kunnen worden toegestaan door toepassing van een wijzigingsbevoegdheid.

  • Locaties waar tot 4 arbeidsmigranten zijn toegestaan (Wonen, Detailhandel, Kantoor) worden voorzien van de aanduiding "specifieke vorm van horeca - logies - 1" .

Deze aanduidingen kunnen bij beëindiging van het logiesgebruik via een wijzigingsbevoegdheid ook weer worden verwijderd.

Aangezien thans nog geen locaties juridisch-planologisch bevestigd zijn, zijn op voorhand geen locaties opgenomen met een aanduiding 'specifieke vorm van horeca - logies -1'.

Bouwvlakken

In de bouwregels is onderscheid gemaakt tussen bouwen binnen het bouwvlak en het bouwen buiten het bouwvlak.

Binnen het bouwvlak zijn naast hoofdgebouwen, aan- en/of uitbouwen en bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan. Buiten het bouwvlak zijn over het algemeen aan- en/of uitbouwen en bijgebouwen, alsmede bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan. De oppervlakte van de bebouwing buiten het bouwvlak is begrensd tot 50% met een maximum van 100 m². Door dit onderscheid is op eenvoudige wijze snel inzichtelijk welke bouwwerken, waar gebouwd mogen worden.

Afwijken van de bouwregels

Uitbreiden bouwvlak

In voorkomende gevallen kan het wenselijk zijn dat het bouwvlak aan de achterzijde (vanaf de straat gezien) wordt vergroot. Hiervoor is een bevoegdheid tot afwijken van de bouwregels opgenomen, waardoor burgemeester en wethouders het bouwvlak met ten hoogste 20% kunnen vergroten. Bij een omgevingsvergunning wordt niet afgeweken van de bouwregels indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Algemene afwijking

In het bestemmingsplan is in de bestemming Wonen een algemene afwijking opgenomen voor het afwijken van de maximale goot- of boeibordhoogte, bouwhoogte, afstand van het gebouw tot de perceelsgrens, de toelaatbare oppervlakte en het bebouwingspercentage tot ten hoogste 15%. Bij omgevingsvergunning wordt niet afgeweken van de bouwregels indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming geven gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Tijdelijke woongelegenheid bij bouwen / verbouwen woningen

Bij de gemeente worden regelmatig verzoeken ingediend voor het plaatsen van een tijdelijke woonunit bij grootschalige verbouwingen. De plaatsing van de tijdelijke woonunits (ook (sta)caravan) voldoet bijna nooit aan het bestemmingsplan. Onder voorwaarden kan medewerking worden verleend aan tijdelijke woonruimte in dit soort situaties. Er worden drie situaties onderscheiden:

  • Plaatsing in bestaande woongebieden/buitengebied.
  • Plaatsing in nieuwe woongebieden.
  • Plaatsing bij overige functies.

Plaatsing in bestaande woongebieden/buitengebied.

Indien het gaat om vervangende woonruimte ten tijde van een ingrijpende verbouwing van de bestaande woning dan wel nieuwbouw op de plek van de eigen bestaande woning waarbij de bestaande woning tijdelijk niet voor bewoning geschikt is, is onder voorwaarden medewerking aan een tijdelijke woonunit aanvaardbaar. Dit geldt voor zowel het bestaand stedelijk gebied als het buitengebied. In het bestemmingsplan kan een afwijkingsbevoegdheid worden opgenomen met voorwaarden, binnen de bestemmingen waar wonen in een woning is toegestaan.

Plaatsing in nieuwe woongebieden

Ook in nieuwe woongebieden kan worden verzocht om toestemming voor tijdelijke woonunits. De gemeente acht plaatsing hier eveneens aanvaardbaar, onder andere vanwege de volgende redenen.

