direct naar inhoud van 5.8 Externe veiligheid
Plan: Kruiningen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0703.03KnBPKom-va01

5.8 Externe veiligheid

Algemeen

Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid aan verschillende aspecten aandacht te worden besteed:

  • bedrijven in of in de directe omgeving van het plangebied, waar opslag, gebruik en / of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt of waar zich installaties bevinden waaraan risico's zijn verbonden waardoor effecten van ongevallen buiten het terrein van de inrichting merkbaar zijn;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of door leidingen.

Wettelijk kader, normstelling en beleid

Een volledige beschrijving van het wettelijk kader, normstelling en het beleid is in verband met het consoliderende karakter van het voorliggende bestemmingsplan achterwege gelaten. Volstaan is met de opsomming in tabel 5.2 met de relevante wetgeving en beleidsdocumenten.

Tabel 5.2. Wettelijk kader en beleidsdocumenten

aard van de risicobron   relevante wetgeving en/of beleidskader  
risicovolle bedrijven   Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi)

Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi)
Beleidsvisie EV provincie Zeeland (2012-2018)  
transport gevaarlijke stoffen over de weg, water en het spoor   Circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen (CRVGS)

Basisnet Weg

Basisnet Water  
transport gevaarlijke stoffen door buisleidingen   Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb)1)
Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb)
Circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen (CRVGS)  

1) Het Bevb treedt gefaseerd in werking. Dat houdt in dat per 1 januari 2011 alleen het transport van aardgas en aardolieproducten binnen de werkingssfeer van het Bevb is gebracht. Voor het transport van andere gevaarlijke stoffen dient vooruitlopend op de aanvulling van het Bevb te worden aangesloten bij de risicobenadering uit de CRVGS. .

Wat betreft normstelling, begrippenkader en rekenmethodiek voor het bepalen van de risico's, wordt in het beleidsveld voor externe veiligheid gewerkt met twee begrippen:

  • het plaatsgebonden risico (PR);
  • het groepsrisico (GR).

Plaatsgebonden risico (PR)

Het PR is omschreven als de kans dat een persoon die gedurende een heel jaar onafgebroken en onbeschermd op een bepaalde plaats verblijft, tengevolge van een ongewoon voorval met een gevaarlijke stof komt te overlijden. Voor het PR geldt de risicocontour van de kans één op een miljoen (10-6) als grenswaarde voor kwetsbare objecten (zoals woningen, afwijken is niet mogelijk). Voor beperkt kwetsbare objecten (zoals bedrijfsgebouwen) geldt deze norm als richtwaarde (afwijken is mogelijk maar alleen na motivering).

Groepsrisico (GR)

Het GR is de cumulatieve kans dat een groep personen van 10, 100 of 1.000 personen tegelijkertijd komt te overlijden als gevolg van een ongewoon voorval met een gevaarlijke stof. Het GR kan grafisch worden weergegeven in een curve, de zogenaamde fN-curve. De (f) staat hierbij voor de kans op een ongeval en (N) voor het aantal personen dat komt te overlijden, zie ook figuur 5.1. Het GR is niet wettelijk genormeerd. Voor het GR geldt de oriënterende waarde als richtlijn. De oriënterende waarde wordt gevormd door een rechte lijn in de fN-curve (figuur 5.1).

afbeelding "i_NL.IMRO.0703.03KnBPKom-va01_0005.png"

Figuur 5.1. Oriënterende waarde van het GR (fN-curve).

Op grond van het wettelijk kader dient het groepsrisico in het invloedsgebied van een risicobron te worden verantwoord.

Onderzoek risicocontouren en invloedsgebied

Het plangebied is gelegen in de buurt van transportroutes voor gevaarlijke stoffen en twee Bevi-inrichtingen:

  • het plangebied grenst aan LPG tankstation Lokerse (Zandweg 8a);
  • de afstand tot de propaantank van pluimveeopfokbedrijf C. Sinke C.V. is circa 120 meter;
  • de afstand tot de rijksweg A58 bedraagt meer dan 200 meter;
  • de afstand tot het spoortraject Roosendaal - Sloehaven bedraagt circa 1.250 meter;
  • de afstand tot het Kanaal door Zuid-Beveland is meer dan 500 meter;
  • het plangebied grenst aan de Westerschelde;
  • in en nabij het plangebied zijn een propyleenleiding van Dow Benelux Holding NV en een gasleiding van de Gasunie gesitueerd.

De ontwikkelingen woongebied Zandweg en Kruseveer zijn woningbouwontwikkelingen die reeds zijn vastgelegd in geldende planologische regimes en zijn derhalve ook als consolidatie beschouwd in dit bestemmingsplan.

