direct naar inhoud van 8.3 Overlegreacties
Plan: Kruiningen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0703.03KnBPKom-va01

8.3 Overlegreacties

8.3.1 Veiligheidsregio Zeeland

Samenvatting

De overlegreactie van de Veiligheidsregio Zeeland heeft betrekking op het volgende.

  • a. De Veiligheidsregio Zeeland kan zich vinden in het feit dat verdere verantwoording van het groepsrisico voor het bestemmingsplan Kruiningen niet noodzakelijk is. Het voorliggende plan is een consoliderend plan en de nieuwbouwlocaties Zandweg en KruseVeer zijn reeds in een eerdere planologische procedure verantwoord.
  • b. De Veiligheidsregio geeft aan dat bij een wijzigingsprocedure het aspect externe veiligheid onderzocht en beoordeeld dient te worden. De Veiligheidsregio wil dat bij een negatieve uitkomst van het onderzoek naar externe veiligheid het plan geen doorgang vindt en dat dit geborgd wordt in de regels van het bestemmingsplan.
  • c. Ondanks dat het groepsrisico niet verder verantwoord dient te worden, wil de Veiligheidsregio dat er in de toelichting aandacht besteedt wordt aan de zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid. Er is namelijk altijd een kans dat er een incident voordoet.
  • d. Tevens adviseert de Veiligheidsregio om te blijven investeren in een goede risicocommunicatie.
  • e. De dekking van het sirenestelsel is niet voldoende voor de gehele woonkern Kruiningen. De Veiligheidsregio adviseert daarom ook om de locatie van de mast te herzien of een extra mast bij te laten plaatsen.
  • f. Voor bestrijding van incidenten is een goede bereikbaarheid van bluswatervoorzieningen van groot belang. Bij de watergang in KruseVeer zijn opstelplaatsen voor de brandweer gewenst. Geadviseerd wordt bereikbaarheid en beschikbaarheid van overige blusvoorzieningen in overweging te nemen.

Overweging

  • a. De gemeente neemt deze opmerkingen voor kennisgeving aan. Er zijn geen aanpassingen vereist.
  • b. Bij een wijzigingsprocedure dient een wijzigingsplan opgesteld te worden. In de wijzigingsregels is onder andere opgenomen dat externe veiligheid onderzocht dient te worden. Indien blijkt dat externe veiligheid in het geding is, de toename van het risico niet kan worden verantwoord of hiervoor geen maatregelen getroffen kunnen worden, is er geen sprake van een goede ruimtelijke onderbouwing. Er kan dan niet worden besloten tot toepassing van de wijzigingsbevoegdheid. Verdere borging in de regels is hierdoor niet noodzakelijk. Het aanpassen van het ontwerpbestemmingsplan is niet nodig.
  • c. Overeenkomstig van het advies van de Veiligheidsregio is de paragraaf externe veiligheid (5.8) aangevuld op aspecten zoals zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid.
  • d. Wij hebben notie genomen van het advies over risicocommunicatie en onderschrijven de stelling van de Veiligheidsregio. In het bestemmingsplan is in de paragraaf externe veiligheid duidelijk verwezen naar de risicokaart.
  • e. De dekking van het sirenestelsel valt niet onder de reikwijdte van een bestemmingsplanprocedure. Overigens zijn binnen onder andere de openbare bestemmingen zoals Verkeer en Groen waarschuwingsmasten tot 10 meter expliciet toegestaan (in de vorm van lichtmasten en overige masten). Verplaatsingen of nieuw te realiseren waarschuwingsmasten zijn daarmee juridisch-planologisch reeds mogelijk. De gemeente onderzoekt of (ver) plaatsing van waarschuwingsmasten moet worden uitgevoerd.
  • f. Wij zullen de opmerking over een opstelplaats voor brandweervoertuigen bij de geprojecteerde watergang bij het woongebied KruseVeer in overweging nemen bij de verdere invulling van dit plan. Ingeval van herinrichting van de openbare ruimte wordt hieraan ook aandacht besteed.

Conclusie

De overlegreactie leidt tot een aanpassing van de toelichting. De paragraaf externe veiligheid is aangevuld.

8.3.2 Provincie Zeeland

Samenvatting

De overlegreactie van de Provincie Zeeland heeft betrekking op:

  • a. Molenbiotoop.
    • 1. Verzocht wordt op de verbeelding een molenbiotoop van 400 meter op te nemen.
    • 2. Verzocht wordt de regels betreffende de molenbiotoop in overeenstemming te brengen met de Provinciale Ruimtelijke Verordening;
  • b. Externe Veiligheid:
    • 1. In het plangebied worden twee leidingen benoemd in de plantoelichting en in artikel 18 van de regels behorende bij het plan. Op de verbeelding zijn de leidingen inclusief de belemmeringenstrook van 5 meter aan weerszijden van de leidingen echter niet ingetekend en dit zou conform artikel 14 van het Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen (BEVB) wel moeten. Hierdoor kan er ook geen controle plaatsvinden of er kwetsbare objecten binnen dit gebied gelegen zijn.
    • 2. Onduidelijk is of de geprojecteerde bebouwing in het project KruseVeer is meegenomen in de groepsrisicoberekening.
    • 3. Ten aanzien van de DOW propyleenleiding merkt de provincie op dat er in de toelichting correct is opgenomen dat er volgens het BEVB nog geen rekenmethodiek is. Echter is er door DNV in 2001 een QRA opgesteld voor de DOW leiding en hieruit komt voort dat de 10-6 contour op circa 75 meter van de leiding ligt. Dit is in afwijking van de informatie die op pagina 47 van de toelichting is genoemd. DOW heeft inmiddels een nieuwe QRA gemaakt op basis van een nieuwe rekenmethodiek. Uit deze QRA blijkt dat de 10-6 contour op de leiding ligt.