  • In verband met de economische crisis wordt door initiatiefnemers pas besloten tot nieuwbouw en aankoop van een kavel op het moment dat de oude woning is verkocht. Tijdelijke huisvesting op de kavel waar de nieuwe eigen woning wordt gerealiseerd wordt in die omstandigheden aanvaardbaar geacht.
  • De nieuwbouwlocaties in de gemeente zijn alle goed bereikbaar en reeds bouwrijp gemaakt. Er is derhalve geen sprake van een wezenlijk ruimtelijk verschil met vervangende nieuwbouw in bestaande woongebieden.

Overige functies

Realisering van tijdelijke woonunits bij andere bestemmingen dan waar wonen in een woning is toegestaan (bijvoorbeeld Maatschappelijk) vragen een specifieke afweging. Hiervoor biedt de Wabo voldoende ruimte. Regeling voor tijdelijke huisvesting volgt dan via een separate procedure.

Voorwaarden

De gemeente acht medewerking aan een tijdelijke woongelegenheid uitsluitend onder specifieke voorwaarden mogelijk:

  • omgevingsvergunning voor een tijdelijke woongelegenheid wordt alleen verleend bij ingrijpende bouwwerkzaamheden of vervangende nieuwbouw van bestaande woningen en realisering van een nieuwe woning;
  • de tijdelijke woongelegenheid wordt geplaatst binnen het bouwvlak of binnen een straal van 30 meter achter de naar de weg gerichte grens van het bouwvlak;
  • de afstand van een tijdelijke woongelegenheid tot de openbare weg bedraagt niet minder dan 3 meter;
  • het bevoegd gezag kan voorwaarden stellen aan de situering van de tijdelijke woongelegenheid in verband met de bereikbaarheid voor hulpverlenende instanties;
  • het bevoegd gezag kan voorwaarden stellen aan de situering van de tijdelijke woongelegenheid in verband met de ruimtelijke uitstraling voor de omgeving;
  • het bevoegd gezag kan voorwaarden stellen aan de aansluiting van de tijdelijke woongelegenheid op de nutsvoorzieningen in verband met de bestaande situatie inzake nutsvoorzieningen en de duur van de plaatsing;
  • de tijdelijke woongelegenheid is zodanig gesitueerd dat dit niet leidt tot onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • de tijdelijke woongelegenheid is zodanig gesitueerd dat bouwmaterialen en bouwafval op het eigen perceel kunnen worden geplaatst;
  • het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor de plaatsing van een tijdelijke woongelegenheid voor de duur van de werkzaamheden tot een maximum van 3 jaar;
  • omgevingsvergunning voor een tijdelijke woongelegenheid wordt niet verleend indien sprake is van grootschalige herstructurering van woningen;
  • het bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning tot afwijken in, indien de bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van tijdelijke huisvesting niet meer aanwezig is.
6.2.3 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels (per bestemming)

Artikel 3 Agrarisch

De agrarische gronden en bedrijven zijn voorzien van de bestemming Agrarisch.

  • De gronden zijn primair bestemd voor een duurzame agrarische bedrijfsuitoefening met grondgebonden agrarisch gebruik. De verkoop van streek- of bedrijfseigen producten als nevenactiviteit, tot een verkoopvloeroppervlak van max. 100 m² binnen het bouwvlak is toegestaan.
  • Vanwege de ligging binnen de bebouwde kom van Waarde en de afstemming op het bestemmingsplan Buitengebied is aan de gronden de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarische randzone' toegekend. Daarmee wordt tevens behoud van de karakteristiek van kernen en verblijfsrecreatiegebieden en een beperktere agrarische ontwikkeling voorgestaan.
  • Extensief recreatief medegebruik en bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals:
    • 1. groen;
    • 2. laad- en losvoorzieningen;
    • 3. natuurvriendelijke oevers,
    • 4. nutsvoorzieningen;
    • 5. ontsluitingswegen;
    • 6. parkeervoorzieningen;
    • 7. sloten en watergangen,
    • 8. water en waterberging.

zijn zondermeer mogelijk.

