Plan: | Kruiningen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0703.03KnBPKom-va01 |
Algemeen
Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid aan verschillende aspecten aandacht te worden besteed:
Wettelijk kader, normstelling en beleid
Een volledige beschrijving van het wettelijk kader, normstelling en het beleid is in verband met het consoliderende karakter van het voorliggende bestemmingsplan achterwege gelaten. Volstaan is met de opsomming in tabel 5.2 met de relevante wetgeving en beleidsdocumenten.
Tabel 5.2. Wettelijk kader en beleidsdocumenten
aard van de risicobron | relevante wetgeving en/of beleidskader |
risicovolle bedrijven | Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) Beleidsvisie EV provincie Zeeland (2012-2018) |
transport gevaarlijke stoffen over de weg, water en het spoor | Circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen (CRVGS) Basisnet Weg Basisnet Water |
transport gevaarlijke stoffen door buisleidingen | Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb)1)
Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) |
1) Het Bevb treedt gefaseerd in werking. Dat houdt in dat per 1 januari 2011 alleen het transport van aardgas en aardolieproducten binnen de werkingssfeer van het Bevb is gebracht. Voor het transport van andere gevaarlijke stoffen dient vooruitlopend op de aanvulling van het Bevb te worden aangesloten bij de risicobenadering uit de CRVGS. .
Wat betreft normstelling, begrippenkader en rekenmethodiek voor het bepalen van de risico's, wordt in het beleidsveld voor externe veiligheid gewerkt met twee begrippen:
Plaatsgebonden risico (PR)
Het PR is omschreven als de kans dat een persoon die gedurende een heel jaar onafgebroken en onbeschermd op een bepaalde plaats verblijft, tengevolge van een ongewoon voorval met een gevaarlijke stof komt te overlijden. Voor het PR geldt de risicocontour van de kans één op een miljoen (10-6) als grenswaarde voor kwetsbare objecten (zoals woningen, afwijken is niet mogelijk). Voor beperkt kwetsbare objecten (zoals bedrijfsgebouwen) geldt deze norm als richtwaarde (afwijken is mogelijk maar alleen na motivering).
Groepsrisico (GR)
Het GR is de cumulatieve kans dat een groep personen van 10, 100 of 1.000 personen tegelijkertijd komt te overlijden als gevolg van een ongewoon voorval met een gevaarlijke stof. Het GR kan grafisch worden weergegeven in een curve, de zogenaamde fN-curve. De (f) staat hierbij voor de kans op een ongeval en (N) voor het aantal personen dat komt te overlijden, zie ook figuur 5.1. Het GR is niet wettelijk genormeerd. Voor het GR geldt de oriënterende waarde als richtlijn. De oriënterende waarde wordt gevormd door een rechte lijn in de fN-curve (figuur 5.1).
Figuur 5.1. Oriënterende waarde van het GR (fN-curve).
Op grond van het wettelijk kader dient het groepsrisico in het invloedsgebied van een risicobron te worden verantwoord.
Onderzoek risicocontouren en invloedsgebied
Het plangebied is gelegen in de buurt van transportroutes voor gevaarlijke stoffen en twee Bevi-inrichtingen:
De ontwikkelingen woongebied Zandweg en Kruseveer zijn woningbouwontwikkelingen die reeds zijn vastgelegd in geldende planologische regimes en zijn derhalve ook als consolidatie beschouwd in dit bestemmingsplan.
LPG tankstation (Zandweg 8a)
Plaatsgebonden risico
De plaatsgebonden risicocontouren 10-6 ten gevolge van het LPG-tankstation liggen buiten het plangebied.
Groepsrisico
Het invloedsgebied (150 meter) is gedeeltelijk gelegen binnen het plangebied. Voor garagebedrijf Lokerse is een groepsrisicoberekening uitgevoerd met behulp van de LPG groepsrisico berekeningsmodule. Uit de berekening volgt dat het groepsrisico ver onder de oriëntatiewaarde ligt.
In de huidige situatie bestaan geen knelpunten met betrekking tot het bestaande LPG-tankstation voor wat betreft het aspect externe veiligheid.
Propaantank pluimveeopfokbedrijf C. Sinke C.V.
Voor de propaantank met een inhoud van 18 m3 is een risicoanalyse opgesteld door AVIV.
Plaatsgebonden risico
De plaatsgebonden risicocontour 10-6 van de propaantank ligt buiten het plangebied.
