Plan: | Kruiningen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0703.03KnBPKom-va01 |
Ten behoeve van het bestemmingsplan Kruiningen worden de volgende uitgangspunten en randvoorwaarden gehanteerd:
Consolideren, inclusief beperkte verandering
Consolidatie
Consolidatie van de huidige ruimtelijk-functionele situatie in het plangebied houdt in het bevestigen van:
Behoud van functiemenging
Het algemene gemeentelijk beleid dat is gericht op behoud van functiemenging in de kernen wordt voortgezet. Dit resulteert in de waarborging en bevordering van de leefbaarheid. Uitgangspunt is het behoud van een goede milieu- en woonkwaliteit. De aanwezigheid van de niet-woonfuncties, voor zover deze niet hinderlijk zijn voor de woonomgeving, is dan ook gewenst. Hiervoor is een flexibele bestemmingsregeling van belang voor:
Het toelatingsbeleid en de bestemmingsregeling voor horeca en overige bedrijven is afgestemd op het tegengaan van milieuhinder om zo de milieu- en woonkwaliteit te waarborgen. In paragraaf 5.2.1 wordt nader ingegaan op het reguleren van bestaande en toelaten van eventueel nieuwe bedrijfsactiviteiten (bedrijfslocaties, horecavestigingen).
Ontwikkelingsgebieden
Nieuwe woongebieden
In Kruiningen worden twee nieuwe woongebieden ontwikkeld (zie ook paragraaf 3.2 en paragraaf 4.4.2). het betreft:
Beide ontwikkelingen zijn reeds juridisch planologisch vastgelegd in geldende plannen. In het voorliggende bestemmingsplan Kruiningen worden de bouwmogelijkheden gecontinueerd. Voor het woongebied Kruseveer geldt dat hierdoor in enkele situaties in een regeling moet worden voorzien, die afwijkt van het gemeentelijk handboek. Daarnaast is in het kader van de markteconomische omstandigheden verbreding van het woningbouwprogramma gewenst. Daarom worden nu ook patiowoningen voorzien (zie 4.2 en 4.4.2).
Wijzigingsbevoegdheid naar wonen bij vrijkomende bedrijfsmatige bebouwing in de kern
In relatie tot zorgvuldig ruimtegebruik is het denkbaar dat eventueel in de kern vrijkomende bedrijfslocaties worden benut voor woningen of voor niet-hinderlijke andere functies. In dit bestemmingsplan wordt voor bedrijven in de kern, waar na een afweging transformatie naar een woonfunctie wenselijk wordt geacht, voorzien in een regeling, waarmee na beëindiging van de bedrijfsmatige activiteiten het gebruik van het perceel voor wonen mogelijk kan worden gemaakt. Een wijzigingsbevoegdheid anticipeert op het moment dat die mogelijkheid zich wel voordoet.
In de wijzigingsregels zijn voorwaarden opgenomen waaronder planwijziging mag plaatsvinden. Uitgangspunt is dat sprake is en blijft van een goed woon- en leefklimaat. Uit dat oogpunt kan onderzoek worden voorgeschreven naar bijvoorbeeld:
De wijzigingsbevoegdheid mag niet worden toegepast als sprake is van negatieve resultaten. Het is niet vereist deze onderzoeken reeds in het kader van de actualisering van de kern Kruiningen te verrichten.
Wijzigingen van het bestemmingsplan zijn mogelijk volgens artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening. Voor een wijzigingsplan moet een afzonderlijke procedure worden doorlopen. Dit is geregeld in artikel 3.9 van de Wet ruimtelijke ordening.