Bouwregels

In de bouwregels is onderscheid gemaakt tussen binnen het bouwvlak en buiten het bouwvlak. Er zijn regels opgenomen voor de goot- en bouwhoogte van:

  • gebouwen;
  • bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

In de bouwregels zijn deze genuanceerd voor onder andere silo's mestopslagen en dergelijke.

Afwijken van de bouwregels

Met regels in 'Afwijken van de bouwregels' kan onder voorwaarden worden afgeweken van de bouwregels. (zie ook 6.2.2).

Specifieke gebruiksregels

In de specifieke gebruiksregels is het gebruik gespecificeerd. Er zijn regels opgenomen voor:

  • bedrijfswoningen;
  • arbeidsmigranten;
  • mantelzorg;
  • het agrarisch gebruik (voorkomen van milieuhinder als gevolg van fruitgaarden, lichthinder;
  • opslag;
  • paardenbakken;
  • aan huis gebonden beroepen;
  • detailhandel.

Tot slot zijn enkele algemene afwijkingsmogelijkheden van de gebruiksregels opgenomen, alsmede een wijzigingsbevoegdheid naar Wonen.

Artikel 4 Agrarisch met waarde - Beschermde dijken

Dit artikel is opgenomen in verband met de aanwezige regionale waterkering. Overeenkomstig de systematiek van de gemeente wordt hieraan deze bestemming gegeven, in combinatie met de dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering en de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk' is het waterschapsbelang op basis van de keur en de provinciale Verordening Ruimte zo voldoende veilig gesteld.

In verband met de randzone is deze regeling vanuit het reguliere agrarisch artikel overgenomen.

De regeling is uniform met de regeling in het buitengebied. Dit betekent dat ook de wijzigingsbevoegdheid naar 'Waterkering' is opgenomen.

Artikel 5 Bedrijf

Bestemmingsomschrijving

Gekozen is voor een bestemmingslegging volgens de Staat van bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' vanwege het verspreide karakter van de bedrijvigheid in de kern.

Voor zover bestaande bedrijven niet passen binnen deze categorieën, zijn ze specifiek aangeduid en bestemd (zie milieuparagraaf 5.2.1 . Voorts geldt het volgende.

  • De nutsvoorzieningen zijn voorzien van de aanduiding "nutsvoorziening".

Bouwregels

Voor de bebouwing wordt uitgegaan van een situering binnen de aangegeven bouwvlakken. Voor de bouwvlakken is de goot en bouwhoogte aangegeven. In de bouwregels zijn de reguliere bouwregels uit het gemeentelijk handboek opgenomen. Geregeld is dat buiten de bouwvlakken alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde en geen overkappingen zijnde, zijn toegestaan.

Specifieke gebruiksregels

In de specifieke gebruiksregels is het gebruik voor zover nodig nader gereguleerd. In de gebruiksregels is bepaald dat:

  • geluidshinderlijke inrichtingen en Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • opslag van vuurwerk niet is toegestaan;
  • detailhandelsbedrijven niet zijn toegestaan;
  • per bouwperceel maximaal één bedrijfswoning is toegestaan;
  • het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte niet is toegestaan.
  • zelfstandige kantoren niet zijn toegestaan;
  • kantoorvloeroppervlakte van niet-zelfstandige kantoren die meer bedraagt dan 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte met een maximum oppervlakte van 200 m² per bedrijf, niet is toegestaan;
  • opslag van goederen uitsluitend is toegestaan binnen het bouwvlak;
  • opslag van goederen buiten gebouwen is toegestaan tot een stapelhoogte van 6 m;
  • webshops onder voorwaarden zijn toegestaan.