LPG tankstation (Zandweg 8a)

Plaatsgebonden risico

De plaatsgebonden risicocontouren 10-6 ten gevolge van het LPG-tankstation liggen buiten het plangebied.

Groepsrisico

Het invloedsgebied (150 meter) is gedeeltelijk gelegen binnen het plangebied. Voor garagebedrijf Lokerse is een groepsrisicoberekening uitgevoerd met behulp van de LPG groepsrisico berekeningsmodule. Uit de berekening volgt dat het groepsrisico ver onder de oriëntatiewaarde ligt.

In de huidige situatie bestaan geen knelpunten met betrekking tot het bestaande LPG-tankstation voor wat betreft het aspect externe veiligheid.

Propaantank pluimveeopfokbedrijf C. Sinke C.V.

Voor de propaantank met een inhoud van 18 m3 is een risicoanalyse opgesteld door AVIV.

Plaatsgebonden risico

De plaatsgebonden risicocontour 10-6 van de propaantank ligt buiten het plangebied.

Groepsrisico

Het invloedsgebied (305 meter) is gedeeltelijk gelegen binnen het plangebied. Uit de risicoanalyse blijkt dat er geen sprake is van een groepsrisico. In de huidige situatie bestaan geen knelpunten met betrekking tot de bestaande propaantank voor wat betreft het aspect externe veiligheid.

Rijksweg A58

Plaatsgebonden risico

  • In bijlage 2 van de CRVGS is voor wegvak Ze52 (afrit 33 Yerseke - afrit 32 Kruiningen) de afstand 0 vermeld. Dit betekent dat het plaatsgebonden risico vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen op het midden van de A58 niet meer mag bedragen dan 10-6 per jaar.
  • Het PR vormt daarom geen belemmering.

Groepsrisico

  • Uit de globale beschouwing in het Basisnet Weg (bijlage 7) blijkt dat voor de A58 ter hoogte van het wegvak Ze52 sprake is van een groepsrisico groter dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde. In verband met de actualisering van het bestemmingsplan voor bedrijventerrein Nishoek is door AVIV onderzoek gedaan naar het groepsrisico veroorzaakt door het transport van gevaarlijke stoffen over onder andere wegvak Ze52 van de Rijksweg A58. De conclusie uit dit specifieke onderzoek is dat het maximale groepsrisico (0,014 x ow.) kleiner is dan de oriëntatiewaarde.
  • Het transport van gevaarlijke stoffen over de rijksweg A58 vormt ook in de toekomstige situatie geen belemmering voor de kern.

Spoortraject Roosendaal - Sloehaven

  • Het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor vormt in de huidige situatie geen belemmering voor de kern.
  • Het inzichtelijk maken van het GR is, gelet op de afstand tot het spoortraject (circa 1.250 meter), op basis van de CRVGS niet noodzakelijk.

Westerschelde

Het plangebied grenst aan de Westerschelde.

Plaatsgebonden risico

  • In de Actualisatiestudie 2011 risico's transport gevaarlijke stoffen Westerschelde en prognoses 2015 - 2030 is door middel van een kwantitatieve risico analyse (QRA) een berekening van de potentiële risico's van het scheepstransport van gevaarlijke scheepsladingen op de Westerschelde uitgevoerd (Det Norske Veritas, 2011).
  • Op basis van de risicoberekeningen wordt geconcludeerd dat het PR-contour 10-6 zich langs de vaargeul bevindt en het land niet raakt.
  • Er zijn dan ook geen knelpunten ten aanzien van het PR in het plangebied.

Groepsrisico

  • Uit de Actualisatiestudie 2011 is gebleken dat het groepsrisico voor Hansweert (voor het prognosejaar 2015) circa 0,01 x oriëntatiewaarde is. De verwachting is dat voor het onderhavige plan de hoogte van het groepsrisico in dezelfde ordegrootte is.
  • Het plangebied ligt in zijn geheel in het invloedsgebied van de Westerschelde. Dit betekent dat er bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, rekening moet worden gehouden met een verantwoording van een toename van het GR.
  • Voorliggend bestemmingsplan voorziet echter niet in nieuwe ontwikkelingen. De bestaande situatie wordt geconsolideerd en voorzien van een actuele regeling. Daarbij geldt dat er geen sprake is van een verandering van de bevolkingsamenstelling. Er is dus ook geen toename van het GR.

Kanaal door Zuid-Beveland

Het plangebied ligt op een afstand van meer dan 500 meter vanaf de oever van het kanaal door Zuid-Beveland. Het transport van gevaarlijke stoffen over het Kanaal door Zuid-Beveland vormt in de huidige situatie geen belemmering voor de kern Kruiningen.