Overweging

  • a. Molenbiotoop.
    • 1. In het voorontwerpbestemmingsplan worden, naast de regels voor de zone tot 100 meter rond de molen, regels gesteld voor de zone van 100 – 400 meter rond de molen, echter wordt deze tweede zone niet aangegeven op de verbeelding. Op verzoek van de provincie wordt deze zone ook op de verbeelding opnemen.
    • 2. De regeling voor de molenbiotoop is reeds afgestemd op de geldende verordening. In de bijlage van de toelichting is hieraan invulling gegeven. De molenbiotoop ligt overigens ook deels buiten het plangebied in het buitengebied. Voor dit plan is recent het ontwerpbestemmingsplan in procedure gebracht. Inzake de gewenste uniformiteit wordt de daarin opgenomen regeling voor de Molenbiotoop nu ook voor de kern Kruiningen overgenomen.
  • b. Externe Veiligheid.
    • 1. Per abuis zijn de leidingen van de Gasunie en DOW Benelux Holding NV niet opgenomen. In het ontwerpbestemmingsplan zijn deze leidingen alsnog op de verbeelding opgenomen, inclusief de belemmeringenstroken aan weerszijden van de leidingen.
    • 2. In het kader van de planontwikkeling KruseVeer en de actualisering van de kern Kruiningen is onderzoek verricht. Nadrukkelijk geldt dat de geprojecteerde bebouwing is beschouwd. De toelichting is op dit aspect aangevuld
    • 3. De uitkomsten van de nieuwe rekenmethodiek voor de DOW leiding zullen wij overnemen in de toelichting van het bestemmingsplan. Deze toelichting is reeds besproken met de Veiligheidsregio Zeeland en de provincie Zeeland.

Conclusie

De overlegreactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

  • Op de verbeelding wordt één molenbiotoop van 400 m opgenomen.
  • In de regels wordt ten aanzien van de molenbiotoop de regeling uit het buitengebied overgenomen.
  • Op de verbeelding worden de leidingen van Gasunie NV en DOW Benelux Holding NV overgenomen.
  • In de toelichting is de paragraaf externe veiligheid aangevuld.
8.3.3 Waterschap Scheldestromen

Samenvatting

De overlegreactie van het Waterschap Scheldestromen heeft betrekking op twee aspecten.

  • a. Waterkering – beschermingszone. In het Barro (art. 2.11.2 Barro) is recentelijk vastgelegd dat niet alleen het waterstaatswerk, maar ook de belangrijkste beschermingszone (beschermingszone A) ervan in het bestemmingsplan van een bestemming moet worden voorzien.
  • b. Waterhuishoudkundige voorzieningen. Ten behoeve van flexibele regelingen in bestemmingsplannen verzoekt het waterschap de term 'waterhuishoudkundige voorzieningen' op te nemen in de bestemmingsomschrijving van de enkelbestemmingen.

Overweging

  • a. Deze beschermingszone van de primaire waterkering zal in het ontwerpbestemmingsplan worden opgenomen.
  • b. De gemeente kan zich vinden in een flexibelere regeling ten aanzien van water en waterhuishoudkundige voorzieningen binnen een aantal enkelbestemmingen. Het gaat hierbij specifieke om de bestemmingen:
    • 1. Agrarisch;
    • 2. Bedrijf;
    • 3. Groen;
    • 4. Maatschappelijk;
    • 5. Maatschappelijk - Begraafplaats;
    • 6. Verkeer.

Binnen de overige bestemmingen is deze flexibiliteit niet gewenst.

Conclusie

De overlegreactie leidt tot de volgende aanpassingen van het ontwerpebstemmingsplan.

  • De beschermingszone A van de primaire waterkering wordt op de verbeelding. opgenomen als gebiedsaanduiding: vrijwaringszone - dijk.
  • In de regels wordt een regeling opgenomen voor de gebiedsaanduiding, vrijwaringszone - dijk.
  • In de regels wordt in de artikelen Agrarisch, Bedrijf, Groen, Maatschappelijk, Maatschappelijk - Begraafplaats en Verkeer en Water, de term 'waterhuishoudkundige voorzieningen' opgenomen .
8.3.4 Rijkswaterstaat Zeeland (e-mailbericht 17 juli 2012)

Samenvatting

In haar overlegreactie geeft Rijkswaterstaat Zeeland aan het voorontwerpbestemmingsplan “Kruiningen” te hebben beoordeeld. Zij ziet vooralsnog geen aanleiding voor op- of aanmerkingen.

Overweging

Gemeente neemt dit bericht voor kennisgeving aan.

Conclusie

De overlegreactie leidt niet tot aanpassingen in het ontwerpbestemmingsplan.