Wijzigingsbevoegdheid

Binnen de bestemming is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor huisvesting van arbeidsmigranten. Tevens is de mogelijkheid opgenomen tot het beëindigen van huisvesting van arbeidsmigranten. Ook zijn wijzigingsbevoegdheden opgenomen voor wonen en bijzondere woonvormen. Gezien de ruimtelijke effecten is dergelijke planwijzing uitsluitend mogelijk bij bedrijfsbeëindiging van bedrijven binnen de kern. Er zijn wijzigingsregels opgenomen, onder andere voor het waarborgen van een goed woon- en leefmilieu. Wijziging is pas toegestaan na belangenafweging en waarborging van de gestelde voorwaarden.

Artikel 6 Detailhandel

Bestemmingsomschrijving

Waarde kent geen bestemming Centrum voor het centrumgebied. Incidentele detailhandelsvoorzieningen zijn, overeenkomstig het geldende plan, voorzien van de bestemming Detailhandel. Wonen is binnen deze bestemming eveneens mogelijk.

Bouwregels

Voor de bebouwing wordt uitgegaan van een situering binnen de aangegeven bouwvlakken. Voor de bouwvlakken is de goot en bouwhoogte aangegeven. In de bouwregels zijn de reguliere bouwregels uit het gemeentelijk handboek opgenomen. Geregeld is dat buiten de bouwvlakken alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde en aan-, uit- en bijgebouwen zijn toegestaan. Op een enkele locatie kan dit leiden tot bebouwing voor de voorgevel. Dat is niet gewenst. Om deze reden is voor die plekken een aanduiding [ - bg] 'bijgebouwen uitgesloten' opgenomen. Ter plekke zijn alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde overkappingen toegestaan.

Wijzigingsbevoegdheden

Buiten het dorpscentrumgebied is het karakter van de omgeving gericht op wonen en is uitwisseling van functies (detailhandel en kantoor) niet zonder meer wenselijk.

  • Binnen de bestemmingen is de woonfunctie altijd toelaatbaar. In geval van beëindiging van een activiteit behoeft dan geen procedure te worden doorlopen om een verandering naar de bestemming Wonen mogelijk te maken. Om definitief over te gaan naar de bestemming Wonen is toch een wijzigingsbevoegdheid opgenomen.
  • Conform de systematiek van de gemeente zijn via een wijzigingsbevoegdheid ook de volgende wijziging van de bestemming mogelijk.
    • 1. De bestemming Detailhandel kan worden gewijzigd in de bestemming Wonen. Omdat in het plan geen bestemming kantoor aanwezig is, is opgenomen dat door middel van een wijzigingsbevoegdheid een aanduiding 'kantoor' kan worden opgenomen, waarmee de vestiging van een kleinschalig kantoor mogelijk wordt gemaakt.
  • Binnen de bestemming is verder een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor huisvesting van arbeidsmigranten. Tevens is de mogelijkheid opgenomen tot het beëindigen van huisvesting van arbeidsmigranten. Verwezen wordt naar "Huisvesting arbeidsmigranten" in paragraaf 6.2.2.

Artikel 7 Gemengd - 1

Het dorpshuis, de multifunctionele gymzaal en de supermarkt met bovengelegen appartementen zijn voorzien van de bestemming Gemengd - 1. Er is sprake van één complex. Het afzonderlijk aangeven van bestemmingen Wonen, Maatschappelijk en Detailhandel is gelet op de verwevenheid van de functies dan ook niet wenselijk. Ten behoeve van het waarborgen van voldoende parkeervoorzieningen is de aanduiding 'parkeerterrein' opgenomen. Het beoogde trappenhuis is wat hoger dan de algemene bouwmassa, daarom is voorzien in de specifieke bouwaanduiding - hoogte accent. In de regeling is opgenomen dat 50% van dit aanduidingvlak bebouwd mag worden tot een bouwhoogte van 8 meter. Daarmee wordt flexibiliteit in de uitwerking van het ontwerp mogelijk gemaakt.