Gasleiding Gasunie

De risicoberekeningen zijn uitgevoerd conform de wettelijk voorgeschreven rekenmethode voor het uitvoeren van risicoanalyses aan ondergrondse hogedruk aardgastransportleidingen. De berekeningen zijn uitgevoerd met het rekenprogramma CAROLA versie 1.0.0.51. De gehanteerde parameterfile heeft versienummer 1.2.

Door RBOI is onderzoek verricht (Kwantitatieve risicoanalyse buisleidingen Gasunie t.b.v. bestemmingsplannen Kruiningen en Waarde, RBOI, 10 januari 2012)

In het rapport (zie bijlage 3) is inzicht gegeven in de risico's (PR en GR) als gevolg van het transport door hogedruk aardgasleidingen. Aan de hand van dit inzicht dient de gemeente het groepsrisico in haar bestemmingsplannen te verantwoorden.

Plaatsgebondenrisico (PR)

  • A535-03. De PR 10-6-risicocontour voor de leiding A535-03 ligt nergens buiten de belemmeringstrook van 5 meter en vormt daarmee geen knelpunt voor het bestemmingsplan Kruiningen.
  • A-535. Uit de berekende PR contouren blijkt dat voor de leiding A-535 PR 10-6 risicocontouren zijn weergegeven. Deze PR 10-6-risicocontouren liggen echter buiten het plangebied van het bestemmingsplan Kruiningen en vormen daarom geen knelpunt.

Groepsrisico (GR)

  • Voor de twee relevante hogedruk aardgasleidingen van de Gasunie in de nabijheid van en in het bestemmingsplan Kruiningen, geldt dat het maximale groepsrisico (0,018 x ow) kleiner is dan de oriëntatiewaarde. Het groepsrisico vormt daarom geen knelpunt voor de verdere planvorming.
  • Voorts geldt dat sprake is van een consoliderend bestemmingsplan. De bestaande situatie wordt daarbij opnieuw vastgelegd. Daarbij geldt dat er geen sprake is van een verandering van de bevolkingsamenstelling. Er is dus geen toename van het groepsrisico. De ontwikkeling KruseVeer is reeds als 'bestaand' woongebied meegenomen. De realisering van woningen in het gebied in de komende planperiode leidt derhalve niet tot een toenamen van het GR.

Propyleenleiding van Dow Benelux Holding NV

De propyleenleiding van DOW Benelux Holding NV valt op dit moment nog niet onder de werkingssfeer van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Het Rijk beveelt aan om voor de ruimtelijke inpassing van alle buisleidingen zoveel mogelijk het Bevb en de bijbehorende regeling te volgen. Formeel vallen de transportleidingen voor chemische stoffen (anders dan aardgas of aardolieproducten) echter nog onder de werking van de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen.

Plaatsgebonden risico

Er is op dit moment nog geen formeel vastgestelde rekenmethodiek om de risico's langs propyleenleidingen te berekenen. De risicokaart gaat uit van de volgende risicoafstanden:

  • PR 10-5 ligt op 25 m;
  • PR 10-6 ligt op 75 m.

Er zijn echter ook berekeningen beschikbaar voor de betreffende propyleenleiding waaruit blijkt dat de PR 10-5-contour en PR 10-6 op de leiding zou zijn gelegen. De afstanden op de risicokaart geven dus mogelijk een overschatting van het PR langs de leiding.

Binnen het plangebied zijn woningen gelegen op korte afstand van de betreffende leiding en daarmee mogelijk binnen de contouren voor het PR. Vanwege het feit dat er geen vastgestelde rekenmethodiek is en de onduidelijkheid over de ligging van de PR-contouren die daaruit volgt, worden in het bestemmingsplan geen consequenties verbonden aan de bestaande woningen op korte afstand van de leidingen. Het bestemmingsplan is consoliderend van aard en maakt geen nieuwe kwetsbare objecten mogelijk binnen de risicoafstanden zoals opgenomen op de risicokaart.

Kruseveer

Dow Benelux Holding NV heeft in 2010 in het kader van de ontwikkeling van Kruseveer een Risicoberekening (QRA) uitgevoerd voor de propyleenleiding die door het plangebied loopt. Deze leiding ligt ter plaatse in een betonnen bak. Uit de QRA blijkt dat er ter plaatse van de leiding in de betonnen bak geen plaatsgebonden risicocontour 10-6 voorkomt. Het PR is ter plaatse namelijk aanzienlijk kleiner (maximaal 6,7 E -07).

Groepsrisico

Ook voor het groepsrisico langs de leiding geldt dat geen sprake is van een vastgestelde rekenmethodiek. Gezien de personendichtheden in de zone langs de leidingen wordt aangenomen dat het GR kleiner is dan de oriëntatiewaarde.

Conclusie

Externe veiligheid vormt geen belemmering voor actualisering van de regeling.