Groepsrisico
Het invloedsgebied (305 meter) is gedeeltelijk gelegen binnen het plangebied. Uit de risicoanalyse blijkt dat er geen sprake is van een groepsrisico. In de huidige situatie bestaan geen knelpunten met betrekking tot de bestaande propaantank voor wat betreft het aspect externe veiligheid.
Rijksweg A58
Plaatsgebonden risico
Groepsrisico
Spoortraject Roosendaal - Sloehaven
Westerschelde
Het plangebied grenst aan de Westerschelde.
Plaatsgebonden risico
Groepsrisico
Kanaal door Zuid-Beveland
Het plangebied ligt op een afstand van meer dan 500 meter vanaf de oever van het kanaal door Zuid-Beveland. Het transport van gevaarlijke stoffen over het Kanaal door Zuid-Beveland vormt in de huidige situatie geen belemmering voor de kern Kruiningen.
Gasleiding Gasunie
De risicoberekeningen zijn uitgevoerd conform de wettelijk voorgeschreven rekenmethode voor het uitvoeren van risicoanalyses aan ondergrondse hogedruk aardgastransportleidingen. De berekeningen zijn uitgevoerd met het rekenprogramma CAROLA versie 1.0.0.51. De gehanteerde parameterfile heeft versienummer 1.2.
Door RBOI is onderzoek verricht (Kwantitatieve risicoanalyse buisleidingen Gasunie t.b.v. bestemmingsplannen Kruiningen en Waarde, RBOI, 10 januari 2012)
In het rapport (zie bijlage 3) is inzicht gegeven in de risico's (PR en GR) als gevolg van het transport door hogedruk aardgasleidingen. Aan de hand van dit inzicht dient de gemeente het groepsrisico in haar bestemmingsplannen te verantwoorden.
Plaatsgebondenrisico (PR)
Groepsrisico (GR)
Propyleenleiding van Dow Benelux Holding NV
De propyleenleiding van DOW Benelux Holding NV valt op dit moment nog niet onder de werkingssfeer van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Het Rijk beveelt aan om voor de ruimtelijke inpassing van alle buisleidingen zoveel mogelijk het Bevb en de bijbehorende regeling te volgen. Formeel vallen de transportleidingen voor chemische stoffen (anders dan aardgas of aardolieproducten) echter nog onder de werking van de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen.
Plaatsgebonden risico
Er is op dit moment nog geen formeel vastgestelde rekenmethodiek om de risico's langs propyleenleidingen te berekenen. De risicokaart gaat uit van de volgende risicoafstanden:
Er zijn echter ook berekeningen beschikbaar voor de betreffende propyleenleiding waaruit blijkt dat de PR 10-5-contour en PR 10-6 op de leiding zou zijn gelegen. De afstanden op de risicokaart geven dus mogelijk een overschatting van het PR langs de leiding.
Binnen het plangebied zijn woningen gelegen op korte afstand van de betreffende leiding en daarmee mogelijk binnen de contouren voor het PR. Vanwege het feit dat er geen vastgestelde rekenmethodiek is en de onduidelijkheid over de ligging van de PR-contouren die daaruit volgt, worden in het bestemmingsplan geen consequenties verbonden aan de bestaande woningen op korte afstand van de leidingen. Het bestemmingsplan is consoliderend van aard en maakt geen nieuwe kwetsbare objecten mogelijk binnen de risicoafstanden zoals opgenomen op de risicokaart.
Kruseveer
Dow Benelux Holding NV heeft in 2010 in het kader van de ontwikkeling van Kruseveer een Risicoberekening (QRA) uitgevoerd voor de propyleenleiding die door het plangebied loopt. Deze leiding ligt ter plaatse in een betonnen bak. Uit de QRA blijkt dat er ter plaatse van de leiding in de betonnen bak geen plaatsgebonden risicocontour 10-6 voorkomt. Het PR is ter plaatse namelijk aanzienlijk kleiner (maximaal 6,7 E -07).
Groepsrisico
Ook voor het groepsrisico langs de leiding geldt dat geen sprake is van een vastgestelde rekenmethodiek. Gezien de personendichtheden in de zone langs de leidingen wordt aangenomen dat het GR kleiner is dan de oriëntatiewaarde.
Conclusie
Externe veiligheid vormt geen belemmering voor actualisering van de regeling.