Er is sprake van een flexibele invulling van het bouwprogramma. Het bouwvlak heeft een oppervlakte van (afgerond en indicatief, digitale verbeelding maatgevend) 2.116 m². De maximum oppervlakte voor maatschappelijke functies (1.301 m²), detailhandel (300 m²), kantoren (200 m²) en wonen (11 woningen, waarvan niet meer dan 8 op de verdieping en maximaal 3 op de begane grond) is vastgelegd in de gebruiksregels. Voorts is een maximum bebouwingspercentage van 80% opgenomen. In totaal is daarmee (afgerond en indicatief, digitale verbeelding maatgevend) maximaal 1.692 m² bebouwing op de begane grond mogelijk. Met deze bouw- en gebruiksregels wordt het maximum aan flexibiliteit in de uitwerking van het gebouw voldoende begrensd.

Artikel 8 Groen

De bestemming Groen is opgenomen voor de belangrijke groenstroken en groenvoorzieningen in de kern alsmede de landschappelijke inpassing van enkele specifieke objecten en functies. In verband met de flexibiliteit zijn langzaamverkeersverbindingen rechtstreeks toegestaan binnen deze bestemming. De aanleg van ontsluitingswegen (erftoegangswegen) en parkeervoorzieningen zijn uitdrukkelijk niet rechtstreeks toegestaan.

Aan de zuidzijde van Waarde bevindt zich een wat groter trapveld, met een skatevoorziening / jongeren ontmoetingsplek. Om deze reden is hieraan een aanduiding 'speelvoorziening' toegekend.

Algemeen is water en waterberging toegestaan, hieronder worden ook waterhuishoudkundige voorzieningen zoals bergbezinkbassins verstaan.

Er zijn voorts twee wijzigingsbevoegdheden opgenomen:

  • een wijzigingsbevoegdheid voor het wijzigen van de bestemming in Verkeer en Water voor zover dat nodig is voor de groenstructuur of waterhuishouding;
  • een wijzigingsbevoegdheid voor het onder voorwaarden oprichten van nutsvoorzieningen.

Artikel 9 Maatschappelijk

Bestemmingsomschrijving

De percelen met de bestemming Maatschappelijk mogen worden gebruikt voor de meest gangbare maatschappelijke voorzieningen zoals scholen, gezondheidszorgvoorzieningen en sociaal-culturele voorzieningen.

Bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water zijn zonder meer mogelijk.

  • Voor beeldbepalende panden is de aanduiding (cw) 'cultuurhistorische waarden' opgenomen, waarmee aantasting van het uitwendige karakter van het gebouw in de bestaande toestand wordt voorkomen.
  • De pastorie is met een specifieke functieaanduiding (specifieke vorm van wonen - pastorie) bevestigd.
  • In de bouw en gebruiksregels zijn regels opgenomen voor de maximale maatvoeringen van gebouwen, de pastorie en de fietsenstalling. Aangesloten is bij het bepaalde in het vrijstellingsbesluit dat voor de kerk is genomen.
  • Bepaald is verder dat buiten een bouwvlak alleen bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde zijn toegestaan. Voor fietsenstallingen is een uitzondering gemaakt.

Artikel 10 Maatschappelijk - Begraafplaats

De begraafplaats is bevestigd met de bestemming Maatschappelijk - Begraafplaats. Er is 150 m² bebouwing toegestaan. Buiten een bouwvlak zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan. Overkappingen zijn niet toegestaan, met uitzondering van fietsenstallingen.

Artikel 11 Sport

Bestemmingsomschrijving

Het sportcomplex is voorzien van de bestemming Sport. Hiermee zijn sportvelden en daarmee vergelijkbare recreatieve voorzieningen toegestaan. Bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, ontsluitingswegen en parkeervoorzieningen zijn eveneens mogelijk. In de bouwregels is bepaald dat buiten een bouwvlak alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegestaan. Voor fietsenstallingen is een uitzondering gemaakt.

Afwijken van de bouwregels

Er is een mogelijkheid tot afwijken van de bouwregels opgenomen voor het realiseren van hogere lichtmasten ten dienste van recreatieve voorzieningen.

Artikel 12 Tuin

De bestemming Tuin is opgenomen, daar waar direct grenzend aan de openbare ruimte geen bebouwing gewenst is. Daarmee is feitelijk de voorgevelrooilijn vastgelegd. Omdat in een aantal situaties het doorbreken van deze voorgevelrooilijn niet leidt tot nadelige effecten op de verkeersveiligheid en / of het bebouwingsbeeld is een bevoegdheid tot afwijken van de bouwregels opgenomen voor het toestaan van bijgebouwen of overkappingen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.

Artikel 13 Verkeer

De met de bestemming Verkeer aangeduide gronden omvatten niet alleen wegen, parkeerplaatsen, fiets, en voetpaden, maar ook groenstroken, bermen, beplantingen en eventuele geluidwerende voorzieningen en afvalverzamelplaatsen. Door deze bestemmingslegging is ondergeschikte herinrichting van de openbare ruimte mogelijk, zonder dat gedetailleerde regels dergelijke ontwikkelingen in de weg staan. ook water en waterhuishoudkundige voorzieningen (sloten, vijvers, maar ook ondergrondse bergbezinkbassins) zijn direct binnen deze bestemming mogelijk.

De garagecomplexen in de kern zijn voorzien van de bestemming Verkeer en de aanduiding "garage". Er zijn bouwvlakken opgenomen, waarbinnen tot 3 meter bouwhoogte gebouwd mag worden. Om te voorkomen dat de garages voor commerciële doeleinden of opslag van gevaarlijke stoffen worden benut, is in een specifieke gebruiksregel dat gebruik uitgesloten.

Artikel 14 Water

De grote beeldbepalende waterpartijen en waterlopen met een waterhuishoudkundige functie zijn als zodanig aangegeven. De gronden zijn bestemd voor water, aan en afvoer en waterberging. Op de gronden mogen uitsluitend keermuren voor de waterbeheersing, oeverbeschoeiingen, duikers, bruggen en steigers worden gebouwd.

Artikel 15 Waterkering

Dit artikel is opgenomen in verband met een wijzigingsbevoegdheid binnen het artikel 'agrarisch met waarde - beschermde dijken'. Indien toepassing van de wijzigingsbevoegdheid noodzakelijk is, voorziet het bestemmingsplan reeds in dit artikel.

Artikel 16 Wonen

Binnen de bestemming is wonen in een woning toegestaan. In een aantal situaties is een aanduiding opgenomen. Zelfstandige garages zijn overeenkomstig gemeentelijk beleid bestemd binnen Verkeer met een aanduiding "garage".

Voor beeldbepalende panden is de aanduiding cultuurhistorische waarde opgenomen, waarmee aantasting van het uitwendige karakter van het gebouw in de bestaande toestand wordt voorkomen en behoud van de cultuurhistorische waarde wordt voorgestaan.

Aan de Kerkweg is een paardenhouderij gevestigd. Deze is - gezien het niet agrarische gebruik - thans voorzien van een woonbestemming. Wel is voorzien in een aanduiding 'paardenhouderij'.

Bouwregels

In de bouwregels is opgenomen dat hoofdgebouwen dienen te worden opgericht in het bouwvlak. Voor het bouwvlak geldt dat afhankelijk van de aanduiding, aaneengebouwd, gestapeld, vrijstaand of twee aaneen kan worden gebouwd. Daar waar geen aanduiding is opgenomen kan vrijstaand of aaneen worden gebouwd. De goot- en bouwhoogte is op de verbeelding aangegeven.

De bouwvlakken zijn veelal als een strook weergegeven. De diepte varieert veelal tussen 10 en 15 meter. In de meeste gevallen is een diepte van 12 meter ingetekend. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd met gebouwen, met dien verstande dat de afstandsmaten in de bouwregels in acht dienen te worden genomen.

Bouwregels

Binnen de bouwregels zijn de reguliere bouwregels ter plaatse van het hoofdgebouw (bouwvlak) en voor het aansluitende erf (de gronden buiten het bouwvlak) opgenomen. In de bouwregels is opgenomen dat voor de gronden binnen het bouwvlak hoofdgebouwen, aan- of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd. Voor aan- of uitbouwen en bijgebouwen geldt hier een goot- en / of boeibordhoogte van 4 meter en een bouwhoogte van 7 meter. In de bouwregels is opgenomen dat voor de gronden buiten het bouwvlak bouwmogelijkheden gelden voor aan- of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot ten hoogste 50% en tot een maximum van 100 m².
In de regels is bepaald dat op de gronden buiten het bouwvlak een goot- en / of boeibordhoogte geldt van 4 meter. De bouwhoogte is hier uit ruimtelijk oogpunt vastgelegd op 5 meter. De afstand van bijgebouwen tot de woning is bepaald op 1 meter. Voor woningen met de aanduiding "vrijstaand" geldt een afstand van 3 meter van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens. Voor woningen met de aanduiding "twee aaneen" geldt een afstand van 3 meter van het hoofdgebouw tot één van de zijdelingse perceelsgrenzen.

Afwijken van de bouwregels

Uit oogpunt van flexibiliteit zijn onder voorwaarden de reguliere bevoegdheden tot afwijken opgenomen:

  • uitbreiden van het bouwvlak;
  • afwijken van maten tot 15%;
  • woningtype en nieuwe woningen.

Specifieke gebruiksregels

De gebruikelijke gebruiksregels zijn overgenomen uit het handboek, zie ook 6.2.2. Bijzonder zijn de volgende regelingen.

  • De regeling voor de paardenbakken, die verspreid in de kern aanwezig zijn. Hiervoor is een functieaanduiding (sa-pdb) 'specifieke vorm van agrarisch - paardenbakken' opgenomen.
  • Ook is hier voorzien in de bouwaanduiding [-bg] 'bijgebouwen uitgesloten'. Deze gronden maken deel uit van de woonbestemming, maar te ruime verdichting en bebouwing met bijgebouwen is niet gewenst. De regeling is alleen opgenomen op zeer diepe woonpercelen.

Afwijken van de gebruiksregels

Uit oogpunt van flexibiliteit is onder voorwaarden naast de reguliere bevoegdheden tot afwijken, de volgende specifieke bevoegdheden tot afwijken opgenomen:

  • huisvesting van paarden, pony's en ander naar aard en omvang gelijk te stellen vee.
  • toestaan van kleinschalige detailhandel of dienstverlening (zie toelaatbaarheid functies).

Artikel 17 Leiding - Riool

In het zuidelijk deel van het plangebied loopt een planologisch relevante rioolleiding. Deze is van een toegesneden dubbelbestemming voorzien, waarmee het belang van de leiding is geborgd.

Artikel 18 Waarde - Archeologie - 1, Artikel 19 Waarde - Archeologie - 2, Artikel 20 Waarde - Archeologie - 3, Artikel 21 Waarde - Archeologie - 4, Artikel 22 Waarde - Archeologie - 5

In het bestemmingsplan zijn overeenkomstig het op 22 november 2011 vastgestelde gemeentelijke archeologiebeleid de dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie- 1 en Waarde - Archeologie - 2 toegekend.

De bestemmingsregeling is in samenspraak met de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland tot stand gekomen en houdt eveneens rekening met de eventueel op grotere diepten aanwezige archeologische waarden. Uitgangspunt van deze regeling is dat voor projecten groter dan de vrijgestelde oppervlaktematen en verstoringsdiepte een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden nodig is. Voor een nadere toelichting op het archeologiebeleid wordt voorts verwezen naar paragraaf 5.1.1.

De artikelen Waarde-Archeologie-3 en 4 zijn opgenomen omdat naar aanleiding van archeologisch onderzoek planwijziging mogelijk is naar deze archeologische dubbelbestemmingen.

Het archeologisch belang wordt door de genoemde regelingen voldoende veilig gesteld.

Voor de gewaardeerde stads/dorpskern (centrum van Waarde) geldt een Waarde - Archeologie – 1. Bij een bodemverstoring van meer dan 50 m2 geldt een onderzoeksplicht.

Voor de zone met een hoge archeologische verwachting (rest van de kern, uitgezonderd reeds vrijgestelde delen van de kern) geldt een Waarde – Archeologie – 2. In dit gebied is bij een bodemverstoring van meer dan 250 m2 een onderzoeksplicht van toepassing.

In alle gevallen geldt een vrijstelling van archeologisch onderzoek wanneer niet dieper dan 40 cm onder het maaiveld werkzaamheden worden uitgevoerd.

Het artikel Waarde - Archeologie - 5 is overgenomen uit het recent vastgestelde plan MeerWaarde. In dit plan is in verband met de specifieke archeologische waarde een afwijkende regeling opgenomen, die nu wordt gecontinueerd.

Artikel 23 Waterstaat - Waterkering

Ter plaatse van de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering (regionale waterkering) zijn de gronden mede bestemd voor de waterkering. Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn hier toegestaan. Voorts is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden opgenomen om het belang van de waterkering veilig te stellen.

6.2.4 Hoofdstuk 3 Algemene regels

Dit hoofdstuk bevat een aantal bepalingen die op de bestemmingen als bedoeld in hoofdstuk 2 van toepassing zijn. Het betreffende volgende bepalingen.

  • Artikel 24 Anti-dubbeltelregel
    Hiermee wordt voorkomen dat gronden oneigenlijk worden gebruikt voor het optimaliseren van bouwmogelijkheden.
  • Artikel 25 Algemene bouwregels
    Bestaande maten (uitgezonderd van de overgangsregels), overschrijding van bouwgrenzen, percentages. Met de regels inzake bestaande maten wordt voorkomen dat (ondergeschikte) afwijkingen onder het overgangsrecht komen te vallen.
  • Artikel 26 Algemene aanduidingsregels
    In dit artikel is de vrijwaringszone - molenbiotoop opgenomen die is geprojecteerd rondom de molen, net buiten het plangebied. Ook is de vrijwaringszone - dijk opgenomen voor primaire en secundaire waterkering (Barro/Rarro en Verordening Ruimte Zeeland en Keur Waterschap).
  • Artikel 27 Algemene wijzigingsregels
    Het overschrijden van bestemmingsgrenzen kan in veel gevallen plaatsvinden zonder dat hierdoor het belang van een goede ruimtelijke ordening wordt geschaad. Voor dit soort gevallen is derhalve in het plan een wijzigingsbevoegdheid voor burgemeester en wethouders opgenomen. De overschrijding mag echter niet meer dan 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
6.2.5 Hoofdstuk 4 Overgangs- en Slotbepalingen

Artikel 28 Overgangsrecht

De overgangsregels hebben tot doel de rechtstoestand te begeleiden van bouwwerken die gebouwd zijn of kunnen worden gebouwd en die afwijken van de bebouwingsbepalingen van het plan. Tevens is bepaald dat het gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken in het plan, voor zover dit gebruik op het tijdstip van het rechtskracht verkrijgen van het plan (rechtens) afwijkt van de in het onderhavige plan gegeven bestemming, kan worden voortgezet.

Deze regels zijn opgenomen in het Bro en zijn op voorgeschreven wijze overgenomen.

Artikel 29 Slotregel

Dit artikel ten slotte geeft aan de naam waaronder de regels van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald.